15 Zwangerschap

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 februari 2011 over zwangerschap en geboorte.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Wij hebben een prima debat gehad. Vanwege de urgentie wil ik als signaal de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat elke zwangere vrouw in Nederland tijdig toegang moet hebben tot (acute) verloskundige zorg;

overwegende dat voor acute verloskundige zorg kwaliteit, bereikbaarheid en continuïteit leidend zijn;

overwegende dat de minister de Inspectie voor de Gezondheidszorg zal vragen om de plannen van aanpak voor de acute verloskundige zorg van ziekenhuizen te beoordelen;

constaterende dat een aantal ziekenhuizen overweegt binnen afzienbare termijn het besluit te nemen om verloskundige afdelingen te sluiten (Almelo, Meppel, Zevenaar);

constaterende dat het onwenselijk is om met dergelijke besluiten vooruit te lopen op de plannen van aanpak;

verzoekt de regering, erop aan te dringen dat ziekenhuizen geen onomkeerbare stappen nemen met betrekking tot de concentratie van verloskundige zorg, bijvoorbeeld door het sluiten van verloskundige afdelingen, voordat de Inspectie voor de Gezondheidszorg de plannen van aanpak van ziekenhuizen heeft beoordeeld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smilde, Dille, Van der Staaij en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (32279).

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kans bestaat dat de afdeling verloskunde in de ziekenhuizen in Almelo en Meppel hun deuren moeten sluiten;

overwegende dat bij sluiting van deze afdelingen verloskunde in Almelo en Meppel de acute zorg voor moeder en kind dan niet altijd tijdig beschikbaar is;

verzoekt de regering, er alles aan te doen om de afdeling verloskunde in de ziekenhuizen in Almelo en Meppel open te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (32279).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door het tekort aan gynaecologen ziekenhuizen moeite hebben om hun afdeling verloskunde open te houden;

van mening dat van belang is dat ziekenhuizen hun afdeling verloskunde open kunnen houden waardoor zorg dicht bij moeder en kind georganiseerd is;

verzoekt de regering, met een plan van aanpak te komen om het tekort aan gynaecologen terug te dringen en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (32279).

Minister Schippers:

Voorzitter. De motie-Smilde c.s. op stuk nr. 13 verzoekt de regering, erop aan te dringen dat ziekenhuizen geen onomkeerbare stappen nemen. Dat is precies het verschil met de motie-Kooiman op stuk nr. 14, die de regering verzoekt, er alles aan te doen et cetera. Het eerste wil ik toezeggen, omdat dit tot het randje gaat van wat ik kan. Dat heb ik in het debat gezegd. Ik kan erop aandringen. Ik zal ook in gesprek gaan met de ziekenhuizen als er wat gebeurt. Ik heb echter alleen een instrument in handen als de normen worden overschreden die wij met elkaar hebben afgesproken. Ik laat het oordeel over de motie op stuk nr. 13 dus aan de Kamer en ik ontraad de aanneming van de motie op stuk nr. 14.

Met haar motie op stuk nr. 15 verzoekt mevrouw Kooiman de regering, te komen met een plan van aanpak. Ik ben bereid om goed te kijken wat er aan de hand is en wat wij daaraan kunnen doen. Als mevrouw Kooiman dat een plan van aanpak vindt, wil ik het oordeel over de motie op stuk nr. 15 aan de Kamer laten.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven