3 Vragenuur: Vragen Van Helvert

Vragen van het lid Van Helvert aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht "VS openen aanval op Strafhof".

De voorzitter:

Dan ga ik nu naar de heer Van Helvert namens het CDA voor zijn vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken, die ik ook van harte welkom heet, over het Internationaal Strafhof.

De heer Van Helvert (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Het Internationaal Strafhof is er voor de vervolging en berechting van de ergste internationale misdrijven: genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Het is gevestigd in Den Haag, de stad van het internationaal recht. Het is zeer te betreuren dat de Verenigde Staten, die de verspreiding van democratie en mensenrechten wereldwijd nog hoog in het vaandel hebben staan — zo zeggen ze tenminste — hier geen partij in willen zijn en hier niet mee willen samenwerken. Maar goed, dat is het recht van elk soeverein land, zou je kunnen zeggen. Er zijn ook 123landen in de wereld die wel meewerken, maar de Verenigde Staten willen dat niet.

Zorgelijker is het — daarom sta ik ook hier — als de Amerikaanse regering zegt zich ten doel te stellen om het strafhof te ondermijnen. Dat deed Nationaal Veiligheidsadviseur John Bolton maandag. Hij opende een frontale aanval vanwege de plannen van het hof voor een onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden van Amerikaanse militairen in Afghanistan en van Israël in bezet Palestijns gebied. Ik citeer de heer Bolton: "We zullen het ICC rustig laten sterven. In praktisch alle opzichten is het ICC voor ons immers toch al dood. En de Verenigde Staten zullen alle noodzakelijke middelen inzetten om onze burgers en die van onze bondgenoten te beschermen tegen ongerechtvaardigde vervolging door dit onwettige hof."

Voorzitter. De VS vragen veel aan Nederland als het gaat om internationale vrede. Nederland is ook altijd bereid om dat te overwegen en mee te werken aan internationale vrede. Echter, bij datgene wat voor Nederland heel belangrijk is, namelijk internationale gerechtigheid, geven de Verenigde Staten niet thuis. Sterker nog, ze gaan het tegenwerken, zoals ze zeggen. Mijn vragen aan de minister zijn de volgende. Wat vindt de minister van de uitspraken van de Nationaal Veiligheidsadviseur? Is dit ook bekend als het officiële standpunt van de Verenigde Staten? Ziet de voorzitter een bijzondere rol voor Nederland weggelegd? Bent u het met ons eens dat wij als hoeder van het internationale recht ook de plicht hebben om andere landen, ook de Verenigde Staten, aan te spreken op hun verplichtingen in dezen? En is de voorzitter bereid om een signaal af te geven als Nederland komende week weer bij de VN-Veiligheidsraad aan tafel zit, samen met de Verenigde Staten, waarbij de Verenigde Staten het strafhof willen ondermijnen, terwijl het voor Nederland een heel belangrijke zaak is?

De voorzitter:

En u vraagt dit aan de minister, niet aan de voorzitter, toch?

De heer Van Helvert (CDA):

Zei ik "voorzitter"? Nee, ik vraag het via de voorzitter aan de minister. Dat was het doel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Oké. Dat is goed.

De heer Van Helvert (CDA):

Maar mocht u er zelf een mening over hebben, dan ben ik zeker bereid om daar ook naar te luisteren.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Blok:

Dank u wel, voorzitter. De heer Van Helvert stelt terecht dat het Internationaal Strafhof een ongelofelijk belangrijke instelling is en dat Nederland trots is het gastland ervan te zijn, omdat Nederland ongelofelijk voorstander is van een internationale rechtsorde waaraan zo veel mogelijk landen deelnemen. Zoals de heer Van Helvert ook constateerde, nemen gelukkig heel veel landen wél deel aan het Internationaal Strafhof. De Verenigde Staten en een aantal andere landen, waaronder ook meer leden van de VN-Veiligheidsraad, nemen daar helaas geen deel aan. De uitspraken van de heer Bolton waren dan ook scherp, maar pasten tegelijkertijd wel in een lijn die Verenigde Staten eigenlijk vanaf de oprichting van het Internationaal Strafhof hebben gekozen en die ook blijkt uit het feit dat de Verenigde Staten daar niet aan deelnemen.

Nederland ziet het inderdaad als zijn rol om het belang van het Internationaal Strafhof uit te dragen en dus ook actief landen te benaderen die daar nog geen lid van zijn. Dat doen wij ook. Wij bieden bijvoorbeeld ook ondersteuning aan landen die overwegen om dat wel te worden. Wij zullen ook tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een side event — dat is een bijeenkomst naast die grote, wereldwijde vergadering — mede organiseren, waarin dat Internationaal Strafhof weer alle aandacht krijgt die het verdient.

De heer Van Helvert (CDA):

Het is fijn dat de minister dat zegt. Hij zegt ook dat dit eigenlijk de lijn is die de Verenigde Staten al eerder hebben ingezet. Dat zij niet enthousiast waren over het ICC, wellicht ook uit angst dat ook eigen burgers berecht zouden worden, zoals zij zelf ook zeggen, dat wisten we. Dat is inderdaad waar. Maar volgens mij gaat de heer Bolton een stuk verder. Hij zegt namelijk dat de Verenigde Staten en de regering-Trump zullen overwegen om rechters en aanklagers van het hof de toegang tot de VS te ontzeggen en eventuele fondsen van hen in de VS te bevriezen. Ze zouden zelfs in Amerikaanse rechtbanken kunnen worden vervolgd. Wat de heer Bolton nu zegt, is dus echt wel een stap verder. Kan de minister ook dit bespreken als we volgende week weer met de Verenigde Staten aan tafel zitten bij de Verenigde Naties? Wordt dit echt de nieuwe lijn van de VS of waren het misschien alleen prikkelende stellingen van de minister op een bijeenkomst van een conservatieve club?

Minister Blok:

Al eerder hebben de Verenigde Staten wetgeving aangenomen specifiek gericht op mogelijke vervolging van onderdanen van de Verenigde Staten bij het Internationaal Strafhof. Dus ook tegen die achtergrond zijn deze uitspraken stevig, maar niet geheel nieuw. Inderdaad is het de inzet van Nederland, samen met andere landen die het strafhof gelukkig een warm hart toedragen, om daar een boodschap tegenover te stellen. Het zijn nu aankondigingen in een speech van mogelijke maatregelen. Op het moment dat daar een vervolg aan gegeven zou worden, zal Nederland natuurlijk met de andere landen die het strafhof steunen, kijken wat dan de passende reacties zijn.

De heer Van Helvert (CDA):

Dank u wel. Ik denk dat dat ook heel goed is. Ik zou de minister ook willen aanmoedigen om dat zeer zeker te doen, omdat ik er echt van overtuigd ben dat we, zeker op een dag als vandaag, die ook zeer gedenkwaardig is voor de internationale gemeenschap en het internationale recht, andere landen moeten aanspreken op hun verplichtingen daaromtrent, ook als dat grote landen zijn en ook als het de Verenigde Staten betreft. Dus in die zin krijgt u daarin dus zeer zeker de steun van het CDA.

Verder had ik de minister over een ander onderwerp ook nog wel wat kunnen vragen, voorzitter, maar daar kunnen we straks een debat over aanvragen.

De voorzitter:

Dank u wel. De minister kan hier nog kort op reageren.

Minister Blok:

De heer Van Helvert en ik zijn het eens over het belang hiervan. Wij zullen ook grote landen — niet alleen de Verenigde Staten, maar ook China en de Russische Federatie zijn geen lid van het strafhof — blijven aanspreken op het grote belang van het deelnemen aan het strafhof en het niet tegenwerken van de werking van het strafhof.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven