21 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel tot Wijziging van artikel 417, vierde lid, en van artikel 427 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het tegengaan van het berekenen van dubbele bemiddelingskosten (34207);

  • -het voorstel van wet van het lid Schouten tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet (aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van jongeren) (34156);

  • -het voorstel van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het introduceren van de mogelijkheid tot het overnemen van moties (33959).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 34002-67; 29628-438; 24077- 332; 30196-319; 30196-320.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Wijkverpleging naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 oktober, met als eerste spreker mevrouw Keijzer van het CDA;

  • -het VAO Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 oktober, met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Merkies.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Vorige week kwam van de Europese Commissie een scherpe veroordeling van het Nederlandse beleid om belastingontwijking door Starbucks op grote schaal mogelijk te maken. Ik wil daar graag een debat over voeren. Ik begrijp overigens dat er al een debat is aangevraagd over BEPS. Dat gaat over internationale afspraken. Ik zie dat als een geheel ander traject, want dat gaat over internationale afspraken en dit gaat over de uitvoeringspraktijk in Nederland.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Het is een goede gewoonte dat wij hier geen debatten voeren over individuele belastingplichtigen. Dat is een eerste reden om niet in te stemmen met dit verzoek. De tweede reden is dat het geen afkeuring van Nederlands beleid was. Het is maar een mening van de Europese Commissie. Wij zullen zien of die standhoudt. Dus geen steun.

De voorzitter:

Ik heb overigens begrepen dat uw verzoek gaat over de ruling praktijk in zijn algemeenheid, althans dat concludeer ik.

De heer Merkies (SP):

Ja, maar ik doe dit verzoek naar aanleiding van de uitspraak van de Europese Commissie die dit natuurlijk wel in het kader van een breder onderwerp doet.

De heer Groot (PvdA):

Dit is een belangrijke kwestie, maar zoals de heer Merkies zegt, is hier al een debat over aangevraagd. Daar kan dit prima in meelopen. Wij hebben nog geen stukken van de Europese Commissie ontvangen waarin de zaak verder wordt uitgelegd. Het is ook nog niet bekend of het kabinet in hoger beroep gaat. Ik zou dat willen afwachten en betrekken bij het debat over BEPS dat al is aangevraagd. Mijn voorstel is om dat te agenderen nadat wij klaar zijn met het Belastingplan. Dat is over een paar weken, dus dat is snel genoeg. Dan weten wij ook wat meer over de beweegredenen van de Europese Commissie.

De voorzitter:

Dit betekent geen steun voor een apart debat maar het onderwerp betrekken bij een al eerder aangevraagd plenair debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik wil eerst de mening van het kabinet weten. Dat kan schriftelijk. Ik heb geen behoefte aan een apart debat. Laten wij dit meenemen bij het debat dat al is aangestipt door de heer Groot. Dan voeren wij ook geen enkele discussie over een individuele belastingplichtige.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik steun het verzoek wel en zou daarvoor graag een brief krijgen met onder andere een reactie op vragen als is dit een incident of roept dit brede vragen op over de rulingpraktijk? Als wij die brief op tijd hebben en het nog steeds kan worden samengevoegd met het al geagendeerde debat, heb ik daar geen bezwaar tegen. Maar daarvoor kijk ik ook naar de heer Merkies.

De voorzitter:

U steunt dit aparte verzoek op zich dus wel.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek en voor een brief op korte termijn.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek. Ik zou graag wel de stukken van de Commissie en een reactie van het kabinet daarop willen hebben, want dat discussieert wel zo gemakkelijk. Het hoeft voor mij niet per se samen te lopen met het debat over BEPS, want dat heeft inderdaad een andere focus. Dit verdient voldoende aandacht, omdat het echt wel een serieuze uitspraak van de Commissie is.

De voorzitter:

Dus steun voor een apart debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks wil dit debat ook graag voeren en bovendien van het kabinet horen hoe het deze uitspraak beoordeelt.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie zou graag de uitspraak van de Commissie zien. Wij hebben die nog steeds niet gezien. Mijn fractie wil dus niet snel een brief; als de uitspraak er is, moeten wij gewoon een week de tijd nemen om vragen te stellen waarop het kabinet moet reageren. Zolang we de stukken niet hebben en niet weten wat het kabinet doet, lijkt het me een beetje onhandig om hierover te debatteren. Ik ben er voorstander van om daarna de heer Groot te volgen en om dit samen te voegen met het BEPS-debat, eventueel met een of twee minuten extra spreektijd, want die hebben wij dan wel nodig. Dan kan elke collega zeggen waar zijn zwaartepunt in dat debat ligt. Maar niet heel snel, want ik wil echt de beweegredenen weten en de kabinetsreactie hebben.

De voorzitter:

Geen steun voor een apart debat, begrijp ik.

Mijnheer Merkies, een groot aantal leden verwijst naar een ander, eerder aangevraagd debat. Nu zijn er al veel debatten eerder aangevraagd, maar wij kunnen op dit moment niks onder deze naam vinden. U hebt in ieder geval geen steun van de meerderheid voor een plenair debat over dit onderwerp naar aanleiding van deze individuele zaak.

De heer Merkies (SP):

Om dat voor te zijn, heb ik dat debat zelf ook aangehaald. Ik heb aangegeven, zoals mevrouw Schouten terecht benadrukt, dat het echt twee heel verschillende trajecten zijn. Die vragen allebei aparte aandacht. Ik begrijp dat er geen meerderheid is. Volgens mij zijn er in ieder geval wel 30 leden voor het aanvragen van een dertigledendebat. Dat doe ik dus in ieder geval.

De voorzitter:

Dan gaan we dat doen.

De heer Merkies (SP):

Uiteraard wil ik voor die tijd alle stukken van de Europese Commissie ontvangen en ook de reactie van het kabinet. Dat spreekt voor zich.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Groot, want een meerderheid zegt dat wij dit kunnen betrekken bij het debat dat eerder is aangevraagd, het debat over het rapport van de OESO over de aanpak van belastingontwijking. Wij zullen het dertigledendebat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet zodat er in ieder geval een schriftelijke reactie komt, want daar is wel brede behoefte aan in de Kamer.

U hebt nog een verzoek, mijnheer Merkies.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Vandaag is het bericht gekomen dat ABN AMRO naar de beurs gaat. Wij vinden dat een grote vergissing. Wij willen daarover graag een debat voeren in de Kamer.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Dit is een majeure operatie die veel Nederlanders aangaat. Hierin kan ik de heer Merkies wel steunen.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

De Kamer heeft hierover al uitgebreid gesproken voor de zomervakantie en wij hebben toen een besluit genomen. Wat ons betreft is er geen behoefte aan nog weer een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Wij zijn tegen die beursgang maar wel voor een nutsbank. Wij willen dat debat wel heel graag voeren.

De heer Nijboer (PvdA):

De Kamer heeft hier al twee keer uitgebreid over gedebatteerd, ook plenair. Het principebesluit is genomen en dit is de uitvoering daarvan. Wij hebben er geen behoefte aan om daarover nog een apart debat te voeren.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het debat.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Wij hebben een bank met miljardenverlies verkocht. Dus steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, u hebt niet de steun van de Kamer voor een plenair debat over dit onderwerp.

De heer Merkies (SP):

Het stelt mij teleur dat de coalitie dit niet wil. Overigens staan er nog vragen over dit onderwerp uit die nog niet eens zijn beantwoord terwijl het bericht al naar buiten is gebracht. Dat zou toch op zijn minst betrokken moeten worden bij een debat over dit onderwerp.

De voorzitter:

U hebt niet de steun van de Kamer voor een meerderheidsdebat en overigens ook niet voor een dertigledendebat. Er is dus brede overeenstemming dat wij hierover niet plenair moeten debatteren.

Ik geef het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Afgelopen zondag was helaas het zoveelste halfslachtige Europese overleg over de vluchtelingenproblematiek. Het lijkt mijn fractie goed om daarover volgende week te debatteren, niet alleen over de Balkantop van afgelopen zondag, maar ook over de Europese Top van 15 en 16 oktober. Daarbij kunnen wij ook vooruitkijken naar de extra ingelaste Europese Raad van 9 november. Dit uiteraard voorafgegaan door een brief waarin de verslagen van de twee toppen kunnen worden opgenomen, maar waarin ook de inzet van het kabinet voor de extra Raad op 9 november wordt weergegeven. Ik doe dit verzoek mede namens de ChristenUnie.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt deze verzoeken.

De heer Krol (50PLUS):

Volgens mij staan er vandaag drie bijna soortgelijke verzoeken op de agenda. Zou het niet verstandiger zijn om één groot debat te voeren waarin alle facetten van dit probleem aan de orde komen?

De voorzitter:

Ik interpreteer uw woorden in ieder geval als steun voor dit debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ter toelichting: de debataanvraag van de heer Voordewind is reeds met mijn aanvraag gecombineerd. Vandaar dat ik zei dat ik dit verzoek mede namens de ChristenUnie doe.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Voordewind. Het lijkt mij handig om hem eerder het woord te geven, want hij heeft nog een verzoek staan.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De suggestie van de heer Krol is verwoord door de heer Sjoerdsma. De heer Sjoerdsma heeft dit mede namens mij gedaan.

De voorzitter:

Het verzoek dat u zo dadelijk zou doen, kan dus van de lijst worden geschrapt?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat komt te vervallen, omdat dit is overgenomen door de heer Sjoerdsma.

De voorzitter:

Dank voor uw geduld, mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor de debataanvraag. Ik zou er wel voor voelen om twee aparte debatten te agenderen, omdat voor het debat op verzoek van de heer Sjoerdsma nadrukkelijk de minister-president wordt uitgenodigd. Ook dat ondersteun ik van harte. Bij het verzoek van mevrouw Voortman is dit naar mijn beste weten niet het geval.

De voorzitter:

Dat komt zo meteen. Nu ligt het verzoek van de heer Sjoerdsma voor en dat steunt u in ieder geval ook.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek van de heer Sjoerdsma.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek. Ik juich het samenvoegen toe, want het lijkt mij een goede gedachte om de verschillende onderwerpen van het vluchtelingenvraagstuk zo veel mogelijk in één debat te bespreken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun voor het verzoek. Het verzoek dat ik heb gedaan, is naar mijn mening wel deels anders. Dit gaat over het Europees asielbeleid.

De voorzitter:

Dat kunt u zo dadelijk toelichten, want dan krijgt u het woord.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Sjoerdsma heeft om een brief gevraagd. Het lijkt mij goed dat die zo snel mogelijk komt, opdat wij tijdens het debat geen discussie krijgen over de vraag hoe moet worden geduid wat het kabinet heeft aangegeven.

De voorzitter:

Steun dus voor het verzoek.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Steun voor het verzoek en ook steun voor de uitnodiging aan de minister-president gelet op het feit dat het om de vorige en de volgende top gaat. En ook tijdig een brief met wat exact is afgesproken, waarbij vooral wordt ingegaan op de vraag wat er met Turkije is afgesproken.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij liggen de verslagen al in de Kamer. Ik merkt op dat het verzoek om het terugkeerdebat eigenlijk al aan de orde is geweest in het debat ter voorbereiding op de top van 15 en 16 oktober 2015. Als wij willen terugblikken op een top waarbij de minister-president aanwezig was, lijkt het mij handig om dat heel snel te doen. Volgens mij is er vanmiddag ruimte in de agenda. Wij zouden vanmiddag met de minister-president en de staatssecretaris kunnen terugblikken en vooruitblikken naar de top waar alleen de staatssecretaris heen gaat.

De voorzitter:

Dat is een ander verzoek. Het verzoek van de heer Sjoerdsma is om het volgende week gecombineerd te doen. Dat ligt nu voor. Ik snap wat uw voorkeur is, maar steunt u dat verzoek?

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij is het probleem groot. Wij moeten er snel over spreken. Kijkend naar de Europese agenda — er is bijna elke week een top; is het niet met vakministers dan is het wel met regeringsleiders — moeten wij daar zo snel mogelijk over spreken, liefst vanmiddag. Waarom zouden wij dat niet kunnen doen?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik steun het verzoek om een debat. Het mag van mij vanmiddag en anders in de normale gang van zaken volgende week een AO en daarna plenaire afronding.

De voorzitter:

U steunt in principe het verzoek, maar als het eerder kan, vindt u dat ook geen probleem. Ik zie dat mevrouw Voortman wil reageren op wat de heer Azmani heeft gezegd, maar het lijkt mij netter om eerst de heer Sjoerdsma te laten reageren.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik dank mijn collega's voor de ruime steun. Ik snap de wens om het debat zo snel mogelijk te houden. Iedereen zal zo snel mogelijk willen spreken over de toppen die geweest zijn. Daarentegen merk ik op dat mijn verzoek ook de aankomende raad van 9 november 2015 beslaat. Ik zou graag zien dat wij de tijd hebben om de inzet van het kabinet tot ons te nemen. Vanuit dat oogpunt lijkt het mij onwenselijk om het debat vanmiddag al in te plannen.

De voorzitter:

U hebt gelijk dat er voor uw verzoek om volgende week te debatteren een meerderheid is. Ik ben blij met een Kamer die pragmatisch dingen in elkaar schuift. Wie ben ik om mij daartegen te verzetten?

De heer Fritsma (PVV):

Juist omdat het een gecombineerd verzoek is, dat ook over een komend debat gaat waarvoor wij nog een kabinetsinzet moeten krijgen, is het niet mogelijk om het vanmiddag te doen. De PVV blijft dus het oorspronkelijke verzoek van de heer Sjoerdsma steunen.

De voorzitter:

Dan proberen wij het volgende week in te plannen. Vier minuten spreektijd?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik kijk even naar mijn collega's.

De voorzitter:

Ik moet zelf al lachen als ik het zeg. Ik denk dat wij voor zes minuten gaan. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Voortman, met de opmerking dat ik niet bij ieder verzoek zo soepel zal zijn.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik dacht al: tien minuten spreektijd wil ik ook wel.

De voorzitter:

Nee, ik zei "zes".

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Jammer. Ik heb ook een verzoek om een debat.

Nog steeds reizen er duizenden asielzoekers in Nederland van crisisopvang naar crisisopvang. Ondertussen laat de staatssecretaris weten dat het wel even kan duren voordat hun aanvraag in behandeling kan worden genomen. Hij doet er echter niets aan om de capaciteit van de IND te vergroten. Ik wil graag een debat met hem over het opvangbeleid in Nederland, naar aanleiding van zijn uitlatingen en een door hem gestuurde brief aan asielzoekers.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik deel de visie van mevrouw Voortman dat wij er snel over moeten spreken. Ik weet alleen niet of de plenaire agenda het toelaat om dat op korte termijn te doen. Als dat niet zo is, mag het wat mij betreft ook in een algemeen overleg. Ik steun in elk geval de debataanvraag.

De heer Azmani (VVD):

Wij hebben op 12 november 2015 een algemeen overleg van de commissie gepland. Dat is over twee weken. Dat gaat over opvang en volgens mij kunnen wij het daar goed bespreken. Dus geen steun voor een separaat debat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het is een terecht onderwerp, maar ik steun ook niet het verzoek om een plenair debat. Ik denk dat het AO dat gepland staat, sneller is.

De heer Sjoerdsma (D66):

Als dat AO inderdaad sneller is, dan lijkt me dat verstandiger.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het is belangrijk om er snel over te spreken. Steun voor het inhoudelijke verzoek, maar het is verstandiger om het via een AO te doen.

De voorzitter:

Dat betekent dat u aan het idee steun geeft, maar niet aan de aanvraag. Geen steun voor het debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is een belangrijk onderwerp, maar ook de CDA-fractie geeft er de voorkeur aan om het te bespreken in het AO dat spoedig op de agenda staat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP-fractie.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, ik stel vast dat u niet de steun hebt van de Kamer voor het houden van een plenair debat. U hebt ook gevraagd om een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om die brief te sturen voor het AO ...

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

… dat op 12 november wordt gehouden.

De voorzitter:

Dat op 12 november wordt gehouden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat is over twee weken. Dat lijkt kort, maar als je bedenkt hoe lang mensen al heen en weer gaan van crisisopvang naar crisisopvang, is dat best lang. Dat wil ik nog even gezegd hebben.

De voorzitter:

U had nog een rappel staan. Het woord is opnieuw aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat klopt. Ik heb vragen gesteld aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over diverse onderwerpen Inburgering, naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur over inburgering. Het vraagnummer is 2015Z15888. Ik zou die antwoorden graag ontvangen voor het AO over integratie van komende donderdag.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Hoogland.

De heer Hoogland (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben een brief gekregen waarin staat dat een aantal feitelijke vragen die zijn gesteld door de Kamer, op 6 november beantwoord worden. Daarom is mijn voorstel om de derde termijn van het debat over ProRail tot nader order uit te stellen; totdat die feitelijke vragen beantwoord zijn.

De heer Bashir (SP):

Ik ben niet zo enthousiast over uitstel, maar de staatssecretaris heeft daarom verzocht. Dan ben ik ook de beroerdste niet. Ik ben best bereid om uitstel te verlenen, maar dan moeten we wel afspreken dat we het debat over twee weken echt inplannen.

De voorzitter:

Het verzoek was voor onbepaalde tijd. U zegt dat u het debat niet voor onbepaalde tijd wil uitstellen, maar het over twee weken wil voeren.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb begrip voor de vraag om uitstel, al had ik het wel iets korter gewild. Het was plezieriger geweest als we het debat volgende week hadden kunnen voeren. Maar goed, we zien wel wanneer de antwoorden komen. Het liefst zo snel mogelijk, dus.

De voorzitter:

U steunt het verzoek.

De heer Van Helvert (CDA):

Ik begrijp de vraag van de heer Hoogland naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris, maar het begrip daarvoor neemt natuurlijk wel af, want de vraag is hoelang wij nog moeten wachten op de antwoorden van de staatssecretaris. Er komt steeds uitstel, er komt geen informatie. Steeds moeten we het debat daarop aanpassen, maar uiteindelijk gaat het om het spoor in Nederland. We moeten daar ook steeds langer op wachten. Ik vraag mij af of het echt tot 6 november moet duren of dat wij als Kamer aan de staatssecretaris kunnen vragen om dat gewoon eerder te organiseren. Zij heeft al drie weken gehad om de vragen te beantwoorden.

De voorzitter:

Dat betekent dat u het verzoek om uitstel vandaag steunt, maar dat u het debat zo snel mogelijk ingepland wilt hebben.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

We hebben allemaal belang bij een zorgvuldige beantwoording van de vragen die we zelf hebben gesteld. Als de staatssecretaris zegt dat zij daar wat meer tijd voor nodig heeft, gaan we die aan haar geven. Ik deel de commentaren van mijn collega's van het CDA en de ChristenUnie dat twee weken wel weer heel ruim is. We kunnen de staatssecretaris vragen om alles op alles te zetten om de Kamer in staat te stellen om in de week van 6 november het debat te voeren, dus om te proberen de beantwoording wat naar voren te halen, of anders zo spoedig mogelijk daarna. Die twee weken zijn echt wel ruim. Laten we een beroep op haar doen om de vragen toch iets sneller te beantwoorden.

De voorzitter:

In het verzoek van de heer Hoogland zit: onbepaalde tijd. Die twee weken zijn door de heer Bashir ingebracht.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

"Onbepaalde tijd" zou ik echt niet steunen. De staatssecretaris vraagt ook niet om uitstel voor onbepaalde tijd, maar voor twee weken. Als Kamer moeten we de staatssecretaris verzoeken om alles op alles te zetten om die antwoorden eerder te leveren. Het heeft mijn voorkeur om het debat in die week te voeren. Als dat echt niet kan, dan in ieder geval in de week daarna, maar wel zo snel mogelijk. Het is ook iets wat we niet eindeloos kunnen laten hangen. Dat is ook in het belang van de staatssecretaris zelf.

De heer Hoogland (PvdA):

Ik kan de indruk hebben gewekt dat onbepaalde tijd betekent dat we dat debat nooit gaan voeren. Het was mijn intentie om, naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris, de deadline van 6 november te hanteren. Als ik daarin niet duidelijk was, dan ben ik dat bij dezen.

De voorzitter:

Dat is prima. U wilt dus zo snel mogelijk een debat, begrijp ik.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

We steunen het verzoek. We hechten aan zorgvuldigheid. Bovendien zien we niet wat het spoedeisende aspect is en waarom dit debat dus een week eerder gehouden zou moeten worden. Deze problemen zijn er al geruime tijd. We hebben zelf om een derde termijn en om heel veel extra informatie gevraagd. Daarom steunen we het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP. Wij steunen het verzoek. Zorgvuldigheid gaat boven alles, in dit geval. Wij willen graag dat het debat zo spoedig mogelijk na de beantwoording van de vragen wordt ingepland.

De voorzitter:

Ook de SGP wil dus zo snel mogelijk een debat.

Mevrouw De Boer (VVD):

Wij steunen het verzoek.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Het zou eigenlijk heel snel moeten kunnen. We zijn al een aantal weken aan het wachten en ik denk dat staatssecretaris Mansveld mans genoeg is om zelf aan te geven wanneer zij dit debat wel of niet kan aangaan. Daar heeft zij de heer Hoogland niet bij nodig. Als de staatssecretaris vindt dat zij nog meer tijd nodig heeft, dan schrijft ze toch een brief naar de Kamer? Dan kijken wij hoe we daarmee omgaan. Daar heeft ze haar collega niet bij nodig.

De voorzitter:

U steunt dus niet het verzoek om uitstel.

De heer Madlener (PVV):

In twee weken tijd kun je heel veel vragen beantwoorden. Ik vind het daarom merkwaardig dat de staatssecretaris daar niet in geslaagd is. We zitten echter nu eenmaal in deze situatie en daarom steunen wij het verzoek.

De voorzitter:

De heer Hoogland heeft brede steun van de Kamer voor zijn verzoek. Dat betekent dat het debat dat voor 16.30 uur gepland staat, van de agenda wordt afgevoerd. We zullen proberen het debat zo snel mogelijk opnieuw in te plannen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Namens mevrouw Kooiman rappelleer ik over onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de sluiting van tbs-klinieken voor agressie en frustratie zorgt. Mevrouw Kooiman wil graag deze vragen beantwoord zien voor het algemeen overleg over tbs van 28 oktober.

De voorzitter:

Dat is morgen al. Ik zal het stenogram met grote spoed doorsturen naar het kabinet, zodat de vragen zo snel mogelijk voorafgaand aan het AO beantwoord worden.

Het woord is aan mevrouw Oosenbrug van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Tijdens het vragenuur heb ik de staatssecretaris laten weten dat ik het privacydebat in een breder perspectief wil plaatsen. Ik wil niet van incident naar incident gaan. Het moet ministerie-overstijgend gebeuren. Ik wil een duidelijke visie van de coördinerend minister en volgens mijn laatste informatie is dit de minister van Veiligheid en Justitie. De staatssecretaris deelde mijn gevoel helaas niet. Ik zou daarom graag toch een debat met de coördinerend minister willen voeren om alsnog de rol van de minister van Veiligheid en Justitie hierbij helder te krijgen.

De voorzitter:

Het gaat dus om een debat met de minister van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik stel voor om dit onderwerp te betrekken bij het WGO Jeugd.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek om een debat dus.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Mijn fractie verleent eveneens geen steun. Wel steunen we het verzoek om een brief te sturen, waarin de gevraagde samenhangende visie wordt uiteengezet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is zeker een belangrijk onderwerp. Ik hoorde net de suggestie van een WGO. Dat lijkt me prima. Ik hoop dat de aanvraagster daar ook mee kan leven.

De heer Van Gerven (SP):

We steunen het verzoek om een brief, want het vragenuur was toch wat onbevredigend. Ik denk dat een brief zeker op zijn plaats is. Ik stel voor om eerst om een brief te vragen en om daarna te bekijken hoe we verdergaan.

De voorzitter:

Mevrouw Oosenbrug, u hebt op dit moment geen steun voor een plenair debat, maar er bestaat wel brede behoefte in de Kamer aan een brief waarin dieper wordt ingegaan op het onderwerp dat u adresseert.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Ik ben blij met de steun voor mijn verzoek om een brief. Dit betekent dat we privacy in deze Kamer belangrijker vinden dan gedacht werd. Ik ontvang dus heel graag die brief.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dikkers van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. De voedselwaakhond foodwatch heeft een onderzoek gepresenteerd naar voedselproducten als rijst en pasta die in een verpakking blijken te zitten die vervuild is met aromatische koolwaterstoffen uit minerale oliën. Wij willen graag een debat met de minister van VWS over dit onderwerp, omdat deze stoffen kankerverwekkend zijn en op deze manier in onze voedselketen terechtkomen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb zojuist Kamervragen hierover gesteld. Laten we de beantwoording daarvan afwachten. Ik steun het verzoek en ik wil graag de antwoorden op de Kamervragen erbij betrekken. Het lijkt me goed om zowel de minister van Volksgezondheid als de staatssecretaris van Economische Zaken daarbij uit te nodigen.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Dikkers instemmend knikken.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Of: inknikkend stemmen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik laat opmerkingen over de levensmiddelenindustrie achterwege en steun gewoon dit verzoek.

De heer Ziengs (VVD):

We worden overspoeld met allerlei berichten over producten waar mogelijk kankerverwekkende stoffen in zitten. Ik stel voor dat we vragen om een brief en aan de hand daarvan bekijken wat we ermee gaan doen.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dit is een belangrijk onderwerp, want je moet kunnen vertrouwen op wat je in de winkel koopt. Steun dus voor dit debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Geen steun voor een debat, wel steun voor een brief.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor een brief en geen steun voor een debat op dit moment. Dat gaat ook veel te lang duren. Wellicht is het een suggestie om dit onderwerp te betrekken bij het algemeen overleg over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, dat op korte termijn gehouden zal worden.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, u hebt brede steun voor een brief, maar u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Wel hebt u voldoende steun voor een dertigledendebat.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Dat debat wil ik bij dezen graag aanvragen. Wij zullen de brief even afwachten. Mocht die enorm duidelijk zijn, dan zal ik voorstellen om het debat van de agenda te halen, maar voor die tijd zal ik dat niet doen.

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst. De spreektijd zal drie minuten per fractie bedragen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren voor een rappel.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Het betreft een rappel op de toezegging dat wij een aantal onderliggende rapporten krijgen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Volgens de minister zijn de dieselauto's die in Nederland rijden in de praktijk op de weg getest. Zij bevestigde dit vrijdag nog in de uitzending van Pauw. De rapporten die wij een uurtje geleden gekregen hebben, gaan echter alleen over Euro 6, plugins met Euro 5 en commercials, oftewel bestelbusjes. Die rapporten dekken dus niet alle personenauto's van Euro 1 tot en met Euro 6. De toezegging was dat wij alle onderliggende rapporten zouden krijgen. Wij hebben morgen de begrotingsbehandeling. Graag ontvangen wij voor morgenochtend 10.00 uur de missende rapporten.

De voorzitter:

Over Euro 1 tot en met Euro 6. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Er zal een herzien vergaderschema komen met daarop het vervroegde aanvangstijdstip van de debatten van hedenavond, in verband met het van de agenda halen van het debat over ProRail. Ik verzoek u dit schema in de gaten te houden.

De vergadering wordt van 16.31 uur tot 18.46 uur geschorst.

Naar boven