21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2765 MOTIE VAN HET LID VAN HOUWELINGEN

Voorgesteld 26 oktober 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon als volgt luidt: «Indien een lidstaat het slachtoffer is van gewapende agressie op zijn grondgebied, hebben de andere lidstaten jegens hem een verplichting tot hulp en bijstand met alle middelen die binnen hun macht liggen, in overeenstemming met artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties.»;

constaterende dat Oekraïne de status heeft van kandidaat-lidstaat en lid wil worden van de Europese Unie;

constaterende dat de voorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Von der Leyen, afgelopen zomer het volgende heeft gezegd: «Op de lange termijn is het voor Oekraïne onmogelijk om geen lid te zijn van de Europese Unie.»;

constaterende dat Oekraïne op dit moment in oorlog is met Rusland;

constaterende dat mocht Oekraïne op dit moment toetreden tot de Europese Unie, Nederland, op basis van artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon, formeel in staat van oorlog met Rusland kan geraken;

overwegende dat een oorlog met Rusland, de grootste kernmacht op aarde, niet in het Nederlands belang is;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat zolang Oekraïne in oorlog is met Rusland, Oekraïne onder geen beding lid kan worden van de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Houwelingen

Naar boven