47 Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 29/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Ik heet de staatssecretaris, de woordvoerders en de mensen op de publieke tribune van harte welkom. Ik geef meteen het woord aan mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. Het duurt te lang. Formeel hebben we morgen reces, maar voor veel ouders staan we nu op hetzelfde punt als vorig jaar rond deze tijd. Dat trek ik mij zwaar aan. Ook al is er intern van alles aan het schuiven en liggen er verbetervoorstellen, pas als ouders dit daadwerkelijk merken, zetten we de juiste stappen.

Voorzitter. Ook kinderen van gedupeerde ouders laten zich nu steeds meer horen. Dat is heel logisch. Tegelijkertijd is het jammer dat het nodig is. Ik steun dan ook van harte de motie van mevrouw Kat. Zij gaat die motie indienen om kinderen te helpen bij hun schulden.

Voorzitter. In het gesprek met de inspecteur belastingen kwam naar voren dat het proces onvoldoende mogelijkheid tot maatwerk in zich heeft. Daar hebben vooral de zwaar gedupeerde ouders last van. Het formele rapport moet nog naar de Kamer, maar daar wil ik niet op wachten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het belangrijk is om het herstelproces voor zwaar gedupeerde ouders blijvend te verbeteren;

constaterende dat er voor IB en CWS lange wachttijden zijn;

overwegende dat gemeenten een belangrijkere rol hebben om middels urgentieverklaringen zwaar gedupeerde ouders te helpen door voorrang bij IB;

overwegende dat de wasstraatbehandeling die volgt uit het amendement-Leijten een evaluatiebepaling kent die een jaar na inwerkingtreding volgt;

verzoekt de regering manieren te onderzoeken om zwaar gedupeerde ouders zo snel mogelijk herstel en maatwerk te kunnen bieden, waarbij onder andere meegenomen wordt of zwaar gedupeerde ouders met urgente problematiek niet alleen prioriteit bij de integrale beoordeling kunnen krijgen maar ook bij CWS, en of gemeenten nog meer zouden kunnen helpen bij het identificeren van deze groep, en de evaluatie van de wasstraatbehandeling van het amendement-Leijten mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1257 (31066).

Dank u wel, mevrouw Van Dijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kat, D66.

Mevrouw Kat (D66):

Dank u wel, voorzitter. Omdat ik signalen heb ontvangen van de jongeren zelf die met schulden zitten, maar ook van de kinderombudsman van Rotterdam en de VNG, wil ik graag de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gedupeerde jongeren met (problematische) schulden toegang moeten hebben tot een voor hen passend schuldhulpverleningsaanbod dat recht doet aan hun situatie;

overwegende dat de definitie van problematische schulden als "aflosbaar binnen 36 maanden" geen ruimte laat voor maatwerk door gemeenten;

overwegende dat aflossingscapaciteit een bepalende factor is voor schuldeisers om akkoord te gaan met een schuldsaneringskrediet via de gemeente;

overwegende dat niet-saneerbare schulden zoals de hoofdsom van DUO-schulden niet meegenomen worden in schuldsaneringstrajecten;

verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK ervoor te zorgen dat gedupeerde jongeren niet buiten de boot vallen vanwege de 36 maandendefinitie, bijvoorbeeld door aan te sluiten op de definitie uit artikel 284, lid 1 van de Faillissementswet, die spreekt over schulden waarvan redelijkerwijs te voorzien is dat een natuurlijke persoon niet voort zal kunnen gaan met het betalen daarvan, en hierover in de eerstvolgende voortgangsrapportage te rapporteren;

verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK te bewerkstelligen dat bij gedupeerde jongeren een aantrekkelijk aanbod wordt gedaan aan schuldeisers, door bijvoorbeeld ten gunste van de jongere uit te gaan van ofwel de fictieve minimale ofwel de werkelijke aflossingscapaciteit, beide zonder financiële tegenprestatie van de jongere;

verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK gemeenten na afloop van een schuldsaneringstraject ruimte te bieden om gedupeerde jongeren met niet-saneerbare schulden op basis van hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Grinwis, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1258 (31066).

Dank u wel, mevrouw Kat. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hadden een goed, maar ook wel stevig debat waarbij Kamerbreed de staatssecretaris opnieuw is gevraagd om alles op alles te zetten om versnelling te brengen in deze complexe hersteloperatie, die o zo noodzakelijk is. Daarbij gaat het er ook om bij nieuwe stappen te bekijken wat die voor mogelijkheden bieden in de verdere operatie. Ik heb daarover een motie, die ik even rustig ga voorlezen. Die is medeondertekend door mevrouw Paul.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet via een zogenaamde vaststellingsovereenkomst een nieuwe alternatieve herstelroute wil introduceren voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire;

overwegende dat in deze route ook nieuwe vormen van forfaitaire schades vergoed zullen gaan worden;

overwegende dat het meerwaarde voor de gehele operatie kan hebben als lessen uit de nieuwe VSO-route toegepast worden indien deze verbetering en versnelling opleveren;

verzoekt het kabinet om bij de ontwikkeling van de nieuwe route lessen te blijven leren en oog te houden voor kansen om succesvolle en geschikte elementen uit de route met de vaststellingsovereenkomst waar mogelijk ook te gebruiken in de rest van de hersteloperatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Paul.

Zij krijgt nr. 1259 (31066).

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan schors ik de vergadering voor een enkel moment, zodat we ... O, ik had nul minuten spreektijd doorgekregen, meneer Azarkan, maar ik geef u nog even het woord. De heer Azarkan, gaat uw gang. Het geeft helemaal niks; we hebben nog ruimte.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Het was het zoveelste debat in de rij van debatten over de afhandelingen van alles wat met toeslagen te maken heeft. Een van de belangrijkste constateringen is dat we de mensen die het zwaarst geleden hebben, die het meest vernederd zijn en die financieel ook echt pijn hebben geleden en daardoor ook in de familiesfeer heel veel consequenties hebben ervaren, te lang laten wachten. Ik vind het echt onbestaanbaar dat onder leiding van de staatssecretaris het aantal mensen dat zich aandient bij de CWS alleen maar oploopt. Dat constateren we en vervolgens wordt er gezegd "we gaan allerlei andere dingen verzinnen om dit op te lossen", terwijl we dat al drie jaar zagen aankomen. Ik vind dat echt onbestaanbaar. Het doet de ouders en de kinderen die het meest geleden hebben ongelofelijk veel extra pijn. Dat is gewoon niet goed genoeg.

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering werkt aan een alternatieve VSO-route om de fase van de aanvullende werkelijke schade sneller te kunnen doorlopen;

overwegende dat een onderdeel van deze VSO-route is dat sneller causaliteit aannemelijk wordt geacht tussen het kinderopvangtoeslagschandaal en aanvullende werkelijke schade;

overwegende dat deze verlaagde causaliteitseis ook voor de CWS-route zou moeten gelden, omdat anders rechtsongelijkheid ontstaat;

verzoekt de regering om de verlaagde causaliteitseis ook voor de CWS-route te laten gelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 1260 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Commissie Werkelijke Schade zelf met een vijfpuntenplan is gekomen om de afhandeling van de aanvullende werkelijke schade te versnellen;

overwegende dat er nog geen kabinetsreactie is op het vijfpuntenplan van de Commissie Werkelijke Schade;

verzoekt de regering om voor 1 september 2023 met een kabinetsreactie te komen op het vijfpuntenplan van de Commissie Werkelijke Schade en indien mogelijk onderdelen hiervan zo snel mogelijk te implementeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 1261 (31066).

Dank u wel, meneer Azarkan. Ik kijk even naar de minister. Vijf minuten schorsen? Ja?

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris De Vries:

Dank u wel, voorzitter. Even heel kort het volgende voordat ik begin met het beoordelen van de moties. Het CDA gaf heel nadrukkelijk aan dat het te lang duurt. Ik denk dat we dat gevoel allemaal hebben. Zeker de ouders ervaren dat heel erg. Ik denk dat we niet helemaal op hetzelfde punt staan als vorig jaar. Dat ben ik dus niet met het CDA eens. Ik denk dat we echt wel stappen hebben gezet, maar we moeten ook nog veel stappen zetten. Ik denk dat we echt wel voortgang hebben geboekt, bijvoorbeeld bij de schuldenaanpak, de kindregeling en de versnelling rondom de integrale beoordeling. Maar het is nog niet snel genoeg. Daar wordt dus hard aan gewerkt. Ik denk dat dat ook belangrijk is voor de ouders en de kinderen.

De motie van het CDA vraagt om te kijken naar de zwaarst gedupeerde ouders. Ik denk dat we het erover eens zijn — daar hebben we het in het debat ook over gehad — dat dat een belangrijke en begrijpelijke wens is. Ik wil daar nog wel een paar kanttekeningen bij maken. Het is voor ons vaak lastig in te schatten wie exact de zwaarst gedupeerde ouders zijn, ook omdat een kleine terugvordering die we in de systemen zien natuurlijk tot grote problemen kan hebben geleid bij ouders. We hebben gemeenten gevraagd: kijk nu naar een urgentieverklaring en naar de schrijnendheid van de situatie, zodat er een versnelde beoordeling kan plaatsvinden. Ook omdat het amendement-Leijten in deze motie wordt genoemd, wil ik nog wel het volgende zeggen. We moeten nog een uitvoeringstoets doen. We moeten bekijken hoe we dat op een goede manier uitvoerbaar kunnen krijgen. Ik wil er als kanttekening bij zeggen dat de capaciteit van de organisatie op dit moment beperkt is en we hele grote trajecten inzetten om verbetering aan te brengen wat betreft werkelijke schade. Met die opmerkingen erbij vind ik het wel heel goed om te bekijken of we meer kunnen doen voor de zwaarst gedupeerde ouders. We kijken naar voorrang bij CWS en we kijken er ook samen met gemeenten naar, want ik denk dat dat in het belang van iedereen is.

De voorzitter:

Dus oordeel Kamer? Ja? De motie op stuk nr. 1257 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie op stuk nr. 1258, van D66. Daar worden een aantal dingen in gevraagd. Een aantal van die zaken, zoals de 36 maanden, zijn natuurlijk besproken door VNG, NVVK en het ministerie van SZW. Ik snap de punten die D66 hierbij aankaart. Met de voorliggende aanpak stellen wij 35 miljoen beschikbaar voor een aanvullend pakket voor de problematische schulden van jongeren. Maar ik zou toch willen vragen om de motie even aan te houden, omdat ik van een aantal punten niet kan overzien of ze goed uitvoerbaar zijn en ik ze ook graag even met de VNG, NVVK en SZW zou willen bespreken om er echt een goed oordeel over te kunnen hebben.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Kat om te zien of zij bereid is om de motie op stuk nr. 1258 aan te houden. Dat is niet het geval. Als zij haar in stemming brengt, wat is dan uw appreciatie?

Staatssecretaris De Vries:

Dan wordt zij ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan naar de motie op stuk nr. 1259.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie-Van der Lee/Paul op stuk nr. 1259 over het gebruikmaken van de lessen die geleerd worden bij de nieuwe VSO-route. Het is heel belangrijk dat we die lessen blijven leren en ook de succesvolle elementen willen implementeren in de hersteloperatie. Het is wel zo dat er nu ook al forfaitaire elementen en componenten in de integrale beoordeling zitten, maar dat weet de heer Van der Lee als geen ander. Over het opnemen van de schade binnen de IB wil ik aangeven dat er wel een integrale beoordeling nodig is voor het bepalen van de aanvullende schade en dat het IB-proces dan langer kan duren voor iedereen, terwijl maar een klein deel aanvullende schade heeft. Maar ik ben altijd bereid om te kijken of wij daar elementen van kunnen meenemen, bijvoorbeeld in de schademediation, of dat we de VSO's op andere plekken afsluiten. Dus ik zou deze motie ook oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1259 krijgt oordeel Kamer. Ja, we hebben een wat strakker regime vandaag vanwege de veelheid aan tweeminutendebatten, dus er is alleen een mogelijkheid om een vraag te stellen over de eigen motie. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 1260.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de twee moties van de heer Azarkan van DENK. Zijn eerste verzoekt de regering om de verlaagde causaliteitseis ook voor de CWS-route te laten gelden. Wij zijn op dit moment druk in gesprek met de Commissie Werkelijke Schade om te kijken hoe we daar in die route mee om zouden moeten gaan. Wij willen dat ook graag bespreken, maar het zijn wel degelijk andere routes. Het gaat ook om andere soorten schadeposten, bijvoorbeeld schadeposten waar veel preciezer naar gekeken wordt. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om hele bedrijven waar schade is opgetreden. Ik zou willen vragen om ook deze motie aan te houden, zodat we goed dat gesprek met de Commissie Werkelijke Schade kunnen voeren en het ook goed kunnen afstemmen met de andere VSO-routes, want dat zijn beide toch iets andere routes.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Azarkan om te zien of hij bereid is om de motie op stuk nr. 1260 aan te houden. Nee, dat is niet het geval. Wat is dan uw appreciatie?

Staatssecretaris De Vries:

Ontraden.

De voorzitter:

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 1261. De motie op stuk nr. 1260 is dus ontraden.

Staatssecretaris De Vries:

De motie op stuk nr. 1261 verzoekt de regering om voor 1 september 2023 met een kabinetsreactie te komen op het vijfpuntenplan van de CWS en indien mogelijk onderdelen hiervan te implementeren. Het lijkt me goed dat we nog met een uitgebreidere reactie daarop komen richting de Tweede Kamer. We zijn op dit moment heel druk in gesprek met de Commissie Werkelijke Schade over dat vijfpuntenplan, om te kijken hoe we ook daar kunnen versnellen en opschalen. Ik zou wel willen voorstellen dat ik dat bij de volgende voortgangsrapportage meeneem — dat is dan niet 1 september — om het weer als een gebundeld geheel aan de Tweede Kamer voor te kunnen leggen. Dan kan ik haar …

De voorzitter:

Ik kijk even of de heer Azarkan zich daarin kan vinden; de volgende voortgangsrapportage. Dat is niet het geval.

Staatssecretaris De Vries:

Nou, dan geef ik haar toch oordeel Kamer.

De voorzitter:

Toch oordeel Kamer.

Staatssecretaris De Vries:

Dan gaan wij kijken of we een aanvullende brief kunnen sturen. Ik wou de stukken richting de Kamer een beetje beperken, maar …

De voorzitter:

Ik wil de staatssecretaris van harte danken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan vanavond nog stemmen over de ingediende moties. Ik dank nogmaals de staatssecretaris en de woordvoerders. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we verder met een debat over het voorstel van de leden Belhaj, Stoffer en Van der Woude.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven