19 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor het burgerinitiatief Internetpesters aangepakt (34602) toe te voegen aan de agenda van de Kamer.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor het dertigledendebat over misstanden in de distributiecentra van onlinesupermarkt Picnic van de agenda af te voeren.

Ik stel voor toestemming te geven voor het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag:

  • -aan de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid op maandag 14 oktober 2019 van 13.00 tot 17.00 uur over de Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het opnemen van een specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak en een strafbaarstelling van schending van de geweldsinstructie en wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het opnemen van een grondslag voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar geweldgebruik door opsporingsambtenaren (geweldsaanwending opsporingsambtenaar) (34641);

  • -aan de vaste commissie voor Defensie op woensdag 30 oktober 2019 van 15.00 tot 19.00 uur over de begrotingsonderdelen Personeel en Materieel;

  • -aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op maandag 16 december 2019 van 10.00 tot 14.30 uur over de initiatiefnota van het lid Veldman inzake Modern preventiebeleid (35182).

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Van Dam tot lid en het lid Kuik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 28089-130; 31936-564; 31409-212; 31409-210; 31305-277; 30175-332; 30175-331; 30175-330; 29984-803; 29398-651; 29398-650; 21501-08-750; 28089-118.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

De heer Heerema hebben we gehad.

De heer De Groot namens D66. Toch? Nee, hij heeft zich afgemeld, hoor ik net.

Dan ga ik naar de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen weekend bereikte ons het vreselijke nieuws dat het advies van de commissie-Remkes inmiddels uitgelekt was dat wij de maximumsnelheid moeten gaan verlagen van 130 km/u naar 100 km/u. We hebben natuurlijk al geconstateerd dat dit een antiautomobilistenregering is. De PVV wil dus graag zo snel mogelijk een debat.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Geen steun. Morgen komt het advies van de commissie-Remkes. Er staat ook nog een debat over de PAS gepland. Daar hoort dit volgens mij in thuis.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, ook geen steun van GroenLinks. Er staat inderdaad een PAS-debat gepland. Ik hoop dat we dat zo snel mogelijk na de uitspraak van de commissie-Remkes kunnen voeren.

De heer Schonis (D66):

Voorzitter, ook namens ons geen steun. Wij passen op dit moment.

De heer Laçin (SP):

Je zult het niet vaak van mij horen, voorzitter, maar ik ben het met de heer Dijkstra eens. Geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, eens met de vorige sprekers. Geen steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, minder doden als we wat minder hard gaan rijden, maar in ieder geval geen steun voor dit debat.

De heer Stoffer (SGP):

Ook geen steun, voorzitter.

Mevrouw De Pater-Postma (CDA):

Ook geen steun, voorzitter.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Ook geen steun.

De voorzitter:

Meneer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter, het is duidelijk bij welke partij je moet zijn als je er wel wilt zijn voor de automobilist. Dat is in ieder geval helder geworden. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Aalst.

Dan ga ik naar mevrouw Agnes Mulder namens het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, hartelijk dank. Wij zouden graag een debat willen hebben met de minister van Economische Zaken en Klimaat over de Duitse klimaatplannen. Die zijn afgelopen donderdag gepresenteerd. Wij willen graag een kabinetsappreciatie en daarna willen wij het gesprek daarover aangaan.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Duitsland, ons buurland. Ik denk dat we veel kunnen samenwerken als het gaat om de energietransitie. Ik vind dit debat een goed idee en ik wil het van harte steunen.

De heer Sienot (D66):

Het is fantastisch nieuws dat Duitsland deze stap ook zet. Tegelijkertijd hebben we een hele serie gelegenheden om dit nieuws in onze discussies te betrekken. Dus ik zou willen voorstellen om het kabinet een brief met een kabinetsappreciatie te laten schrijven over alle voorstellen die in Duitsland zijn gedaan ...

De voorzitter:

Maar steunt u het verzoek?

De heer Sienot (D66):

Daarmee steun ik dit verzoek niet, maar doe ik een ander verzoek.

Mevrouw Beckerman (SP):

Iets korter dan de heer Sienot, maar ik kan mij wel bij hem aansluiten. Steun voor een brief, niet voor het debat.

De heer Harbers (VVD):

Hetzelfde: ook steun voor een brief, niet voor het debat. Het zou wel fijn zijn als we de brief met de appreciatie voor de begrotingsbehandeling hebben. Dan kunnen we die daarbij betrekken.

De heer Baudet (FvD):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Geen steun voor het debat, wel voor een analyse in hoeverre dit ons helpt bij de realisatie van ons eigen klimaatplan. Dus een brief graag voor de begroting.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun voor het debat.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor het debat, maar ook voor een brief.

De heer Stoffer (SGP):

Wel steun voor een brief, maar niet voor het debat.

De heer Moorlag (PvdA):

Ik zou het op prijs stellen als het kabinet in de brief duidelijk maakt in hoeverre de Noordwest-Europese samenwerking gestalte gaat krijgen nu Duitsland deze stap zet, en ook of het kabinet bereid is om proportioneel middelen ter beschikking te stellen. In Duitsland is er meer dan 50 miljard beschikbaar gesteld. Als dat in de brief tot uitdrukking komt, dan wil ik het debat graag bewaren tot de begrotingsbehandeling. Dus nu geen steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik kan ook tellen, voorzitter. Ik denk dat het goed is dat we die brief van de regering op tijd krijgen, zodat we die inderdaad kunnen betrekken bij de begrotingsbehandeling. Het verdient echt een duidelijke plek. Een buurland dat zo veel gaat doen, daar kunnen we baat bij hebben. Dank.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt namens het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. In CAF-11, de kinderopvangtoeslagzaak, komen er steeds nieuwe berichten dat de topambtenaren er jarenlang van af geweten hebben en hier toestemming voor gegeven hebben. De consequenties waren ernstig: een persoon heeft zelfmoord gepleegd, echtscheidingen, mensen die in een faillissement geraakt zijn. De CDA-fractie zou graag een brief ontvangen over wat de regering gedaan heeft na de conclusie hier van de motie dat de Belastingdienst illegaal gehandeld heeft. Illegaal handelen door de overheid heeft gevolgen. Wij zouden die brief graag binnen een week of twee willen hebben. We zouden ook graag willen weten wie besloot om dit te doen, dus een reactie op de artikelen van Trouw en RTL. Na ommekomst van de documenten die we gisteren gevraagd hebben en het WOB-verzoek zouden we hier graag plenair over debatteren. Ik hoop dat dat eind oktober kan.

Mevrouw Leijten (SP):

De Belastingdienst was zo druk bezig met dit te verdoezelen dat hij vergat om de erfbelasting voor miljonairs rond te maken. De Belastingdienst staat er echt ontzettend slecht op. Steun voor dit debat. Wat mij betreft hoeven we niet te wachten op al die documenten en kunnen we het vanavond al doen. Als de uitkomst is dat we wachten op die documenten is dat ook prima, maar wel graag snel.

De heer Azarkan (DENK):

Ik heb behoorlijk wat schriftelijke vragen gesteld over dit onderwerp en daar buitengewoon ontwijkende antwoorden op gekregen. Ik denk dat het goed is dat we de staatssecretaris aan de tand voelen. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. In die zin steun voor het verzoek: het is een ernstige kwestie en er zijn een aantal verzoeken gedaan richting de staatssecretaris. Ik zou het debat willen voeren op het moment dat ook de uitkomst van de commissie-Donner bekend is. Dat is dus eigenlijk in aanvulling op wat de heer Omtzigt naar voren brengt. Dan het debat zo snel mogelijk: of een algemeen overleg dat we al hebben staan wat nog gepland zou worden of een plenair debat, iets wat zo snel mogelijk kan.

De voorzitter:

Oké, u steunt het.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Snels (GroenLinks):

Ik was wat in verwarring over deze debataanvraag, omdat we morgen al een algemeen overleg hebben over de Belastingdienst. We hadden ook al een algemeen overleg gepland staan na ommekomst van het tussenadvies van de commissie-Donner, dus ik vroeg me af: waarom nu een plenair debat? Ik zou het op dit moment niet willen steunen.

De voorzitter:

Oké.

De heer Snels (GroenLinks):

Ik kan me voorstellen dat we op het moment waarop er wel genoeg informatie is, kijken of een algemeen overleg of een plenair debat nodig is.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, ik sluit me aan bij collega Snels.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Wel steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik was van plan om hier morgen in het algemeen overleg aandacht aan te besteden. Ik kan me ook niet voorstellen dat de heer Omtzigt dat niet zou doen. Maar ik kan me best voorstellen dat hij, gegeven de zwaarte, ook moties over deze zaken wil indienen, dus ik steun dit debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik volg de heer Snels.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid voor het houden van een debat, meneer Omtzigt. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dank. Ik snap de collega's ook. Inderdaad ontvangen wij graag de brief en de documenten die gisteren door een grote Kamermeerderheid gevraagd zijn. Ik vraag u er als bewaker van de Grondwet speciale aandacht voor dat die ook volgende week aan de Kamer geleverd worden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt.

Dan ga ik naar de heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. In het vragenuurtje heb ik met de minister van Financiën gesproken over het belang dat we ervoor zorgen dat er een schone lei komt voor ex-kankerpatiënten. Er zijn honderdduizenden mensen die nu een probleem hebben. Ik was blij met zijn reactie. Ik zou hierover graag willen debatteren op basis van de notitie die de minister heeft toegezegd. Die heeft hij toegezegd voor het eind van het jaar. Na ommekomst zou ik daar graag een debat over willen. De allermooiste uitkomst zou zijn dat de minister een wetsvoorstel toezegt. Dan zal ik de eerste zijn om het debat weer van de agenda af te halen.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De heer Van der Linde (VVD):

Steun, met dezelfde kanttekening.

De heer Alkaya (SP):

Steun voor het debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Indachtig van de week en de positieve antwoorden van de minister zou ik zeggen: vraag een debat aan als daar aanleiding toe is. Als er een wetsvoorstel komt, hebben we daar een debat over. Ik neig er dus naar om dit niet te steunen, om die reden.

De voorzitter:

Dat reken ik als "geen steun".

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Dat geldt voor mij ook. Ik vond de minister welwillend. Bovendien hebben we tussen nu en ergens in december of januari genoeg mogelijkheden om daarover te spreken.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Wel steun.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Steun voor de inzet, maar een debat lijkt me nu overbodig.

De voorzitter:

Dat kennen we niet, "steun voor de inzet en niet voor het debat".

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Nee. Steun voor de inzet van de heer Van Weyenberg, maar geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Snels (GroenLinks):

Voorzitter. Steun voor een debat, maar wel met de aantekening dat we dat pas voeren op het moment dat we de brief van de minister hebben. Ik denk dat het in dit geval belangrijk is om wel wat druk op het ministerie te houden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zo is dat. Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Van Weyenberg.

Dan ga ik naar mevrouw Yeşilgöz-Zegerius namens de VVD.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Voorzitter. We hebben vanochtend kunnen lezen dat het intrekken van het Nederlanderschap van jihadisten, in ieder geval een vijftal, wederom mislukt is. Dat is een forse tegenslag en wat de VVD betreft kan dit zo niet langer. Daarom zou ik graag een debat willen aanvragen op korte termijn met de minister van Justitie en Veiligheid over hoe we dan wel gaan voorkomen dat deze jihadisten terugkeren naar Nederland.

De voorzitter:

Wat is "op korte termijn"? Dan kan ik die vraag gelijk meenemen.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Zo snel als mogelijk. Ergens in de komende weken, voorzitter.

De voorzitter:

Op korte termijn. Binnen twee weken? Binnen drie weken?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Laten we het binnen drie weken doen. Dan geven we de minister ook wat gelegenheid om met informatie te komen.

De voorzitter:

Oké.

De heer De Graaf (PVV):

Steun, voorzitter. Wat ons betreft vanavond. Ik wilde er een mondelinge vraag over stellen, maar dat wordt een schriftelijke. Het zou mooi zijn als die nog meegenomen kan worden, voor vanavond 20.00 uur.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Mensen die willens en wetens naar het kalifaat vertrekken, verdienen het Nederlanderschap niet. Ik wil weten waarom nu dit besluit al is genomen. Ik steun dus het verzoek, inclusief een brief.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik begrijp dat wij van de staatssecretaris vandaag een brief krijgen, omdat zij daar blijkbaar over gaat. Ik begrijp ook niet waarom wij de rechtsstaat van ons op een presenteerblaadje achter deze jihadisten aan het aandragen zijn. Laat dat heel snel afgelopen zijn. Dus steun voor een debat met de staatssecretaris.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Voorzitter. Wel steun voor een brief maar niet meteen voor een debat, want wij denken dat het veel sneller in een algemeen overleg kan. Dus steun voor een brief, niet voor een plenair debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Buitengewoon zorgelijk nieuws. Steun voor een snel debat.

De heer Van Raak (SP):

Ik wil een brief. Ik wil ook opheldering over de vraag of het nu onmogelijk is om het Nederlanderschap, het paspoort, af te pakken, of alleen in deze specifieke gevallen. Het lijkt mij dat we dat dan heel snel moeten bespreken in een overleg. Het hoeft niet per se in deze zaal. Dus het lijkt mij goed om een brief te krijgen en het dan snel in een AO met de minister te bespreken.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie, maar de ChristenUnie geeft wel steun ook aan het debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Steun voor de brief en het debat, maar wel graag ook met de staatssecretaris. Zij is degene die hiervoor verantwoordelijk is.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ook ik ben nieuwsgierig naar wat het kabinet hiervan vindt, maar ook naar de redenatie van de Raad van State. Wat mij betreft kunnen wij dit prima bespreken in een AO. Dat gaat sneller dan het vinden van een plekje ...

De voorzitter:

Dus geen steun?

De heer Azarkan (DENK):

Nee, geen steun.

De heer Hiddema (FvD):

Voorzitter. Ik sta hier met de kakelverse Staatscourant trillend in mijn handen. Steun voor het debat.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun voor deze aanvraag.

De voorzitter:

Mevrouw Yeşilgöz, u heeft een meerderheid voor het houden van een debat. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

Mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dank, voorzitter. De handel in grond en slib is stilgelegd. Wij zouden daar graag een brief én een debat met beide bewindslieden van Infra en Water over hebben. Aankomende donderdag komt er ook een programma bij ZEMBLA over. Vervuild slib en verbrandingsovens zijn echt een groot probleem, dus wij willen daar graag op korte termijn een debat over.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Wij hebben hier onlangs nog over gedebatteerd in een algemeen overleg, nog geen veertien dagen terug. Er komt nog een VAO achter weg, dus op dit moment geen steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor het voorstel.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Ik hoop niet dat er ooit nog een keer een debat komt over dit onderwerp. Wij hebben het er vorige week over gehad. Hopelijk worden de problemen opgelost door de staatssecretaris en hoeven wij over twee of drie weken niet weer hier te staan.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Geen steun voor een debat.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun omdat het onlangs op de agenda is geweest en er ook nog een VAO komt.

De heer Laçin (SP):

Steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik zie de brief dan graag tegemoet.

De voorzitter:

Oké. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik heb per ongeluk de heer Amhaouch overgeslagen. Hoe kan dat nou? Het mag ook bij de interruptiemicrofoon. Het gaat om een VAO, toch? Ja, dat kan. Prima.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Vanavond zouden wij een VAO Ruimtevaart hebben. Er zijn allerlei creatieve geesten in dit huis die een week uitstel willen. Hierbij het verzoek om een week uitstel.

De voorzitter:

Niemand heeft daar bezwaar tegen? Nee. Dan gaan we dat uitstellen.

De heer Paternotte namens D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Iedere Nederlander met één of twee ouders van Marokkaanse komaf heeft automatisch de Marokkaanse nationaliteit. Dat betekent dat zij hun hele leven ook onder de Marokkaanse wet vallen, of ze dat nou willen of niet. Steeds meer van hen willen hiervan af. Ze willen dat Nederland hen actief beschermt als zij of in Nederland of in Marokko onder druk van die Marokkaanse nationaliteit op een bepaalde manier worden benaderd of behandeld. Ik wil hierover een debat met de bewindspersonen voor Immigratie en Integratie en een brief met daarin het liefst antwoord op de volgende vragen. Hoe werkt structureel de beïnvloeding van Marokkaanse Nederlanders vanuit Marokko? Welke structurele inspanningen verricht Nederland om de rechten van Marokkaanse Nederlanders hier en in Marokko te beschermen? En wat gaat Nederland doen om ervoor te zorgen dat Nederlandse Marokkanen in vrijheid afstand van hun nationaliteit kunnen doen als zij dat wensen?

De heer De Graaf (PVV):

Dat zijn hele goeie vragen, voorzitter. Wij zijn natuurlijk ook voor die vrijheid voor iedereen. Alleen, het debat dat aangevraagd is, is op de verkeerde plek. Dat moet ongeveer 2.700 kilometer zuidelijker plaatsvinden, want daar gaan ze erover. Dus wel een debat, maar in Rabat.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Is dat nou steun of geen steun voor dit debat? Maar dat mag de voorzitter bepalen.

De heer Paternotte (D66):

Het was, geloof ik, steun voor een ander debat.

De voorzitter:

Ja, ik beschouw het als "geen steun".

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. De SP steunt het debat in ieder geval volledig. Deze groep verdient alle steun. En ik zou de aanvrager willen vragen om ook de minister van Buitenlandse Zaken bij dit debat uit te nodigen, omdat hij hier ook bij betrokken is.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Ik ben blij dat de heer Paternotte ook de staatssecretaris voor Immigratie erbij vraagt. Want daar gaat het om: dit zijn gewoon Nederlanders, die zich ook Nederlander voelen. Maar de problemen — daar heeft de heer De Graaf wel gelijk in — moeten we dáár zien op te lossen. Een debat op beide plekken lijkt mij goed, dus ook steun voor het debat hier.

De heer Kuzu (DENK):

Marokkaanse Nederlanders moeten de vrijheid hebben om hun staatsburgerschap te kiezen, dus als ze die willen laten vallen, dan moet dat kunnen. Daarover zou onze regering in contact kunnen treden. Vanuit dat perspectief steunt DENK het verzoek van de heer Paternotte.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek voor dit debat.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Dit is een belangrijk verzoek, dat we zeker moeten steunen. Wat ons betreft moeten we dat debat ook vrij snel voeren. Want volgens mij willen we dit niet eindeloos, jarenlang laten voortslepen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zeker steun, inclusief de toevoeging van de fractie van de SP om de minister van Buitenlandse Zaken erbij te vragen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, daar sluit ik me bij aan. Steun.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Ik deel de vragen van de heer Paternotte. Juist omdat ik denk dat we het hier snel over moeten hebben, stel ik eigenlijk voor om hier een algemeen overleg over te houden. Dus geen steun voor een plenair debat.

De heer Baudet (FvD):

Volop steun. Ik heb hier elf jaar geleden al een stuk over geschreven. Sinds die tijd heb ik me met dit onderwerp beziggehouden. Ik wil hier graag over debatteren.

De heer Stoffer (SGP):

Laten we dat stuk erbij betrekken. Steun voor dit debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wat zielig toch dat de heer Baudet nog steeds de wereld niet veranderd heeft. Maar ja, misschien kunnen we het alsnog doen. Steun voor het debat.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een ruime meerderheid, meneer Paternotte, om een debat te houden. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan is het woord aan mevrouw Tielen namens de VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Voorzitter. Namens de VVD en namens meneer Gijs van Dijk van de PvdA wil ik voorstellen om drie debatten samen te voegen. Ik stel voor om het debat dat de heer Van Dijk heeft aangevraagd over schijnzelfstandigen en het debat van mijzelf over flexbemiddelaars toe te voegen aan het debat over het rapport van de commissie Regulering van werk, oftewel, zoals in deze Kamer genoemd, de commissie-Borstlap.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een heel goed voorstel.

Mevrouw Tielen (VVD):

Mij ook.

De voorzitter:

Gaan we doen, mevrouw Tielen. Dank u wel.

De heer Asscher namens de PvdA.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Met uw mededeling dat de VVD-fractie een lid minder heeft, beschikt het kabinet niet meer over een meerderheid in deze Kamer. Ik vraag daarom om een debat met de minister-president en een brief van de regering over hoe ze omgaat met deze situatie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De regering moet gewoon met goede voorstellen komen die kunnen steunen op een mooie meerderheid in de Kamer. Ik heb het helemaal niet nodig, dus geen steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter, ik vind een Kamerdebat nu prematuur, omdat we nog niet weten of de heer Van Haga zijn zetel wel of niet houdt. Daarom steun ik het nu niet. Op het moment dat duidelijk is dat hij zijn zetel wel zal houden, zal ik net als zeven jaar geleden, toen de heer Brinkman zich afsplitste van de PVV-fractie, een debat wél steunen. Dat debat werd toen overigens Kamerbreed gesteund.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Van 't Wout (VVD):

Voorzitter. We weten inderdaad nog niet wat de heer Van Haga gaat doen. Maar wat daar ook de uitkomst van is: ook in de Eerste Kamer heeft de coalitie geen meerderheid, dus zullen we altijd op zoek moeten naar bredere meerderheden. Daar hebben we geen apart debat voor nodig.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

We zien grote kansen, dus ons lijkt een debat heel erg nodig.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Daar sluit ik me graag bij aan.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Er is een nieuwe politieke situatie ontstaan, waarbij het kabinet niet vanzelfsprekend kan rekenen op een meerderheid. Het is belangrijk om mensen daar zo snel mogelijk duidelijkheid over te geven. Ik wil dus zo snel mogelijk een debat daarover. Het hoeft van mij niet vandaag, maar morgen zouden we moeten weten wat meneer Van Haga doet. Dan kunnen we morgen dat debat houden.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Geen steun. Ik sluit mij aan bij de heer Van der Staaij, die zegt dat het wat prematuur is, en bij de heer Van 't Wout, die zegt dat dit kabinet überhaupt al op zoek is naar bredere meerderheden.

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat in de politiek om het zoeken van meerderheden, zeker voor een regering. Op dit moment vinden we een debat niet nodig. Het is eigenlijk ook wel een beetje zo dat we heel erg met onszelf bezig zijn. Volgens mij hebben we dat vorige week al gedaan.

De heer Baudet (FvD):

Ik sluit mij aan bij de wijze woorden van ambtsgenoot Van der Staaij.

De heer Snels (GroenLinks):

En ik sluit mij aan bij de wijze woorden van de heer Van 't Wout van de VVD. Geen steun.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Er is mogelijk geen meerderheid. Dat weten we niet, maar ik zou tegen de heer Asscher, en ook tegen andere partijen, zeggen: neem de handschoen op. Dat vergroot alleen maar de democratie in dit huis.

De voorzitter:

Ik weet nog steeds niet ...

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dus geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, wel steun.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Het is ongelofelijk. Na zo'n debat vorige week volgen SP en GroenLinks slaafs de coalitie. Het lijkt wel alsof we geen oppositie meer hebben in dit land. Ik sluit me van harte aan bij de woorden van collega Asscher. Ik wil het liefst vandaag nog een debat, en anders uiterlijk morgen, met de premier. Laat hem maar terugkomen. Zijn kabinet is de meerderheid kwijt. Daar moeten we nu over spreken.

De voorzitter:

Meneer Asscher, u heeft geen meerderheid.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Deze coalitie heeft zeven maanden onderhandeld om een meerderheid te bereiken. Als ze die dan kwijt zijn, lijkt me dat een politiek relevant feit. Ik heb gehoord dat het op dit moment niet gesteund wordt. We zullen in die cliffhanger blijven wachten tot het moment dat duidelijk is hoeveel zetels dit kabinet steunen. Maar ik vraag u om de aanvraag te laten staan en doe het verzoek om een brief van het kabinet over de ontstane situatie.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Wilders, over de brief?

De heer Wilders (PVV):

Ik sluit mij daarbij aan, maar ik zou die brief dan wel morgen voor 11.00 uur willen hebben, want we moeten wel morgenvroeg duidelijkheid hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Daarin wordt ook het tijdstip opgenomen.

Mevrouw Agema, namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Donderdagavond gaan we eindelijk debatteren over de 48 van 50 thuiszorginstellingen die ondermaats presteren. Daar hebben we een hele poos op moeten wachten. Daarom zou ik graag een brief willen vragen van de minister van VWS met de actuele stand van zaken.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dit verzoek laat ik toe omdat het voorafgaand aan een plenair debat is. Er is dus geen reden om bij de regeling om allerlei brieven te vragen. Dat zeg ik alvast even.

Tot slot de heer Kwint namens de SP.

De heer Kwint (SP):

Dank u wel, voorzitter. Nu de Kamer bij meerderheid heeft aangegeven nog meer bedenktijd nodig te hebben over de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen — ik vond zelf twee weken al rijkelijk royaal — betekent dat dat wij vanavond gaan debatteren over de Wet deugdelijkheidseisen funderend onderwijs. Dat is een wet waar de minister bij de behandeling van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen meermaals naar heeft verwezen. Hij zegt: doe daar je voorstellen maar. Het probleem is dat wij nu nog niet weten wat er uit de stemming over die voorstellen gaat komen en dat ik dus ook niet weet of ik die voorstellen eventueel in andere vorm bij deze wet zou moeten indienen.

De voorzitter:

En het verzoek is?

De heer Kwint (SP):

Daarmee is het nogal lastig geworden om vanavond te debatteren over de Wet deugdelijkheidseisen. Mijn verzoek zou dus zijn om dat debat in ieder geval uit te stellen tot na de stemmingen over de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen.

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Wat onze fractie betreft hadden we dat debat wel kunnen voeren, maar ik ben blij dat er een meerderheid was voor uitstel van de stemmingen hedenmiddag. Mijn fractie kan in ieder geval instemmen met uitstel van dit debat, om de heer Kwint en anderen ter wille te zijn.

De heer Van Meenen (D66):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Daar sluit ik mij ook bij aan.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het helemaal eens met de heer Kwint. Wij hebben de minister meerdere keren horen vooruitwijzen naar het debat van vanavond in relatie tot de wetsbehandeling van vorige week, dus die twee zijn zeker wel aan elkaar gekoppeld. Ik ben het dus inderdaad eens met uitstel.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Ikzelf zou het debat vanavond best willen voeren, maar ik merk dat de heer Kwint nog onzeker is over zijn stemgedrag. Ik gun hem dus van harte de tijd om deze zaken nog even extra op een rij te zetten.

De heer Beertema (PVV):

Gewoon steun voor het verzoek.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook steun namens ons, voorzitter.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Steun.

De voorzitter:

U heeft gewoon een meerderheid, meneer Kwint. Dat betekent dat wij vanavond een lege agenda hebben.

De heer Kwint (SP):

Ja, ik wens u een fijne avond, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kwint. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 15.52 uur tot 16.00 uur geschorst.

Voorzitter: Van der Lee

Naar boven