12 Krimp/bevolkingsdaling

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 15 februari 2011 over krimp/bevolkingsdaling.

Voorzitter: Dijsselbloem

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie dient twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het initiatief van burgemeester Van der Laan van Amsterdam om gemeenten in de regio Zuid-Limburg te helpen bij de aanpak van de krimpproblemen;

overwegende dat dit voorbeeld navolging verdient;

verzoekt de regering, te bevorderen dat steden en regio's met een groeiende bevolking en bedrijvigheid samenwerken met krimpgemeenten en -regio's bij de aanpak van deze krimp,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dekken en Van den Berge. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 25 (31757).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister van ELI een innovatieprogramma heeft gepresenteerd met negen prioritaire sectoren;

overwegende de problematiek van de krimpregio's;

overwegende dat uitputtend moet worden nagegaan of en in hoeverre dit innovatieprogramma ten goede kan komen aan de krimpregio's;

verzoekt de regering, in overleg met de krimpregio's een nota "Innovatie en krimp" op te stellen, waarin wordt bepaald welk deel van de innovatie-inspanningen ten goede komt aan de krimpgebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dekken en Van den Berge. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 26 (31757).

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mijn fractie dient de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de overheid juist in krimpgebieden voor burgers en bedrijven goed bereikbaar moet zijn en blijven;

overwegende dat ICT-toepassingen zoals digitaal aangifte doen en online vergunningen aanvragen hiervoor mogelijkheden kunnen bieden;

verzoekt de regering, te inventariseren welke mogelijkheden er op ICT-gebied zijn voor overheden en publieke instanties in krimpregio's en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 27 (31757).

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Mijn fractie dient de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gemeenten en provincies vaak meer geld uit het Gemeentefonds respectievelijk het Provinciefonds krijgen naarmate ze meer groeien;

overwegende dat krimpregio's geen premie op kwantiteit maar een premie op kwaliteit nodig hebben;

verzoekt de regering, in overleg met de VNG en het IPO te onderzoeken of er behoefte is aan een krimpfonds, waaruit investeringen in voorzieningen en leefbaarheid in krimpregio's kunnen worden gefinancierd;

verzoekt de regering, indien hieraan behoefte is, een krimpfonds op te richten en dit te financieren uit bestaande middelen uit respectievelijk het Gemeentefonds en het Provinciefonds,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berge en Van Dekken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 28 (31757).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister van BZK. Ik verzoek de minister, slechts adviserend over de moties te spreken, zonder uitweidingen.

Minister Donner:

Voorzitter. wilt u dat ik het kerstregime ook op mijn antwoorden toepas en nog slechts "joho, joho" roep over iedere motie?

De voorzitter:

Dat is een helder advies, dank u wel.

Minister Donner:

Voorzitter. Wat betreft de motie van de heer Van Dekken over het initiatief van burgemeester Van der Laan merk ik op dat er een nationaal netwerk bevolkingsdaling bestaat. Daarin wordt al actief kennis uitgewisseld tussen regio's over de krimp. Ook de kennis die voortvloeit uit de contacten tussen groei- en krimpsteden zal daar worden verspreid. Ik vind het initiatief van burgemeester Van der Laan prachtig. Ook andere gemeenten, zoals Heerlen, Delfzijl en Sluis zijn positief. De waarde van dit soort initiatieven is nu juist dat het initiatieven zijn die van de gemeenten uitgaan, maar om dit nu weer nationaal te ondersteunen ... Nogmaals, verbaal zal ik dit zeker steunen als lofwaardig, maar indien met de motie wordt bedoeld dat er ook middelen beschikbaar moeten worden gesteld, moet ik de aanneming van de motie ontraden. Als de indieners mij per motie echter vragen of ik mij positief over het initiatief wil uitlaten, is de motie overbodig, maar laat ik het oordeel daarover aan de Kamer. Nogmaals, als er extra middelen en extra maatregelen moeten komen, moet ik de aanneming van de motie ontraden.

Dan kom ik nu op de motie waarin gevraagd wordt om een aparte nota over innovatie en krimp.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, u weet dat wij het kerstregime hanteren, waarbij interrupties eigenlijk niet zijn toegestaan. Hebt u een toelichtende opmerking?

De heer Paulus Jansen (SP):

Mijn vraag aan de eerste indiener is welke van de twee uitleggen die de minister geeft, de zijne is.

Voorzitter: Verbeet

De heer Van Dekken (PvdA):

Het doel is stimulering. Ik begrijp uit het antwoord van de minister dat hij op dit moment niet bereid is om ook maar één cent uit te geven aan zaken rond krimp. Ik roep hem op het voort te zeggen en de Kamer dat niet te ontraden.

Minister Donner:

Ik ontraad de Kamer niet om mij aan te moedigen om mij hier lofwaardig over uit te laten.

In de motie-Van Dekken/Van den Berge op stuk nr. 26 wordt de regering verzocht om een aparte nota te maken over innovatie en krimp. Ik heb in het algemeen overleg een voortgangsrapportage aangekondigd met betrekking tot de problematiek rond krimp. Daarin zal ook worden ingegaan op het SER-advies hierover. Om nog een aparte nota over innovatie en krimp te maken, acht ik overbodig. Dat leidt ook tot verbrokkeling. Er is een discussie met de Kamer over de nota inzake innovatie van de minister van ELI. De andere invalshoek, namelijk het aspect van de relatie tussen economie en krimpregio's, komt op hierin aan de orde. Ik wijs er bovendien op dat er morgen een rapport over de problematiek in Limburg wordt aangeboden door de heer Deetman. Daarin is prominent opgenomen hoe aspecten rond economie kunnen worden meegenomen. In andere regio's is een andere problematiek aan de orde. Het soort nota's waarom wordt verzocht, suggereert een gelijkheid van problematiek die niet echt gegeven is. Ik ontraad het aanvaarden van de motie zoals zij voorligt, maar ik zeg de heer Van Dekken toe dat in de voortgangsnota met betrekking tot krimp in elk geval aandacht wordt besteed aan de economische aspecten ervan.

De motie-Van Veldhoven/Verhoeven op stuk nr. 27 betreft ICT-toepassingen. Het is jammer dat mevrouw Van Veldhoven niet aanwezig was bij het algemeen overleg waar ik mij net uit heb gespoed om hier aanwezig te kunnen zijn, want dat betrof de toepassing van ICT. Ik heb daarin de Kamer toegezegd om later dit voorjaar nader in te gaan op het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP), dat in het bijzonder gaat over de toegankelijkheid van de rijksoverheid en gemeenten. Op basis daarvan moeten nadere afspraken worden gemaakt. Ik deel op zich de analyse dat één van de methoden in krimpregio's kan zijn het beter toegankelijk maken van overheden, zodat een eventuele vergroting van de afstand tot voorzieningen geen belemmering vormt. Ik ontraad het om een aparte inventarisatie te maken. Ik zeg de Kamer wel toe dat dit aspect zal worden meegenomen in de rapportage over het NUP.

In de motie-Van den Berge/Van Dekken op stuk nr. 28 wordt de regering verzocht om een krimpfonds op te richten en daartoe middelen te halen uit het Gemeentefonds en het Provinciefonds. Ik heb tijdens het algemeen overleg toegezegd dat ik dit aspect in elk geval met de VNG en het IPO zal opnemen. Ik constateer dat er in het Gemeentefonds krimpcriteria worden gehanteerd, dus dat daarin middelen hiervoor gereserveerd zijn. In het Provinciefonds is dat niet het geval. Ik heb ook niet gehoord dat daar behoefte aan bestaat. In alle gevallen wil ik de motie zoals zij nu voorligt ten stelligste ontraden, omdat gemeenten en provincies er de indruk door kunnen krijgen dat een verdere aanslag op het Gemeentefonds en het Provinciefonds zal plaatsvinden. Dat is geen verstandig signaal.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn beknopte beantwoording. We stemmen over de ingediende moties bij de eindstemming.

Naar boven