21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2694 MOTIE VAN HET LID VAN WIJNGAARDEN C.S.

Voorgesteld 6 juli 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nieuwe rechtsstaatrapportage aangaande Hongarije van de Europese Commissie op 5 juli is gepubliceerd;

constaterende dat Hongarije de door de Europese Commissie gevraagde hervormingen van zijn juridische stelsel niet heeft doorgevoerd, niet voldoende heeft gewerkt aan het tegengaan van corruptie en onvoldoende voortgang heeft geboekt op de onafhankelijkheid van Hongaarse media en vrijheid van ngo's;

overwegende dat de Europese Commissie in 2022 met recht en reden is overgegaan tot het bevriezen van 6 miljard aan Europese middelen tegenover Hongarije;

overwegende dat Hongarije volgens de huidige planning in 2024 het Europees voorzitterschap gaat bekleden en zodoende maatregelen van de Europese Commissie potentieel kan vertragen of tegenwerken;

verzoekt het kabinet om in EU-verband te bepleiten gevolgen te verbinden aan de opnieuw geconstateerde Hongaarse rechtsstatelijke tekortkomingen voordat het Hongaarse voorzitterschap van start zal gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Wijngaarden

Piri

Van der Graaf

Sjoerdsma

Naar boven