19 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor de volgende debatten van de agenda af te voeren:

  • -het dertigledendebat over de voorgenomen sluiting van Siemens in Hengelo;

  • -het dertigledendebat over het afbreken van de cao-onderhandelingen Rijksoverheid.

Ik stel voor toestemming te verlenen voor het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag:

  • -aan de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op maandag 5 november 2018 van 17.00 uur tot 22.00 uur over de mensenrechtenrapportage 2018;

  • -aan de vaste commissie voor Defensie op maandag 5 november 2018 van 10.30 uur tot 14.30 uur over het begrotingsonderdeel Materiaal Defensie;

  • -aan de vaste commissie voor Defensie op maandag 12 november 2018 van 10.30 uur tot 17.00 uur over het begrotingsonderdeel Personeel Defensie.

Ik stel voor de wet Wijziging van de Aanpassingswet studiefinanciering BES (Kamerstuk 34968) toe te voegen aan de agenda van de Kamer.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 34775-VI-41; 34775-VIII-93; 29665-313; 30196-584; 28973-189.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Invest-NL, met als eerste spreker het lid Van der Lee namens GroenLinks;

  • -het VAO Media algemeen en Journalistiek, met als eerste spreker het lid Kwint namens de SP;

  • -het VAO Gevangeniswezen, met als eerste spreker het lid Van Nispen namens de SP;

  • -het VAO Circulaire Economie, met als eerste spreker het lid Laçin namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Molen namens het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, dank u wel. De Raad van State heeft een vrij uitzonderlijk rapport uitgebracht, een ongevraagd advies, waarin hij ingaat op de digitalisering van de overheid, iets waarover we in deze Kamer uitvoerig spreken. Gezien het rapport lijkt het ons als CDA-fractie verstandig om met elkaar daar het debat over te voeren. Vandaar dat ik het kabinet vraag een brief te sturen met een reactie op het advies van de Raad van State, en om een debat met de staatssecretaris van BZK in te plannen.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De heer Alkaya (SP):

Steun namens de SP-fractie.

De heer Middendorp (VVD):

Steun namens de VVD.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. Ik zou ook graag een brief voorafgaand aan het debat willen. Het heeft natuurlijk ook raakvlakken met Justitie, dus misschien kan het een gezamenlijke brief van BZK en Justitie worden.

De heer Öztürk (DENK):

Steun vanuit DENK, maar ook een brief voorafgaand.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun van de ChristenUnie.

De heer Verhoeven (D66):

Belangrijk onderwerp. Brief akkoord. Het debat wil ik ook steunen. Maar als het AO dat al gepland staat over dit onderwerp, eerder komt dan het debat, dan zou ik de heer Van der Molen in overweging willen geven om dan het debat niet te doen, zeker omdat we met begrotingen en zo heel veel plenair hebben. Dus alle steun, maar graag even kijken naar de haalbaarheid van een plenair debat.

De voorzitter:

Prima. Mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, ik zit op dezelfde manier erin.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid.

De heer Van der Molen (CDA):

Fijn.

De voorzitter:

En er is ook iets meegegeven, wat ik natuurlijk van harte ondersteun.

De heer Van der Molen (CDA):

Dat begrijp ik. Ik neem het in overweging tegen die tijd.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van den Berg namens het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen zaterdag konden wij lezen in het Algemeen Dagblad dat de ggz-kliniek Altrecht na zelfdoding van een patiënte de familie een excuusbrief had geschreven. Daar zat ook nog een hele toelichting, een heel verhaal bij van hoe het allemaal was gekomen dat dit meisje uiteindelijk zelfmoord had gepleegd. Wat mij met name opviel, was het statement dat mails en brieven van de officier van justitie en de landsadvocaat onbeantwoord blijven.

De voorzitter:

En u wilt een debat?

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Over dat dat zomaar kan, wil ik graag een brief en een debat met de staatssecretaris van Volksgezondheid.

De heer De Lange (VVD):

Het is een in- en intriest geval waarover we hebben kunnen lezen in de krant. Geen steun voor een debat, maar wel steun voor een brief waarbij de onderzoeksresultaten aan de Kamer worden medegedeeld.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit is een heel verdrietige zaak. Ik vind het ongemakkelijk naar de familie en het personeel toe om daar nu gelijk politiek een debat over te voeren. Mijn fractie stelt dus voor om wel om een brief te vragen en daarmee ook de vragen van de CDA-fractie te beantwoorden, maar niet om gelijk een debat te voeren.

Mevrouw Diertens (D66):

Ik sluit me bij de vorige sprekers aan.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. Het is een heel heftig verhaal. Wij zijn ook geschrokken van het bericht. We hebben inmiddels ook schriftelijke vragen gesteld over deze zaak. Het lijkt mij wel goed om dat eerst af te wachten en eventueel de brief waar net om gevraagd is met aanvullende informatie af te wachten, zodat we niet al een debat voeren zonder dat we al die informatie hebben. We wachten dus nog effe tot die informatie er is.

De heer Renkema (GroenLinks):

Wij hebben een AO aangevraagd over de ggz. Daar zou ik graag deze zaak bij willen betrekken. We verlenen wel steun aan een brief maar niet aan een apart debat.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, steun voor een brief.

De heer Stoffer (SGP):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Dik. Ik vond dat ze het prachtig verwoordde.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Een heel trieste aangelegenheid, maar het snelst lijkt mij een brief, om het dan toe te voegen aan het algemeen overleg dat reeds gepland staat.

De voorzitter:

Mevrouw Van den Berg, u heeft geen steun, dus ...

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Maar wel een brief.

De voorzitter:

Ja, natuurlijk.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Het bekendste plan van het kabinet-Rutte III is het voorgenomen afschaffen van de dividendbelasting. Daarom is het belangrijk dat er vorige week, op basis van een WOB-procedure, nieuwe documenten openbaar werden gemaakt, waaruit bleek dat er al veel langer plannen waren voor de afschaffing en daar al veel langer over gesproken werd. Maar je zag toch ook dat cruciale informatie werd weggelaten, ook informatie die van veel recentere datum is, zoals de beoordeling door ambtenaren van 9 november 2017. Mijn collega Lilian Marijnissen heeft daar vanmiddag vragen over gesteld; dat gold ook voor mijn collega Jesse Klaver en anderen. Toen zei de minister-president dat als we die belasting niet afschaffen, we een onaanvaardbaar risico met de structuur van onze economie nemen.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat?

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Ik zit te bibberen bij dat vooruitzicht. Dat is ons nooit eerder gebleken, er is geen ambtenaar die dat vindt. Ik vraag om een debat met de minister-president.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Steun voor het debat.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Ik denk dat het kabinet het recht heeft om af te zien van die ernstige dwaling. Om die reden steun ik deze oproep van harte.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Geen steun voor het aanvragen van dit debat. We hebben heel dichtbij nog een drietal momenten waar we over het afschaffen van de dividendbelasting én alle andere maatregelen gaan spreken.

De heer Baudet (FvD):

Steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Wat ons betreft geen steun. We gaan hier volgende week al over spreken bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Voor die tijd is volgens ons niet zinvol meer. Dus geen steun.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Ik hoop dat de algemene beschouwingen over heel veel meer gaan, dus in ieder geval steun voor dít debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Ik hoop dat het afschaffen van de dividendbelasting na volgende week van tafel is, maar ik kan me zomaar voorstellen dat dat nog niet het geval is, dus dan kan dit debat maar alvast op de lijst staan. Dus volmondige steun.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, geen steun voor dit debatverzoek. Volgende week zijn de Algemene Politieke Beschouwingen, twee weken later de Algemene Financiële Beschouwingen en een paar weken later is het Belastingplan aan de orde. Dan willen we het daar graag over hebben. Wel steun voor het verzoek om dit soort WOB-besluiten ook aan de Kamer te sturen, want het was een beetje raar dat de Kamer op de rijkspagina voor de WOB-besluiten moest gaan lezen welke stukken er zijn. Die kunnen gewoon hiernaartoe gestuurd worden.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, ook geen steun. We gaan hier nog heel vaak over praten, ook over de inhoud van deze maatregel. Wel steun om de stukken naar de Kamer te laten sturen, zoals collega Omtzigt zei.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Geen steun. Ik kan aansluiten bij de voorgaande collega's.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, dan wil ik u verzoeken over te brengen dat ik in ieder geval graag een onderbouwing wil van de stelling dat het een onaanvaardbaar risico voor de structuur van onze economie is. Ik wil die voor Prinsjesdag ontvangen, want het is nogal een mededeling.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Helvert namens het CDA.

De heer Van Helvert (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Vele malen heb ik reeds met collega Omtzigt vragen gesteld over welke steun we nu geven aan welke groeperingen in Syrië in de oorlog tegen het regime van Assad. We hebben daar geen duidelijk antwoord op gekregen van de regering. Daarom hebben we ook zo vaak vervolgvragen moeten stellen. Gister en hedenochtend kwamen Nieuwsuur en Trouw met nieuwe onthullingen over onder andere welke groeperingen er zijn gesteund. Ook is er sprake van geweest — dat feit ontkende de regering tot nu toe — dat groeperingen zijn gesteund die mensenrechtenschendingen begaan, die samenwerken met terroristische organisaties, die kindsoldaten inzetten en die woonwijken zomaar aanvallen. Daarover wil ik een debat met de minister van Buitenlandse Zaken. Dan zult u zeggen "dat kunnen we gelijk doen", maar nee, dat is niet het geval. Er staan nog schriftelijke vragen van de heer Omtzigt en mij open en daar wil ik eerst een antwoord op. Vervolgens wil ik alle collega's de mogelijkheid geven om extra aanvullende vragen te stellen naar aanleiding van de onthullingen gisteren en heden door Nieuwsuur en Trouw, om vervolgens een debat te houden. Dan denk ik zelf aan de week na Prinsjesdag.

De voorzitter:

Dus u heeft al een planning gemaakt.

De heer Van Helvert (CDA):

Ja. Ik dacht: ik faciliteer de voorzitter eens even.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter, het is redelijk ongelofelijk en schokkend dat het kabinet een oorlog steunt en gewapende groepen steunt, al dan niet door het leveren van goederen, onder de noemer van bestrijding van terrorisme, terwijl het jihadistische groepen blijken te zijn. Dit ondanks alle zorgen en internationale en nationale vragen. Daarom steun voor dit debat, maar ik wil het kabinet en de minister ook vragen om alle informatie over de vraag welke groepen op welk moment met welke middelen zijn gesteund vrij te geven, evenals een rapport dat de Kamer nog steeds onbekend is. Ik vind dat alle informatie hieromtrent nu echt openbaar moet.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter, al vanaf 2013 steunt de PVV het stopzetten van die rare hulp aan gewapende groepen. Ik steun met name het voorstel van de heer Van Helvert dan ook heel graag.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, ik kan nu heel flauw gaan zeggen dat we eigenlijk nooit in Syrië aanwezig hadden moeten zijn als Nederland. Ik vind het een knap staaltje onderzoeksjournalistiek van Nieuwsuur; dat mag ook weleens gezegd worden. Het is een ontluisterend beeld, schokkend, woorden schieten tekort. Ik steun het voorstel van de heer Van Helvert met een schriftelijke vragenronde. Maar ja, ...

De voorzitter:

Het moet echt ...

De heer Kuzu (DENK):

... vanwege de Algemene Politieke Beschouwingen, vooruit, de week na Prinsjesdag.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Kortheidshalve: ik steun het gehele verzoek van de heer Van Helvert. Het gaat hier ook om tijdige en volledige informatie aan de Kamer.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, ik steun ook het gehele verzoek. Ik heb het nog niet gehoord, maar misschien heb ik niet goed opgelet. We hebben vrijdag een brief ontvangen, toen deze onthullingen nog niet hadden plaats gehad. Ik zou het op prijs stellen als het kabinet schriftelijk, voordat wij wellicht vragen stellen, zou reageren op de berichtgeving van Nieuwsuur en Trouw. Ik ben ontzettend benieuwd wat ze daarvan vinden.

De heer Baudet (FvD):

Steun.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, steun voor het hele verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, we waren even in de veronderstelling dat de heer Van Helvert namens de drie andere partijen ...

De heer Van Helvert (CDA):

Excuus! Mevrouw de voorzitter, ik ben zwaar in gebreke gebleven, excuus daarvoor. Namens de gehele coalitie, dat wil zeggen namens de VVD, namens D66 en namens de ChristenUnie — en mijn nederige partij het CDA sluit zich daarbij aan — zou ik het voorstel willen doen om hierover een debat te houden. Excuus, beste collega's.

De voorzitter:

Dank. Eigenlijk wil de hele Kamer een debat.

De heer Van Helvert (CDA):

Ik kan mij er ook in vinden dat er naast een antwoord op de openstaande vragen een reactie komt. Ik vind het prima als de regering die erbij doet. Ik vind het ook goed dat heroverwogen wordt welke stukken openbaar zijn en welke niet, want de Syrische rebellen lijken transparanter te zijn dan de regering.

De voorzitter:

Zo! Dank u wel, meneer Van Helvert. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Laçin.

De heer Laçin (SP):

Gisteren kopte het AD dat chemiebedrijf Chemours in Dordrecht de uitstoot van GenX, een giftige stof, gaat minimaliseren. Dat is goed nieuws voor de omwonenden en het milieu, zou je zeggen. Maar nog geen uur later kregen we een brief van de minister waarin staat dat datzelfde bedrijf een dwangsom van 1 miljoen euro opgelegd heeft gekregen door de provincie Zuid-Holland omdat het PFOA loost, terwijl het dat al vijf, zes jaar niet mocht lozen. Ik kan een apart debat aanvragen. Daar zou ik alle steun voor krijgen, denk ik.

De voorzitter:

Maar?

De heer Laçin (SP):

Dat doe ik niet, want ik heb al een debat op de lijst staan. Ik wil graag dat dat debat binnen een maand wordt ingepland en dat deze brief bij dat debat wordt betrokken.

De voorzitter:

Het gaat dus eigenlijk om het debat dat op de lijst staat. Welk debat was het ook al weer?

De heer Laçin (SP):

Nummer 34.

De voorzitter:

Ja, ik zie het. Wat goed van u.

De heer Laçin (SP):

Ik zat er een beetje naast.

De voorzitter:

Het is nummer 33. Bijna. Het verzoek is dus om dat debat eerder te plannen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het is inderdaad krankzinnige berichtgeving. Eerst komt het goede nieuws dat GenX eruit gaat, waarbij het gaat om 99%, en dan komt het nieuws dat een verboden stof al vier keer in anderhalve maand tijd is geloosd. Het is heel goed om daar snel over te spreken, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Aangezien de lozingen van het verboden PFOA nog steeds doorgaan, heel veel steun om zo snel mogelijk dat debat te voeren.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Er lijkt mij niet direct een enorme urgentie te bestaan. Volgens mij staat het debat op de lijst om ingepland te worden. We wachten gewoon af wanneer het ingepland wordt.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Eens met de VVD. Nu geen steun.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Mijn reactie is ook in lijn met de VVD: het debat wordt gepland, maar dat hoeft niet binnen 28 dagen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Naar mijn weten stond er al een debat hierover op de rol. Laten we inderdaad kijken wanneer we dat kunnen inplannen. Nu geen steun.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Ik ben blij met de berichtgeving rondom Chemours, maar ik steun het niet dat er op dit moment urgentie is om dit debat te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Er wordt een stof onvergund ...

De voorzitter:

Nee, meneer Laçin.

De heer Laçin (SP):

... al vier, vijf jaar lang geloosd. Het gaat om een kankerverwekkende stof.

De voorzitter:

Nee. Ik ga door. Het spijt mij heel erg. U moet dit echt in een debat zeggen en niet tijdens de regeling, want anders moeten de anderen daar ook op reageren.

De heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, beste, geachte collega's, kunt u zich voorstellen dat de hele bevolking van Nederland te maken heeft met willekeurige opsluiting, mishandeling en indoctrinatie in politieke heropvoedingskampen? We kunnen er volgens mij niet bij. Toch gebeurt het wel in het oosten van wat wij tegenwoordig kennen als China, waar de Oeigoerse identiteit compleet wordt uitgewist. Dat is aan de orde gekomen in een rapport van Human Rights Watch. Ik wil graag een brief van de minister van Buitenlandse Zaken en ik wil daar graag een debat met hem over voeren, om als Nederland daar een rol in te nemen.

De voorzitter:

Wie hierover?

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, steun voor het verzoek om een brief te krijgen met nadere opheldering over wat daar precies gebeurt. Zeker wat er over de massale opsluiting in heropvoedingskampen in het rapport staat, is behoorlijk schokkend. Ik krijg die brief graag binnen een week, want dan kan die misschien bij de volgende RBZ betrokken worden. We zullen dan kijken waar dat op een goede manier behandeld kan worden.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. Of wel?

De heer Omtzigt (CDA):

Voor de helft van het verzoek. Voor het verzoek om die informatie te ontvangen wel, maar niet voor het debat.

De voorzitter:

Voor een brief is geen steun nodig.

De heer Kuzu (DENK):

Het glas is halfvol of halfleeg.

De voorzitter:

Precies. Een brief heeft echt geen steun van een meerderheid nodig, dus het gaat echt om het debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat over die brief begrijp ik, voorzitter, maar het is wel goed als die brief er snel is, zoals de heer Omtzigt zegt, zodat we dan kunnen beslissen wat de eerste de beste gelegenheid is om het te bespreken. Als dat een apart debat vereist, dan steunt mijn fractie het verzoek van de heer Kuzu.

De voorzitter:

En nu?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als de brief er zo snel is dat die geagendeerd kan worden voor het AO RBZ, dan is dat prima wat mij betreft.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat hangt af van wanneer de brief komt.

De voorzitter:

U steunt het verzoek of niet.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ja, ja.

De voorzitter:

Dan is dat helder.

De heer Laçin (SP):

Steun.

Mevrouw Becker (VVD):

Nu geen steun voor het verzoek, voorzitter. Wel steun voor een brief, maar niet voor een apart debat.

De voorzitter:

Dan de heer Laçin. Nee, hij is al geweest. De heer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, steun.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor de brief, maar het snelste moment is het AO RBZ. Dus ik ga het met de heer Kuzu daar aan de kaak stellen.

De heer Kuzu (DENK):

In ieder geval goed dat de brief er gaat komen. Ik zet het voor de zekerheid toch op de lijst van dertigledendebatten. Als er tijdens een AO RBZ in voldoende mate over wordt gesproken, halen we het ervan af.

De voorzitter:

Prima. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. We voegen dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten.

De heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. De Correspondent heeft weer degelijke onderzoeksjournalistiek bedreven en een uitgebreid artikel geschreven over het lekken van olie- en gasputten en het lekken van methaan, een heel sterk broeikasgas. Wereldwijd is dit een groot probleem, maar ook in Nederland hebben we daar problemen mee. Ik wil graag een debat hierover met de minister van Economische Zaken en Klimaat. Voorafgaand daaraan wil ik een brief waarin hij reageert op dit stuk en aangeeft of hij vindt dat er additioneel beleid nodig is, maar ook ingaat op de vraag hoe hij de risico's ziet van het opslaan van CO2. Kunnen we dat soort putten wel echt goed afsluiten?

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Dit probleem speelt al een tijdje. Ik heb daar afgelopen reces ook schriftelijke vragen over gesteld. Die zijn nog niet beantwoord. Ik denk dat we dat even af moeten wachten. Wel steun voor dit debat.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter. Ik zou graag een brief willen voor het AO Mijnbouw, dat later deze maand plaatsvindt. Ik hoop dat ook de schriftelijke vragen van de heer Wassenberg vóór dat AO zijn beantwoord. Dan kunnen we dit onderwerp nog deze maand met de minister bespreken. Dus geen steun voor het debat.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Traditiegetrouw steun ik de heer Van der Lee. Ik voel aankomen dat heel veel collega's "AO Mijnbouw" gaan zeggen. Volgens mij voel ik dat goed aan; ik ken de coalitiepartijen een beetje. Maar volgens mij is dat AO daar te vol voor, want we hebben ook het belangrijke onderwerp zout. Ik zou willen voorstellen om dat AO op te knippen, wat uiteraard kan via de pv. Maar ik zou dat de collega's die nu allemaal "AO Mijnbouw" gaan roepen wel in overweging willen geven, want dat AO is echt heel erg vol. Daarom steun ik de heer Van der Lee.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb dezelfde lijn als collega Jetten. Ik wil vanmiddag in de procedurevergadering ook voorstellen om het AO met een uur te verlengen. Ik merk dat daar brede steun voor is.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Beckerman.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Brief en AO Mijnbouw.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook voor de ChristenUnie geldt dat de brief heel welkom is. Die brief agenderen we voor het AO Mijnbouw, dat waarschijnlijk verlengd gaat worden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voor de zekerheid zet ik het debat toch even op de lijst van dertigledendebatten, maar we gaan het in de procedurevergadering toch proberen anders te regelen. Dan trek ik het wel weer in.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dat is goed. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. We voegen dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten.

De heer Alkaya namens de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om een debat aan te vragen naar aanleiding van de schikking die ING heeft getroffen, waardoor bankiers weer niet voor de rechter verschijnen. De minister van Financiën noemde dit toen "buitengewoon ernstig". We hebben vandaag een brief van de minister ontvangen waarin wordt bevestigd dat het kabinet de schikking gewoon heeft goedgekeurd. Krokodillentranen dus van de minister. Deze brief roept veel vragen op. Volgens mij moeten we het daar zo snel mogelijk over hebben, deze week nog. Dat is mijn voorstel. Wat mij betreft kunnen we het samenvoegen met het dertigledendebat over naleving van wet- en regelgeving door de banken. Dan kan dat van de lijst.

De voorzitter:

Dus het gaat om het samenvoegen van twee ... Of?

De heer Alkaya (SP):

Nee. Vorige week was er een meerderheid voor een debat. Ik zou graag dat debat deze week willen voeren en daar een breed debat over banken en hun wangedrag van willen maken.

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. In de brief spreekt de minister over een aantal antwoorden van DNB die nog niet binnen zijn. Die zijn vrij relevant, dus wij hebben geen behoefte om nu met spoed een debat te voeren. Dat kunnen we op een later moment bepalen, als die vragen wel beantwoord zijn.

De voorzitter:

Ik weet niet wie er eerder was; ik ga gewoon het rijtje af. De heer Tony van Dijck namens de PVV.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Er wordt veel gesproken over ING. Daar hebben vreselijke toestanden plaatsgevonden. Ik zou daar dus graag zo snel mogelijk over debatteren.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Het is natuurlijk buitengewoon uniek dat iemand die de wet overtreedt iemand op bezoek krijgt die zegt: "Wat voor straf had je gewild? Hoe moeten we dat met elkaar doen?" Dus steun voor dit verzoek, zeker.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Steun. Daar komt vandaag nog bij het vertrek van de CFO van ING.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Geen steun.

De heer Sneller (D66):

Wij hebben dat debat vorige week ook gesteund, maar het lijkt me het beste om het debat in te plannen als de antwoorden van De Nederlandsche Bank ook binnen zijn.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Gedrag en cultuur binnen de bankensector zijn al jaren een probleem, dus ik zie niet helemaal de reden voor spoed nu. Ik ga graag in gesprek met de heer Alkaya tijdens het debat dat we vorige week gesteund hebben, maar nu geen steun.

De voorzitter:

Meneer Alkaya, u heeft geen meerderheid voor het verzoek.

De heer Alkaya (SP):

Ja, er zou geen reden zijn tot spoed. De woordvoerders zeggen allemaal iets anders in de media; dat is wel jammer.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik tot slot naar de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Tweeënhalf uur geleden kregen we van de staatssecretaris van IenW een brief over de kerncentrale in Tihange. Daar is een onderzoek gedaan. Het FANC, de nucleaire waakhond, kan niet instaan voor de veiligheid van die kerncentrale. Er is een afwijking aan het veiligheidssysteem. De robuustheid van de betreffende gebouwen staat ter discussie. Er zijn dus heel veel problemen, voor de zoveelste keer. Er staat al een debat van mij op de lijst, volgens mij op nummer 6 of 7. Ik wil vragen om dat snel in te plannen. Misschien zullen mijn collega's zeggen: weet je wat, we maken er een meerderheidsdebat van.

De voorzitter:

Het is al een meerderheidsdebat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Excuus, dan vergis ik me daarin, voorzitter. Maar ik doe in ieder geval het verzoek om dat snel in te plannen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik weet niet waar we nu nog op moeten reageren. Alleen op het snel inplannen?

De heer Wassenberg (PvdD):

Snel, ja.

Mevrouw Beckerman (SP):

Daar ben ik uiteraard helemaal voor.

De voorzitter:

Dat dacht ik al.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Volgens mij is er geen reden voor paniek en staat het ook al vrij hoog op de lijst. Het komt dus vanzelf aan de orde.

De heer Ziengs (VVD):

Eens met die stelling.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het is een belangrijk onderwerp. Het gaat niet over paniek; het gaat over terechte zorgen. Laten we het dus snel inplannen.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Ik ben benieuwd wanneer het ingepland gaat worden.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Öztürk (DENK):

Wel steun.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun.

De voorzitter:

Meneer Wassenberg, er is geen steun voor het eerder inplannen van het debat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het staat niet heel erg laag op de lijst, dus ik hoop dat het inderdaad toch binnen drie of vier weken kan plaatsvinden. Maar goed, dat is niet aan mij.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 15.43 uur tot 15.48 uur geschorst.

Voorzitter: Van Toorenburg

Naar boven