2 Vragenuur: Vragen Wolbert

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Wolbert aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de Wereldgezondheidsorganisatie bewerkt vlees op de lijst van kankerverwekkende stoffen wil. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. Gisteren werd inderdaad bekend dat bewerkt vlees, dus worst, hamburgers, boterhamworst en allerlei soorten vleeswaren die Nederlanders graag en veelvuldig eten, de kwalificatie "categorie 1" heeft gekregen. Dat betekent in de rangschikking van de Wereldgezondheidsorganisatie dat deze vleeswaren bewezen kankerverwekkend zijn. Daarmee vallen ze tegelijkertijd in dezelfde categorie als asbest en roken. Veel minder gevaarlijk dan asbest en roken, zo is gelijk de reactie in Nederland geweest, maar tegelijkertijd zijn ze wel gekwalificeerd als bewezen kankerverwekkend. De PvdA vindt het belangrijk dat mensen gezond kunnen eten en goed geïnformeerd zijn over wat er in de schappen van de supermarkten ligt en over wat tot het dagelijks voedingspakket van heel veel mensen behoort. Eigenlijk willen we natuurlijk het liefst dat het niet kankerverwekkend is. 

Wat kan VWS doen om de mensen hierover goed in te lichten? Zoals we allemaal gezien hebben, kwam gelijk de lobby van de voedingsindustrie op gang om te zeggen dat er ook veel goede stoffen in die vleeswaren zitten. Dat is natuurlijk zo, maar het leidt natuurlijk wel tot verwarring bij de mensen. De vraag van de PvdA is dus wat VWS aan goede voorlichting kan doen. Wanneer gaat het Voedingscentrum daar iets over zeggen? 

De tweede vraag is wat wij kunnen doen, zodat de vleesindustrie er zelf voor gaat zorgen dat deze vleeswaren uit die categorie 1 van kankerverwekkende middelen komen. 

Minister Schippers:

Voorzitter. Ik heb ook kennisgenomen van het rapport van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek van de WHO over de kankerverwekkende eigenschappen van rood vlees en bewerkt vlees. Het IARC deelt bewerkt vlees — bijvoorbeeld bacon, knakworst, salami en dergelijke — in als kankerverwekkend en rood vlees als waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen. De beoordeling is met name gebaseerd op onderzoeken naar het verband met darmkanker. Het bewijs voor een oorzakelijk verband met andere soorten kanker is minder sterk. Overigens is deze informatie niet nieuw. Het IARC-rapport sluit aan bij resultaten van eerder onderzoek. De resultaten ondersteunen de huidige adviezen van het Voedingscentrum om vlees af te wisselen met andere eiwitbronnen, zoals vis, ei, vleesvervangers en peulvruchten. Het gaat hier dus wel om de nuance. Als je zegt dat het gelijk is aan tabak, moet je erop wijzen dat een sigaret altijd slecht is. Hier gaat het over de nuance: hoeveel eet je van iets en hoe vaak eet je iets? 

Uit de vele aandacht voor dit bericht blijkt dat voeding en gezondheid leven bij mensen, maar elke week staat er weer iets anders in de krant hierover. Ik vind het belangrijk dat consumenten niet in verwarring achterblijven en daarom kijk ik uit naar de Richtlijnen goede voeding 2015 die de Gezondheidsraad de komende week, namelijk op 4 november aanstaande, zal publiceren. Hierin zal over de volle breedte de huidige stand van zaken over de relatie tussen voeding en ziekte worden beschreven. Dat gaat dus breder dan alleen de relatie met kanker. Er wordt ook ingegaan op de relatie met andere ziekten, bijvoorbeeld hart- en vaatziekten. 

De Richtlijnen goede voeding 2015 zijn voor mij maar vooral ook voor het Voedingscentrum de basis om te kijken wat de nieuwste inzichten betekenen voor het voedingsadvies aan consumenten. Het Voedingscentrum zal dus de richtlijnen van de Gezondheidsraad de komende maanden vertalen naar de nieuwe schijf van vijf. Dat is belangrijk, want dan heb je niet alleen de angstverhalen in de krant, maar ook een goede vertaling van wat nu gezond eten is, wanneer, hoeveel en in welke mate. Je krijgt als burger handelingsperspectief. Via een campagne wordt de consument in 2016 geïnformeerd over de nieuwe adviezen over de nieuwe schijf van vijf. Zo helpt het Voedingscentrum de consument om gezonder te kiezen. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Dank voor deze antwoorden. Fijn dat daar op korte termijn een antwoord op komt. 

Ik verschil echt van mening over de vraag of dit nu angstwekkende berichten zijn in de krant. De WHO heeft volgens mij een vrij objectief onderzoek gepubliceerd, gedaan door Nederlanders op basis van 700 of 800 studies en heeft op basis daarvan verwerkt vlees ingedeeld in categorie 1, kankerverwekkend. Dus ik vind daar niks angstwekkends aan. Dat is ook geen bangmakerij, het is een objectieve vaststelling van de WHO. Als we de objectieve gegevens uit WHO-onderzoeken niet meer kunnen vertrouwen, vind ik dat een belangrijk uitgangspunt. 

Ik ben blij met goede publieksvoorlichting. Ik vind het ook fijn dat er een campagne aan wordt gekoppeld. Maar wat kan de voedingsindustrie nu zelf doen? Fijn dat mensen zelf weerbaar worden en minder kankerverwekkende stoffen binnenkrijgen, maar wat je natuurlijk zou willen is dat die voedingsmiddelen in zichzelf niet of minder kankerverwekkend zijn. Kan de minister op dat punt met haar collega's in het kabinet nog eens verder praten over andere stappen? 

Minister Schippers:

Ik betwijfel niet de juistheid van deze onderzoeken en de constateringen. Dat is een misvatting. Ik zeg juist dat die constateringen worden bevestigd in andere onderzoeken en dat ze niet nieuw zijn. Wel heb ik er zorgen over dat mensen heel veel over eten in de krant lezen. De ene keer is het koemelk, de andere keer zijn het koolhydraten of gluten en weer een andere keer is het vlees. Wat kun je ermee als je leest dat er een relatie is tussen rood vlees en waarschijnlijke kankerverwekkendheid? Straks komt de Gezondheidsraad met andere relaties. Hoe maak je uit die puzzel nu iets op, waardoor vervang je nu dit vlees en is dat dan gezond? Daarom vind ik het belangrijk dat wij dit vertalen in de schijf van vijf, zodat mensen daadwerkelijk weten wat ze ermee moeten en daadwerkelijk kunnen kiezen voor wat gezond voor ze is. 

Hoe krijg je dat vlees minder kankerverwekkend? Daarop heb ik het antwoord niet. Dat is een antwoord dat we van diezelfde wetenschappers zouden moeten vragen. Ik weet namelijk niet wat het een triggert in het ander. Dus die vraag zal ik terugleggen bij de onderzoekers omdat ik dat verband niet kan leggen en ik dus ook niet zou weten wat ik daaraan zou moeten doen. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb ook niet gevraagd wat de minister zelf zou moeten doen vanuit VWS, maar ik vind het wel belangrijk dat er binnen het kabinet eens wordt overlegd, bijvoorbeeld met degenen die binnen Economische Zaken verantwoordelijk zijn voor voedselveiligheid, om eens te kijken of we daar niet in de offensieve sfeer een stap in zouden kunnen zetten. Hiervoor geldt hetzelfde als voor zout. We weten dat zout niet per se ongezond is, maar als je er te veel van binnenkrijgt, is het wel ongezond. De minister is met haar collega's bezig om tot zoutreductie te komen. Je zou kunnen bedenken dat je ook in de vervaardiging van bewerkt vlees tot een reductie van kankerverwekkende stoffen kunt komen. 

Minister Schippers:

Ik krijg volgende week een advies van de Gezondheidsraad. Ik ga daar niet op vooruitlopen. Ik weet ook niet precies wat de Gezondheidsraad mij adviseert. Ik weet wel dat wij ondertussen hebben kortgesloten dat die een advies geeft dat niet in de lucht blijft hangen. Rood vlees is rood vlees. Als er een waarschijnlijke relatie is, dan is het net als met zout. Dat betekent dat je gematigd gebruik moet maken van zout en dus ook van dit soort vlees. 

De heer Ziengs (VVD):

Mevrouw Wolbert heeft hier toch wel een behoorlijk verhaal verkondigd over alle angst die voortkomt uit deze berichtgeving. In de stukken zie ik dat een van de onderzoekers zelfs zegt dat rood vlees waarschijnlijk kankerverwekkend is, zoals de minister ook al zei, en dat er geen reden voor paniek is. Ik las ook in de onderliggende stukken dat er 940 producten zijn onderzocht, waarvan enkel en alleen de joggingbroek geen kankerverwekkende stoffen bevatte. Ik wil graag van de minister weten of zij ook met de VVD van mening is dat de consument uiteindelijk zelf aan de hand van de schijf van vijf zijn voedingspakket kan gaan samenstellen, in plaats van dat wij hier allerlei richtlijnen en wetgeving op loslaten. 

Minister Schippers:

Ik was niet van plan om richtlijnen en wetgeving hierop los te laten. Ik ben wel het volgende van plan. Als wetenschappelijk onderzoek iets aantoont, heb ik daarover geen oordeel, behalve dat er nu zo veel onderzoeken zijn die aangeven dat je matig vlees moet eten, dat ik vind dat de vertaling daarvan wel in de schijf van vijf moet worden doorgevoerd. Wij hebben de Gezondheidsraad. Daar zitten onze deskundigen, die er advies over geven. Wij maken de schijf van vijf. Het is geen verplichting voor iedere Nederlander om volgens de schijf van vijf te eten. Het is wel een handreiking aan de mensen die zeggen: ik wil gezond eten, laat ik eens kijken naar die schijf van vijf. De ene dag eet je eens een gehaktbal, de andere dag eet je eens vegetarisch. Dan doe je alles met mate. Volgens mij kom je dan een heel eind. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden, voor uw adviezen in dezen en voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven