Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 49, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 49, item 6 |
Vragen van het lid Elias aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over uitlatingen van Van Westerloo dat de NOS/publieke omroep deze week boven marktwaarde zou meebieden op de uitzendrechten van het eredivisievoetbal.
De heer Elias (VVD):
Voorzitter. Vorig najaar was er nog een demonstratie op het Malieveld. De publieke omroep keerde zich tegen de kaalslag op de programmering. De bezuiniging werd uiteindelijk afgezwakt. Dit jaar is het eerste jaar dat diezelfde publieke omroep de eerste bezuinigingen daadwerkelijk moet verwerken. Maar wat is het eerste signaal als het om geld gaat? Dat de NOS volgens Hilversumse kenners deze week gaat meebieden op de rechten voor de samenvatting van het eredivisievoetbal. Dat zou zelfs boven marktwaarde gebeuren, en wel op zo'n manier dat er geen gelijk speelveld ontstaat voor commerciële omroepen. Dat zijn: RTL, SBS en eventueel ook Fox, allemaal open kanalen, zonder belastinggeld in het leven gehouden.
Ik vraag de staatssecretaris het volgende. Heeft hij kennisgenomen van de opmerkingen van Fons van Westerloo gisteren bij BNR dat de bieding op de eredivisiesamenvattingen er deze week aankomt en dat deze boven marktwaarde zou zijn? In Hilversum wordt gesproken van een bod van 20 miljoen per jaar door de NOS, terwijl de marktwaarde 12 tot 15 miljoen per jaar zou bedragen — dat is het bedrag dat je kunt terugverdienen met advertenties — alleen al voor de rechten! Daar komen per jaar nog zo'n 4 à 5 miljoen aan productiekosten bovenop. Het zou om drie jaar gaan. Bij elkaar zou het dus om zo'n 75 miljoen euro gaan.
Los van de precieze bedragen, wat vindt de staatssecretaris van deze gang van zaken? Heeft hij de bevoegdheid om eventueel in te grijpen? Natuurlijk gaat de politiek niet over de programmering en de invulling, maar ligt dat toch niet enigszins anders indien allerlei uitgangspunten van de publieke omroep in het geding zijn én de markt financieel dreigt te worden verstoord?
Commerciële omroepen lijken nu op achterstand te worden gezet met belastinggeld. Gaan wij nu niet te veel geld uitgeven voor eredivisierechten, geld dat voor andere programma's nodig is, terwijl er anderen op de markt zijn die dit zonder dat belastinggeld willen doen?
Staatssecretaris Dekker:
Voorzitter. Er is in dit huis wel vaker gediscussieerd over "het bord op schoot". Laat ik in ieder geval dat wegnemen, wij hebben in Nederland regelgeving die ervoor zorgt dat wie de voetbalrechten straks ook krijgt, de samenvattingen van de competitiewedstrijden te allen tijde op een open kanaal zullen worden uitgezonden, ofwel bij de publieke omroep, ofwel bij de commerciëlen.
De heer Elias vraagt of ik kennis heb genomen van de discussie die hierover speelt. Ja, dat heb ik. Op dit moment berusten de rechten bij EMM/Fox. Die doet de inventarisatie in de markt en kan ook nadien nog beslissen om de rechten niet te vervreemden.
Wat de NOS precies op tafel legt en of dat boven de marktwaarde is, daarover zal veel discussie ontstaan. Het is heel prematuur om daarover iets te zeggen. Ik zie dat verschillende partijen zich hierin bewegen en dat verschillende partijen hierin belangen hebben. De NOS heeft een wettelijke taak om aan sportverslaggeving te doen. De politiek moet daar niet onmiddellijk in treden.
Over twee punten in het betoog van de heer Elias moet nader gediscussieerd worden. Het eerste punt is dat voor de publieke omroep geldt dat iedere euro maar één keer kan worden uitgegeven. Zeker in tijden van bezuinigingen, waarbij scherpe keuzes moeten worden gemaakt, zal ook voor de publieke omroep de vraag op tafel komen of dat geld wordt uitgegeven aan programma's die misschien ook anderszins wel voor de kijker en luisteraar beschikbaar blijven of aan programma's die anders niet tot stand zouden komen. Dat is een fundamentele discussie die losstaat van de bieding op deze rechten. De NOS doet dat immers wel vaker, ook bij wielrennen en andere sporten. Ik denk dat we dit onderwerp voor de zomer nog uitvoerig zullen bediscussiëren als we het hebben over de publieke taak van de publieke omroep. Als we vinden dat die scherper moet, zullen we daar misschien de wet- en regelgeving op moeten aanpassen, maar dat zal pas moeten gebeuren als de discussie heeft plaatsgevonden in het parlement.
Het tweede punt is dat er geboden wordt boven marktwaarde. Als marktpartijen die signalen hebben, kunnen zij altijd terecht bij de ACM met een klacht. Als het een gerede en serieuze klacht is, zal ik een zorgvuldig onderzoek daarnaar ondersteunen. Het is belangrijk dat daar goed naar wordt gekeken. Het is niet meer dan terecht dat wij nog eens onder de aandacht brengen bij zowel de NOS als de NPO, die daarop moet toezien, dat belastinggeld op een verantwoorde manier moet worden uitgegeven. Dit betekent dat er niet vreselijk veel meer geld substantieel en consequent boven marktwaarde moet worden geboden.
De heer Elias (VVD):
Ter vermijding van ieder misverstand merk ik op dat ik en mijn fractie natuurlijk vinden dat de afspraken over het open kanaal, die wettelijk zijn vastgelegd, moeten worden nagekomen. Dat is logisch. Als daar partners in zijn die dat zonder belastinggeld ook zouden kunnen en willen verzorgen binnen bepaalde fatsoenlijke randvoorwaarden, moet de mogelijkheid daarvoor absoluut bestaan. In die zin dank ik de staatssecretaris voor zijn toezegging dat ook hij van mening is dat ertegen moet worden opgetreden als er marktverstoring plaatsvindt, al dan niet via de ACM. Naar de meer principiële en fundamentele discussie kijk ik uit.
Staatssecretaris Dekker:
Graag gedaan.
De heer Verhoeven (D66):
De vragen van de heer Elias vond ik heel interessant. We hebben eerder al gesproken over het Champions League-voetbal. Dat ligt nu ook bij de NOS. Als de NOS ook nog gaat meebieden op het eredivisievoetbal, heeft zij twee grote voetbalevenementen, misschien ook wel twee keer voor een prijs die een andere partij, zoals RTL of SBS, ervoor zou willen betalen. Gaat dat in de richting die de staatssecretaris goed vindt of zegt hij dat we op een gegeven moment wel een keer gaan nadenken over die kerntakendiscussie, en met name over de marktverstoring die van deze inkoopambities van de NOS uitgaat?
Staatssecretaris Dekker:
Ik vind dat we beide moeten doen. We moeten die kerntakendiscussie voeren. Die gaan we voor de zomer nog uitvoerig voeren naar aanleiding van een advies van de Raad voor Cultuur daarover. Los van die discussie, als je zegt dat de NOS sportverslaggeving moet doen, waarin grote en kleine contracten zijn en waarin vaker geboden wordt, ook met commerciële partijen, moet de NOS, omdat zij deels met publiek geld biedt, natuurlijk niet consequent en substantieel boven de marktwaarde zitten. Dan is er namelijk gewoon geen level playing field. Dan zou er sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Ik denk dat we beide moeten doen; het een sluit het ander niet uit.
De heer Segers (ChristenUnie):
Collega Elias bracht een overweging in, namelijk dat een andere, commerciële omroep ook uitzendrechten kan kopen en voetbalwedstrijden kan uitzenden. Is de staatssecretaris het met de fractie van de ChristenUnie eens dat dit geen doorslaggevende overweging is? Houdt hij vast aan de opzet van de publieke omroep, namelijk dat het een breed toegankelijke omroep moet zijn waarbij bijvoorbeeld voetbal een heel goede aanvulling is op het gehele brede pakket van de omroep?
Staatssecretaris Dekker:
Ik ben voor een brede publieke omroep, maar die heeft ook de verantwoordelijkheid om steeds na te denken over de vraag hoe hij maximaal rendement kan krijgen voor de euro's die hij heeft. Als je dan constateert dat sommige programma's ook wel tot stand zouden komen bij de commerciële omroepen en je daarmee heel veel geld uitspaart, kun je met dat geld misschien heel mooie andere dingen doen.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Er wordt door de staatssecretaris ook een aantal keren aan marktverstoring gerefereerd. Heeft de staatssecretaris de indruk dat er sprake is van marktverstoring, en als dat zo is, hoe verklaart hij dan dat het rapport van de Boston Consultancy Group van een aantal maanden geleden voorspelt dat de publieke omroep deze rechten gaat verliezen omdat commerciële partijen ze de komende jaren tegen hogere bedragen zullen gaan binnenhalen? Als hij dan vindt dat dat een reële voorspelling is, wil hij hier dan klip-en-klaar aangeven dat hij geen reden ziet om aan te nemen dat er sprake is van marktverstoring?
Staatssecretaris Dekker:
Of er sprake is van marktverstoring, kun je pas achteraf vaststellen. Ik constateer nu dat verschillende partijen bezig zijn om hun interesse kenbaar te maken en daarbij ook nadenken over de prijs die zij voor die voetbalrechten over hebben. Daar kunnen we lang of kort over discussiëren, maar op dit moment is het allemaal speculeren. We kunnen daar achteraf pas iets zinnigs over zeggen. Ik vind het echter wel een belangrijk signaal vooraf, ook naar de NOS toe, als publieke partij, dat zij op een zorgvuldige manier met belastinggeld om moet gaan. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je constant, omdat het geld is dat je niet hoeft terug te verdienen, wat bij commerciële partijen wel het geval is, substantieel meer biedt om die rechten maar binnen te halen. Dus ik vind dat we dat achteraf moeten bekijken en vooraf dat signaal af kunnen geven.
De heer Mohandis (PvdA):
Laat ik vooropstellen dat het voor ons van belang is dat de publieke omroep de taak heeft om zo breed mogelijk uit te zenden. Daar hoort sport bij en dat hebben we ook wettelijk geregeld. Is de staatssecretaris het met mij eens dat het niet de bedoeling is dat wij over de inhoudelijke programmering gaan, als wij al bij wet hebben geregeld dat zij daar zelf over gaan? Kortom, is het niet verstandig om straks bij de toekomstverkenning te kijken hoe we daar op de lange termijn mee omgaan? Ik ben het echter niet eens met het feit dat wij te gemakkelijk roepen dat het marktverstorend is, et cetera. Ik wil wel dat u op dit punt ingaat.
Staatssecretaris Dekker:
Wij hebben het goed gebruik om ons niet te bemoeien met de invulling van de wettelijke taken van de publieke omroep. Dat is ook precies de reden dat ik op dit moment niet kan en wil interveniëren in deze procedure. Het fundamentele punt blijft natuurlijk op tafel dat in een tijd dat je als publieke omroep scherpere keuzes moet maken, je ook steeds moet nadenken wat programma's zijn die alleen maar tot stand komen als je die produceert met publiek geld en wat misschien programma's zijn waarin door andere marktpartijen, door de commerciële omroepen, wordt voorzien. Dat is geen digitale discussie, maar wel iets wat je in je achterhoofd moet houden, ook bij het bepalen van een prijs die bereid bent om te betalen voor dit soort voetbalrechten. Die kosten nu eenmaal heel erg veel geld. Dat is geld dat je vervolgens niet meer in kunt zetten voor mooie documentaires, voor Nederlands drama en voor achtergronden van het nieuws, die ook belangrijk zijn en misschien niet op de commerciële netten tot stand zouden komen. Dat vind ik een fundamenteel debat dat we zeker nog een keer in deze zaal moeten voeren.
De voorzitter:
Ik kijk ernaar uit. Ik dank u voor de beantwoording van de vragen en voor uw komst naar de Kamer. U blijft nog even zitten voor de stemmingen, heb ik begrepen. Daarvoor ook dank.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-49-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.