2 Vragenuur: Vragen Van Weyenberg

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van Weyenberg aan de minister van Financiën over kankerpatiënten die geen overlijdensrisicoverzekering kunnen afsluiten.

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. We beginnen vandaag met de vraag van de heer Van Weyenberg namens D66 aan de minister van Financiën, die ik van harte welkom heet. De vraag gaat over kankerpatiënten die geen overlijdensrisicoverzekering kunnen afsluiten.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Gisteren heeft de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties wat D66 betreft een heel goed voorstel gedaan: zorg dat mensen die zijn genezen van kanker, na een aantal jaar een schone lei krijgen, zodat ze zich gewoon kunnen verzekeren en dus ook gewoon een huis kunnen kopen. Nu worden ze nog te vaak geweigerd voor een verzekering of moeten ze daarvoor een torenhoge premie betalen. Kanker tekent je voor je hele leven, maar als je dan ook daarna, als je hersteld bent, geen huis kunt kopen doordat je wordt geweigerd voor een verzekering, is dat cru. Daar kunnen we wat aan doen.

Voorzitter. Frankrijk en België zijn ons voorgegaan. Frankrijk en België hebben een wet waarin staat dat na een aantal jaren de geschiedenis van het hebben van kanker niet meer mag worden meegenomen door de verzekeraar. Ik was blij dat verzekeraars gisteren hebben gezegd: wij zien daar wel wat in. Ik heb dus een heel concrete vraag aan deze minister. Is hij bereid om een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen om te zorgen dat Nederlandse kankerpatiënten, maar ook mensen met een aantal andere chronische ziektes, na een aantal jaar gewoon een verzekering kunnen krijgen als de kans dat de ziekte terugkeert heel klein is geworden? Dan kunnen we daarmee dit onrecht — want dat is het, wat mij betreft — oplossen.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister van Financiën.

Minister Hoekstra:

Voorzitter, dank. Dit is natuurlijk een buitengewoon verdrietig onderwerp, want dit gaat over een ziekte waar we in Nederland helaas allemaal in onze zeer naaste omgeving mee te maken hebben. Wat mij betreft is het ook volslagen terecht dat de Kamer hier aandacht voor vraagt, juist ook omdat — als ik het zo mag formuleren — wie van die rotziekte af is, het ook verdient om dan echt verder te kunnen. Want wat is hier precies aan de hand? In het geval dat de heer Van Weyenberg zo-even beschreef, gaat het met de verzekeringen niet zoals je dat zou willen. En dat is niet oké. Het goede nieuws is dat de verzekeraars zelf dit probleem zien; daar verwees de heer Van Weyenberg ook al naar. Ze willen naar een oplossing kijken. Wat mij betreft staat voorop dat we dit probleem moeten oplossen, linksom of rechtsom, en als dat nodig is ook door middel van mijzelf en door middel van wetgeving. Ik wil zelf met de verzekeraars in gesprek om te kijken of ze dit zelf kunnen oplossen. Zo niet, dan wil ik met wetgeving komen. Ik wil de Kamer voor het einde van dit jaar informeren hoe dat eerste traject eruitziet en daarmee ook antwoord geven op de vraag of het tweede deel van het traject nodig is.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ben blij met deze heel welwillende reactie van de minister, die me eerlijk gezegd niet verbaast. Ik denk wel dat het verstandig is dat we als politiek onze verantwoordelijkheid nemen. Ik ben heel blij dat verzekeraars zeggen dat ze dit probleem zien, maar laten we het wettelijk regelen. Dat kan ook. Ik zou de minister graag twee wetten willen overhandigen, de Belgische en de Franse wet. De Franse is al in werking en de Belgische treedt volgens mij op 1 januari aanstaande in werking. Het zijn wetten die deze schone lei gewoon regelen.

Ik vind het goed om te gaan praten met verzekeraars, maar wat mij betreft zouden we hen om hulp moeten vragen om die wet te maken. Is de minister bereid dat gesprek snel te voeren? Ik ben daar heel benieuwd naar. En is hij bereid om het sowieso in de wet te zetten? Zou hij de reactie van de verzekeraars in dat gesprek misschien nog iets eerder naar de Kamer kunnen sturen, inclusief een beschrijving van de manier waarop hij dit wil gaan oplossen? Want als het kabinet toch afziet van wetgeving, zal D66 zelf met een initiatiefwet komen. Maar als ik dit zo hoor, is dat niet nodig. De minister kan nog veel meer tempo maken dan ik als individueel Kamerlid kan. Graag krijg ik dus nog een reactie op de vraag of de minister die wet eigenlijk sowieso wil maken. De steun van de verzekeraars heeft hij volgens mij al.

Minister Hoekstra:

De heer Van Weyenberg zegt: we moeten politiek onze verantwoordelijkheid nemen. Daar ben ik het erg mee eens. Tegelijkertijd wil ik over dit onderwerp ook per se geen politiek bedrijven. Ik wil dus doen wat het beste is voor de patiënten — voor de oud-patiënten, moet ik zeggen — met zo veel mogelijk snelheid. Daarom wil ik even de tijd krijgen om te kijken wat het meest effectief is. Ik heb, ik hoop met begrip van de heer Van Weyenberg, de Franse en de Belgische wet nog niet tot op de laatste letter gelezen. Ik denk dat het goed is dat we met elkaar bekijken wat het meest effectief is om het probleem op te lossen. Als het antwoord is dat dat moet door middel van wetgeving, dan zal ik niet aarzelen om dat op zeer korte termijn te doen. Ik zei "voor het einde van dit kalenderjaar". Dat is eerlijk gezegd behoorlijk snel, want we hebben nog minder dan drie maanden te gaan, in ieder geval in politiek opzicht. Als het nog sneller kan, dan zal ik dat nog sneller doen.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat is goed. Het is complexe wetgeving om te maken — ik heb de minister net twee wetten overhandigd; die zijn dik — ook omdat het bij de ene kankersoort wat langer duurt voor de kans op terugkeer bijna net zo groot is als dat u het krijgt of ik het krijg als bij andere. Dat is ingewikkeld. Ik denk dat we heel veel kunnen leren van die wetten in Frankrijk en België, ook over dat je een aantal andere chronische ziekten kunt meenemen. Ik ga er gewoon van uit dat we dit met elkaar gaan oplossen: politiek, Kamer en kabinet. Ik wacht die brief graag af voor 1 december, sorry, voor 1 januari of eerder als dat kan. Wat D66 betreft leidt dat tot wetgeving. Ik denk dat we daarmee een heel krachtig signaal afgeven. We hebben het inmiddels over 800.000 mensen die zijn hersteld van kanker of die kanker hebben. Zij profiteren steeds meer van de wetenschap, die in dit land gelukkig steeds slimmer wordt en onze doktoren, die steeds betere behandelingen hebben. Het litteken van hun ziekte mag niet ook dit soort onaanvaardbare maatschappelijke gevolgen hebben. Ik zie uit naar de brief van de minister, die wat mij betreft al een voorstel zal bevatten — zo heb ik hem ook gehoord — om dit te gaan oplossen.

Minister Hoekstra:

Absoluut, voorzitter.

De heer Van der Linde (VVD):

Ten eerste hoop ik op zeer brede steun voor dit initiatief. Het is goed dat we dit gaan doen. Heel veel van ons zullen dit ook van dichtbij hebben meegemaakt. Ik zou het jammer vinden als we de discussie verengen tot een overlijdensrisicoverzekering, want het gaat om heel veel meer. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die voor heel veel zzp'ers die in deze omstandigheden verkeren ook van groot belang is. Ik hoop dat de minister breder wil kijken, niet alleen naar aan kanker gerelateerde aandoeningen, maar ook naar andere ziektes.

Minister Hoekstra:

Precies dit type vragen zijn gisteren bij dat bericht natuurlijk ook door mijn hoofd gegaan. Wat gewoon niet acceptabel is, is dat als mensen dit overkomen is en ze er eindelijk van genezen zijn, ze dan voor dit soort problemen worden gesteld. De eerstvolgende vraag die in je opkomt is: hoe zou het dan zitten met mensen met soortgelijke ziektebeelden? Hoe zou het zitten met aanverwante verzekeringen? Dat wil ik ook graag meenemen in de dialoog. Alleen, ik wil de Kamer wel graag vragen dat ik dat op een rij zet en dat ik het volle palet bespreek met de verzekeraars. Daarmee doen we ook recht aan de mensen om wie het gaat. Ik ben zeer gemotiveerd om dat te regelen, maar ik wil het wel op een nette, goede manier doen, juist om te voorkomen dat we op een later moment erachter komen dat we een groep of een type verzekering vergeten zijn. Ik wil echt even langer studeren op die breedte dan de afgelopen 24 uur.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het gaat in de oproep namelijk ook over mensen die een hypotheek willen. Ik ben niet van mening dat de banken een eis kunnen stellen voor een overlijdensrisicoverzekering bij het afsluiten van een hypotheek. Door de nieuwe hypotheekregels zijn de risico's voor de banken al geminimaliseerd, dus kan de minister ook kijken naar de banken? Die stellen allemaal eisen aan een overlijdensrisicoverzekering, terwijl ze dat officieel helemaal niet mogen volgens de wet.

Minister Hoekstra:

De heer Van Weyenberg heeft het niet genoemd, maar in de discussie is het ook gegaan over de mogelijkheid om een hypotheek te verwerven. Ik heb de vraag in ieder geval zo begrepen, en zo zou mijn antwoord ook verstaan moeten worden, als ook meenemend, implicerend het gedonder dat je kennelijk ook kan krijgen op het moment dat je een hypotheek probeert af te sluiten. Dus het antwoord is ja.

De heer Nijboer (PvdA):

Zoals u vorige week heeft kunnen zien, wil de PvdA behoorlijk stevige oppositie voeren, maar niet op dit punt. Ik vind dat de minister gewoon goede antwoorden gaf op de vragen die door de heer Van Weyenberg zijn gesteld. Ik heb er nog twee verzoeken bij. Is de minister bereid om niet alleen te kijken naar de beschikbaarheid van verzekeringen, maar ook naar de prijs die moet worden betaald, de verzekeringspremie? Want daar wordt natuurlijk ook een differentiatie in gemaakt. Als je ziek bent en je moet steeds de hoofdprijs betalen, is dat niet eerlijk. Wil hij ook alle ziektes — de VVD vroeg er al naar, maar ik vraag het toch nog een keer — die chronisch zijn daarbij betrekken? Want het gaat niet alleen over kanker.

Minister Hoekstra:

Dat punt van die prijs waar de heer Nijboer naar vraagt, is natuurlijk precies wat je moet weten. Want als die verzekering er wel is, maar je er een niet te betalen bedrag voor moet betalen, ben je precies bij waar je al was: dan kan je alsnog die verzekering niet afsluiten. Het antwoord daarop is dus absoluut ja.

Dan het tweede. Ik heb net al gezegd dat ik heel graag wil kijken wat er breder mogelijk is, want helaas is kanker niet de enige ziekte waar veel mensen mee worstelen. Er zijn ook andere dingen die enorm ingrijpend zijn en waar mensen gelukkig tegenwoordig wel weer van herstellen, maar waarbij zich een soortgelijke problematiek voordoet. Het antwoord is dus ja, maar ik heb — dat zal ik heel eerlijk zeggen — nog niet het begin van een idee van wat dan een verstandige afkadering is en of die gemaakt zou moeten worden. Daar wil ik dus even op studeren.

De heer Alkaya (SP):

Laat ik beginnen met zeggen dat het heel goed is dat het kabinet dit oppakt, want het is een groot probleem en dat moet opgelost worden. Toch kan ik mijn woede niet gelijk terzijde schuiven, want zes op de tien ex-kankerpatiënten geven dus aan dat het ze niet lukt om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Dus zes op de tien mensen die de zwaarste strijd van hun leven hebben gewonnen en door willen, die een volgende stap willen maken, worden tegengehouden door commerciële bedrijven vanwege financiële belangen. Wat is het oordeel van de minister daarover? Wat gaat hij daarover tegen de verzekeraars zeggen in de gesprekken die hij gaat voeren over de verziekte cultuur bij die verzekeraars?

Minister Hoekstra:

Laat ik nou één keer doen alsof het glas halfvol is. Het goede nieuws is dat we steeds beter in staat zijn om iets te doen aan deze rotziekte. Daar hebben de verzekeraars geen rol in en ik al helemaal niet. Deze ziekte wordt in een bekend boek "the emperor of all maladies", de keizer van alle ziekten, genoemd, omdat nergens zo veel mensen aan overleden zijn. Het goede nieuws is dat in veel gevallen kanker tegenwoordig overwonnen wordt, mensen dat kunnen overleven. Dat is ontzettend goed nieuws. Het andere stukje goed nieuws is dat verzekeraars er daadwerkelijk wat aan willen doen. Met deze opdracht en volgens mij ook met deze eendracht stel ik voor dat ik aan de slag ga.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ik zou aan die eendracht nog één element willen toevoegen, namelijk de aanvullende verzekering. Waar voor de basisverzekering geen risicoselectie mag worden toegepast, gebeurt dat wel voor aanvullende verzekeringen, direct of indirect via prijs. Ik mag er toch van uitgaan dat dat ook binnen dat brede palet van verzekeringen wordt bekeken.

Minister Hoekstra:

Daar wil ik zeker naar kijken, maar ik kan er nu geen uitsluitsel over geven. Daar heb ik me gewoon nog niet op kunnen oriënteren.

Dank u wel, voorzitter. En dank ook aan de vraagsteller.

De voorzitter:

Dank u wel.

We gaan nu verder met het mondelinge vragenuur. Volgens onze lijst zou de heer Kops nu namens de PVV een vraag moeten stellen aan de staatssecretaris van Economische Zaken, maar die is er nog niet.

Naar boven