Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 102, item 56 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 102, item 56 |
Aan de orde is het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid (AO d.d. 04/07).
De voorzitter:
Wederom een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris, mevrouw Broekers-Knol. Er zijn vijf sprekers van de zijde van de Kamer bij dit VAO Vreemdelingen- en asielbeleid. De eerste is de heer Emiel van Dijk van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Iedereen weet dat de VVD allang niet meer serieus te nemen is en belofte na belofte verbreekt. We willen kijken of de VVD haar laatste belofte, om mensensmokkel aan te pakken, toevallig wel gestand doet. Daarom dienen we de volgende motie in.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Maar ook het CDA heeft een enorm grote mond als het gaat om de aanpak van smokkelschepen, zoals de Sea-Watch. Collega Van Toorenburg sprak zelfs over het laten afzinken van dit schip, maar zelfs als de PVV een motie indient die het schip juridisch gezien aan de ketting legt, geeft het CDA niet thuis. Maar ook het CDA willen we graag in de gelegenheid stellen om die fout te corrigeren. Daarom dien ik de volgende motie in.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Rapportage Vreemdelingenketen bewijst dat slechts vijf criminele asielzoekers zijn uitgezet op grond van de openbare orde;
spreekt uit dat dit, gelet op alle beloften van het kabinet over de aanpak van criminele asielzoekers, een beschamende wanprestatie is;
spreekt tevens uit dat dit drastisch moet verbeteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Voorzitter. Ik ben vergeten te zeggen dat de eerste motie mede namens de heer Wilders ingediend is.
De voorzitter:
Dat voegen wij toe.
Dank u wel. Dan de heer Van Ojik van GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb drie moties en een vraag aan de staatssecretaris, dus ik ga meteen van start.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat migranten in Libische detentiecentra slecht behandeld worden en bovendien gevaar lopen het slachtoffer te worden van de burgeroorlog in Libië, zoals recent bij een bombardement op het Tajoura detentiecentrum;
constaterende dat de Libische kustwacht mede door de EU wordt gefinancierd;
verzoekt de regering zich er bilateraal en binnen de EU voor in te zetten dat migranten die door de Libische kustwacht terug worden geleid naar Libië naar opvanglocaties worden gebracht die onder toezicht van UNHCR staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vluchtelingen en migranten in detentiecentra rond Tripoli in direct gevaar zijn door het aanhoudend geweld tussen strijdende groepen in de Libische burgeroorlog;
verzoekt de regering zich er, samen met andere landen, voor in te spannen dat betrokkenen zo spoedig mogelijk uit deze detentiecentra kunnen worden overgebracht naar een veilige plek,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
En mijn laatste motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit evaluatie en inspectie blijkt dat de zorg voor en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen nadat zij 18 jaar worden, tekortschiet, bijvoorbeeld bij het zoeken naar werk of een opleiding, het opbouwen van een sociaal netwerk en het beheren van geld;
verzoekt de regering de opties te verkennen voor een overgangsregeling voor de zorg voor en begeleiding van alleenstaande minderjarige asielzoekers zodra zij 18 jaar zijn geworden, en de Kamer bij de begroting te informeren over de opties en eventuele kosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Voorzitter. Dan had ik nog een laatste vraag aan de staatssecretaris aangekondigd. Die vraag gaat over een motie die mijn collega Kröger heeft ingediend bij een debat met de minister van IenW. Die minister heeft gezegd dat ze het oordeel over die motie — die motie komt straks in stemming — graag aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid overlaat. Die motie roept het kabinet op om publiekelijk stelling te nemen tegen criminalisering van reddingsoperaties op de Middellandse Zee. Ik geef het maar even door. Het kabinet heeft gisteren geen oordeel over deze motie gegeven. Zij komt straks in stemming. Dat kan ook zonder oordeel, denk ik, maar de minister van IenW heeft haar doorverwezen naar deze staatssecretaris. Vandaar dat ik het even opbreng. Ik kan de motie aan de staatssecretaris geven als zij daar prijs op stelt. Ik heb haar hier bij me, hoewel zij al is ingediend.
De voorzitter:
Ik heb niet het idee dat het een feest der herkenning is bij de staatssecretaris, maar dat geeft niks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Gelukkig ben ik niet verantwoordelijk voor de coördinatie binnen het kabinet, voorzitter.
De voorzitter:
Nee, dat is zeker niet het geval. Hartelijk dank. Dan de heer Van Wijngaarden van de fractie van de VVD, die van spreektijd afziet. Dan mevrouw Van Toorenburg van het CDA.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Voorzitter. Het was een enerverend AO. Het is altijd wel grappig dat sommige politieke partijen graag moties willen indienen over anderen en niet hun eigen lijn voeren. We hebben de moties van de PVV natuurlijk helemaal niet nodig om onze eigen lijn te voeren. Maar die voeren we wel ten aanzien van de jezidi's. Dus daarover de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de jezidi's in Irak onder IS de meest gruwelijke verschrikkingen hebben moeten doorstaan;
overwegende dat uit het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken blijkt dat hun positie in de meeste delen van Irak nog steeds uitermate kwetsbaar is;
overwegende dat ook het hoofd van de vluchtelingenorganisatie van de VN er bij Nederland op aangedrongen heeft jezidi's niet terug te sturen naar kampen in Irak;
verzoekt de regering bij de beoordeling van asielaanvragen van jezidi's uit Irak een genereus beleid te voeren dat serieus recht doet aan de kwetsbare positie van de jezidi's, ten minste inhoudende dat ontheemden van wie erkend is dat ze jezidi zijn en tegen wie geen specifieke bezwaren gelden, niet zullen worden teruggestuurd naar kampen in de Koerdische Autonome Regio (KAR) in Irak,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Het zal u ongetwijfeld interesseren dat wij nog een brief krijgen van de staatssecretaris over de problematiek rondom de bed-bad-broodvoorziening in Amsterdam, een gemeente die toch een beetje buiten de lijntjes lijkt te kleuren. We zien echt uit naar de reactie van de staatssecretaris, want ik denk dat ze gewoon weer terug in hun hok moeten.
De voorzitter:
Dat is dus nog een vraag aan het adres van de staatssecretaris. Heel goed.
De laatste spreker van vanavond is de heer Hiddema van de fractie Forum voor Democratie. Ik zie hem de zaal verlaten, maar hij is genegen om terug te komen. Hij is de laatste spreker voor het reces, dat is toch een mooie positie, zou ik zo zeggen.
De heer Hiddema (FvD):
Voorzitter. Een kleine beginselverklaring. Een duurzaam en rechtvaardig asielbeleid is afhankelijk van de blijvende compassie van burgers voor het lot van de bonafide vluchteling. Het eindeloos faciliteren van pseudovluchtelingen om naar Nederland te komen en daar te blijven, moet gestopt worden: te land, ter zee en in de lucht. Daarom heb ik twee moties voor de zeevaart.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het schip Sea-Watch 3 vaart onder de Nederlandse vlag;
constaterende dat onder gezag van mevrouw Carola Rackete, de kapitein van het schip, vorige maand 42 migranten voor de kust van Afrika aan boord van het schip zijn gehaald en naar Europa zijn gebracht;
constaterende dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tijdens het laatstgehouden vragenuur heeft erkend dat het bij deze operatie niet om het redden van drenkelingen ging, dat de Libische kustwacht bereid was de mensen weer in Libië aan wal te zetten en dat de kapitein de migranten evengoed naar Tunesië had kunnen brengen;
constaterende dat de kapitein de migranten uit Afrika hulp heeft geboden om over zee illegaal Europa te bereiken, terwijl zij wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat dit wederrechtelijk is, waarmee zij zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel, zoals bedoeld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht, waar maximaal zes jaar gevangenisstraf op staat;
constaterende dat artikel 3 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de Nederlandse strafwet toepasselijk is op ieder die zich buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig aan enig strafbaar feit schuldig maakt;
roept de regering op om het Openbaar Ministerie de aanwijzing te geven om actief over te gaan tot de opsporing en vervolging van de kapitein en alle bemanningsleden die bij de genoemde mensensmokkeloperatie waren betrokken, waarbij geen middel onbenut wordt gelaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Hiddema (FvD):
De volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het schip Sea-Watch 3 in het kadaster staat ingeschreven op het adres van het Amsterdamse krakersbolwerk Vrankrijk en vaart onder de Nederlandse vlag;
constaterende dat de organisatie Sea-Watch willens en wetens asielzoekers uit Afrika hulp heeft geboden om over zee illegaal Europa te bereiken;
overwegende dat Sea-Watch zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel;
overwegende dat het onacceptabel is dat mensensmokkel plaatsvindt onder de Nederlandse vlag;
roept de regering op om te inventariseren welke schepen die onder Nederlandse vlag varen, worden ingezet door organisaties die zich schuldig maken aan mensensmokkel en die door te halen in het vlagregister,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Hiddema (FvD):
Dat was mijn maritieme bijdrage.
De voorzitter:
Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.
De vergadering wordt van 01.08 uur tot 01.17 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dank, voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Emiel van Dijk, de motie op stuk nr. 2512, waarin wordt gevraagd om de strafbaarstelling van het faciliteren van mensensmokkel. Ik vermoed zomaar dat de indiener doelt op onder andere reddingsoperaties van ngo-schepen. Ik verwijs naar hetgeen ik hierover vanmorgen in het AO heb gezegd. Ik ontraad de motie.
Dan de motie op stuk nr. 2513, ingediend door de leden Emiel van Dijk en Fritsma, waarin de regering wordt gevraagd er zorg voor te dragen dat de Sea-Watch 3 nooit meer onder Nederlandse vlag migranten op kan halen voor de Noord-Afrikaanse kust. De inzet van de minister van IenW is gericht op het stellen van steviger eisen aan schepen die onder Nederlandse vlag willen varen. Dat is iets anders dan mij in deze motie wordt gevraagd. Ik ontraad derhalve de motie.
Vervolgens de motie op stuk nr. 2514, eveneens ingediend door de leden Emiel van Dijk en Fritsma, inzake de Rapportage Vreemdelingenketen. In de overwegingen van deze motie staan grote woorden als "beschamende wanprestatie". Ik herken mij niet in dit soort kwalificaties en ontraad daarom de motie.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik vroeg eigenlijk alleen om een uitspraak van de Kamer. Een oordeel was dus niet per se nodig. Maar toch bedankt.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dan de motie op stuk nr. 2515, ingediend door de heer Van Ojik, waarin de regering wordt verzocht zich er bilateraal en binnen de EU voor in te zetten dat migranten die door de Libische kustwacht terug worden geleid naar Libië, naar opvanglocaties worden gebracht die onder toezicht van UNHCR staan. Ontscheping in Libië vindt doorgaans met de UHNCR en het IOM plaats. De inzet is daarnaast gericht op het verbeteren van de situatie in detentiecentra en uiteindelijk de sluiting daarvan. Wij zetten in op alternatieven voor detentie, zoals het UNHCR-centrum dat eerder met Nederlandse inzet is geopend en nu operationeel is. Verder wil ik nu niet gaan. Om die reden ontraad ik de motie.
Ik kom bij de motie op stuk nr. 2516, eveneens ingediend door de heer Van Ojik, waarin de regering wordt verzocht zich er samen met andere landen voor in te spannen dat vluchtelingen en migranten in detentiecentra rond Tripoli zo spoedig mogelijk uit deze detentiecentra kunnen worden overgebracht naar een veilige plek. Dit is een zaak van de gehele internationale gemeenschap, niet alleen van Nederland. Verschillende EU-lidstaten hebben op verschillende wijze gehoor gegeven aan de oproep van UNHCR. Het merendeel van de EU-lidstaten, waaronder Nederland, kent geen toelating op grond van evacuatie. Om redenen van veiligheid en zorgvuldigheid wordt hervestigd vanuit Niger, via het UNHCR Emergency Transit Mechanisme, het ETM. Ook Nederland hervestigt via het ETM. Recent is een vijftigtal personen geselecteerd om versneld naar Nederland door te reizen. Gezien de capaciteit in Niger zijn er op dit moment voldoende toezeggingen voor hervestiging. Om die reden ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Eén vraag van de heer Van Ojik.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik zou graag weten op basis waarvan de staatssecretaris zegt dat er op dit moment voldoende capaciteit is voor hervestiging. Er zitten honderden mensen vast in kampen waar raketten op worden afgevuurd, zoals wij helaas deze week hebben moeten vaststellen. Waarop baseert de staatssecretaris haar vaststelling dat er voldoende hervestigingscapaciteit is? Ik heb informatie die daar volledig haaks op staat, zeg ik er maar bij.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik ga uit van de gegevens die wij hebben gekregen van de UNHCR. Daaruit blijkt dat er voldoende plekken voor hervestiging zijn. Dat was wel, moet ik eerlijk zeggen, voordat de bomaanslag had plaatsgevonden. Maar ik moet ook zeggen dat het overbrengen van de betrokkenen naar een veilige plek natuurlijk ook lastig is, want wat vandaag wordt gekwalificeerd als een veilige plek, kan dat morgen niet meer zijn. Nogmaals, ik moet deze motie ontraden, omdat ik dit niet kan toezeggen.
Dan de motie op stuk nr. 2517, waarin de regering wordt verzocht de opties te verkennen voor een overgangsregeling voor de zorg voor en begeleiding van alleenstaande minderjarige asielzoekers zodra zij 18 jaar zijn geworden. Ik heb al tijdens het AO gezegd dat dit vraagstuk breder is dan mijn portefeuille. Mij ontbreken de middelen in mijn begroting om indien gewenst het huidige beleid te veranderen. Over dit vraagstuk vindt ambtelijk overleg plaats tussen mijn departement en de departementen van SZW en VWS, de VNG en eventueel het departement van OCW. Ik heb dat reeds toegezegd, dus de motie is eigenlijk overbodig. Ik laat die echter oordeel Kamer.
Dan is er ook nog de motie die de heer Van Ojik naar voren bracht en die hier gisteren kennelijk aan de orde is geweest. Ik verwijs de leden naar datgene wat ik daarover vandaag in het algemeen overleg heb gezegd. Ik moet de motie ontraden.
Dan zijn we inmiddels aanbeland bij de motie op stuk nr. 2518 van mevrouw Van Toorenburg over de jezidi's. Ik merk op dat de motie in lijn is met het beleid dat ik deze week aan u kenbaar heb gemaakt. Als ik het woord "genereus" mag lezen als "zorgvuldig", dan laat ik het oordeel aan de Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Van Toorenburg knikt "ja".
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dan de motie op stuk nr. 2519 van de heer Hiddema, waarin de regering wordt opgeroepen om het Openbaar Ministerie de aanwijzing te geven om actief over te gaan tot de opsporing en vervolging van de kapitein. In artikel 3 van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat de Nederlandse strafwet toepasselijk is op ieder die zich buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig aan enige strafbaar feit schuldig maakt. Die kwalificatie is niet te geven, dus ik moet om die reden de motie ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 2520 van de heer Hiddema, waarin de regering wordt opgeroepen te inventariseren welke schepen die onder Nederlandse vlag varen, worden ingezet door organisaties die zich schuldig maken aan mensensmokkel. Ook hiervan moet ik zeggen dat ik die kwalificatie niet kan geven. Om die reden moet ik ook deze motie ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over exact 60 minuten gaan wij stemmen over deze moties, maar ook over alle moties. Ik dank de staatssecretaris voor haar aanwezigheid bij dit debat en het vorige debatje. Ik dank haar ook alvast voor het feit dat ze nog een uurtje blijft plakken en daarna aanwezig zal zijn bij onze stemmingen.
Dan is er nog een vraag van mevrouw Van Toorenburg.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Toch nog even — misschien is het allemaal afgesproken — maar waarom een uur schorsen? Is dat niet een beetje lang?
De voorzitter:
Ja, wat mij betreft zou ik 60 seconden willen schorsen, maar er moet nog heel veel achter de schermen gebeuren. Heel veel mensen bij de Griffie — zij moeten al die stemmingslijsten nog maken — maar ook bij de diverse fracties, hebben het zweet op de rug. Daarnaast willen fracties vaak ook nog overleg. Vandaar dat er om een uur schorsing is gevraagd. Zo is het. Om 02.25 uur gaan wij stemmen, dames en heren.
De vergadering wordt van 01.26 uur tot 02.29 uur geschorst.
Voorzitter: Arib
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-102-56.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.