7 Benzine

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 2 februari 2011 over benzine.

De voorzitter:

Het is kerstregime, zoals u weet. Dat betekent dat er alleen moties worden ingediend, zonder nadere versierselen, zeg ik vooral voor de nieuwkomers. Ik heet de minister van ELI van harte welkom.

Voorzitter: Snijder-Hazelhoff

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Omdat ik niets anders mag zeggen, begin ik met het indienen van een motie over transparantie in de benzinemarkt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat benzinestations hun actuele prijzen niet openbaar beschikbaar stellen;

overwegende dat openbare actuele benzineprijzen nodig zijn om consumenten prijsinformatie te bieden om te kunnen kiezen bij welk tankstation ze hun benzine afnemen;

constaterende dat transparantie over benzineprijzen nu niet wettelijk verplicht is;

overwegende dat de minister een onderzoek gaat doen naar belemmeringen voor het informeren van consumenten over benzineprijzen dat voor 1 juni naar de Kamer gestuurd zal worden;

verzoekt de regering om prijstransparantie in de pompstationsector verplicht te stellen wanneer de onderzoeksuitkomsten hiertoe aanleiding geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verhoeven, Braakhuis, Dijksma en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 381 (24036).

De heer Verhoeven (D66):

Voor de volledigheid kan ik er nog bij zeggen dat de Partij van de Arbeid een initiatiefwetsvoorstel voorbereidt met een vergelijkbare strekking. Dat hangt dus boven de markt, wanneer deze motie onverhoopt niet uitgevoerd zou gaan worden, wat bijna ondenkbaar is.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik wil de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een aantal maatregelen die de benzinemarkt beter kunnen laten functioneren, zoals een uitbreiding van het aantal verkooppunten en een verdergaande reductieverplichting, vanwege juridische blokkades op korte termijn niet kunnen worden genomen;

constaterende dat veel van de maatregelen die momenteel juridisch niet mogelijk zijn op lange termijn, met het wegvallen van de juridische blokkades, wel mogelijk zijn;

verzoekt de regering om een langetermijnstrategie te ontwikkelen voor verbetering van het functioneren van de benzinemarkt met inachtneming van alle adviezen uit het rapport Meer Marktwerking Benzinemarkt (oktober 2009) en die voor de zomer aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Dijksma en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 382 (24036).

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Ik zal het kerstregime respecteren en zal alleen twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat marktpartijen hebben aangegeven niet te willen meewerken aan het vrijwillig beschikbaar stellen van de actuele brandstofprijzen;

overwegende dat de argumentatie van de marktpartijen hiervoor een mogelijk stijgende regeldruk is;

overwegende dat de regering een aantal actiepunten ter verbetering van de transparantie van de benzinemarkt heeft toegezegd;

verzoekt de regering, voor 1 juni 2011 met concrete voorstellen ter verbetering van de transparantie van de brandstofmarkt te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Bemmel, Verburg, Dijksma, Gesthuizen en Schaart.

Zij krijgt nr. 383 (24036).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hoogte van de brandstofprijzen absoluut niet te verklaren is door de hoogte van de olieprijs of dollarkoers;

constaterende dat de brandstofprijs vanaf 2008 met bijna 60% is gestegen bij een gelijkblijvende dollarkoers en een 33% gedaalde olieprijs;

overwegende dat de Nederlandse autorijders recht hebben op een eerlijke prijs aan de pomp;

verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek te starten naar de marktwerking en de opbouw van de brandstofprijs;

verzoekt de regering voorts, uiterlijk 1 juni 2011 hierover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Bemmel en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 384 (24036).

Ik zie dat mevrouw Schaart een vraag wil stellen. De echte voorzitter staat achter me en fluistert me in dat in een debat waarin het kerstregime geldt, geen interrupties worden toegestaan.

Voorzitter: Verbeet

De voorzitter:

Ik kwam net op tijd binnen.

Kan de minister meteen antwoorden?

Minister Verhagen:

Ik wil de moties even op een rij hebben. Kan er een momentje geschorst worden?

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik reageer allereerst op de motie-Verhoeven op stuk nr. 381 over transparantie in de benzinemarkt met daaraan gekoppeld de motie-Van Bemmel op stuk nr. 383 over hetzelfde onderwerp. Tijdens het algemeen overleg heb ik gezegd dat ik een groot voorstander ben van prijstransparantie op de benzinemarkt. Toen is ook aan de orde gekomen dat de Nederlandse benzinemarkt op zich transparant is in de zin dat iedereen weet dat benzine op het onderliggende wegennet goedkoper is dan op het hoofdwegennet. Tegelijkertijd zien wij de ontwikkeling dat consumenten steeds vaker benzineprijzen kunnen vergelijken via internet, navigatiesystemen en smartphones.

Desalniettemin heb ik naar aanleiding van vragen van de heer Van Bemmel en opmerkingen van onder anderen de heer Verhoeven gezegd dat ik een onafhankelijk onderzoeksbureau zal vragen om de huidige ontwikkelingen op het gebied van prijsvergelijkingsdiensten precies in kaart te brengen om te bekijken welke belemmeringen er zijn en hoe de overheid die initiatieven verder kan ondersteunen. Ik heb ook gezegd dat ik met de minister van Infrastructuur en Milieu de mogelijkheid zal bespreken om bij afritten langs het hoofdwegennet verwijzingen te plaatsen naar tankstations op het onderliggende wegennet, zoals onder anderen mevrouw Verburg heeft verzocht. In lijn met de motie van de heer Van Bemmel zal ik de Kamer voor 1 juni informeren over de resultaten van beide acties. Ik constateer dat dit overeenkomt met de intenties van zijn motie. Wij zullen op basis van dat overleg en dat onderzoek bekijken welke nadere concrete voorstellen er kunnen komen. Ik laat het oordeel over de motie van de heer Van Bemmel dus aan de Kamer.

De heer Verhoeven is zeer creatief met zijn motie door ook op de 1 junivariant te gaan zitten. Hij loopt echter vooruit op de te nemen voorstellen, want hij zegt op basis van het onderzoek een verplichting te willen invoeren. Daarmee benadrukt hij dus één mogelijk voorstel. Dat vind ik geen recht doen aan de open wijze van het wegnemen van belemmeringen en het zeker stellen van de transparantie. Ik moet de aanvaarding van deze motie dus ontraden.

Ik kom bij de motie-Gesthuizen waarin de regering wordt verzocht, te komen met een langetermijnvisie ten aanzien van de benzinemarkt. Tijdens het algemeen overleg heeft de staatssecretaris van Financiën te kennen gegeven niet van plan te zijn met een langetermijnvisie te komen, aangezien wij op dit moment halverwege de overgangsperiode zijn die met de start van de veilingen in 2002 is ingegaan en die tot 2023 duurt. In het kader van een betrouwbare overheid, een punt waarover ik de Kamer meermalen heb horen spreken, zijn wij gebonden aan de afspraken die wij destijds met de sector hebben gemaakt. Het lijkt mij dus niet nodig om nu een visie op te stellen voor de periode na 2023 – ik neem aan dat zelfs deze Kamer dan van samenstelling is veranderd – en om tussentijds andere visies aan de Kamer te presenteren die niet mogen leiden tot een aanpassing van de afspraken die wij eerder hebben gemaakt met de sector. Dat lijkt mij zinloos. Mochten wij het tussentijds nodig vinden om aanpassingen door te voeren, dan kan dat in overleg met de sector plaatsvinden. Wij hebben in 2007 bijvoorbeeld de topdeelregeling aangepast. Met betrekking tot de bidbookinformatie heeft de staatssecretaris toegezegd, met een aanpassing te komen en voor de zomer met een wetsvoorstel daartoe te komen.

De voorzitter:

Ik verzoek de minister om wat beknopter te antwoorden. Een kort oordeel over de moties volstaat.

Minister Verhagen:

Ik ontraad dus de aanneming van deze motie.

Dan kom ik bij de motie van de heer Van Bemmel om nader onderzoek te doen naar de benzinemarkt. In 2009 is reeds door Ecorys een onderzoek uitgevoerd naar de hoogte en totstandkoming van benzineprijzen. De NMa heeft analyses gemaakt van de markt en heeft daarin geen aanleiding gezien voor aanvullend onderzoek, maar blijft de benzinemarkt wel nauwlettend volgen. Het is aan de NMa om te bepalen of onderzoek mededingingsrechtelijk nodig is. Ik heb daarin voldoende vertrouwen en ontraad derhalve het aannemen van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven