Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het notaoverleg over het emancipatiebeleid, te weten:

- de motie-Koşer Kaya over het aanpassen van de norm voor economische zelfstandigheid (30420, nr. 68);

- de motie-Koşer Kaya/Jonker over flexibiliseren van de arbeidsdag (30420, nr. 69);

- de motie-Koşer Kaya over het genderneutraal maken van pensioenregelingen en oudedagvoorzieningen (30420, nr. 70);

- de motie-Koşer Kaya over onderzoek naar de seksualisering van de samenleving (30420, nr. 71);

- de motie-Karabulut over een wettelijk recht op betaald ouderschapsverlof (30420, nr. 72);

- de motie-Karabulut over halvering van de loonkloof tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven (30420, nr. 73);

- de motie-Karabulut over het opsporen en bestraffen van ongelijke beloning van mannen en vrouwen (30420, nr. 74);

- de motie-Karabulut over het registreren van zwangere studenten en studenten met kinderen (30420, nr. 75);

- de motie-Karabulut over voorzieningen voor zwangere studenten en studerende ouders (30420, nr. 76);

- de motie-Jonker c.s. over een seksediverse samenstelling van selectie- en benoemingsadviescommissies (30420, nr. 77);

- de motie-Jonker c.s. over het bekwamen van de Algemene Bestuursdienst in genderdiversiteit (30420, nr. 78);

- de motie-Jonker over monitoring van de in- en doorstroom van vrouwen bij de Algemene Bestuursdienst (30420, nr. 79);

- de motie-Jonker c.s. over de overdracht van de expertise van de FIOM (30420, nr. 80);

- de motie-Jonker c.s. over de financiering van een cliënten- en patiëntenorganisatie voor slachtoffers van seksueel geweld (30420, nr. 81);

- de motie-Van der Burg c.s. over ontheffing van het afbouwen van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting (30420, nr. 82);

- de motie-Van der Burg c.s. over het uitbannen van beloningsverschillen bij de overheid (30420, nr. 83);

- de motie-Van der Burg/Van Gent over het opnemen van seksuele voorlichting in de kerndoelen basisonderwijs (30420, nr. 84);

- de motie-Van der Burg/Van Gent over weerbaarheidslessen in het voortgezet onderwijs (30420, nr. 85);

- de motie-Hamer c.s. over een jaarlijkse voortgangsrapportage over het emancipatiebeleid (30420, nr. 86);

- de motie-Arib over bevordering van de deelname aan de arbeidsmarkt van allochtone vrouwen (30420, nr. 87);

- de motie-Arib over een vergelijkend onderzoek inzake de positie van allochtone vrouwen op de arbeidsmarkt (30420, nr. 88);

- de motie-Anker/Jonker over de financiële ondersteuning van tweeverdieners die gebruikmaken van informele kinderopvang (30420, nr. 89);

- de motie-Van Gent over het meer in beeld brengen van mannen in het emancipatiebeleid (30420, nr. 90);

- de motie-Van Gent c.s. over handhaving van de doelstelling van 60% economisch zelfstandige vrouwen in 2010 (30420, nr. 91);

- de motie-Van Gent/Koşer Kaya over in de nieuwe emancipatienota op te nemen streefcijfers (30420, nr. 92);

- de motie-Van Gent/Hamer over het recht van mannen op verlof en deeltijdwerk (30420, nr. 93).

(Zie notaoverleg van 12 november 2007.)

De voorzitter:

De motie-Koşer Kaya/Jonker (30420, nr. 69) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Koşer Kaya, Jonker en Hamer. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 99 (30420).

Op verzoek van mevrouw Koşer Kaya stel ik voor, haar motie (31420, nr. 70) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Karabulut stel ik voor, haar moties (31420, nrs. 75 en 76) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van de heer Anker stel ik voor, zijn motie (30420, nr. 89) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Jonker c.s. (30420, nr. 77) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Jonker, Hamer, Van Gent en Ortega-Martijn. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 100 (30420).

De motie-Jonker c.s. (30420, nr. 78) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vrouwen momenteel duidelijk ondervertegenwoordigd zijn in hogere functies;

constaterende dat in de emancipatienota een concreet streefcijfer geformuleerd is met betrekking tot de instroom en doorstroom van vrouwen binnen de Algemene Bestuursdienst;

constaterende dat al erg lang binnen de overheid dergelijke doelstellingen bestaan maar slechts marginaal verbeteringen zijn vast te stellen;

overwegende dat vrouwen op grond van andere afwegingen loopbaankeuzes maken dan de huidig geldende mannelijke werkcultuur, dat er momenteel te weinig kennis aanwezig is binnen de overheid hoe haar organisatie zo te veranderen dat meer vrouwen zich aangesproken en gebonden voelen om in en door te stromen en dat de overheid hierin een voorbeeldfunctie heeft waar te maken;

verzoekt de regering, voor de Voorjaarsnota te komen met maatregelen die ertoe leiden dat de Algemene Bestuursdienst en de afdelingen P&O waaronder de Management Development-adviseurs van de diverse ministeries, zich (verder) bekwamen in genderdiversiteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Jonker, Hamer, Van Gent, Koşer Kaya en Ortega-Martijn.

Zij krijgt nr. 101 (30420).

Op verzoek van mevrouw Jonker stel ik voor, haar motie (30420, nr. 79) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Jonker c.s. (31420, nr. 80) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aanbod van hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld momenteel zeer beperkt is;

constaterende dat de FIOM bewezen goede vormen van hulpverlening kent;

constaterende dat het ministerie van VWS de FIOM heeft gevraagd, haar expertise op het terrein van hulpverlening aan slachtoffers en betrokkenen van seksueel geweld over te dragen aan reguliere instellingen zoals het AMW of de ggz, maar dit tot op heden niet tot nauwelijks tot stand komt;

overwegende dat het achterblijven van deze overdracht grote consequenties heeft voor de kwaliteit van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld;

verzoekt de regering, met de betrokken instellingen in gesprek te gaan om deze overdracht alsnog te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Jonker, Van der Vlies, Van der Burg, Koşer Kaya, Ortega-Martijn en Van Gent.

Zij krijgt nr. 102 (30420).

De motie-Jonker c.s. (30420, nr. 81) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld ernstig tekortschiet;

constaterende dat een cliënten- en patiëntenorganisatie een belangrijke rol vervult in zowel het verstrekken van informatie, het organiseren van lotgenotengroepen en het behartigen van de belangen van deze doelgroep;

constaterende dat, doordat de huidige financieringswijze van een cliënten- en patiëntenorganisatie is gebaseerd op het aantal leden van de organisatie, een vereniging voor slachtoffers van seksueel geweld op achterstand gezet wordt omdat potentiële leden door schaamte liever in de anonimiteit blijven;

overwegende dat de huidige financieringsproblematiek van een cliënten- en patiëntenorganisatie opgelost kan worden door hen in de voorgenomen nieuwe financieringsopzet van het fonds PGO op te nemen als doelgroep;

verzoekt de regering, in de voorgenomen nieuwe financieringsopzet van het fonds PGO te garanderen dat cliënten- en patiëntenorganisaties voor slachtoffers van seksueel geweld een doelgroep vormen, zoals ook reeds ouderen worden gezien als doelgroep,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Jonker, Van der Vlies, Koşer Kaya en Ortega-Martijn. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 103 (30420).

De motie-Arib (30420, nr. 87) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat niet-westerse allochtone vrouwen, waaronder Turkse en Marokkaanse, minder betaald werk verrichten ten opzichte van autochtone vrouwen;

overwegende dat in de emancipatienota wel melding wordt gemaakt van het feit dat vele allochtone vrouwen geen uitzicht hebben op een betaalde baan en een oplossing daartoe wordt geboden met de instroom van 50.000 vrijwilligersbanen;

van mening dat betaalde arbeid een belangrijke voorwaarde is voor economische onafhankelijkheid;

constaterende dat een gedifferentieerde en doelmatige aanpak met meetbare resultaten jegens allochtone vrouwen ontbreekt;

verzoekt de regering, voor 1 maart 2008 met een uitgewerkt plan van aanpak te komen waarin concrete en meetbare doelen en resultaten worden voorgesteld, gedifferentieerd naar de diverse allochtone groepen, om deelname van hen aan de arbeidsmarkt te bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Arib, Koşer Kaya, Van Gent en Ortega-Martijn. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 104 (30420).

De motie-Arib (30420, nr. 88) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister voor emancipatie heeft toegezegd, een internationaal vergelijkend onderzoek te doen naar de ontwikkelingen in de emancipatie in Nederland ten opzichte van de vele initiatieven in de ons omringende landen;

overwegende dat de positie van allochtone vrouwen specifieke aandacht verdient;

constaterende dat er geen beeld bestaat over de juridische positie en de onderwijs- en arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen ten opzichte van dit beeld van allochtone vrouwen in andere Europese landen sinds 2004;

constaterende dat er wel een vergelijkend Europees onderzoek bestaat inzake arbeidsparticipatie onder de autochtone vrouwen;

van mening dat een dergelijk vergelijkend onderzoek een concrete aanpak doet stimuleren;

van mening dat een dergelijk vergelijkend onderzoek naar de positie van allochtone vrouwen kan bijdragen aan het blootleggen van knelpunten daaromtrent;

verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een vergelijkend kwalitatief en kwantitatief onderzoek inzake de juridische positie en de onderwijs- en arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen, met name Marokkaanse en Turkse vrouwen, te entameren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Arib, Hamer en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 105 (30420).

Ik stel vast dat wij nu over de gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Koşer Kaya (30420, nr. 68).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Koşer Kaya c.s. (30420, nr. 99).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koşer Kaya (30420, nr. 71).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karabulut (30420, nr. 72).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De aanwezige leden van de fractie van D66 wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden, tegen deze motie te hebben gestemd.

In stemming komt de motie-Karabulut (30420, nr. 73).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karabulut (30420, nr. 74).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jonker c.s. (30420, nr. 100).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie, het CDA en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jonker c.s. (30420, nr. 101).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jonker c.s. (30420, nr. 102).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jonker c.s. (30420, nr. 103).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Burg c.s. (30420, nr. 82).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Burg c.s. (30420, nr. 83).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Burg/Van Gent (30420, nr. 84).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Burg/Van Gent (30420, nr. 85).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Hamer c.s. (30420, nr. 86).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, het CDA en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Arib c.s. (30420, nr. 104).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Arib c.s. (30420, nr. 105).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gent (30420, nr. 90).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gent c.s. (30420, nr. 91).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Gent/Koşer Kaya (30420, nr. 92).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gent/Hamer (30420, nr. 93).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven