7 Spoor

Aan de orde is het tweeminutendebat Spoor (CD d.d. 08/06).

De voorzitter:

We gaan door met het tweeminutendebat Spoor. De staatssecretaris sleept ons daardoorheen. We hebben zeven sprekers van de zijde van de Kamer. Op mijn lijst staat de heer Boutkan nog, maar het is de terugkeer van mevrouw Koekkoek na haar zwangerschapsverlof: the return of the Koekkoek. Fijn u terug te zien. Het is mij een eer en een genoegen u weer in blakende welstand terug te zien. Ik geef u met bijzonder veel genoegen het woord, mevrouw Koekkoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank, voorzitter. Ik heb even een ander jasje aangetrokken. Ik heb er veel zin in vandaag en ga meteen van start. Ik begin met één vraag. We hebben namelijk zojuist een set schriftelijke vragen ingediend. Die gaat plat gezegd over de verhouding tussen nationaal en internationaal spoorverkeer. Daar gaan we het nu niet over hebben, maar ik vraag wel de toezegging om voor het debat in november, waar we het er wél over gaan hebben, een brief te sturen.

Voorzitter. Ik heb één motie. Die gaat over Eurostar.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er dagelijks ruim 1.500 mensen gebruikmaken van de directe treinverbinding van Amsterdam naar Londen;

constaterende dat deze verbinding door werkzaamheden mogelijk maandenlang uitvalt;

overwegende dat een deel van de reizigers in dat geval op een andere manier, met meer klimaatimpact als gevolg, naar Londen zal reizen;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe groot de extra klimaatimpact is indien de Eurostar niet vanuit Amsterdam kan blijven vertrekken;

verzoekt de regering vervolgens de extra impact te compenseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koekkoek en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 1112 (29984).

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Nou, u bent het niet verleerd. Mevrouw Van Ginneken van D66.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Voorzitter. De heer Minhas gaat straks ook mede namens D66 een motie indienen over Eurostar. We hebben daar in het debat ook mooie toezeggingen op gekregen, ook op spoorgoederenvervoer. Ik heb nog wel één punt waarop ik eigenlijk overwoog een motie in te dienen, maar ik wil eerst even kijken of de staatssecretaris misschien een brief kan toezeggen. Het gaat over de stille wagons, die in Duitsland en Zwitserland verplicht zijn. De staatssecretaris gaf in het debat aan dat juist omdat ze daar verplicht zijn, het probleem in Nederland niet zo groot is, om het maar even heel kort door de bocht samen te vatten. Zou zij kunnen toezeggen om de Kamer per brief te informeren over wanneer er meer duidelijk wordt over de juridische discussie over de vraag of Duitsland dat nou wel mag, en welke specifieke Europese wetgeving dit dan betreft? Kan zij er ook op ingaan hoeveel wagons die niet aan die stille normen voldoen— het gaat dus niet om het percentage, maar om het aantal wagons — er de komende jaren dan nog rijden in Nederland, en hoe een eventueel verbod met geleidelijke uitfasering van lawaaierige wagons vormgegeven zou kunnen worden?

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. De heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA):

Debat nummer vier alweer, voorzitter. Voor de Handelingen zeg ik natuurlijk ook: u en uw kroost van harte gefeliciteerd.

De voorzitter:

Met zijn havodiploma. Dank u wel.

De heer Krul (CDA):

Met zijn havodiploma, fantastisch!

Voorzitter. Allereerst wil ik even gezegd hebben dat er de afgelopen dag weer een geweldige prestatie geleverd is door alle medewerkers aan en op het spoor om zo goed als dat kan na de verschrikkelijke storm de boel weer rijdende te krijgen. Dat is echt een geweldige prestatie!

Voorzitter. We hebben NS, ProRail en Rover in dit huis vaker aan de tand gevoeld over storingen op het spoor. De hoorzitting die wij afgelopen dinsdag hebben gehad, was nuttig en constructief. Het is heel goed dat deze organisaties oog hebben voor het publieke belang. Je kon ook merken dat ze aan de slag willen gaan voor dat publieke belang. ProRail en NS gaan aan de slag met de ontkoppeling van het systeem, zodat er betere prognoses gemaakt kunnen worden voor de communicatie naar reizigers. Het gaat dan over het logistieke planningssysteem en het reizigersinformatiesysteem. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe zij terugkijkt naar de hoorzitting en hoe zij hierop reflecteert.

Voorzitter. Een ander punt. Met betrekking tot de inzet van bussen bij storingen ben ik wel benieuwd welke rol het kabinet en de staatssecretaris voor zichzelf zien weggelegd. Het blijkt dat er na de storing in Amsterdam maar twee, en op een gegeven moment maximaal vier bussen beschikbaar waren. Dat is eigenlijk onvoldoende bij dit soort storingen.

Als laatste, voorzitter. We doen van harte mee met de motie van de heer Minhas over de Eurostar. Laten we alles op alles zetten om de Eurostar te laten rijden, zodat we die stimulans behouden om ook met de trein naar Londen te kunnen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Mevrouw Bouchallikh van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kwalitatief en betaalbaar openbaar vervoer een belangrijke bijdrage levert aan de bereikbaarheid en aan het verduurzamen van de mobiliteit;

overwegende dat openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief moet zijn voor het gebruik van de auto;

overwegende dat NS jaarlijks dividend uit moet keren aan de Staat;

van mening dat openbaar vervoer voor iedereen betaalbaar en toegankelijk dient te zijn;

verzoekt de regering in kaart te brengen wat de effecten op de tarieven zouden zijn wanneer NS geen dividend zou hoeven uit te keren aan de Staat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Alkaya, Koekkoek en Krul.

Zij krijgt nr. 1113 (29984).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Voorzitter. Deze motie diende ik in naar aanleiding van de berichtgeving van de afgelopen periode over de dreigende prijsstijgingen. Wij willen alles op alles zetten om te voorkomen dat dit gaat gebeuren en vroegen ons af waar mogelijk ruimte is om die te beperken.

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het nog onduidelijk is of internationale spoorverbindingen in de nieuwe HRN-concessie worden opgenomen;

overwegende dat bij het niet opnemen van de internationale lijnen in de HRN-concessie de overheid haar sturing op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van deze lijnen dreigt te verliezen;

spreekt uit dat de bestaande internationale lijnen in de HRN-concessie thuishoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Alkaya en De Hoop.

Zij krijgt nr. 1114 (29984).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Deze motie hebben we ingediend, omdat wij niet willen dat een publieke dienst als het ov wordt overgelaten aan de markt, omdat we daarmee de voorziening niet kunnen garanderen; vandaar dus deze motie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Er is nog één vraag van de heer Minhas.

De heer Minhas (VVD):

Nou, vooruit. Dank u wel, voorzitter. De internationale lijnen hebben ons in andere landen laten zien dat het aanbod beter wordt, de kwaliteit toeneemt en de prijs voor de reiziger omlaaggaat, als ze in open toegang worden gereden. Welk belang hecht GroenLinks er dan aan om die treinen alsnog in de concessie te houden, terwijl je juist de randen van de dag lekker in open toegang kan laten gaan en de reizigers daarvan profiteren? En de zaken waar je je zorgen over maakt, kun je alsnog in een concessie stoppen.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. O, de voorzitter heeft mij niet het woord gegeven, maar ik neem het toch. Nee, de heer Alkaya geeft voorbeelden van landen waar het goed is gegaan. Sorry, de heer Minhas geeft voorbeelden van landen waar het goed is gegaan, maar er zijn ook landen waar het niet goed is gegaan. In het Verenigd Koninkrijk is het echt een debacle geworden en hebben ze het uiteindelijk teruggedraaid. Wij willen juist voorkomen dat dit gaat gebeuren, omdat het de bedrijven gaat om winst. Wij willen niet dat winst de boventoon voert bij het inrichten van het ov.

De heer Madlener (PVV):

Dit is exact dezelfde motie als de motie ik een paar maanden geleden heb ingediend en die ook aangenomen is door de Kamer. Dat wist mevrouw Bouchallikh misschien niet, maar ik vond het toch goed om daar even op te wijzen, want het is wel vreemd dat een paar maanden later exact dezelfde motie wordt ingediend.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dat wist ik inderdaad niet. Als dat inderdaad het geval is, zal ik de motie intrekken, want dan hebben we met z'n allen al een oordeel geveld. Ik zal dit even navragen en dan kom ik erop terug.

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het coalitieakkoord 3 miljard is gereserveerd om "op termijn met medefinanciering vanuit de regio en uit de Europese fondsen een Lelylijn aan te kunnen leggen";

overwegende dat binnen het Europese TEN-T met name middelen beschikbaar zijn voor het zogenaamde kernnetwerk, waarbij het van belang is dat deze netwerken grensoverschrijdend zijn;

overwegende dat daarvoor instemming nodig is van de betrokken Europese lidstaten;

constaterende dat de Duitse bondsregering tot op heden niet positief gereageerd heeft op het voorstel de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen in het kernnetwerk op te nemen, terwijl de trilogen al begonnen zijn;

verzoekt de regering de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen-Hamburg toe te voegen aan de Actieagenda Trein en Luchtvaart;

verzoekt de regering alles in het werk te stellen om de Duitse bondsregering te overtuigen van nut en noodzaak van instemming met het opnemen van de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen in het kernnetwerk van TEN-T, en daartoe de nodige acties te ondernemen, zowel op bonds- als deelstaatniveau, waarbij ProRail en Deutsche Bahn betrokken worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf, Van Ginneken, Van der Graaf, Krul en Stoffer.

Zij krijgt nr. 1115 (29984).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit zeg ik, omdat in het najaar, in september of oktober, de kaarten voor tien jaar worden vastgelegd. Now is the time to act!

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het coalitieakkoord 3 miljard gereserveerd om "op termijn met medefinanciering vanuit de regio en uit Europese fondsen een Lelylijn aan te kunnen leggen";

overwegende dat binnen het Europese TEN-T met name middelen beschikbaar zijn voor het zogenaamde kernnetwerk, waarbij het van belang is dat deze netwerken grensoverschrijdend zijn;

overwegende dat het koppelen van de Lelylijn en de verbinding Groningen-Bremen, bijvoorbeeld via de Wunderline, leidt tot een internationale corridorverbinding tussen Amsterdam, Groningen en Bremen, met mogelijke uitbreiding naar Hamburg en Scandinavië;

verzoekt de regering in het MIRT-onderzoek naar de Lelylijn (Deltaplan voor het noorden) ook de verbinding Groningen-Bremen, bijvoorbeeld via de Wunderline, te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1116 (29984).

Een vraag van de heer Krul.

De heer Krul (CDA):

Ja, voorzitter, zo kan mevrouw Van der Graaf even ademhalen. Het zou vervelend zijn als dat op een gegeven moment stopt.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Het gaat best goed.

De heer Krul (CDA):

Ja, het gaat hartstikke goed.

Ik heb een vraag. Net als mevrouw Van der Graaf is ook het CDA groot voorstander van de komst van de Lelylijn. Onze zorg zit erin dat we het reeds lopende MIRT-onderzoek onnodig complex maken, als we er nu nog iets aan toevoegen. Ik ben benieuwd hoe mevrouw Van der Graaf daarnaar kijkt, want dat zou ontzettend zonde zijn.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik zou niet voor onnodige complexiteit zijn. Voor strategische keuzes ben ik daarentegen wel. Daarom deze motie.

De voorzitter:

Prima. Dank u wel. Was dat uw bijdrage?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik heb er nog één.

De voorzitter:

U heeft er zin in.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Deze is voor u ook interessant, denk ik.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een spitstoeslag slecht is voor de concurrentiepositie van de trein ten opzichte van de auto;

verzoekt de regering geen spitstoeslag in de hoofdrailnetconcessie op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1117 (29984).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb eerder een vergelijkbare motie ingediend. Die heb ik toen op verzoek van de staatssecretaris aangehouden, omdat er onderhandelingen met de NS zouden lopen. Nu lekt er een bericht uit dat we wél een spitstoeslag krijgen. Wij willen juist mensen de trein in krijgen, ook mensen met een kleine beurs. We willen mensen de trein niet uit drukken. We hebben hiermee belangrijke doelen. Daarom opnieuw deze motie.

De voorzitter:

Een korte vraag van mevrouw Van Ginneken.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Ook ik heb in de media gelezen over het idee van de spitstoeslag. Dat wordt door de NS nadrukkelijk in relatie gebracht tot betaalbaarheid. Ik denk dan ook dat het belangrijk is om dit idee op te nemen in de discussie over de hoofdrailnetconcessie, die we in het najaar met elkaar gaan voeren. Deze motie vind ik dus echt een beetje prematuur. We lopen het risico dat we op incidenten gaan reageren, terwijl we het volgens mij integraal moeten bekijken.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat lijkt een heel redelijk pleidooi. We hebben hier echter ook gestaan aan het begin van de onderhandelingen over de concessie. Ik heb toen een reeks aan moties ingediend. Ik vroeg de staatssecretaris om die mee te nemen, omdat ik de onderhandelingspositie met de inzet van het ministerie onvoldoende vond. Ik had wat dat betreft onvoldoende het gevoel dat het wel goed zou komen. De ChristenUnie doet voorstellen die het beste zijn, ook voor de reiziger. Dat is wat wij indienen. Het doel is betaalbaar openbaar vervoer en om meer mensen de trein in te krijgen. Nu krijgen we, lopende die onderhandelingen, een uitgelekt bericht dat we wel degelijk een spitstoeslag krijgen, terwijl destijds meerdere partijen in de Kamer ook al zeiden dat ze dat eigenlijk niet wilden. Ik wil voorkomen dat wij aan het einde van die onderhandelingen geconfronteerd worden met een pakketje. Dan kunnen wij nog wel zeggen dat we dit liever niet zouden willen, maar dat is dan het uitonderhandelde resultaat, dus wij hebben dan geen invloed meer. Ik zou mevrouw Van Ginneken dus willen vragen om hier iets constructiever naar te kijken.

De voorzitter:

Heel goed. De heer Minhas van de VVD.

De heer Minhas (VVD):

Voorzitter. Ik heb één motie — geen "emotie"! — over de Eurostar.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Eurostar een vitale internationale treinverbinding is naar Londen;

constaterende dat de continuïteit van de Eurostar onder druk komt te staan door de werkzaamheden op en rond station Amsterdam Centraal;

overwegende dat uit de eerste inventarisatie blijkt dat de enige serieuze optie om de Eurostardienstregeling te behouden voor Amsterdam ertoe leidt dat er ingrepen gepleegd moeten worden op het busstation in Amsterdam;

verzoekt de regering om maximaal in te zetten op het behouden van de Eurostarverbinding Amsterdam-Londen en met de gemeente Amsterdam en andere stakeholders in overleg te treden over hoe een deel van het busstation gebruikt kan worden voor de passagiersafhandeling van de Eurostar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Minhas, Van Ginneken, Van der Graaf, Koekkoek, Bouchallikh, Alkaya, Pouw-Verweij, Van der Plas en Krul.

Zij krijgt nr. 1118 (29984).

De heer Minhas (VVD):

De lijst van collega's onder deze motie is bijna net zo lang als de motie zelf. Ik wens de staatssecretaris veel succes met de appreciatie.

De voorzitter:

Ik hoor iets van cynisme in uw stem. De heer Madlener van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Madlener (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik had eigenlijk dezelfde motie als mevrouw Van der Graaf over de spitsheffing, maar die ligt er nu dus al. De PVV vindt het in ieder geval goed om nu een streep te zetten onder de spitsheffing. Die willen we niet en dat geven we nu al aan. We moeten die onderhandeling niet ingaan om dan uiteindelijk voor een voldongen feit te worden geplaatst. Ik zal de motie dus achterwege laten.

De voorzitter:

Heel goed. Gaat u nog meer moties niet indienen?

De heer Madlener (PVV):

Nee, ik ga twee moties wél indienen. De eerste gaat over de veiligheid in het openbaar vervoer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanpak van overlastgevers in het openbaar vervoer al jarenlang tekortschiet;

constaterende dat er nog steeds geen effectief ov-verbod kan worden opgelegd voor ernstige overlastgevers (inclusief asielzoekers) in het ov;

verzoekt de regering om snel tot een effectief ov-reisverbod voor ernstige overlastgevers te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 1119 (29984).

De heer Madlener (PVV):

Dan de boete die de NS heeft gekregen wegens ondermaats presteren, die niet ten uitvoer wordt gebracht. Dat snap ik, want daar worden de reizigers en het personeel dan de dupe van. Daarom heb ik een andere oplossing, die ik graag per motie aan de Kamer wil voorleggen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat geldboetes wegens ondermaats presteren door de staatsbedrijven NS en ProRail niet effectief zijn en indirect ten koste gaan van personeel en reizigers;

verzoekt de regering om in het toekomstig beloningsbeleid van NS en ProRail een flink deel van de salarissen van de topbestuurders prestatieafhankelijk te laten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 1120 (29984).

Heel goed. Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuutjes. Dat moet — we kennen haar — genoeg zijn voor de staatssecretaris. Ik hoop dan ook behoorlijk vaart te maken als zij de moties beantwoordt, want de bewindspersoon van het volgende debat zit al te trappelen van ongeduld. Daar gaat toch een zekere dreiging van uit; laten we eerlijk zijn. We moeten dus weer een beetje op schema proberen te komen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris. Elke beknoptheid wordt gewaardeerd.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal beginnen met een aantal vragen dat gesteld is en daarna zal ik de moties behandelen.

Mevrouw Koekkoek vroeg of ik de schriftelijke vragen over nationaal versus internationaal kan beantwoorden voor het debat in november. Dat kan ik toezeggen. Dat doe ik in een brief.

De voorzitter:

In oktober.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan had mevrouw Van Ginneken een vraag over stille wagons. In mijn brief over de visie op het spoorgoederenvervoer heb ik geschetst dat ik het belangrijk vind om de kwaliteit van de leefomgeving in goede balans te brengen met het spoorgoederenvervoer. Ik ben dan ook blij dat de goederenwagons steeds stiller worden. Mevrouw Van Ginneken heeft een aantal vragen gesteld die uitzoekwerk vragen. Ik kan toezeggen om daar op een later moment voorafgaand aan het commissiedebat Spoor dat we op 14 december hebben, op terug te komen.

Dan heeft het CDA een vraag gesteld over de reflectie op de hoorzitting die deze week heeft plaatsgevonden. Ik vind het heel erg goed dat NS en ProRail de kans hebben gekregen om een en ander toe te lichten. Het is ook fijn om te horen dat de inbreng van NS en ProRail goed is ontvangen. Ik zal de inbreng uit de hoorzitting meenemen in de reactie richting de Kamer over de evaluatie die momenteel door NS en ProRail wordt uitgevoerd.

Het CDA vroeg ook nog wat ik vond van de inzet van bussen bij storing. Ik heb de Kamer recent geïnformeerd over de inzet van de bussen bij de storing in Amsterdam. Het blijft natuurlijk altijd de verantwoordelijkheid van NS om te zorgen voor vervangend vervoer op het moment dat er een trein niet rijdt. Ik heb NS ook gevraagd om de toereikendheid van bussen mee te nemen in de evaluatie die momenteel door hen wordt uitgevoerd. Ik wacht die uitkomsten af en zal daarna de Kamer daar weer over informeren.

Dan kom ik op de moties. De motie op stuk nr. 1112 van mevrouw Koekkoek wil ik ontraden. Op dit moment wordt er een ultieme poging gedaan om een oplossing te vinden. Ik kan en wil ook niet vooruitlopen op de resultaten. Treinen kunnen namelijk wel naar Nederland reizen en ook vertrek vanuit Rotterdam is technisch gezien mogelijk. We weten niet of reizigers van hun reis zullen afzien of een alternatieve keuze zullen maken, bijvoorbeeld door vanuit Brussel te vertrekken, met een boot te gaan of misschien zelfs niet te reizen. De uitvoering is om die reden erg complex en daarom moet ik die motie ontraden.

Ik wil aan mevrouw Bouchallikh vragen om de motie op stuk nr. 1113 aan te houden. Ik ga zelf over de concessie voor NS en de daarin opgenomen bepalingen over tarieven, maar mijn collega van Financiën gaat over het dividend dat NS moet uitkeren aan de Staat. Ik zal dus met haar in overleg treden en hierop terugkomen bij de behandeling van de concessie in september.

De voorzitter:

Ja, maar mevrouw Bouchallikh is er niet.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan moet ik de motie op stuk nr. 1113 nu ontraden.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1114.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 1114. Dat is een spreekt-uitmotie. Ik ken de wens van de Kamer.

De motie op stuk nr. 1115 wil ik oordeel Kamer geven. Dat is de motie van mevrouw Van der Graaf.

De voorzitter:

Dan komen we op de motie op stuk nr. 1116.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1116 krijgt ook oordeel Kamer.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1117. Ik wil mevrouw Van der Graaf vragen om die motie aan te houden. Het differentiëren van tarieven is natuurlijk een actueel thema. Daarover wordt op dit moment nog gesproken met NS en ook binnen het kabinet. Het is nog niet duidelijk welke ruimte NS op dit punt in de nieuwe concessie krijgt en wat dat dan gaat betekenen voor de reizigers. Het onderzoek naar differentiatie dat de afgelopen periode is uitgevoerd, wordt binnenkort aangeboden. Daarnaast informeer ik de Kamer in augustus over de ontwerpconcessie. Op 26 september staat daarover ook een commissiedebat gepland.

De voorzitter:

De vraag is of u de motie op stuk nr. 1117 wilt aanhouden, mevrouw Van der Graaf.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dan heb ik daar nog wel wat meer geruststelling voor nodig, want een spitstoeslag instellen heeft grote gevolgen voor de concurrentie met de auto — dat betekent dus minder mensen in de trein — voor mensen met een kleine beurs en voor mensen die in verplichte shifts werken. Denk ook even aan de mensen in de zorg en het onderwijs die geen keuze hebben. We weten niet precies wat het gaat doen met het gedrag van de reizigers, en met de betaalbaarheid en de aantrekkelijkheid van het ov. We hebben hierover natuurlijk hele grote zorgen. Wat kan de staatssecretaris eraan doen om die weg te nemen, zodat wij niet aan het eind gaan zeggen: maar dit gaan we niet doen? Want dan zijn we te laat.

Staatssecretaris Heijnen:

Het gaat mij er natuurlijk om dat iedereen in heel Nederland op een goede manier kan reizen naar het werk, school, onderwijs, zorg, en naar familie en vrienden. Zoals ik het voorstel van de heer Koolmees heb gelezen, wordt het bijvoorbeeld aantrekkelijker om bij treinen die wat minder passagiers vervoeren, dus in de dunnerbevolkte gebieden, te gaan differentiëren met tarieven. Het gaat dus niet alleen maar om een spitstoeslag, het gaat er ook om waar de treinen iets minder dichtbevolkt zijn. Dus het kan misschien ook wel weer positieve effecten hebben. Ik wil dat graag allemaal wegen en uiteindelijk met het beste voorstel naar de Kamer komen. Dat is de reden waarom ik vraag om een en ander aan te houden. Het is namelijk ook een opdracht die de Kamer ons heeft meegegeven, namelijk om ervoor te zorgen dat alle Nederlanders op een zo goed mogelijke manier bereikbaar zijn. En zoals ik dat nu hoor, ligt hier mogelijk een kans. Als dat niet zo is, zullen we daar natuurlijk op een andere manier met elkaar over gaan spreken.

De voorzitter:

Houdt u de motie aan, mevrouw Van der Graaf?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat zeg ik nog niet toe. Ik wil het wel overwegen, maar ik zeg het nog niet toe op dit moment.

De voorzitter:

Spannend, spannend.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

We hebben ook nog wel even, want de stemmingen zijn vannacht.

De voorzitter:

Dat betekent dat de motie nu ontraden wordt, daar deze nu niet wordt aangehouden. Lijkt mij.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat is dan zo, ja.

De voorzitter:

De heer Madlener, kort, puntig, één vraag.

De heer Madlener (PVV):

Ik had dezelfde motie willen indienen maar dat heb ik niet gedaan. Dus ik wil mevrouw Van der Graaf verzoeken die dan maar in stemming te brengen, want onze fractie hecht eraan om deze spitsheffing op voorhand uit te sluiten. En die uitspraak zouden wij graag willen doen.

De voorzitter:

Had u nou maar uw eigen motie ingediend, meneer Madlener. Nu hangt u!

De heer Krul (CDA):

Kort, en dat gaat over de motie over het onderzoek Lelylijn.

De voorzitter:

Maar ik wil eerst dit nog even knippen en scheren.

De heer Minhas (VVD):

Op dit punt: wil de staatssecretaris toezeggen dat als zij straks met een voorstel over die HRN-concessie komt, daar eventueel een spitstoeslagvoorstel in zit maar, gehoord de Kamer, misschien ook een voorstel zonder een spitstoeslag? Want dat is volgens mij waar het hier om draait, dat de Kamer zegt die spitstoeslag eigenlijk niet wenselijk te vinden. Als de staatssecretaris aangeeft haar weging te willen maken, dan moet de Kamer ook in staat worden gesteld zelf een weging te maken waarbij er ook een voorstel ligt zonder een spitstoeslag.

Staatssecretaris Heijnen:

Het staat de Kamer natuurlijk altijd vrij om een richting mee te geven, maar wij zijn op dit moment met elkaar in gesprek. Het is nog niet duidelijk welke ruimte de NS neemt op dit punt in de nieuwe concessie en we weten ook nog niet precies wat het voor de reiziger betekent. We zijn alle scenario's wat dat betreft nog aan het wegen. Het onderzoek komt op korte termijn naar de Kamer. Ik vraag daarom om een en ander aan te houden, ook omdat we er op 26 september met elkaar over in gesprek gaan tijdens het commissiedebat.

De voorzitter:

Oké, dan zijn we eruit, denk ik. Dan de andere zaken nog. Mevrouw Van der Graaf?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ja, de motie op stuk nr. 1115 heeft zojuist oordeel Kamer gekregen. Ik weet dat de deadline hiervoor heel kort is. Als we de Lelylijn en de grensoverschrijdende spoorlijn richting Bremen/Hamburg in het TEN-T-netwerk, het kernnetwerk, willen opnemen, dan moet dat in september of oktober rond zijn. Dan ligt het voor tien jaar vast. Ik zou de staatssecretaris dus willen vragen om deze motie met gezwinde spoed uit te voeren en ons nog in het zomerreces of op een zo vroeg mogelijk moment op de hoogte te houden van de voortgang, doch uiterlijk in de eerste week na het zomerreces. Dat geeft de Kamer nog handelingsruimte.

Staatssecretaris Heijnen:

Er staan op dit moment, zowel op hoog ambtelijk niveau als op bestuurlijk niveau, allerlei gesprekken gepland om het hierover te hebben met de collega's aan Duitse zijde. Het is best een uitdaging, dat weet mevrouw Van der Graaf ook, maar zij mag wel van mij verwachten dat ik mij daar optimaal voor zal inspannen. Dat gaat inderdaad allemaal de komende weken plaatsvinden.

De voorzitter:

Prima, heel goed. De heer Krul, kort, puntig.

De heer Krul (CDA):

Kort, puntig. Ik ga dezelfde vraag stellen aan de staatssecretaris die ik aan mevrouw Van der Graaf stelde over de motie op stuk nr. 1116. Gaat het nu nog toevoegen van deze lijn aan het MIRT-onderzoek het niet extra complex maken? Kan de staatssecretaris daar even feitelijk op reflecteren?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik heb daar gisteren ook het een en ander over gezegd. Als je wilt worden opgenomen in bepaalde onderdelen, zeker als het aankomt op het TEN-T-netwerk, moet je kijken naar de aanvullende voorwaarden. Hier gaat het om het MIRT-onderzoek naar de Lelylijn en om daarin ook de Wunderline te betrekken. Het is een project in uitvoering. Ik wil ook graag dat het zo snel mogelijk wordt afgerond. Als ik de motie zo kan interpreteren dat in het MIRT-onderzoek Lelylijn ook naar de verbinding Groningen-Bremen wordt gekeken, kan ik de motie gewoon oordeel Kamer geven. Ik hoop dat dat de heer Krul geruststelt.

De voorzitter:

Over welke motie hebben we het dan?

Staatssecretaris Heijnen:

Over de motie op stuk nr. 1116.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1116. De heer Krul beaamt dat, dus dan krijgt die motie oordeel Kamer. Dan de motie op stuk 1118.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1118 kan ik oordeel Kamer geven, maar ik heb er nog wel een paar opmerkingen over richting de indiener, de heer Minhas.

De voorzitter:

Dan moet hij even opletten.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zie twee delen in de motie en op beide wil ik reageren. Allereerst het maximaal inzetten op het behoud van de Eurostarverbinding. Dat heb ik altijd gedaan en dat zal ik ook zeker blijven doen. Dat verzoek kan ik dus sowieso overnemen. Het tweede deel vraagt om het busstation op Amsterdam Centraal te gebruiken voor de passagiersafhandeling. Er wordt nu een ultieme poging gedaan om nog een oplossing te vinden. Het hoofddoel is dat de trein blijft rijden. Ik wil ook niet dat de focus komt te liggen op één oplossing als zodanig, maar dat we blijven kijken naar alle oplossingen. Als ik de motie zo mag interpreteren, dus dat dit wordt gezien als een van de opties, kan ik haar oordeel Kamer geven. Het moet natuurlijk ook wel veilig kunnen, maar dat zijn we ongetwijfeld met elkaar eens.

De heer Minhas (VVD):

Ik heb begrepen dat dit de veiligste oplossing is. Natuurlijk zijn er allerlei varianten, maar als de staatssecretaris zegt dat zij de variant met het busstation maximaal gaat onderzoeken, ben ik daar helemaal voor. Als er andere veilige oplossingen zijn die ik nog niet ken, is het prima als die ook worden onderzocht.

Staatssecretaris Heijnen:

Er worden gewoon verschillende scenario's onderzocht. Dit is er één. Ik vind dit ook een hele interessante, maar ik wil geen enkel ander scenario uitsluiten. Ik neem aan dat dat ook niet de bedoeling van de heer Minhas is. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan zie ik haar als een aansporing om dit scenario nog eens heel goed te bekijken.

De voorzitter:

En dan is het: oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Yes.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1119.

Staatssecretaris Heijnen:

Meneer Madlener vraagt daarin naar de overlastgeversaanpak. Ik wil deze motie ontraden. Het is wel mogelijk om lokaal een verbod op reizen en een gebiedsverbod door vervoerders op te leggen. Als iemand dat verbod toch overtreedt, kan het OM hem vervolgen. Ik heb morgen een bestuurlijk overleg sociale veiligheid, ook met collega Van der Burg, waarin ik de situatie zal bespreken. Maar een landelijk verbod wordt door het OM niet proportioneel geacht.

De motie op stuk nr. 1120 van de heer Madlener wil ik ontraden. Ik ga niet over de salarissen van topbestuurders. Daar gaat de aandeelhouder over. Dat is de minister van Financiën.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid. We wensen haar een prettige voortzetting van deze dag en alvast een prettig reces. Vanavond, dus niet vanmiddag maar vanavond, gaan wij over al deze moties stemmen. Vanavond stemmen wij over deze moties. Tot zover.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven