Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Voorschriften betreffende onder meer instelling van voortgezette kunstopleidingen op het gebied van de muziek met ingang van het studiejaar 1998-1999 (25770).

(Zie vergadering van 8 april 1998.)

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 9 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 9, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 9, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 4 t/m 9 worden zonder stemming aangenomen.

Bijlage 1, zoals die is gewijzigd door de aanneming van het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 9, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Bijlage 2 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven