60 China

Aan de orde is het tweeminutendebat China (CD d.d. 06/07).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat China, naar aanleiding van een commissiedebat dat zojuist is gehouden.

We hebben een lange sprekerslijst, dus ik wil eigenlijk meteen beginnen. Eerst wil ik iedereen welkom heten. Uiteraard ook welkom aan beide bewindspersonen. De minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd. Daarentegen hebben we wel twee andere bewindspersonen paraat.

De eerste spreker van de zijde van de Kamer staat al klaar. Ik wil hem verzoeken om niet eerst te gaan zitten, maar meteen door te lopen. Dat is de heer Boswijk namens het CDA. Het woord is aan hem.

De heer Boswijk (CDA):

Dank, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat China en Rusland wereldwijd, maar in het bijzonder in Afrika, op behendige wijze aan invloed hebben gewonnen ten opzichte van het Westen;

constaterende dat westerse landen in veel landen in de wereld de grootste investeerders, donoren en handelspartners zijn, maar dat deze positie niet strategisch wordt benut;

constaterende dat er op dit moment geen zicht, geen beleid en geen Europese coördinatie is op de strategische besteding van onder andere ontwikkelingsgelden;

verzoekt de regering in Europees verband in kaart te brengen hoeveel ontwikkelingsgeld er in totaal wordt besteed aan landen in Afrika, Latijns-Amerika, Azië, maar ook Oost-Europa, en uit te werken hoe deze ontwikkelingsgelden strategischer kunnen worden ingezet ten bate van de Nederlandse en Europese belangen;

verzoekt de regering tevens te onderzoeken hoe de zichtbaarheid van de Nederlandse en Europese ontwikkelingshulpinspanningen in de ontvangende landen kan worden vergroot,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Brekelmans en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 66 (35207).

De heer Boswijk (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Boswijk, voor uw inbreng namens het CDA. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederlandse bedrijven producten en diensten leveren aan China die gebruikt worden ten behoeve van de genocide op Oeigoeren;

verzoekt de regering om een inventarisatie te maken van bedrijven die producten en diensten leveren aan China die direct of indirect verband houden met het uitvoeren van etnische zuiveringen op Oeigoeren;

verzoekt de regering tevens een inventarisatie te maken van een maatregelenpakket met daarin enerzijds preventieve maatregelen, waarbij bedrijven worden ingelicht over waar hun producten en diensten voor worden gebruikt, en anderzijds repressieve maatregelen, zoals een exportverbod voor die producten en diensten;

verzoekt de regering daarnaast draagvlak te vinden binnen de Europese Unie voor het treffen van soortgelijke maatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu.

Zij krijgt nr. 67 (35207).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het MIVD-jaarverslag over 2022 naar voren komt dat Nederland op grote schaal doelwit is van Chinese spionage;

constaterende dat de AIVD stelt dat China de grootste dreiging is voor de economische veiligheid van Nederland;

constaterende dat de European Union Agency for Cybersecurity (ENISA) onderzoek doet naar cyberdreigingen binnen de Unie;

overwegende dat Nederland zich moet wapenen tegen deze dreiging vanuit China en hierbij in Europees verband een voortrekkersrol kan spelen;

verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor een Risk Treatment door de European Union Agency for Cybersecurity (ENISA),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu.

Zij krijgt nr. 68 (35207).

De heer Kuzu (DENK):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kuzu, voor uw inbreng namens DENK. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Brekelmans namens de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Twee moties, voorzitter, die ik heel snel ga voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat erkend referenten gebruik kunnen maken van de versnelde procedure voor visumverlening;

constaterende dat de veiligheidsdiensten in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren waarschuwen dat de inlichtingendiensten van sommige landen een offensief cyberprogramma tegen Nederland voeren;

overwegende dat het wenselijk is om beperkingen en screeningsmogelijkheden op te leggen aan een erkendreferentstatus voor entiteiten uit landen die een offensief cyberprogramma tegen Nederland voeren;

verzoekt de regering te onderzoeken welke maatregelen mogelijk zijn om op grond van nationale veiligheid beperkingen op te leggen aan de verlening van de erkendreferentstatus en daarbij zowel mogelijkheden binnen de huidige wetgeving als vervolgstappen die wetswijziging zouden vergen mee te nemen, en hier uiterlijk twee weken voor de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken voor 2024 aan de Kamer over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brekelmans.

Zij krijgt nr. 69 (35207).

De heer Brekelmans (VVD):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in nationaal en Europees verband de afgelopen jaren diverse initiatieven zijn genomen om te voorkomen dat gevoelige technologie in ongewenste handen valt, zoals een screening van directe buitenlandse investeringen en vernieuwde exportregels voor dual-usegoederen;

overwegende dat de mogelijke weglek van kennis naar ongewenste eindbestemmingen door uitgaande investeringen nog niet afgedekt is;

constaterende dat de Europese Commissie in de op 20 juni gepubliceerde Economische Veiligheidsstrategie aankondigt samen met lidstaten te onderzoeken welke veiligheidsrisico's voortvloeien uit uitgaande investeringen, en op basis daarvan eind dit jaar een voorstel wil presenteren;

verzoekt het kabinet om op basis van een analyse van de toegevoegde waarde een proactieve rol in te nemen bij de spoedige totstandkoming van een Europees screeningsmechanisme voor uitgaande investeringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans, Sjoerdsma en Boswijk.

Zij krijgt nr. 70 (35207).

Dank u wel, meneer Brekelmans, voor uw inbreng namens de VVD. Dan is het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP, die ik al zag aankomen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat China als onderdeel van het plan Made in China 2025 in tien jaar tijd 100 miljard dollar investeerde in zijn scheepsbouw om vervolgens de producten onder de marktwaarde op de Europese markt te brengen, ten koste van de Nederlandse en Europese scheepsbouwsector;

verzoekt de regering om in de EU het voortouw te nemen voor een coherent maritiem beleid door onder meer concrete maatregelen te bevorderen tegen deze verstoring van een eerlijke markt ook wat betreft de scheepsbouwsector, en door schepen voor Europese opdrachtgevers aan Europese (productie)standaarden te onderwerpen, en de Kamer hierover nader te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Staaij.

Zij krijgt nr. 71 (35207).

De heer Van der Staaij (SGP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Staaij, voor uw inbreng namens de SGP. Dan is het woord aan de heer Sjoerdsma, D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat China als openlijk doel heeft gesteld ons strategisch afhankelijk te maken;

constaterende dat afhankelijkheid van China serieuze geopolitieke en economische consequenties kan hebben;

overwegende dat het Nederlandse belang is gebaat bij snelle actie om geopolitieke chantage te voorkomen;

verzoekt het kabinet om een duidelijk tijdspad met doelstellingen op te stellen om onze risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 72 (35207).

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma, voor uw inbreng namens D66. Dan is de volgende spreker de heer Eerdmans … Excuus. De heer Eppink van JA21. Hij is wel van dezelfde partij.

De heer Eppink (JA21):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat cyberveiligheid een steeds grotere rol begint te spelen en strategische kwetsbaarheden een gevaar kunnen vormen;

overwegende dat Taiwan over veel kennis beschikt inzake cyberveiligheid;

verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe we de samenwerkingsverbanden met Taiwan kunnen intensiveren met het oog op cyberveiligheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eppink.

Zij krijgt nr. 73 (35207).

Dank u wel, meneer Eppink, voor uw inbreng namens JA21. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Dassen namens Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet al werkt aan een overzicht van de Nederlandse afhankelijkheden van China;

verzoekt de regering om de Chinese afhankelijkheden van Nederland in kaart te brengen, een dergelijk overzicht ook voor Europa binnen de Europese Unie te agenderen, en over dit proces aan de Kamer terug te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Van der Lee en Boswijk.

Zij krijgt nr. 74 (35207).

De heer Dassen (Volt):

De volgende motie gaat over een onderwerp waar ik het ook met de minister over had. Hij heeft een toezegging gedaan om daar met de minister van OCW over in gesprek te gaan en daar een terugkoppeling op te geven. Ik zal deze motie wel indienen, maar vervolgens aanhouden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland ooit Europees koploper was op het gebied van onderzoek naar modern China, maar momenteel geen leerstoel meer heeft;

verzoekt de regering, in samenwerking met hogeronderwijsinstellingen, tot het in kaart brengen van de verschillende opties voor het opzetten van een leerstoel Modern China, en deze ruim voor de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 75 (35207).

De heer Dassen (Volt):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dassen, voor uw inbreng namens Volt. Dan zijn we toe aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de dreiging van China richting Taiwan toeneemt;

verzoekt de regering om al dan niet vertrouwelijke proportionele reacties voor te bereiden om acties vanuit China die de status quo ten aanzien van Taiwan ondermijnen te kunnen beantwoorden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Piri.

Zij krijgt nr. 76 (35207).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wijs nog even op de zinsnede "al dan niet vertrouwelijk". Dat zeg ik even nadrukkelijk tegen het kabinet. Het hoeft niet allemaal in de openbaarheid. Het gaat even om die gereedschapskist waar ik over sprak. We willen daar iets meer inzicht in.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. Ik kijk heel even naar de beide bewindspersonen hoelang zij nodig hebben. Tien minuten? Dan schors ik voor ik hoop een kleine tien minuten.

De vergadering wordt van 22.33 uur tot 22.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat China, naar aanleiding van een commissiedebat dat eerder vandaag is gehouden. We zijn aanbeland bij de appreciatie van de moties door de bewindspersonen. Gelet op het tijdstip zou ik ook hen willen uitnodigen om dat kort en bondig te doen waar dat kan. Als er meer woorden nodig zijn, dan moet u die uiteraard nemen. Ik zie dat de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking als eerste het woord neemt.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de motie op stuk nr. 66 van de heer Boswijk, de heer Brekelmans en mevrouw Gündoğan geef ik oordeel Kamer, mits ik 'm als volgt mag interpreteren. Ten eerste. Geldstromen, waarover wordt gesproken in de motie, kunnen alleen bij benadering worden gezien. Er lopen immers veel stromen, ook multilateraal, waarbij het soms moeilijk is om het Nederlandse of Europese aandeel goed te isoleren. Bovendien zijn we dan ook afhankelijk van de EU om dit te doen. Ten tweede. Strategischer inzetten van OS betekent: hoe het OS-doel van armoedebestrijding en de andere doelen van beleid elkaar kunnen versterken.

De voorzitter:

Ik zie de hoofdindiener even niet. O, excuus. De heer Boswijk zit daar. Ik zie hem knikken. Met die lezing krijgt de motie op stuk nr. 66 oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 67.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 67 van de heer Kuzu moet ik ontraden. Dan verwijs ik ook naar wat ik hierover in het debat heb gezegd. Het is voor het kabinet ondoenlijk om alle bedrijven die in hun waardeketen samenwerken met China door te lichten. Bedrijven hebben ook geen meldingsplicht. Maar ik heb aangegeven dat de dual-useverordening de ruimte geeft aan bedrijven en bedrijven verplicht om, als zij vermoedens hebben dat hun technologie of producten ingezet kunnen worden voor het schenden van mensenrechten of voor het plegen van een inbreuk op mensenrechten, dat dan bij de overheid aan te geven. Daarmee worden ze vergunningsplichtig.

De voorzitter:

Bij de motie op stuk nr. 67 noteren we "ontraden". De motie op stuk nr. 68.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 68: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 68.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 69: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 69: oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 70: aanhouden. We hebben hier ook al het een en ander over gewisseld tijdens het debat. Ik vraag de indieners om deze motie aan te houden tot het BNC-fiche. Dan gaan we hier nader over spreken. Dat komt zo snel mogelijk na het reces uw kant op. Dan kunnen we hier weer nader over spreken.

De voorzitter:

Ik kijk even of de indieners daartoe bereid zijn. Ik stel deze vraag nu wel nadrukkelijk, omdat we vanavond al over alle moties gaan stemmen. We moeten het daarom nu wel weten. Meneer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorlopig dien ik 'm in. Misschien houd ik 'm later nog aan, maar voorlopig dien ik 'm in.

De voorzitter:

Dan heb ik een appreciatie nodig. Ontraden, denk ik?

Minister Schreinemacher:

Ja, dan is het ontraden.

De voorzitter:

Dan noteren we ontraden op de stemmingslijst. Dan de motie op stuk nr. 71.

Minister Schreinemacher:

Ik ga even naar de motie op stuk nr. 73, zodat ik in één keer door kan. Oordeel Kamer, mits we het hebben over het economisch domein en in lijn met het één-Chinabeleid.

De voorzitter:

Ik zie de indiener knikken. Dan krijgt de motie op stuk nr. 73 met die lezing oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:

Van de motie op stuk nr. 75 had de heer Dassen al aangekondigd dat hij die zou aanhouden. Dat zou in ieder geval mijn verzoek zijn.

De voorzitter:

Ik zie de heer Dassen dat nogmaals bevestigen.

Op verzoek van de heer Dassen stel ik voor zijn motie (35207, nr. 75) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 76: oordeel Kamer. De heer Van der Lee gaf in het debat ook al aan dat dat wel vertrouwelijk zou moeten.

De voorzitter:

Dank u wel voor de toevoeging, voor de volledigheid. Dan geef ik nu het woord aan de minister van Economische Zaken.

Minister Adriaansens:

Dank u, voorzitter. Ik ben bij de motie op stuk nr. 71 van de heer Bisschop.

De voorzitter:

Ik heb hier "de heer Van der Staaij" staan.

Minister Adriaansens:

Ja, ze hebben elkaar halverwege vervangen, dus eigenlijk is de motie van beiden, ook van de heer Van der Staaij. Sorry. De heer Van der Staaij diende 'm inderdaad in. Ontraden. Ik wil daar graag een toelichting bij geven. Het kabinet deelt wel de zorgen over de maritieme industrie, zoals ook toegelicht in het debat, en over oneerlijke concurrentie. We werken in EU-verband dan ook hard aan een gelijker speelveld, bijvoorbeeld via het internationaal aanbestedingsinstrumentarium. Ik heb in het debat ook aangegeven dat ik daarnaast in Nederland hard aan de slag ben om een actieagenda te maken voor de maritieme maakindustrie. Onder leiding van mevrouw Van Bijsterveldt wordt daar op dit moment hard aan gewerkt. Ik verwacht die aan het eind van dit jaar te kunnen opleveren. Daarin zal ook aandacht worden besteed aan de concurrentiepositie. Maar ten aanzien van het specifieke punt dat in de motie wordt genoemd, om maatregelen te bevorderen tegen prijsdumping — dan gaat het expliciet om dumping als het gaat over schepen — heb ik een probleem. Er zitten beperkingen aan wat we kunnen. We kunnen bijvoorbeeld geen antidumpingmaatregelen treffen tegen schepen die niet in de Europese Unie worden geïmporteerd. Ook kunnen wij geen Europese productiestandaarden opleggen aan schepen die buiten Europa worden geproduceerd. Om die reden moet ik de motie ontraden. Met het merendeel ben ik het eens, maar dat stuk kan ik niet overnemen.

De voorzitter:

Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 71 ontraden. De motie op stuk nr. 72.

Minister Adriaansens:

De motie op stuk nr. 72 van de heren Sjoerdsma en Brekelmans geef ik oordeel Kamer, met een opmerking daarbij. De motie vraagt om een duidelijk tijdspad met doelstellingen op te stellen om onze risicovolle strategische afhankelijkheid van China te verminderen. Voor het eind van het jaar zal ik rapporteren over de gemaakte voortgang. Het stellen van een tijdspad en doelstellingen voor de periode erna is dan een onderdeel van die rapportage. Zo kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik kijk heel even naar de indieners. Die knikken. Dan geven we 'm oordeel Kamer met die lezing. Dit ging over de motie op stuk nr. 72. Dan hebben we nog de motie op stuk nr. 74.

Minister Adriaansens:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 74 geef ik zonder toelichting, tenzij daar behoefte aan is, oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 74: oordeel Kamer. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank ieder voor hun bijdrage en de aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik vraag de beide bewindslieden te blijven zitten, want ik begrijp dat zij ook als duo doorgaan naar de volgende ronde.

Naar boven