Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 25, item 26 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 25, item 26 |
Aan de orde is het VAO Terrorisme (AO d.d. 08/11).
De voorzitter:
Aan de orde is het VAO Terrorisme, met als eerste spreker de heer De Graaf van de PVV.
De heer De Graaf (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ook al is er vandaag de begroting Justitie en Veiligheid en zit daar ook een onderdeel terreur in, ik vond het toch belangrijk om één onderwerp voor dit verslag van het algemeen overleg eruit te lichten, zodat het straks niet meer besproken hoeft te worden omdat het, denk ik, niet volledig in die setting past.
Ik heb een motie over kalifaatkinderen en jihadvrouwen. Dat verhaal, die situatie duurt al een tijd. De NCTV en ook de AIVD hebben daar dingen over gezegd. Daarom heb ik de volgende motie; ik zal me niet verder in raadselen hullen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er vrouwen zijn die hebben gekozen voor een verblijf in het IS-kalifaat en dat kinderen in IS-gebied door IS worden geïndoctrineerd en ingezet om gewelddadigheden te plegen;
constaterende dat zowel de AIVD als de NCTV in een rapport hebben aangegeven dat minderjarige kinderen uit IS-gebied aanslagen kunnen plegen;
overwegende dat met het bewaken van de veiligheid van ons land geen enkel risico mag worden genomen;
overwegende dat de minister weigert stelling te nemen in deze kwestie;
constaterende dat de campagne van de gesubsidieerde zieligheidsindustrie om kalifaatkinderen en hun ouders naar Nederland te kunnen halen op stoom komt;
verzoekt de regering te bewerkstelligen dat zogenaamde jihadbruiden en hun kalifaatkinderen nooit naar Nederland zullen komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer De Graaf. Dan is nu het woord aan mevrouw Buitenweg van GroenLinks.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik kom op hetzelfde punt, maar wel met een andere invalshoek. Ik maak mij heel erg zorgen over die vrouwen en kinderen die in die kampen zitten en ook over het feit dat er gezegd is dat die kinderen en vrouwen misschien weggehaald of weggebracht worden door de Syrian Democratic Forces en dat ze dan bij ons buiten beeld zijn. Ik denk dat er dan een groter gevaar is voor Nederland. Dat heeft mij tot een andere motie gebracht, die ik indien samen met het lid Kuiken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat volgens het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van september jongstleden het gevaar dreigt dat de Syrian Democratic Forces de opvang van Nederlandse vrouwen (en kinderen) beëindigen;
overwegende dat deze vrouwen dan buiten beeld raken van de autoriteiten en bovendien onbestraft blijven;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe door tussenkomst van Koerdische organisaties de terugkeer van Nederlandse vrouwen en kinderen kan worden gerealiseerd en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dan is nu het woord aan de heer Azarkan van DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter. Ik heb een aantal moties en die gaan met name over de extremistische en terroristische dreiging vanuit het rechtsextremisme.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NCTV zegt dat "gelet op de potentiële destructie uit rechts-extremistische en terroristische hoek blijft het van het grootste belang de dreiging zo scherp mogelijk te volgen en daar waar mogelijk weg te nemen";
constaterende dat de NCTV tegelijkertijd zegt dat we niet weten hoe omvangrijk rechts-extremistisch geweld is, onder meer vanwege een gebrekkig Europees overzicht van rechts-extremistische data;
verzoekt de regering om zich in Europees verband in te zetten voor een overzicht van rechts-extremistische data en daarmee beter inzicht in rechts-extremistisch geweld,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het onderzoeksbureau RAND in het onderzoek naar de evaluatie van contraterrorismemaatregelen concludeert dat er verscheidende verbeteringen doorgevoerd zouden kunnen worden;
van mening dat het essentieel is voor onze veiligheid om zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de effectiviteit van contraterrorismemaatregelen;
verzoekt de regering om op grond van de aanbevelingen van RAND zich ervoor in te zetten dat er verbetermaatregelen genomen worden om de kwaliteit van de evaluatie van contraterrorismemaatregelen te verhogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de overheid een Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme kent, waarin de weerbaarheid van (lokale) overheidspartijen, van eerstelijns professionals, van jongeren en hun omgeving en de weerbaarheid tegen extremistische boodschappen centraal staan;
constaterende dat de NCTV stelt: "gelet op de potentiële destructie uit rechts-extremistische en terroristische hoek blijft het van het grootste belang de dreiging zo scherp mogelijk te volgen en daar waar mogelijk weg te nemen";
verzoekt de regering om een actieprogramma integrale aanpak rechts-extremisme op te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Azarkan (DENK):
Dan de laatste, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit rapporten van de veiligheidsdiensten blijkt dat de discussie omtrent Zwarte Piet de rechts-extremistische dreiging aanwakkert;
van mening dat het gebrek aan moreel leiderschap aan de zijde van de regering ertoe leidt dat extreemrechts deze discussie kan aangrijpen om verdeeldheid, haat en geweld te zaaien;
constaterende dat collega van de ChristenUnie Gert-Jan Segers heeft gesteld: "Zo kunnen we afscheid nemen van de Zwarte Piet, die, zonder dat velen van ons dat doorhadden, lang voor pijn en verdriet heeft gezorgd.";
constaterende dat ook collega Jesse Klaver heeft gezegd: "Daarom roep ik alle partijleiders en de premier op om afstand te nemen van racisme en geweld.";
verzoekt de regering om in gesprek te treden met gemeenten en maatschappelijke organisaties met als inzet om middels dialoog te komen tot een inclusief sinterklaasfeest zonder de racistische karikatuur van Zwarte Piet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Ik merk op dat het enigszins ongebruikelijk is om collega-Kamerleden op deze manier in moties te bespreken. Mijn vraag is dus of de indiening van deze motie in voldoende mate wordt ondersteund. Ik zie niet voldoende ondersteuning voor de indiening van deze motie, meneer Azarkan.
De heer Azarkan (DENK):
Wat is het aantal dat haar moet ondersteunen? Ik zag er twee.
De voorzitter:
Vijf, en daar bent u er zelf een van. En ik zie mevrouw Buitenweg.
De heer Azarkan (DENK):
Ik zie de collega's van D66. Die steunen haar niet? De VVD niet? Het CDA niet? Dat kan. Dat is de democratie. Dan gaat zij terug. Zo werkt dat.
De voorzitter:
Ja, u hebt onvoldoende steun om haar in te dienen. De heer Sjoerdsma heeft een vraag.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ik wil de heer Azarkan wel helpen. Volgens mij is er echt een klein onderdeeltje van de motie dat hij moet en misschien ook wel kan wijzigen. Dat kan hij misschien zelfs even hier achter het katheder doen. Dan zal ik de indiening van deze motie van harte steunen.
De voorzitter:
Wat is dan uw verzoek? Op welk punt? De namen eruit?
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter, met alle plezier. Als dat de collega's van D66 over de streep trekt, dan zal ik dat doen.
De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is het enige, voorzitter. Voor de rest steun ik graag alle moties, maar ik vind het prettig als die namen eruit kunnen.
De heer De Graaf (PVV):
Dat geldt voor ons ook.
De heer Azarkan (DENK):
Zeker.
De voorzitter:
Oké. Dat zegt u hierbij toe, meneer Azarkan. Dan is er voldoende steun voor de indiening van deze motie.
De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit rapporten van de veiligheidsdiensten blijkt dat de discussie omtrent Zwarte Piet de rechts-extremistische dreiging aanwakkert;
van mening dat het gebrek aan moreel leiderschap aan de zijde van de regering ertoe leidt dat extreemrechts deze discussie kan aangrijpen om verdeeldheid, haat en geweld te zaaien;
verzoekt de regering om in gesprek te treden met gemeenten en maatschappelijke organisaties met als inzet om middels dialoog te komen tot een inclusief sinterklaasfeest zonder de racistische karikatuur van Zwarte Piet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 481 (29754).
Dank u wel. Ik schors voor enkele ogenblikken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Aan het woord is de minister.
Minister Grapperhaus:
Voorzitter. De eerste twee moties hebben inderdaad een wel heel verschillende invalshoek. Naar aanleiding daarvan wil ik eerst heel kort nog eens zeggen dat het kabinet hierbij drie uitgangspunten heeft. Die heb ik ook al tijdens het algemeen overleg op 8 november genoemd en zij blijven onveranderd. Ik heb ze ook al eerder, in april en in juni, in uw Kamer besproken. We halen geen mensen uit onveilig gebied. We kunnen alleen in overleg treden met partijen waarmee we diplomatieke betrekkingen hebben. En we kijken ook dan nog naar de veiligheid van de betrokkenen zelf. Het kabinet houdt vast aan die lijn. Ik heb die ook ter toetsing ingebracht in de EU-kopgroep. Daar blijkt dat alle Europese lidstaten per saldo die aanpak ook hanteren. In het kader daarvan heb ik er overigens ook nog op aangedrongen dat de Europese ct-coördinator Gilles de Kerchove zich inzet voor een gecoördineerde aanpak. Dat is ook door hem opgepakt. Verder heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid gesprekken gevoerd met het Internationale Rode Kruis. Het Internationale Rode Kruis heeft aangegeven dat het niet binnen zijn taakstelling valt om zelfstandig vrouwen en kinderen uit de kampen te halen. Maar de organisatie houdt de humanitaire situatie uitdrukkelijk in de gaten. Meer kan ik er op dit moment niet over zeggen. De regering zorgt er overigens voor dat haar informatiepositie op dit dossier, maar ook op alle andere dossiers die met contraterrorisme te maken hebben, altijd up-to-date en zo goed mogelijk is. Ik ontraad de moties op de stuk nrs. 476 en 477.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik zeg het volgende alleen ter verduidelijking, mevrouw de voorzitter. De minister zegt: het Rode Kruis is niet van plan om mensen te halen uit kampen. Dat stelt ook niemand voor. Het punt is dat het zo kan zijn dat Koerdische strijders die die vrouwen niet meer in hun kampen willen, die vrouwen en kinderen afleveren bij het consulaat. Dat is de kwestie. De minister suggereerde bijna dat het Rode Kruis hier geen oren naar zou hebben, maar het Rode Kruis is wel degelijk geïnteresseerd als die vrouwen en kinderen afgeleverd zijn bij het consulaat, om op die manier dan ook Nederland veiliger te maken.
Minister Grapperhaus:
Het kabinet heeft ook altijd hardop gezegd dat als moeders met hun kinderen zich melden bij een consulaat ze, uiteraard afhankelijk van hun achtergrond, door de KMar naar Nederland begeleid zullen worden, en dat de kinderen onmiddellijk worden opgevangen door de Kinderbescherming. Dat is ook vaak genoeg met uw Kamer besproken.
De voorzitter:
We komen bij de motie op stuk nr. 478.
Minister Grapperhaus:
Die is van de heer Azarkan. Die motie moet ik ontraden. Onder meer in de ct-kopgroep in de EU staat het onderwerp van rechts-extremisme op de agenda en wordt daar ook echt goed aandacht aan besteed. In dat kader wordt er ook gekeken hoe we de "intelligence" nog meer kunnen optimaliseren. Het toewerken naar bepaalde andere structuren is op dit moment niet aan de orde en ook niet nuttig. Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 478.
De heer Azarkan (DENK):
Ik snap het oordeel niet. Volgens mij staat namelijk in de rapportage dat we over onvoldoende data beschikken, met name op Europees niveau. Dat heeft te maken met definities en hoe we het opslaan. Ik roep ertoe op om daar een inspanning op te leveren. De minister zegt: dat doen we eigenlijk al. Maar ik begrijp niet dat de minister dan de motie ontraadt.
Minister Grapperhaus:
Het dictum van de motie luidt: "verzoekt de regering om zich in Europees verband in te zetten voor een overzicht van rechts-extremistische data en daarmee beter inzicht in rechts-extremistisch geweld". Dat suggereert dat er een soort aparte Europese databank voor dit onderwerp zou moeten komen. Ik heb daarover duidelijk gezegd dat ik dat ontraad. En hopelijk ter geruststelling van de heer Azarkan zeg ik dat dit onderwerp voortdurend aandachtig op de agenda staat. En we zijn wel degelijk bezig om te bekijken hoe we data beter kunnen krijgen. Maar ik vind het helemaal niet aan de orde om dat op een manier te doen die in de motie min of meer wordt gesuggereerd.
De voorzitter:
Helder. De heer Azarkan, kort.
De heer Azarkan (DENK):
Nogmaals, ik constateer dat in de rapportage van de NCTV staat dat we op Europees niveau over onvoldoende data beschikken om dat goed te kunnen duiden. Ik roep daartoe op. Als de minister zegt dat hij niet van plan is om dat te doen en dat het op een andere manier in de gaten wordt gehouden, prima. Dan is dat zo.
Minister Grapperhaus:
De motie-Azarkan op stuk nr. 479 verzoekt de regering om op grond van de aanbevelingen van RAND zich ervoor in te zetten dat er verbetermaatregelen genomen worden om de kwaliteit van de evaluatie van contraterrorismemaatregelen te verhogen. Die moet ik ook ontraden. Er vindt zonder meer binnen Europees verband maar evenzeer in Nederland een voortdurende evaluatie plaats van de contraterrorismemaatregelen. Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland geeft daar een hele goede weerspiegeling van. U mag mij daar als minister altijd op aanspreken — dat doet de Kamer overigens ook — maar ik vind niet dat we nu in de richting moeten gaan van wat een bepaald onderzoeksbureau daarover adviseert. We moeten daar altijd een open mind voor houden. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 479.
De motie op stuk nr. 480 gaat over het opstellen van een actieprogramma integrale aanpak rechts-extremisme. Ook die motie ontraad ik. Zoals moge blijken uit de recente rapportages van zowel de AIVD als de NCTV heeft het rechts-extremisme de volle aandacht van de NCTV en onze diensten. Vanuit het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland worden altijd de acties ontwikkeld die daarop ondernomen zouden moeten worden.
De motie-Azarkan op stuk nr. 481 verzoekt de regering om in gesprek te treden met gemeenten en maatschappelijke organisaties met als inzet om middels dialoog te komen tot een inclusief sinterklaasfeest zonder de racistische karikatuur Zwarte Piet. Deze motie ontraad ik. Ik heb zelf afgelopen zondag nog hardop uitgesproken dat ik zeer veel waardering heb voor de wijze waarop de Zaanse burgemeester een dialoog heeft opgestart tussen de verschillende partijen met ver uiteenlopende standpunten. Die heeft geleid tot een optocht in Zaanstad die zonder noemenswaardige ongeregeldheden verliep. Die dialoog is ook gewaardeerd door de verschillende partijen. Ik denk dat het heel verstandig is om dergelijke problemen en maatschappelijke discussies over bestaande tradities in de maatschappij op te lossen en met elkaar te bespreken, zeker niet met vooraf bepaalde oordelen over de andere partij. De regering heeft daar geen rol in, zo heeft de premier ook duidelijk aangegeven. Het primaat ligt echt bij het maatschappelijke debat. Ik ontraad de motie op stuk nr. 481.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-25-26.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.