57 Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023

Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken. De Raad is op 10 juli. Als het goed is, is eerder deze week of misschien zelfs vandaag het commissiedebat geweest. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. Die heet ik van harte welkom. Ik heet uiteraard ook de minister van harte welkom. Het is in dit geval niet de minister van Buitenlandse Zaken, maar de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zij neemt de honneurs waar. Dank daarvoor. We hebben het recesregime. Ik weet niet of iedereen dat nog weet, maar het betekent twee minuten voor uw eigen inbreng. Als er aanvullende vragen zijn over moties, kan dat, maar wel kort.

De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Piri namens de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter, dank. Voor het geval mensen hier de motie herkennen van een keer eerder, dat klopt. Deze is een keer eerder ingediend en kreeg toen oordeel Kamer, maar haalde het niet. Maar inmiddels ziet het ernaar uit dat we een meerderheid hebben.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland en Suriname een gedeeld verleden hebben;

constaterende dat er nog steeds een visumplicht geldt voor Surinaamse staatsburgers bij bezoek aan Nederland;

verzoekt het kabinet om zich in Europees verband extra in te spannen om zo snel mogelijk visumvrij reizen voor Surinamers mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Ceder, Klaver, Temmink, Christine Teunissen, Sylvana Simons, Koekkoek, Kuzu en Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 2693 (21501-02).

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri, voor uw inbreng namens de PvdA. Dan is de volgende spreker van de zijde van de Kamer de heer Van Wijngaarden, VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nieuwe rechtsstaatrapportage aangaande Hongarije van de Europese Commissie op 5 juli is gepubliceerd;

constaterende dat Hongarije de door de Europese Commissie gevraagde hervormingen van zijn juridische stelsel niet heeft doorgevoerd, niet voldoende heeft gewerkt aan het tegengaan van corruptie en onvoldoende voortgang heeft geboekt op de onafhankelijkheid van Hongaarse media en vrijheid van ngo's;

overwegende dat de Europese Commissie in 2022 met recht en reden is overgegaan tot het bevriezen van 6 miljard aan Europese middelen tegenover Hongarije;

overwegende dat Hongarije volgens de huidige planning in 2024 het Europees voorzitterschap gaat bekleden en zodoende maatregelen van de Europese Commissie potentieel kan vertragen of tegenwerken;

verzoekt het kabinet om in EU-verband te bepleiten gevolgen te verbinden aan de opnieuw geconstateerde Hongaarse rechtsstatelijke tekortkomingen voordat het Hongaarse voorzitterschap van start zal gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Wijngaarden, Piri, Van der Graaf en Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 2694 (21501-02).

Dank u wel, meneer Van Wijngaarden, voor uw inbreng namens de VVD. Dan is het woord aan mevrouw Maeijer, PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De Europese Commissie komt na twee jaar meerjarenbegroting alweer geld tekort en wil er 66 miljard euro bij, onder andere geld voor administratiekosten, voor rentestijging en voor Oekraïne. De minister weigert toe te zeggen dat er geen extra geld naar Brussel gaat. Waar minister Kaag tegen de Nederlanders zegt dat de tijd van gratis geld voorbij is, mensen in armoede rustig laat wachten tot besluitvorming dit najaar, en Nederland klaarmaakt voor bezuinigingen, blijft het kabinet "onverminderd solidair met de Oekraïense bevolking, die kan rekenen op voorspelbare Nederlandse steun voor zolang als dat nodig is", ik citeer.

Waar blijft die onuitputtelijke solidariteit voor de Nederlanders, minister? Om de minister te helpen heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat volgend jaar een miljoen Nederlanders onder de armoedegrens dreigen te zakken;

verzoekt de regering zich onverminderd solidair op te stellen met de Nederlandse bevolking en geen geld toe te zeggen aan de Oekraïnefaciliteit, maar dit geld in eigen land te besteden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer.

Zij krijgt nr. 2695 (21501-02).

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Maeijer voor uw inbreng namens de PVV. Dan zijn we bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Van der Lee, namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit twee onderzoeken, uitgevoerd door The New York Times en door internationaal journalistencollectief Lighthouse Reports, het beeld naar voren komt dat de Griekse kustwacht zou proberen de ware toedracht over de ramp met het schip vol migranten te verhullen;

overwegende dat de Griekse autoriteiten nu zelf onderzoek doen naar de gang van zaken rond de ramp, terwijl de Griekse kustwacht mogelijk zou hebben gelogen over de aard van haar betrokkenheid;

verzoekt de minister om tijdens de Raad Algemene Zaken te pleiten voor een onafhankelijk onderzoek naar de ramp door een internationale relevante actor,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Piri en Koekkoek.

Zij krijgt nr. 2696 (21501-02).

Dank u wel, meneer Van der Lee, voor uw inbreng namens GroenLinks. Dan kijk ik heel even naar de minister. Ik schors voor een enkel moment, zodat de minister zich kan voorbereiden en de moties kunnen worden rondgedeeld.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Als het goed is heeft iedereen de moties. Ik zie dat de minister ook weer is gearriveerd voor de appreciaties. Ik geef haar daartoe het woord.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Laat ik meteen overgaan tot de adviezen.

De motie-Piri c.s. op stuk nr. 2693 krijgt wederom oordeel Kamer.

De voorzitter:

Bij de motie op stuk nr. 2693 noteren we: oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:

De motie van de leden Van Wijngaarden, Piri, Van der Graaf en Sjoerdsma op stuk nr. 2694 moet ik ontraden. De reden daarvoor is dat het landenhoofdstuk laat zien dat Hongarije stappen heeft gezet, maar dat nog niet alle zorgen zijn geadresseerd. Dat wordt ook wel in de motie aangegeven; een en ander is nog niet genoeg doorgevoerd. De Nederlandse inzet blijft onveranderd. Hongarije moet voldoen aan alle voorwaarden die zijn gesteld op grond van de MFK-rechtsstaatverordening, het Hongarije-herstelplan en de CPR voordat bevroren middelen worden vrijgegeven. Nederland blijft er bij de Commissie op aandringen dat echt zeer zorgvuldig zal worden getoetst. Recent is hierover nog een Kamerbrief gestuurd. Het Hongaarse voorzitterschap verandert dan ook niets aan die inzet.

De voorzitter:

We noteren bij de motie op stuk nr. 2694: ontraden. Meneer Van der Lee, ik zie dat u wilt interrumperen, maar uw naam staat niet onder de motie, en de afspraak is eigenlijk dat … U wilt de motie medeondertekenen? Ja. Dan geef ik u daar even kort het woord voor.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, ik wilde aan de heer Van Wijngaarden vragen of ik de motie mag medeondertekenen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Van Wijnaarden. Hij knikt volgens mij. Dan zetten we uw naam daar nog onder. De motie-Van Wijngaarden c.s. op stuk nr. 2694 blijft wel ontraden.

Dan de motie-Maeijer op stuk nr. 2695.

Minister Schreinemacher:

Ook de motie-Maeijer op stuk nr. 2695 moet ik ontraden. Eind augustus komt nog een BNC-fiche over de Oekraïne-faciliteit naar de Kamer. Dit kunnen we dus niet op voorhand toezeggen. Daarbij komt dat we hebben gezegd dat we Oekraïne blijven steunen zolang dat nodig is. In een debat met de Kamer over het BNC-fiche komt dan een moment voor een weging.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan noteren we ook bij de motie-Maeijer op stuk nr. 2695: ontraden.

Dan de motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 2696.

Minister Schreinemacher:

Dan de motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 2696. Ook die moet ik ontraden. Nou ja, mijn collega Hoekstra heeft in het debat al aangegeven dat het kabinet deze tragedie ten zeerste betreurt. Hij heeft ook medeleven betuigd aan slachtoffers en hun familieleden. Over de toedracht van de ramp is natuurlijk nog veel onduidelijk. Het kabinet acht het ook van groot belang dat hier onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Dat wordt op dit moment gedaan door het Griekse openbaar ministerie. Zowel dat openbaar ministerie en de kustwacht als de grondrechtenadviseur van Frontex werkt aan een rapportage. Het kabinet wil de uitkomsten daarvan afwachten en niet op de zaken vooruitlopen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan noteren we bij de motie-Van der Lee c.s. op stuk nr. 2696: ontraden.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank iedereen voor zijn of haar aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor een enkel moment. Daarna gaan we snel door met het volgende tweeminutendebat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven