22 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten met het oog op het moderniseren van de regeling van internationale samenwerking in strafzaken (herziening regeling internationale samenwerking in strafzaken) (34493);

  • -Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het clausuleren van het recht op contact of omgang na partnerdoding (34518).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 27428-311; 34000-XIII-90; 33930-XIII-11; 31936-207; 27858-128; 27858-256; 27858-257; 27858-126; 28694-106; 27625-295; 27858-195; 27858-194; 21501-20-734; 27858-156; 27858-157; 27858-158; 21501-32-687; 28694-107; 33529-129; 29383-238; 34041-34; 31936-343; 34348-74; 34298-10; 34298-9; 30196-391; 30196-392; 32563-43; 32563-44; 26991-377; 21501-32-769; 33750-XIII-74; 28973-144; 34270-17; 34550-XVI-65.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Participatiewet, met als eerste spreker het lid Karabulut namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu mevrouw Leijten het woord.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij bespreken donderdag de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. In de tweede nota van wijziging over deze wet die aan de Kamer is gestuurd wordt in hoofdstuk 14 ook de Wet zorg en dwang enorm vertimmerd, enorm gewijzigd. Deze Kamer heeft dat wetsvoorstel naar ik meen al in 2013 aangenomen na een debat met de staatssecretaris. Mijn verzoek is daarom of de staatssecretaris ook aanwezig kan zijn. De kern van die wet is in dat hoofdstuk 14 van de tweede nota van wijziging namelijk echt veranderd.

De voorzitter:

Tenzij iemand er nog een opmerking over wil maken, stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering ...

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ter ondersteuning: het klopt inderdaad, dus ik vind het een logisch verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik sluit mij daarbij aan.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voor ons hoeft het niet per se.

De heer De Lange (VVD):

Wij hebben er geen behoefte aan. Er zijn een minister en een staatssecretaris aanwezig. Het kabinet spreekt met één mond.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bashir namens de SP.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Rondom de Belastingdienst speelt een aantal zaken. Allereerst gaat het natuurlijk om de continuïteit van de Belastingdienst op de korte termijn, maar ook op de lange termijn. Het gaat om het optreden van de staatssecretaris rondom de vertrekregeling, maar ook om het informeren van de Kamer. Over deze laatste zaken zou ik graag een brief willen hebben van de staatssecretaris, nog deze week te ontvangen. Dan kunnen wij er meteen met hem over debatteren.

Het zou fijn als wij in die brief ook meteen een reactie krijgen op de uitzending van ZEMBLA die morgenavond zal plaatsvinden. Daarin schijnt een en ander gezegd te worden over de informatievoorziening aan de Tweede Kamer.

De voorzitter:

U weet er alles van?

De heer Bashir (SP):

Als wij een debat willen voeren, moeten wij alles bij de hand hebben. Ik heb begrepen dat die uitzending van ZEMBLA zaken kan bevatten die de informatievoorziening raken. Dat punt kunnen wij dan meteen bij het debat betrekken.

De voorzitter:

Wie hierover? De heer Omtzigt heeft ook de uitzending van ZEMBLA gezien.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil pas over de uitzending van ZEMBLA oordelen op het moment dat deze uitgezonden is. Dan hebben we haar allemaal kunnen zien. Ik heb een vermoeden wat er in die uitzending van ZEMBLA zit. Maar alle gekheid op een stokje: ik steun graag het verzoek om een debat ofwel deze donderdag, ofwel volgende week donderdag. Daarvoor ben ik samen met mevrouw Maij als brexitrapporteur weg, maar het zou fijn zijn als ik erbij kon zijn. Ik wil graag praten over de problemen die in de elf rapporten en brieven — elf rapporten en brieven! — aan de Kamer zijn gestuurd. Het AO is daarvoor te kort.

Vanavond hebben wij een hoorzitting. Ik heb gevraagd of mijn Kamervragen voor de hoorzitting beantwoord kunnen zijn omdat de commissie-Joustra drie documenten gevonden heeft waarin staat dat het hele managementteam, dus alle mensen rondom de heer Wiebes, precies wist dat er een RVU-heffing aankwam, terwijl hijzelf dat in de Kamer altijd heeft ontkend.

De voorzitter:

Samenvattend: u wilt volgende week een debat en een brief.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil een debat volgende week en die drie documenten wil ik voor 19.00 uur vanavond ontvangen, zodat wij die met de commissie-Joustra kunnen bespreken. De staatssecretaris heeft namelijk altijd ontkend dat hij waarschuwingen heeft gehad.

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek van de heer Bashir.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ga vooral woensdagavond naar ZEMBLA kijken. Ik ben heel nieuwsgierig wat daar gebeurt.

De heer Bashir (SP):

Morgenavond!

De heer Van Weyenberg (D66):

Exact; woensdag, zei ik. Ik steun het verzoek. Het lijkt mij belangrijk om er hier in deze zaal over te praten. Er is al veel over gewisseld. Door de commissie van wijzen zijn grote zorgen geuit over de continuïteit van de Belastingdienst. Dat lijkt mij een debat in deze zaal meer dan waard.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Zonder meer steun, of er nu wel of geen uitzending komt. Volgens mij is er voldoende steun voor een debat. In ieder geval is het wat onze fractie betreft serieus genoeg. Ik steun ook het verzoek van de heer Omtzigt om die brieven vanavond voor 19.00 uur te hebben.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Er is voor donderdag aanstaande een AO gepland, maar dit onderwerp past beter in deze zaal. Ik steun het verzoek om een plenair debat volgende week. Inderdaad moeten de antwoorden op de vragen snel naar de Kamer.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik wil het verzoek graag even opknippen. Terecht vragen collega's om de informatie tijdig naar de Kamer te sturen omdat wij donderdag een algemeen overleg hebben en vanavond een hoorzitting.

Met het tweede deel, het plenaire debat, wil ik nog even wachten. Ik wil eerst het algemeen overleg voeren en dan bepalen hoe wij ervoor staan. Dus informatie: ja, maar het tijdstip van het debat bepalen wij later.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik sluit me aan bij mevrouw Schouten. Als de heer Omtzigt meer tijd nodig heeft voor het AO, zou ik daar wel meer tijd voor willen inruimen. Dat vind ik namelijk niet zo'n goed argument voor het vullen van de plenaire zaal hiermee.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

We hebben nog een hoorzitting. Er komt nog heel veel informatie. Er loopt nog een feitelijkevragenronde. Donderdag is er al een debat geagendeerd. Het lijkt me goed dat we hier snel over praten. Als dat AO moet worden verlengd, ben ik daar wel voor.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor het houden van een debat, mijnheer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Als de Belastingdienst niet functioneert of de continuïteit ervan in gevaar is, is de continuïteit op heel veel andere terreinen waarover we discussiëren ook in gevaar. Dan hebben we immers geen geld om al die dingen te financieren. Dit is een thema dat echt in deze zaal thuishoort, juist omdat het zo'n groot onderwerp is. Ik wil in elk geval die brief hebben. We hebben heel veel informatie gevraagd. Ik zou ook graag een aparte brief ontvangen over de uitzending van ZEMBLA, want anders sta ik hier donderdag weer om om een reactie daarop te vragen. Ik wil toch, ook al willen collega's een AO houden, een plenaire afronding, dus het algemeen overleg in deze zaal plenair afronden. Dat zou donderdag al kunnen zijn.

De voorzitter:

Begrijp ik uit uw woorden dat u nu alvast een VAO aanvraagt?

De heer Bashir (SP):

Ik weet niet of dat per se in een VAO moet. Als het in een VAO moet, dan doe ik het in een VAO.

De voorzitter:

Kom dan donderdag terug, zou ik zeggen.

De heer Bashir (SP):

Het kan ook gewoon een plenaire afronding zijn, een soort derde termijn. Er wordt lacherig gedaan in de zaal, maar dit is echt een belangrijk onderwerp. De staatssecretaris heeft heel veel uit te leggen aan de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bashir. De heer Omtzigt heeft nog een vraag.

De heer Omtzigt (CDA):

Nu hebben we staatsrechtelijk een heel rare figuur. Als je hier vraagt om een derde termijn, is dat maar met één doel: een bepaalde motie indienen. Als dat is wat de collega bedoelt, hoor ik dat graag nu van hem, want dan zou het iets anders moeten zijn. Dan moeten we een debat houden. We kunnen ook na het AO verder kijken, maar nu is het een beetje half.

De heer Bashir (SP):

Het gaat om meer. Uiteraard kunnen we proberen om de staatssecretaris weg te sturen, maar dat is niet wat ik meteen beoog. Dat moet uit het debat blijken. Ik vind het van belang dat de continuïteit van de Belastingdienst niet in gevaar komt. Er kan dus ook een motie worden ingediend waarin wordt verzocht om meteen te beginnen met het werven van personeel voor de vacatures die openstaan. Daarom mijn verzoek om een VAO.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Servaes namens de PvdA.

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. We spraken net in het mondelinge vragenuur al even over de discriminerende maatregel van president Trump. Niet alleen zou ik de minister-president daarover willen spreken, maar ik denk ook dat er heel wat aspecten nog niet aan de orde zijn gekomen. Daarom wil ik spoedig een debat inplannen met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken. Voorafgaand daaraan zou ik graag een brief ontvangen waarin op een aantal zaken wordt ingegaan, in ieder geval op de precieze inhoud en reikwijdte van het decreet, de gevolgen voor Nederlanders met een dubbel paspoort, de gevolgen voor vluchtelingen, mede in relatie tot het VN-Vluchtelingenverdrag, de gevolgen voor Nederlandse bedrijven en ngo's en, in bredere zin, wat de EU hiertegenover gaat stellen, in gedachte hebbend de top die later deze week plaatsvindt.

De voorzitter:

Ik zie allemaal mensen rondom de interruptiemicrofoons staan. Ik geef de heer Ten Broeke als eerste het woord.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik moet bekennen dat ik het begin niet helemaal goed heb meegekregen. Waar het gaat om de brief, ondersteun ik de vragen. De VVD-fractie heeft zelf ook al om een brief gevraagd. Het liefst voor donderdag, want dan spreken we hier sowieso over — ik meen om 11.00 uur — en daarbij is ook de minister-president aanwezig. Dat debat is er al, dus er hoeft niet nog weer een extra debat op te volgen. Dat hebben we heel snel. Voor de brief zelf sluit ik me in ieder geval inhoudelijk aan bij de vragen van de heer Servaes.

De heer De Roon (PVV):

Wanneer iemand hier komt met een verzoek om een debat over de vraag wanneer de Nederlandse regering ter bescherming van de Nederlandse burgers nu eens komt met voorstellen soortgelijk aan die van de heer Trump, zal de PVV graag van de partij zijn. In het debat waar de heer Servaes hier nu om vraagt, zien wij echter niets.

De heer Van Bommel (SP):

Ik denk dat het wijs is om hier verder over te debatteren, maar inderdaad naar aanleiding van de beantwoording van vragen zoals door de heer Servaes gesteld of van thema's die zijn aangereikt. Dat zou dan donderdag kunnen, als we praten over de informele Europese Raad. Maar dat heeft alleen zin als we voldoende spreektijd krijgen. Ik denk dat we daar dus de wens/eis aan zouden moeten koppelen dat we de spreektijd verdubbelen. Dat lijkt me dan redelijk.

De voorzitter:

Verdubbelen?

De heer Van Bommel (SP):

U hebt mij goed gehoord, voorzitter, ik zei "verdubbelen".

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Verdriedubbelen! Nee. Ik wil de verzoeken van de heer Servaes graag steunen. In de brief zou ik ook de internationaalrechtelijke afspraken opgenomen willen hebben waar de minister van Buitenlandse Zaken het over had, en de consequenties daarvan. Voorts wil ik opmerken dat ik het hypocriet vind dat de PVV over de Verenigde Staten zo'n oordeel heeft, maar heel anders omgaat met een land ten oosten van ons.

De voorzitter:

Dat bewaart u voor het debat straks, denk ik. De heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Goedemiddag!

De voorzitter:

Hallo. Fijn om u weer te zien. Dat vind ik nou een leuke opmerking!

De heer Knops (CDA):

Ik heb het verzoek goed gehoord. Ik weet ook dat er nog een AO RBZ is, ongeveer op hetzelfde moment. Ik zou dus voor de praktische oplossing zijn. Ik begrijp dat er veel vragen zijn en het is ook altijd goed om over dit soort zaken te spreken, wetende dat waarschijnlijk niet alle vragen beantwoord kunnen worden. Misschien is er iets van een combi te maken van het verzoek van de heer Servaes over het plenaire debat over de Europese top en het AO RBZ, ook vanwege het feit dat een aantal fracties dezelfde woordvoerders heeft en dat dezen zich niet kunnen delen.

De heer Verhoeven (D66):

D66 wil in ieder geval hierover debatteren. Vragen zoals door de PvdA gesuggereerd zijn een goed idee, net als de brief. Ik sluit me verder aan bij de suggestie van Van Bommel om dit te combineren met het debat over de informele Europese top. Dat lijkt me goed.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. Begrijp ik dat goed?

De heer Verhoeven (D66):

Steun voor het debat, maar dan in combinatie met het debat over de Europese top, met langere spreektijden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor de vragen en steun voor de brief. Voor de rest lijkt het me prima om het te combineren met het debat van donderdag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek van de Partij van de Arbeid. Het meest praktisch lijkt het evenwel om het te doen bij het debat over de Europese top. Wij sluiten ons dus aan bij de suggestie van de heer Van Bommel.

De heer Monasch (Monasch):

Steun voor het verzoek van de heer Servaes, ook voor de brief. Wij zien graag in de brief aangegeven hoe het kabinet in zijn algemeenheid omgaat met beleid ten aanzien van landen die onderdanen uitsluiten, bijvoorbeeld omdat ze uit Israël afkomstig zijn en hun niet wordt toegestaan om bepaalde Arabische landen binnen te komen. Graag ook aandacht daarvoor in de brief: wat is het beleid in het kader van deze discussie? Welke eventuele extra stappen moeten er worden genomen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat laatste verzoek van de heer Monasch steun ik van harte. Misschien kan deze vraag toegevoegd worden aan de vragen van de heer Servaes. Graag een brief. Wat het debat betreft: graag combineren met het debat over de Europese top van donderdag.

De voorzitter:

Mijnheer Servaes, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat, maar wel om dit onderwerp te betrekken bij het debat dat gepland staat voor deze week. Wat het verzoek van de heer Van Bommel betreft: ik zal over mijn hart strijken. Het worden geen dubbele spreektijden, maar ik zal kijken wat mogelijk is, ook in verband met de planning. Ik ga niet onderhandelen over minuten, maar ik weet wat u bedoelt.

De heer Servaes (PvdA):

Het is mij om het even hoe wij het debat noemen. Ik wil alleen de suggestie van collega Knops hierbij betrekken over het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken, al was het alleen maar om de praktische reden dat daarvoor de minister van Buitenlandse Zaken was besteld. Dat overlapt elkaar deels. Laten we er één debat van maken, waarbij we het AO, het reeds geplande plenaire debat en dit belangrijke onderwerp betrekken.

De voorzitter:

Geen bezwaar, zie ik. Dank u wel. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Verhoeven namens D66.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. De stemmen per rood potlood worden verzameld met een systeem. Dat systeem schijnt al zes jaar niet veilig te zijn. De Kiesraad wist dat ook. Minister Plasterk heeft op vragen van D66 geantwoord dat er geen enkel probleem is en dat de verkiezingsuitslag in Nederland niet gehackt kan worden. D66 heeft er al zes weken lang voor gewaarschuwd dat er een risico kan zijn op 15 maart. Daarom wil ik graag op zeer korte termijn een debat met de minister van Binnenlandse Zaken om ervoor te zorgen dat we op 15 maart veilige verkiezingen hebben, die niet gehackt kunnen worden door wie dan ook.

De heer Van Raak (SP):

Ik ben het hier absoluut mee eens. De combinatie ICT en overheid is een drama, maar nu is zelfs ons stemproces in gevaar. Daar moet op heel korte termijn een debat over komen, want anders kan de Tweede Kamer niet haar verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat de verkiezingen van 15 maart eerlijk zullen verlopen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik ben het helemaal eens met dit verzoek. Ik heb mij al een paar keer verbaasd over de verkiezingsuitslag. Of dat met hacken te maken heeft, weet ik niet, maar ik ben het ermee eens dat dit serieus genomen moet worden en dat we hierover een debat moeten voeren.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het voorstel.

De heer Amhaouch (CDA):

Net als de heer Verhoeven hebben wij hier het afgelopen jaar meerdere malen naar gevraagd. Als de Kiesraad dit al zes jaar weet en de minister vorige week antwoorden heeft gegeven die nu al achterhaald zijn, geef ik volledige steun aan dit debat.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Volgens mij hebben we hier bijna Kamerbreed al aandacht voor gevraagd. Ik steun het verzoek om een debat. Inderdaad moet dat debat op korte termijn plaatsvinden, want anders heeft het geen zin meer voor 15 maart.

De heer Taverne (VVD):

Er is wat mij betreft nog een heleboel onduidelijk. Dat zou in een debat kunnen worden verhelderd. Mocht tot een debat worden besloten, waar het naar uitziet, dan wil ik van tevoren een brief van de minister hebben, zodat we iets substantiëlers hebben om over te spreken.

De heer Martin Bosma (PVV):

De PVV heeft geen hackers nodig om de verkiezingen te winnen, maar ik steun toch graag dit verzoek.

De heer Verhoeven (D66):

Chic!

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Om wat de heer Martin Bosma zegt met de hand op het hart te kunnen zeggen, is het misschien nodig om dit debat te voeren! Het lijkt mij ook goed dat we eerst een brief krijgen waarin de minister aangeeft welke opties er zijn om het proces wel veiliger te maken. Alleen al de suggestie dat het niet veilig zou zijn, moeten we wegnemen.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, u hebt een meerderheid voor het houden van dit debat.

De heer Verhoeven (D66):

Wat zijn de mogelijkheden om op korte termijn dit debat te houden, voorzitter? Ik weet dat er een drukke agenda is, maar ook dat de verkiezingen op 15 maart zijn. Als we dit debat na 15 maart houden, spannen we het paard achter de wagen.

De voorzitter:

Ik beloof helemaal niks omdat we een ellenlange lijst hebben met meerderheidsdebatten en dertigledendebatten, waarvan er al heel veel niet eens voor 15 maart gepland kunnen worden. U weet dat ook, mijnheer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

Dat weet ik, voorzitter, maar dit is een unaniem gesteund superspoeddebat.

De voorzitter:

Nou, dat weet ik niet.

De heer Verhoeven (D66):

Ik hoop in elk geval dat dit debat een bijzondere behandeling kan krijgen.

De voorzitter:

We bekijken opnieuw of men vindt dat het zo snel mogelijk moet worden gepland.

De heer Van Raak (SP):

Dit gaat over de integriteit van onze verkiezingen. Zijn onze verkiezingen veilig of niet? Kunnen we de komende verkiezingen op 15 maart veilig organiseren of niet? Dat debat moet zo snel mogelijk gehouden worden. Dat moet deze week nog.

De heer Amhaouch (CDA):

Steun daarvoor. Ik denk dat de prioriteit en de urgentie heel duidelijk zijn.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

We kunnen toch niet het paard achter de wagen gaan spannen? We moeten dit dus doen.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voor mij hoeft het niet per se een plenair debat te zijn. Volgens mij voelen we allemaal de urgentie. Laten we het dan in een AO doen, want volgens mij is er meer ruimte om een AO te houden dan voor een plenair debat, aangezien deze zaal helemaal volgeboekt schijnt te zijn. De urgentie die we allemaal voelen is dat we dit debat zo snel mogelijk willen voeren. Houd het dan in een commissiezaal, zou mijn voorstel zijn.

De heer Taverne (VVD):

Dat vind ik een uitstekend idee van mevrouw Oosenbrug. Ik stel nog steeds voor om van tevoren een brief te krijgen, want ongeacht of we in een AO of in een debat in de plenaire zaal over dit onderwerp spreken, moeten we meer weten van tevoren. Een AO lijkt mij uitstekend geschikt.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De locatie maakt mij ook niet zo heel veel uit, zolang we er maar op korte termijn over kunnen spreken.

De heer Martin Bosma (PVV):

Ik zou het wel toch graag in de plenaire zaal doen. Een zaak van dergelijke importantie moeten we hier op het hoofdveld bespreken.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, er is een meerderheid voor het houden van een debat, maar niet voor het houden van een debat op zeer korte termijn.

De heer Verhoeven (D66):

Dat heb ik ook geconstateerd.

De voorzitter:

Dat dacht ik al.

De heer Verhoeven (D66):

Kijk, ik wil niet alleen de locatie van het debat het breekpunt laten zijn. Een groot deel van de Kamer heeft het kabinet herhaaldelijk gewaarschuwd dat er iets aan de hand is, maar we krijgen voortdurend te horen dat dit niet zo is. De minister heeft vorige week in een brief geschreven dat er niets aan de hand is, terwijl de Kiesraad dit al zes jaar wist. Dat heeft toch wel enig gewicht. Het gaat ook over de uitslag van 15 maart. Misschien is het goed dat we allemaal even nadenken over de plek en de tijd, maar ik zou u toch willen vragen om te bekijken of het plenair kan. Dat hoeft geen debat van zes uur te zijn met dubbele spreektijden, maar wel een snel debat. Dat debat moet gaan over de volgende vragen: wat wist de minister van Binnenlandse Zaken over dit onderwerp? Wat had de Kiesraad kunnen doen? En hoe veilig zijn de verkiezingen op 15 maart?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Tot slot is het woord aan de heer Öztürk.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. "Veel moslims in Nederland leven in angst", zo luidde de kop van een artikel in het AD. Na de aanslag op een moskee in Enschede, de beschieting op een islamitische school, de talloze dreigbrieven en de vreselijke aanslag op een moskee in Canada sluiten moskeeën de deuren tijdens het gebed. Ze zijn namelijk bang voor een aanslag. Dat mogen we niet toelaten. Wij mogen niet accepteren dat religieuze groeperingen zich onveilig voelen.

De voorzitter:

En wat wilt u?

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Daarom wil ik een brief en een debat met de minister van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik deel deze zorgen absoluut. Daarom is die brief van groot belang. We gaan vanmiddag bespreken welke debatten over Veiligheid en Justitie nog snel moeten worden gevoerd. Ik zou eigenlijk de suggestie mee willen geven dat we dit onderwerp daar ook bij betrekken. Dan kunnen we bezien of we daadwerkelijk nog heel snel een debat kunnen voeren. Als ik zie hoe u kijkt, voorzitter, is dat de snelste manier om deze urgente kwestie aan te pakken. Ik zou dan graag willen verzoeken om in de brief op te nemen hoe serieus de politie op dit moment met die aangiftes omgaat. Dat zijn namelijk de zorgen die ik ook hoor: dat mensen aangifte doen en niet het idee hebben dat de politie daar prioriteit aan geeft.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dit zijn terechte zorgen. Wij zien die signalen ook, dus we geven steun voor een brief. Ik vind de oplossing van mevrouw Van Toorenburg echter ook wel een heel elegante. Laten we bekijken hoe we dit onderwerp bij de komende debatten kunnen betrekken.

De heer Marcouch (PvdA):

Deze zorgen komen ons ook ter ore. Ik denk dat die gemeenschap heel erg gebaat is bij adequate en snelle maatregelen. Ik zou dus heel graag die brief willen steunen. Ik wil graag lezen wat de stand van zaken is en welke maatregelen tot nu toe getroffen zijn om moskeeën en die gemeenschap het gevoel te geven dat de overheid waakt over hun veiligheid.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun voor de brief. Het voorstel van mevrouw Van Toorenburg om straks bij de procedurevergadering van V en J te bespreken wanneer en hoe we dat debat kunnen voeren, lijkt me goed.

De heer Van Raak (SP):

Moslims in Nederland moeten zich veilig kunnen voelen, zeker als zij naar de moskee gaan. Er zijn voorzieningen, landelijk en in gemeenten, om bescherming te bieden. Het lijkt mij heel belangrijk dat de minister opheldering geeft over de vraag of organisaties daar gebruik van kunnen maken. Naar aanleiding van die brief kunnen we bekijken hoe we het zo snel mogelijk in de Kamer kunnen bespreken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor de brief. Of het lukt om nog voor de verkiezingen een debat te houden, vraag ik me af. Ik denk dus dat de suggesties van de collega's om het sneller te behandelen waardevol zijn.

De heer Verhoeven (D66):

Ook D66 deelt uiteraard de zorgen van de heer Öztürk. Ik sluit me aan bij de suggesties van de collega's om dit via een brief en/of de procedurevergadering tot een debat en het nodige gesprek te laten leiden.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik dank de Kamer voor haar steun voor de brief. Ik dank de Kamer ook dat we op zeer korte termijn in debat gaan over dit belangrijke onderwerp, waarmee heel veel moslims dagelijks te maken hebben. Ik zou de brief graag snel willen hebben omdat de urgentie groot is. Dan kunnen we snel een debat inplannen.

De voorzitter:

Er wordt een algemeen overleg bedoeld, want u hebt geen meerderheid voor het houden van een plenair debat, maar dus wel voor een debat op een andere plek in de Kamer. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 15.47 uur tot 16.00 uur geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven