10 Duurzaamheid

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 10 februari 2011 over duurzaamheid.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris welkom.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. Omdat de VVD duurzaam inkopen belangrijk vindt, dienen wij de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat overheden tegen de aanbestedingswetgeving in gebruikmaken van discriminatoire eisen bij het opstellen van bestekken door specifieke keurmerken en certificaten voor te schrijven in plaats van onderliggende duurzaamheidscriteria te gebruiken;

constaterende dat hierdoor bedrijven die voldoen aan de duurzaamheidscriteria, onderliggend aan de gestelde discriminatoire eisen, maar die geen gebruikmaken van certificeringssystemen, worden uitgesloten van mededinging;

overwegende dat gedupeerde bedrijven weliswaar naar de rechter zouden kunnen om dergelijke misstanden te doen corrigeren, maar dat deze route maar beperkt wordt gevolgd omdat het de relatie met de betreffende overheden in gevaar brengt;

verzoekt de regering, maatregelen te treffen om het gebruik van discriminatoire eisen bij aanbestedingen door overheden te stoppen, zoals de mogelijkheid van willekeurige partijen om de aanbestedingen waarin bijvoorbeeld specifieke keurmerken en certificaten worden voorgeschreven, ongeldig te verklaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leegte, Van der Werf en De Mos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (30196).

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Voorzitter. Ik heb een motie over duurzaam inkopen en nog een andere motie. Met die laatste begin ik, want die heeft te maken met een toezegging van de staatssecretaris over hernieuwbaarheid en herwinbaarheid van grondstoffen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de staatssecretaris heeft aangegeven dat op termijn alle materialen hernieuwbaar en herwinbaar moeten zijn;

  • - schaarste aan grondstoffen in de toekomst tot economische schade kan leiden;

  • - de Europese Commissie onlangs het initiatief heeft genomen tot een programma "Resource Efficiency";

verzoekt de regering om de Kamer een voorstel te doen toekomen met daarin kwantificeerbare doelstellingen per materiaalstroom voor de herwinbaarheid van grondstoffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 128 (30196).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na een grondige evaluatie van het Programma Duurzaam Inkopen blijkt dat deze aanpak onvoldoende effectief is;

constaterende dat de staatssecretaris voor de zomer van 2011 een brief aan de Kamer zal sturen over een nieuwe aanpak voor het duurzaam inkoopbeleid van de overheid;

constaterende dat de criteria zoals nu gesteld geen ruimte bieden voor innovatieve en nieuwe producten die niet voldoen aan de opgestelde criteria;

overwegende dat duurzaamheid een dynamisch begrip is en dat het van belang is dat er niet wordt verwezen naar productvoorschriften met statische eisen, maar bijvoorbeeld naar Total Cost of Ownership en de Life Cycle Analysis van producten;

verzoekt de regering, maatregelen te treffen zodat het huidige inkoopbeleid zo spoedig mogelijk wordt omgevormd naar Duurzaam Inkopen 2.0;

verzoekt de regering derhalve om een algemeen raamwerk voor het duurzaam-inkopenbeleid in samenspraak met maatschappelijke organisaties, het georganiseerde bedrijfsleven en innovatieve koplopers op te stellen naar een programma dat tegemoetkomt aan de gesignaleerde tekortkomingen, en daarbij uit te gaan van ambitie, lef en vertrouwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf en Leegte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 129 (30196).

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb één motie. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment pilots in voorbereiding zijn in de productgroepen catering, bouw en grootkeukenapparatuur om te kijken of het stellen van toekomstgerichte criteria voor duurzaam inkopen perspectieven biedt;

overwegende dat het duurzaam-inkoopbeleid een belangrijke stimulans is voor groene ondernemers;

verzoekt de regering om het duurzaam-inkoopbeleid toekomstgerichter, duurzamer en innovatiever te maken en daarbij het huidige ambitieniveau bij voorkeur op te schroeven, maar in ieder geval niet naar beneden bij te stellen;

verzoekt de regering, in dit kader ook te onderzoeken of daarbij gebruikgemaakt kan worden van het concept achter de ladder van ProRail,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berge en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 130 (30196).

Staatssecretaris Atsma:

Voorzitter. Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de verschillende moties die de afgevaardigden hebben ingediend naar aanleiding van het algemeen overleg van vorige week.

De heer Leegte heeft herhaald wat hij in het overleg heeft gezegd. Hij wil namelijk degenen aanpakken die eisen stellen aan inkopers. Via het keurmerk worden oneigenlijke eisen gesteld aan wat je mag verlangen van een vragende partij, zo zegt de heer Leegte in zijn motie op stuk nr. 127. Vooral de toezichthouders die wij kennen, zoals de NMa, moeten erop toezien dat een overheid die iets in de aanbesteding doet, alleen vraagt wat bij wet mogelijk is. Nu heb ik de heer Leegte in het dictum zo verstaan dat hij zegt: zorg ervoor dat u maatregelen treft om te voorkomen dat oneigenlijke eisen worden gesteld in de zin van keurmerken en dergelijke. Als dat betekent dat hij van ons vraagt dat wij bijvoorbeeld contact opnemen met de toezichthouders om iedereen erop te wijzen zich aan de inkoopeisen te houden die bij wet worden gesteld, dan zie ik deze motie als een ondersteuning van beleid. Die vraag kunnen wij uiteraard ook aan de toezichthouders doorgeleiden. Ik hoop dat ik daarmee voldoende ben ingegaan op wat hij heeft gevraagd.

Mevrouw Van der Werf heeft in haar motie op stuk nr. 128 vooral gewezen op de herwinbaarheid van grondstoffen. Ik kan dat deel van de motie zeer onderschrijven. Als zij tegelijkertijd aangeeft dat een kwantitatieve doelstelling moet worden meegenomen in de verdere uitwerking van het beleid voor de herwinbaarheid van grondstoffen, dan interpreteer ik dat zo dat dit niet meteen ertoe moet leiden dat het hergebruik van grondstoffen, dat wij met zijn allen beogen, onmogelijk wordt gemaakt. Uit een afvalproduct kun je namelijk niet alleen een grondstof halen; je kunt er ook andere zaken mee doen. Als ik de motie ruim interpreteer, zeg ik: een kwantitatieve doelstelling is geen probleem, want die zou ook nul kunnen zijn, maar dat is niet de bedoeling van mevrouw Van der Werf. Zij laat ons echter de vrijheid om daar in de afvalbrief, waarmee ik nog voor de zomer, in juni, hoop te komen, een interpretatie aan te geven. Dan zie ik dit als ondersteuning van beleid.

De CDA-fractie heeft samen met de VVD-fractie de motie op stuk nr. 129 ingediend. Daarin wordt ingegaan op het raamwerk voor duurzaam inkopen. In de motie wordt nog een keer herhaald wat mevrouw Van der Werf en de heer Leegte vorige week in het overleg naar voren hebben gebracht. Ik heb toen al aangegeven dat de verbreding van het raamwerk die wordt beoogd, geen enkel probleem is. Ik zie deze motie dan ook als ondersteuning van beleid.

Ten slotte hebben de heer Van den Berge namens de GroenLinks-fractie en mevrouw Van Veldhoven namens de D66-fractie in motie op stuk nr. 130 aangegeven dat de ambitie ten aanzien van het duurzaam inkopen minimaal op niveau moet blijven. Daar zijn wij het natuurlijk mee eens. Als ik de motie van de heer Van den Berge zo mag interpreteren dat ik deze als een richtinggevende motie kan meegeven aan de commissies van VNO en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland waar ik vorige week op heb gedoeld en die uiterlijk in mei aan ons rapporteren, dan kan ik deze motie zien als ondersteuning van beleid. Daarbij merk ik op over het ambitieniveau dat wij hanteren, dat wij niet vanuit de overheid op voorhand zeggen: u gaat aan de slag en maakt een raamwerk, of u gaat met voorstellen komen, waarin u dit schrapt en dat toevoegt. Wij willen dat aan beide geledingen van VNO-NCW en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland overlaten. Zoals deze motie is geformuleerd, laat ik het oordeel graag aan de Kamer over.

Daarmee heb ik mijn oordeel gegeven, voorzitter, want het waren vier moties.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor zijn buitengewoon compacte wijze van beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen over de moties bij de eindstemming.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven