5 Vragenuur: Vragen Azarkan

Vragen van het lid Azarkan aan de minister van Justitie en Veiligheid over het overschrijden met miljoenen van het "feest- en cadeaubudget" bij de politie.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Azarkan namens DENK voor zijn vraag aan de minister van Justitie en Veiligheid, die ik van harte welkom heet. De vraag gaat over het met miljoenen overschrijden van het feest- en cadeaubudget bij de politie. De heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. De politie heeft miljoenen euro's belastinggeld over de balk gesmeten. Een paar voorbeelden: €15.000 voor catering in de skylounge bij Ajax-FC Utrecht in de Amsterdam ArenA, €57.000 voor het afscheidsfeest van de vorige korpschef en nog eens €31.000 voor een welkomstfeest toen de nieuwe korpschef kwam. Door journalistiek speurwerk van Argos raakte de politie in opspraak omdat er veel te veel belastinggeld onnodig wordt uitgegeven. Keer op keer wordt dat bedrag overschreden: miljoenen aan belastinggeld voor kistjes wijn, cadeaus, kaarten voor het voetbal en zelfs kookworkshops.

Voorzitter. Is de minister, net als de rest van Nederland, van mening dat deze enorme uitgaven bij de politie disproportioneel en schandalig zijn? Ik wil ook van de minister weten met hoeveel geld, exact, de politie in de afgelopen jaren dat budget voor feesten en partijen heeft overschreden.

De voorzitter:

Het woord is nu aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. Laat ik vooropstellen dat met gemeenschapsgeld zorgvuldig moet worden omgegaan en dat daarover ook verantwoording moet worden afgelegd. Transparantie op dat onderwerp is essentieel. Om die reden worden de declaraties van de politietop sinds 2014 zelfs maandelijks gepubliceerd op rijksoverheid.nl. Mede naar aanleiding van het rapport-Ruys van eind 2017 zijn er maatregelen genomen met als doel het toezicht op de declaraties politiebreed te verscherpen. Er is een vierogenprincipe in de managementlijn gehanteerd. Er is een splitsing tussen externe representatiekosten en, wat we noemen, goed werkgeverschap intern. Daarnaast is er een betere inrichting van de verantwoording van al die kosten.

Om te zien of die maatregelen voldoende effect hebben gehad, heeft de korpsleiding begin dit jaar een onderzoek geïnitieerd dat gaat over de jaren '17, '18 en '19. Daarin worden die representatiekosten onder de loep genomen. We kunnen een goede vergelijking zien tussen vóór het rapport-Ruys uit 2017 en daarna, nadat de maatregelen zijn genomen. Ondertussen laat het zich aanzien dat er ten aanzien van 2017 posten bestaan waarbij vraagtekens gesteld kunnen worden. Ik zal ook precies zijn: er is een overschrijding gesignaleerd van de post representatiekosten van 2,4 miljoen euro. Of daarbij onrechtmatige uitgaven zijn gedaan, moet het onderzoek van de korpsleiding nu uitwijzen. Daar kan ik nu niet op vooruitlopen. Komend voorjaar, in het jaarverslag, zal de politie expliciet ingaan op de verantwoording van die representatiekosten en de afbakening. Ik zal ten slotte bij de jaarverantwoording over 2019 niet alleen daarop nader ingaan, maar ook op het dan afgeronde onderzoek over '17, '18 en '19.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. 2,4 miljoen euro overschrijding belastinggeld, dat was al bekend aan het begin van het jaar. Ik vraag me dan toch af: waarom heeft de politie iets te zoeken in de skylounge? Wie maakt toch die regels? Als er een nieuwe chef komt, waarom geven we dan een feestje voor €31.000?

We waren al gewaarschuwd, want we kennen allemaal nog het voorbeeld van de voorzitter van de centrale ondernemingsraad, de heer Giltay in 2016. Daarvan zei de huidige korpschef dat de uitgaven disproportioneel en onverantwoord waren en dat het onzorgvuldig was, dus deze leiding was al gewaarschuwd. Maar het gaat daarna weer mis. Ik vind het zo bijzonder dat de minister onderzoek gaat doen en daarna verantwoording gaat afleggen. Wanneer grijpt de minister in?

Minister Grapperhaus:

Als gezegd, er zijn posten waar inderdaad vraagtekens bij gesteld moeten worden. In hoeverre die posten onrechtmatig zijn, moet uit dat onderzoek blijken. Als gezegd, daar kom ik bij uw Kamer op terug. We hebben het hier over 2017; inderdaad een opmerkelijke overschrijding, laat dat duidelijk zijn. Vandaar ook dat het onderzoek drie jaren meeneemt, '17, '18 en '19, want ik wil zien, en de korpsleiding ook, dat die maatregelen die in 2018 zijn ingesteld naar aanleiding van het rapport-Ruys, ook echt effect sorteren. Ik denk dat ik dan met uw Kamer in gesprek ga, aan de hand van die resultaten, of we vinden dat dat voldoende is, of zeggen: nee, hier moet scherper op worden ingezoomd.

De heer Azarkan (DENK):

Tot slot, voorzitter. Misschien nog belangrijker dan dat belastinggeld en die enorme kosten is wat dat doet ten aanzien van het respect voor en het gezag van de politie. We hebben gezien dat dat echt onder druk staat, want burgers willen ook zien dat de politie voorbeeldig omgaat met belastinggeld. Ik vraag dan ook aan de minister: hoe verhoudt dat zich tot die gezagscrisis? Hoe kan dat nou dat die handhavers zelf de regels overtreden? En hoe gaat de politie samen met de minister dat vertrouwen terugwinnen?

Minister Grapperhaus:

Ik werp de gedachte van mij af dat de politie in een gezagscrisis zou zijn, zoals ik eerder in het algemeen overleg Politie, eind vorige maand, heb benadrukt, naar aanleiding van het geweld tegen agenten. We mogen zeggen dat er een gedragscrisis in bepaalde delen van de maatschappij zit, en daar wil ik graag met uw vaste Kamercommissie op 10 oktober over verder spreken, als wij weer een algemeen overleg hebben, want dat is een manifeste problematiek. Ik neem het daarbij op voor de politie. Die zet altijd die stap naar voren.

De heer Azarkan heeft echt een punt dat we er kritisch naar moeten kijken: wat is hier gebeurd, hoe zit die overschrijding in elkaar en hebben we de maatregelen daarnaar genomen? Daarin neem ik hem echt serieus, maar ik wijs van de hand dat de diender die gewoon keihard zijn werk doet, daardoor ook maar enigszins gezag zou moeten verliezen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Azarkan. Dan ga ik naar de heer Van Raak, namens de SP.

De heer Van Raak (SP):

Beseft de minister wel hoe boos en teleurgesteld agenten zijn als ze dit horen? Als een agent een leven lang hard heeft gewerkt en afscheid neemt, krijgt hij een boekenbon en de korpschef krijgt een feest van €57.000. Ik was in het programma Argos om commentaar te geven op deze cijfers en daar zat ook professor Van den Heuvel, hoogleraar integriteit. Hij had een heel mooi plan. Hij zei: geef iedereen bij de politie — een wijkagent, een rechercheur of een korpschef — €1.000 voor een afscheidsfeest. En als een korpschef vindt dat hij meer is, of als iemand een duurder feest wil geven, dan betaalt hij dat lekker zelf. €1.000 voor iedere diender, hoe hoog of hoe laag ook, en de rest betaal je zelf.

De voorzitter:

En de vraag is?

De heer Van Raak (SP):

Is de minister het met dit plan eens? Kan hij dit voorstel steunen?

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. De heer Van Raak komt als altijd met een creatieve suggestie. Ik wil bij dezen toezeggen dat we hierover verder spreken als we de resultaten van dat onderzoek bespreken. Ik benadruk — en dan kom ik terug op wat ik zei naar aanleiding van de mondelinge vragen van de heer Azarkan — dat we dit grondig uitgezocht moeten hebben, juist ook om de gewone diender, die keihard zijn werk doet, te kunnen verantwoorden dat er geen onverantwoorde kosten worden gemaakt.

De voorzitter:

Goed zo. En de minister komt daarop terug.

Mevrouw Helder (PVV):

Het is altijd jammer dat er daarover zo'n discussie moet ontstaan en weer ontstaat. Het is goed dat het gebeurt als het inderdaad niet goed is. Maar ik vind het zo jammer dat de agent op straat daarmee wordt geconfronteerd. Die heeft echt wel wat anders te doen. Ik hoorde de minister zeggen dat er onderzoek naar wordt gedaan. Het is ook goed dat dit gebeurt. Maar ik vind het jammer om te horen dat de korpsleiding dat doet, of laat doen. Kan dat niet op iets meer afstand gezet worden, zodat we die discussie hopelijk een keer niet zullen hebben?

Minister Grapperhaus:

Ik vind dat de korpsleiding hier juist haar verantwoordelijkheid neemt. Dat wil ik u wel duidelijk zeggen. Zij zegt: dit moeten wij goed uitgezocht hebben. Vervolgens is er iemand die dit streng gaat toetsen. Dat ben ik. Daarna is er een instantie — nou, geen instantie maar een wezenlijk orgaan in onze democratie — die controleert of ik het goed gedaan heb. Dat is de Tweede Kamer, waarin ook mevrouw Helder zich bevindt. Zij weet — want zij doet daar ook aan mee — dat ik soms kritische en pittige discussies heb met uw Kamer, of met de vaste Kamercommissie. Ik kan niet zeggen dat ik me erop verheug, maar als er dingen echt niet goed zijn, dan moeten we die kritische discussie aan.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we ook aan het einde gekomen van dit vragenuur. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 14.52 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven