2 Vragenuur: Vragen Sjoerdsma

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Sjoerdsma aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over het bericht "Overheid gaat intern toch uit van 94.000 nieuwe asielzoekers in 2016". 

De voorzitter:

Ik heet de minister-president van harte welkom. 

Het woord is aan de heer Sjoerdsma. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik sta hier vandaag een beetje moedeloos. Gisteren waren er vier items in het Journaal over vluchtelingen. Nederlanders voelen zich overvallen en vrezen dat het kabinet geen greep op de zaak heeft. Ik had de premier vandaag graag willen bevragen over vluchtelingen in Macedonië, die in wanhoop door een hek breken. Vandaag had ik de premier een vraag willen stellen over de enorme toestroom die de Griekse eilanden de afgelopen twee maanden te verduren hebben gekregen. Ik had willen vragen naar opvang en integratie in Nederland. Het gaat echter weer over cijfers met een premier die met cijfers goochelt en in de Kamer volhoudt dat het kabinet rekent met 58.000 asielzoekers in 2016, terwijl 600 meter verderop de hoogste ambtenaar voor asielzaken provincies en gemeenten voorhoudt dat het kabinet rekent met 93.000 asielzoekers. Nederland staat voor een heel grote uitdaging: het regelen van fatsoenlijke opvang, snel werk en snel taalonderwijs voor vele duizenden mensen. Je moet dan in ieder geval eerlijk zijn over de feiten en over de uitdaging die ons wacht. Keer op keer lijkt juist dat niet te gebeuren en goochelt de premier met cijfers en definities. Sinds afgelopen Prinsjesdag al vraagt de oppositie om duidelijkheid over asielprognoses en over wat Nederland te wachten staat. Duidelijkheid hebben wij gekregen, niet echter van het kabinet, maar van Nieuwsuur, NRC en Reporter Radio, van journalisten die wel de juiste asielprognoses met de Kamer deelden. Ik heb nu maar één simpele vraag aan de premier: hoe denkt de premier dat zijn gegoochel bijdraagt aan het draagvlak van Nederlanders voor de opvang en integratie van vluchtelingen in onze maatschappij? 

Minister Rutte:

Voorzitter. Het kabinet gaat dit jaar uit van een instroomcijfer van 58.000. Dat is ook het getal dat in de begroting staat. Het is waar dat bij ongewijzigd beleid — wij hebben dit enkele weken geleden nog met de Kamer besproken — dit getal aanzienlijk hoger zal zijn. Wij nemen op dit moment heel veel maatregelen. Wij komen deze week bij de voorbereidingen op de Europese Raad vast nog te spreken over wat we doen in samenwerking met Turkije, wat er gebeurt met de NAVO-missie in de Egeïsche Zee en wat er op dit moment in Griekenland gebeurt. Als voorzitter van de Europese Unie doet Nederland pogingen om dat wat er in de Balkan gebeurt, weer in een Europees kader te laten passen. Dat zijn allemaal belangrijke zaken die nodig zijn om de stroom asielzoekers van Turkije naar Europa in te dammen. Zou je dat niet doen en geen maatregelen treffen, dan moet je inderdaad rekening houden met een veel hogere instroom. Dat zijn de feiten. Het kabinet begroot vanwege al deze maatregelen op een instroom van 58.000 — deze is ongeveer vergelijkbaar met die in 2015 — omdat wij, aan de hand van al deze maatregelen, hard werken aan het beperken van de instroom. Ook die 58.000 vinden wij nog steeds te hoog. 

De heer Sjoerdsma (D66):

De premier gaat niet in op de kern van de zaak. De kern van de zaak is deze. Het kabinet bespreekt met het parlement en met het Nederlandse volk scenario A: er komen 58.000 asielzoekers. Intern, in relatie tot de uitvoeringsorganisaties, het COA en de IND, gaat het over scenario B en staat het getal 93.000 op papier. Wat is nu het leidende getal voor het COA, de IND en voor alle provincies en gemeenten, aan wie het kabinet heeft gevraagd om mee te helpen aan de opvang en de integratie? Is dat 58.000 of 93.000? Dit laatste getal is het getal dat nu naar boven is gekomen dankzij de NRC en Reporter Radio. Herkent de premier het beeld dat er onrust en verwarring is ontstaan bij overheidsorganisaties, juist door deze goocheltrucs? Herkent de premier dat sommige van deze organisaties zeggen dat zij zich zo niet goed kunnen voorbereiden? Herkent de premier dat burgemeesters zeggen dat ze het op deze manier moeilijk vinden om draagvlak te krijgen binnen de gemeente? 

Wij moeten een herhaling van 2015 voorkomen, een herhaling van het gesleep met vluchtelingen, van ziektes zoals krentenbaard die plotseling opduiken en van spanningen die lokaal oplaaien. In 2015 liet het kabinet zich verrassen. Ik zou het heel ernstig vinden als het kabinet zich in 2016 opnieuw liet verrassen, maar ditmaal door zichzelf. 

Ik vraag de premier ook waarom de begroting van het COA niet is aangepast aan de interne cijfers, aan de 93.000. Op deze manier kan ik niet anders dan concluderen dat Nederlanders het recht hebben om te weten wat het kabinet precies verwacht qua asielinstroom en dat Nederlanders erop mogen vertrouwen dat het kabinet er alles aan doet om dat in goede banen te leiden, maar dat de premier van dat alles nu juist helemaal niets lijkt te doen. 

Minister Rutte:

Ik zal het in iets andere woorden doen, maar ik kom toch opnieuw bij het vorige antwoord uit. Als je niets zou doen, dan zou je volgens de prognoses uitkomen op ruim 93.000. Voor het kabinet is dat niet aanvaardbaar. Het zou een ontwrichting van de hele uitvoering betekenen. Het zou naar onze overtuiging zowel maatschappelijk als politiek niet kunnen. Daarom nemen wij een hele reeks maatregelen om de instroom te beperken. Dat valt nu samen met ons Europees voorzitterschap. Ik heb net alle middelen genoemd om de instroom te beperken; ik heb ze eerder "filters" genoemd. Wij werken daar vreselijk hard aan. Wij gaan uit van een instroom die ongeveer hetzelfde is als vorig jaar, wat wij ook nog te hoog vinden. De realisatie van de plekken blijkt ook voor de instroom van 58.000 nog niet op schema te liggen. Er zal nog verschrikkelijk hard moeten worden gewerkt om zo'n instroom te kunnen accommoderen. 

Vanzelfsprekend — dat doe je altijd als verstandige bestuurders — vraag je aan de uitvoeringsorganisaties om rekening te houden met worstcasescenario's. Stel dat het niet lukt, stel dat de instroom toch hoger is, hoe voorkom je dan gesleep met mensen en allerlei ingewikkelde bestuurlijke problemen die ook humanitaire effecten hebben? Daarom houd je altijd rekening met scenario's die niet goed uitpakken. Dat is verstandig beleid. 

Wat het kabinet betreft, zijn alle maatregelen erop gericht om de instroom te beperken. Ik herhaal dat die cijfers omlaag moeten. Ook de 58.000 van vorig jaar was te hoog en zal verder omlaag moeten. Wij zullen erin moeten slagen om de mensensmokkelaars aan te pakken en om met Turkije afspraken te maken. Ik heb er op zichzelf begrip voor dat landen allerlei maatregelen nemen, maar wij zullen aanstaande maandag en bij de top 18 en 19 maart, halverwege deze maand, datgene wat nu op de Westelijke Balkan gebeurt meer in een Europees kader moeten zien te vatten. Het kabinet gaat dus uit van een instroom van maximaal 58.000. 

De heer Sjoerdsma (D66):

De premier heeft geen enkele van mijn vragen beantwoord: niet hoe hij reflecteert op zijn eigen rol in verband met het draagvlak, niet hoe hij kijkt naar de onrust bij burgemeesters en niet hoe hij kijkt naar de verwarring die inmiddels bestaat bij uitvoeringsorganisaties. Ik vraag de premier nog een keer hoe hij reflecteert op zijn eigen rol. 

Minister Rutte:

Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat, als er prognoses komen voor een instroom waarvan ik en mijn kabinetscollega's inschatten dat die maatschappelijk en ook politiek niet aanvaardbaar is, maatregelen worden genomen om die instroom onder controle te krijgen. Die maatregelen nemen wij op dit moment. Tegelijkertijd heb je altijd ervoor te zorgen dat, als maatregelen onvoldoende effect zouden hebben, de uitvoering klaarstaat en rekening houdt met andere aantallen. Misschien mag ik wat dat betreft citeren uit het verslag van de vergadering van 11 februari van de Landelijke Regietafel Verhoogde Asielinstroom, waaraan gisteren werd gerefereerd in NRC. De vreemdelingenketen heeft een prognose gemaakt van 93.000; dat is de meerjarenproductieprognose. Het kabinet vindt deze instroom ongewenst vanwege de zware belasting voor de samenleving en neemt daarom maatregelen om de instroom te beperken tot een niveau vergelijkbaar met 2015. Hier gaat het kabinet bij de begroting dus ook vanuit. Zekerheidshalve krijgt de vreemdelingenketen echter de gelegenheid om zich altijd voor te bereiden als het onverhoopt nodig is op andere aantallen. Er is dus geen verwarring. Het is volstrekt helder wat hier aan de orde is. 

De heer Fritsma (PVV):

Deze premier krijgt helemaal niets voor elkaar bij het oplossen van de asielcrisis. Om dat falen te verdoezelen, goochelt hij steeds met cijfers. Dat doet hij nu ook weer. De PVV vraagt hem om hiermee op te houden en om eindelijk eens een keer te doen wat nodig is: sluit de Nederlandse grenzen en laat geen enkele asielzoeker meer toe. Dan is de asielinstroom nul komma nul en dan hoef je ook niet meer met cijfers te goochelen. 

Minister Rutte:

Een beschaafd land als Nederland zal altijd bereid zijn om mensen die op de vlucht zijn voor levensbedreigende situaties een veilig heenkomen te bieden. Dat zijn we aan onze stand verplicht. Een beschaafd land als Nederland, dat lid is van de Europese Unie, zal altijd proberen om die maatregelen zo veel mogelijk in een Europees kader te nemen. Het is niet zo dat je als samenleving alles aankan. De aantallen van vorig jaar waren simpelweg te hoog. Een verdere verhoging is niet acceptabel. Daarom neemt het kabinet tal van maatregelen om de instroom omlaag te brengen. Daarom vinden er op dit moment ook veel gesprekken plaats. Daarom is het ook van belang dat wat er nu op de Westelijke Balkan gebeurt, het afknijpen van de toestroom vanuit Turkije via Griekenland naar West-Europa, humanitair goed wordt ingepast en dat het Europees goed wordt ingekaderd. Daar werken we op dit moment vreselijk hard aan. Ik heb daar gisteren uitvoerig over getelefoneerd met mijn Duitse collega en met de president van de Europese Raad. Ik zal morgen en donderdag nog vele internationale gesprekken voeren in de aanloop naar de Europese Raad van aanstaande maandag. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik geloof er dus helemaal niks van dat het kabinet daar hard aan werkt. Helemaal niks, want we zijn net teruggekomen van een werkbezoek aan Griekenland en Macedonië. We hebben met onze eigen ogen gezien hoe verschrikkelijk dramatisch de humanitaire situatie daar is voor mensen. Ik wil van de premier weten of het klopt dat hij de Kamer niet alleen verkeerd heeft geïnformeerd over de prognose voor Nederland, maar dat hij hier ook een verhaaltje heeft lopen afdraaien tijdens het debat over onder meer de relocatie van vluchtelingen vanuit Griekenland, waarbij hij zei: we willen als Nederland wel mensen overnemen van Griekenland, maar ze staan niet klaar. Klopt het dat dat ook een onwaarheid is? Wij hebben zelf kunnen constateren dat die mensen wel klaar zijn om door Nederland te worden overgenomen, om van Griekenland, dat overspoeld wordt met vluchtelingen, nu naar Nederland te komen, maar dat de Nederlandse regering er geen trek in heeft. 

Minister Rutte:

Wij lopen als Nederland voorop waar het gaat om het Europese relocatieprogramma. Wij staan in de top van de lijst. Dat past ook bij een land als Nederland en dat past bij onze opvattingen over fatsoenlijke opvang van mensen die op de vlucht zijn. Op dit moment zijn we weer in gesprek met Griekenland om weer een volgende groep mensen over te nemen. Dat gaat moeizaam. De laatste stand van zaken is dat we 28 dossiers hebben gekregen van de Grieken. We hebben om meer gevraagd. De Grieken werken er overigens heel erg hard aan om via hun systemen mensen beter te registreren. Nederland draagt daaraan bij. Ik dacht dat mevrouw Gesthuizen ook op Chios is geweest. Dan heeft ze dat misschien zelf kunnen zien. Ze heeft misschien met de Nederlanders daar gesproken. We werken verschrikkelijk hard aan het versterken van die registratiecapaciteit, maar het feit is dat het op dit moment lastig is voor de Grieken om dat relocatieprogramma vorm te geven. Ze hebben veel op hun bord liggen. Ik verwijt ze dat niet. We helpen ze daarbij. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Deze vluchtelingencrisis vraagt niet om management maar om leiderschap. Ik maak me er echt zorgen over dat de premier het aantal vluchtelingen dat naar Nederland komt omlaag redeneert. Dat neem ik hem ook kwalijk. Waarom maak ik me daar zorgen over? Omdat je nu mensen in Nederland de indruk geeft dat we het op zo'n 58.000 vluchtelingen gaan houden, terwijl de kans heel klein is dat we echt op dat aantal uitkomen. Je organiseert hiermee je eigen nederlaag. Je laat straks weer aan de Nederlandse bevolking zien: het is oncontroleerbaar wat hier gebeurt met de vluchtelingen, we hebben het als politiek niet onder controle. Terwijl we maar één taak hebben, en dat is ervoor zorgen dat we het goed organiseren. Daarom heb ik maar één vraag aan de premier. Kan de premier per maatregel van het kabinet onderbouwen waarom hij ervan overtuigd is dat we het aantal terug gaan brengen naar 58.000 vluchtelingen per jaar? 

Minister Rutte:

Die 58.000 vluchtelingen is te hoog. Ik vind dat het aantal vluchtelingen dat dit jaar naar Nederland komt verder omlaag moet. Dat vindt ook het kabinet. Alle maatregelen zijn daarop gericht. Ik weet dat de heer Klaver lid is van een partij die gelooft in tekentafels waarbij je per maatregel precies kunt zeggen dat er zo veel mensen bij horen. Voor mij als liberaal is dat niet mogelijk. Het samenstel van alle maatregelen moet ervoor zorgen dat de toestroom vanuit Turkije naar Europa omlaaggaat. Dan gaat het vooral om het om zeep helpen van het businessmodel van die bootsmokkelaars. Door hen komen nog steeds mensen om, bijvoorbeeld in de Egeïsche Zee. Ik dacht ook dat de Kamerdelegatie heeft gezien hoe dat werkt, wat er gebeurt als die bootjes aankomen, met welke aantallen dat gaat en welke totaal onoverzichtelijke situatie dat oplevert. Ze hebben gelukkig geen mensen zien omkomen. Leiderschap, zeg ik tegen de heer Klaver nu hij dat woord gebruikt, is dus niet je neerleggen bij de feiten, maar de feiten in ogenschouw nemen en vervolgens maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat je doelstellingen bereikt die je als politiek met elkaar wilt bereiken. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De feiten zijn dat wij te maken hebben met een verschrikkelijke situatie in Syrië en dat er steeds meer vluchtelingen bij komen. Wat wij dan moeten doen, is ons voorbereiden op het worstcasescenario. Als er inderdaad zo rond de 100.000 mensen naar Nederland gaan komen, moeten wij alles op alles zetten en nu ook de middelen vrijmaken om opvang mogelijk te maken in Nederland, om de integratie van deze mensen voor te bereiden. Door nu te zeggen dat er maar 58.000 komen, lopen wij straks weer achter de feiten aan. Ik vraag de premier of hij per maatregel kan aangeven met hoeveel het aantal vluchtelingen naar beneden gaat, juist omdat het kabinet tekentafelpolitiek bedrijft. Het denkt werkelijk waar dat je er met beleidsmaatregelen voor kunt zorgen dat er minder vluchtelingen naar Nederland komen. Dat betwist ik. Daarom moet je uitgaan van die 100.000 vluchtelingen. Daarom vraag ik de premier: maak alstublieft zo snel mogelijk voldoende middelen vrij in de begroting om rekening te houden met en voorbereid te zijn op de komst van 100.000 vluchtelingen. Is de premier daartoe bereid? 

Minister Rutte:

De heer Klaver accepteert feitelijk wat er nu gebeurt en wil daar geen beleid tegenover zetten. Om twee redenen ben ik het met hem oneens. De eerste reden is dat deze coalitie en dit kabinet ervan overtuigd zijn dat het beter is om mensen in de regio op te vangen en ze een goed onderkomen te bieden dicht bij de plek waar ze vandaan komen, zodat ze ook terug kunnen keren als het daar stabiliseert. Dat is in dit geval Turkije, alsook Libanon en Jordanië in belangrijke mate, maar wij hebben het nu vooral over Turkije vanwege deze stroom. De tweede reden is dat ik vind dat wij als politici een opvatting moeten hebben over het volgende. Binnen de context dat wij als fatsoenlijke samenleving, als beschaafd land altijd open zullen staan voor mensen die op de vlucht zijn, moeten wij ons ook afvragen wat wij aankunnen als samenleving. Dat heeft zijn grenzen, al is het maar heel praktisch in wat onze diensten aankunnen. Dan heb je dus maatregelen te nemen om dat te bereiken. Daarom werken wij in Europees verband hard aan de maatregelen met Turkije. Dat gaat moeizaam. Dat levert nog te weinig op. Het is taaie materie. Als dit in één keer was op te lossen, dan hadden wij dat natuurlijk allang gedaan. Ik ga daarmee door omdat ik ervan overtuigd ben dat dat structureel, op de langere termijn, de enige uitweg is. Tegelijkertijd wil ik er zo voor zorgen dat die stroom vluchtelingen in Europa op een goede manier onder controle wordt gehouden. Dat draagt bij aan een verdere afname van die stroom vluchtelingen. Daarbij is bijvoorbeeld heel relevant dat wordt voorkomen dat wat nu gebeurt van Macedonië tot en met Oostenrijk op de Westelijke Balkan, leidt tot een humanitaire crisis, en dat de maatregelen die daar genomen zijn Europees inpassen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik vind het een beetje een triest beeld: een minister-president die vol blijft houden dat hij beleid voert om het aan te pakken terwijl iedereen ziet dat het huis om hem heen aan het afbrokkelen is. Ik hoor de minister-president hier ook spreken over 58.000 vluchtelingen. Heeft hij de eerdere belofte in het Europees Parlement van een stevige daling, die hij later invulde met "richting nul", losgelaten? Als de werkelijkheid straks is dat wij tot die 100.000 mensen gaan, neemt deze VVD-premier dan het beleid over dat hij GroenLinks hier zojuist verweet? 

Minister Rutte:

Ik heb in het Europees Parlement en in een optreden bij Buitenhof twee zaken onder de aandacht gebracht. In de eerste plaats, het beste instrument om de toestroom vanuit Turkije naar Griekenland onder controle te krijgen is om mensen ook weer terug te kunnen brengen naar Turkije. Als dat lukt, hebben wij ons bereid verklaard om uit Turkije mensen naar Europa te brengen. Uiteraard gaat dat om veel lagere aantallen dan de aantallen die nu komen. Op die manier wordt beoogd het businessmodel van die bootsmokkelaars kapot te maken en de irreguliere migratiestroom te stoppen. Als je dat wilt doen waarbij het om serieuze aantallen gaat, is het noodzakelijk dat die irreguliere stroom vanuit Turkije naar Griekenland eerst richting nul gaat. Dat is om dat specifieke instrument mogelijk te maken. Dat is gelukkig niet het enige instrument dat wij hebben, want feit is dat dat instrument op dit moment niet goed werkt. Wij zijn met de Turken in gesprek daarover, alsook over het terugnemen van derdelanders en economische vluchtelingen, maar het gaat moeizaam. Wij gaan bekijken hoever wij de komende dagen weer kunnen komen in de richting van de Europese Raad van maandag. 

Het tweede waar ik het over had, is de optelsom van alle maatregelen die wij nemen: de 3 miljard die wij bereid zijn te steken in de leefgemeenschappen in Turkije om scholen te bouwen et cetera, de NAVO-missie in de Egeïsche Zee waar ik net over sprak, het plan om mensen terug te kunnen brengen naar Turkije en dan veel lagere aantallen regulier naar Europa te brengen, de maatregelen in Griekenland en alles wat wij doen op de Westelijke Balkan. De optelsom van al deze filters moet ervoor zorgen dat de stroom vluchtelingen vanuit Syrië via Turkije naar West-Europa onder controle komt. Daar werken we op dit moment hard aan. Daarbij zal de top van aanstaande maandag belangrijk zijn. We zien dat de tijd ons aan het inhalen is, gezien de gebeurtenissen op de westelijke Balkan waardoor de toestroom via die route naar West-Europa nu praktisch naar nul terugloopt. Dat gebeurt op een manier die humanitair en op de langere termijn niet op deze manier kan. Daarom moet dit op een goede manier Europees worden ingepast. Ik denk dat dat mogelijk is en daar werken wij aan, onder andere door zo snel mogelijk een einde te maken aan het principe dat je mensen van het ene land naar het andere laat doorlopen zonder dat ze in een land asiel hebben aangevraagd. Die zogenaamde way through moet stoppen en dat is een van de zaken waarover we aanstaande maandag in de Raad zullen spreken. 

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP vindt het alleszins gerechtvaardigd dat het kabinet zich niet neerlegt bij aantallen die worden ingeschat bij onveranderd beleid, en daadwerkelijk wil proberen die vluchtelingenstroom naar Europa in te dammen, in combinatie met een betere en menswaardige opvang op een andere plek. Steun voor die inzet, maar ik zie wel het punt dat de collega's benoemen: als dat iedere keer niet uitkomt, roept dat het wantrouwen op van de burgers in ons eigen land. Hoe gaat de minister-president daarmee om? Is hij het met mij eens dat het niet vrijblijvend is om dit als beleidsinzet op tafel te leggen en dat het een grote inzet van het kabinet vraagt om het waar te maken? 

Minister Rutte:

Ik ben het daar zeer mee eens. Wij nemen maatregelen op het Europees toneel. Ik heb dat net uitvoerig besproken: Turkije, Griekenland en de westelijke Balkan. Maar we hebben bij het vorige debat ook al besproken dat je heel eerlijk moet melden aan mensen die hier naartoe komen dat inmiddels de wachttijd voor een eerste asielaanvraag enorm is opgelopen en voor gezinshereniging nog meer. Dat is het effect van de grote aantallen waarmee we te maken hebben. De optelsom van al deze maatregelen en van de gesprekken die wij in de regio met elkaar hebben, moet ertoe leiden dat we erin slagen die aantallen beheersbaar te krijgen, voordat die in het voorjaar naar verwachting weer enorm gaan stijgen. Dat ben ik zeer met de heer Van der Staaij eens. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De minister-president spreekt van het beheersbaar krijgen van de aantallen. Het lijkt een beetje dat de minister-president wel tevreden is dat de vluchtelingenstroom door de Balkanroute nu is gestopt. De Kamercommissie heeft daar een bezoek aan gebracht en heeft de schrijnende situaties ter plekke gezien, de humanitaire ramp die al was voorspeld. Er hoefde maar één land zijn grenzen te sluiten en de andere landen zouden volgen, en precies dat gebeurt er nu. De minister-president zegt dat hij deze humanitaire ramp inziet en Nederland heeft tot nu toe 148 mensen van de 160.000 opgenomen, gerealloceerd vanuit Griekenland. Wat zijn dat voor aantallen? Moet Nederland niet als voorzitter van de Europese Unie een daad stellen en ook nu Griekenland bijstaan om mensen uit die benarde situatie te halen? 

Minister Rutte:

Wij zijn in zeer intensief contact met mijn collega Tsipras en met mijn collega uit Oostenrijk. De minister van Buitenlandse Zaken heeft een reis gemaakt naar Griekenland en naar Macedonië. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is nog zeer onlangs langs alle westelijke Balkanlanden geweest. We zijn er als voorzitter zeer bij betrokken en het is essentieel om een paar dingen te bereiken. De instroom droogt op, maar wat er nu op de westelijke Balkan gebeurt, is natuurlijk niet wenselijk. Het is humanitair, maar ook in de effecten op de langere termijn niet houdbaar. Het is cruciaal dat de westelijke Balkan zijn rol speelt. Het is een belangrijke factor in het onder controle brengen van de stroom vluchtelingen naar West-Europa. We moeten de komende tijd een paar dingen doen. We moeten ervoor zorgen dat wat daar nu gebeurt meer op een Europese leest geschoeid wordt. Daar gaan we maandag op de Europese Raad aan werken. Daarvoor is het nodig dat Griekenland, meer nog dan nu, zijn verantwoordelijkheid neemt om als Schengenland zijn buitengrenzen te bewaken. Daarom moeten we, in lijn met de conclusies van de Europese Raad van half februari, zo snel mogelijk af van de situatie waarin vluchtelingen van het ene land naar het andere land doorlopen, worden "durchgelinkt" zoals de Duitsers zeggen. Dat is een buitengewoon onwenselijk systeem. Mensen horen asiel aan te vragen in het eerste land binnen Schengen waar zij zich melden, zo werkt het systeem. Daar moeten we maandag besluiten over nemen. We moeten natuurlijk ook afspraken maken met de Grieken hoe we het huidige relocatiesysteem dat niet goed functioneert wel goed kunnen laten functioneren. Daarin heeft de heer Voordewind volkomen gelijk. Wij willen ze daarbij logistiek helpen, dat is bekend en dat doen wij al. Wij zijn bereid dat nog veel meer te doen. Wij zijn bereid om humanitair te helpen, maar wij willen ook specifiek dat relocatiesysteem in gang zetten, omdat dat een middel is om deze vluchtelingen, als Griekenland met steeds meer vluchtelingen te maken krijgt, op een fatsoenlijke manier naar de rest van Europa te brengen. Dit gebeurt dan wel zodanig dat niet de vluchteling zelf besluit waar hij naartoe gaat, naar Duitsland, Zweden et cetera, maar dat Europa bepaalt dat je naar Litouwen, Letland, Slowakije of misschien wel naar Duitsland gaat. We moeten van twee dingen af: van die mensensmokkelaars met hun levensgevaarlijke bootjes en van het systeem dat de vluchteling zelf bepaalt naar welk land hij gaat. Ik weet het niet zeker, maar ik ben er wel gematigd optimistisch over dat wij de komende tijd een situatie bereiken waarin het mogelijk is om op beide punten belangrijke afspraken te maken. 

De heer Verhoeven (D66):

Iedereen is het er natuurlijk over eens dat dit een heel moeilijk probleem is. De minister-president zegt dat de oppositie te veel in termen van een tekentafel denkt, maar eigenlijk denkt hij zelf in termen van een tekentafel waar allemaal maatregelen, die hij net heeft genoemd, op liggen. Tegen de gemeenten zegt hij dat het er 93.000 worden en vervolgens zegt hij tegen de Tweede Kamer: het worden er 58.000. In de begroting wordt weer gerekend met 58.000. Na dit hele debat met alle fracties zou ik toch echt van de minister-president willen horen waar de gemeenten rekening mee moeten houden. Is het nu 58.000 of 93.000? En als het er 93.000 zijn, waarom staat dat dan niet goed in de begroting? 

Minister Rutte:

58.000 is het maximale aantal waarmee we rekening houden. Ik vind dat aantal inderdaad te hoog; dat moet lager zijn. Dat vindt het kabinet, dat vindt de coalitie, en daar werken we hard aan. Ik haal nog een keer het gesprek aan met andere overheden: het kabinet gaat bij de begroting uit van 58.000 en zekerheidshalve krijgt de vreemdelingenketen de gelegenheid om zich voor te bereiden op een situatie waarin de maatregelen onverhoopt niet het gewenste effect hebben. Waarom doen we dat? Als dat laatste het geval zou zijn, heb je die voorzorg namelijk te nemen. Het kost immers tijd om opvangplekken te realiseren. Voorkomen moet worden dat er direct tekorten ontstaan als de instroom toch hoger uitvalt. 

Tot slot voeg ik eraan toe dat het helaas een feit is dat we nog verschrikkelijk hard zullen moeten werken, niet om in het ongewenste noodscenario te kunnen voorzien, maar om überhaupt te kunnen voldoen aan de noodzaak van genoeg opvangplekken voor 58.000. Uit de laatste cijfers blijkt namelijk dat de realisatie van deze opvangplekken achterloopt op schema. Het aantal plekken is dus nog niet toereikend om een instroom van 58.000 het hoofd te bieden. Er zal dus nog heel veel werk moeten worden verzet. Dat motiveert mij extra om ervoor te zorgen dat ook het aantal van 58.000 niet gehaald wordt. 

De voorzitter:

Tweede vraag voor het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, voorzitter. Toch even. Het mondelinge vragenuurtje over dit onderwerp begon met de vraag wat de minister-president doet om draagvlak te creëren. Vervolgens hebben we antwoorden gekregen die allemaal in de categorie "bezweringen" vallen. In de begroting staat het aantal van 26.000 vluchtelingen voor 2016. De minister-president zegt nu dat het, mocht het onverhoopt tegenvallen, wel om 100.000 mensen gaat. Wat gaat de minister-president dan doen? Dan hebben we vier keer zo veel vluchtelingen. Dat wil zeggen: vier keer zo veel huisvesting, vier keer zo veel uitkeringen en vier keer zo veel onderwijs aan kinderen. En inmiddels is het 1 maart. 

Minister Rutte:

Dan kom ik toch terug op de discussies die we hier zojuist en vorige week in het debat hebben gevoerd. Daarmee val ik een beetje in herhaling, maar ik doe het natuurlijk graag. 

De voorzitter:

Kort graag. 

Minister Rutte:

Ik merk op dat wij geld reserveren voor een maximale asielinstroom van 58.000. Dat is ook de realisatie van 2015, die daarmee het budgettaire aangrijpingspunt vormt. Dat bereiken wij door allerlei maatregelen te nemen, om de zich aftekenende prognoses van 93.000 te voorkomen. Bestuurlijk vind ik het echter verstandig om ervoor te zorgen — ik heb net het verslag van het gesprek met de gemeenten aangehaald — dat gemeenten altijd de ruimte hebben om te bekijken wat er zou gebeuren als die maatregelen onverhoopt niet dat effect hebben. Waarom doe je dat? Dat doe je, omdat je op dat moment wilt voorkomen dat er direct tekorten ontstaan. Ik zeg er nog een keer bij: op dit moment zou dat aantal totaal onhaalbaar zijn. De huidige inspanningen en het aantal opvangplaatsen zijn zelfs niet toereikend om een instroom van 58.000 het hoofd te bieden, laat staan dat hogere aantal. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer wil een punt van orde maken. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

De minister-president zegt dat er op 58.000 asielzoekers begroot is, met al die consequenties. Dat is niet het geval. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ga toch nog even door op de relocatiecijfers, waarover de minister-president spreekt. Hij zegt dat relocatie uiteindelijk belangrijk is om Griekenland te kunnen ontlasten. We hebben als commissie gezien dat Griekenland zijn stinkende best doet, maar nu in een moeras terechtkomt als het gaat om de grens met Macedonië. We hebben gevraagd of Nederland bereid is om extra dossiers op te nemen. Daarop kregen we ook van de Nederlandse ambassade het antwoord dat dit aanbod van Nederland er niet ligt. Dit aanbod ligt er ook niet van andere landen, maar daaraan kunnen we niet zo veel doen. Hoewel dossiers klaarliggen en mensen gerealloceerd willen worden en zelfs willen afwachten of zij in Bulgarije of Roemenië terechtkomen, neemt Nederland die dossiers niet op. 

De voorzitter:

Wat is uw vraag? 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Je kunt het toch niet met elkaar rijmen dat je aan de ene kant relocatie als oplossing ziet terwijl Nederland aan de andere kant slechts mondjesmaat relocatie toestaat? 

Minister Rutte:

In de eerste plaats reageer ik nog even op het punt van orde. Ik kan mevrouw Keijzer geruststellen dat in de begroting voor 2016 geld is gereserveerd voor een maximale asielinstroom van 58.000. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, ik zie u aanstalten maken om opnieuw te interrumperen, maar ik sta dat niet toe. 

Minister Rutte:

In de tweede plaats reageer ik op het punt van de heer Voordewind. Ik ben het met hem eens. Zeker als Griekenland door de grensafsluitingen op de westelijke Balkan te maken zou krijgen met steeds verder oplopende aantallen, heb je een paar dingen te doen. Relocatie is daarbij heel belangrijk. Naar mijn overtuiging zal het dan ook sneller gaan, simpelweg omdat met de nu onder andere door Nederland geleverde logistieke hulp om mensen te kunnen registreren en door de aantallen die er zijn, de kans veel groter is dat het mogelijk is om mensen uit Griekenland naar andere delen van Europa te brengen. Dat past ook in het beleid van het kabinet en van Europa om niet de asielzoeker te laten besluiten dat hij naar Duitsland gaat. Daarom moeten we ervan af dat mensen doorlopen van het ene land naar het andere land. Daarom moet Griekenland volledig zijn verantwoordelijkheid nemen als frontlijnstaat binnen Schengen. Dit betekent dat het zelf de grens met Macedonië moet bewaken en de grens met Albanië in de gaten moet houden. Daarom is het ook zo belangrijk dat we als Europa bereid zijn om humanitaire hulp te bieden en een succes te maken van het relocatieprogramma. Nederland loopt daarin absoluut voorop, als voorzitter, maar ook als land. Overigens doet Nederland dat met andere landen. We zijn echt niet het enige land, maar we zitten zeker in de kopgroep. 

Naar boven