9 Inholland

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 15 februari 2011 over Inholland.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. We hebben een kerstregime, dus ik verzoek hem om straks kort commentaar op de moties te geven.

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk van de SP. Alleen mensen die moties indienen voeren het woord.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik heb drie moties naar aanleiding van het algemeen overleg over de hogeschool Inholland.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Hogeschool Inholland meer dan 35.000 studenten heeft verdeeld over vestigingen van Alkmaar tot Dordrecht en dat dit ten koste gaat van de bestuurbaarheid en de onderwijskwaliteit;

van mening dat de enorme schaalgrootte van de instelling bijdraagt aan de gespannen verhouding tussen bestuur, management en docenten;

van mening dat docenten, studenten en directie een samenhangend geheel dienen te vormen in kleinschalige scholen;

verzoekt de regering, in nauwe samenwerking met betrokkenen een plan te maken waardoor Hogeschool Inholland wordt opgesplitst in kleinere scholen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Jadnanansing. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 153 (31288).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat declaraties van onderwijsbestuurders en onderwijsinstellingen openbaar moeten worden gemaakt, aangezien het publieke middelen betreft;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de declaraties van hbo-instellingen en bestuurders openbaar worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Jadnanansing. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 154 (31288).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de oud-bestuurders van Hogeschool Inholland, ondanks alle problemen met diplomafraude en omstreden declaraties, hoge vertrekpremies ontvangen van meer dan € 150.000;

verzoekt de regering, alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat het geld voor deze vertrekpremies in het onderwijs wordt geïnvesteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 155 (31288).

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bijzonderonderwijsinstellingen thans een beroep (kunnen) doen op de onderwijsvrijheid om geen, of maar beperkte, transparantie te geven over de besteding van middelen;

overwegende dat ook bijzonderonderwijsinstellingen worden gefinancierd van gemeenschapsgeld en transparantie van besteding hierbij vanzelfsprekend dient te zijn;

spreekt uit dat alle onderwijsinstellingen gefinancierd uit gemeenschapsgeld op dezelfde wijze transparant dienen te zijn over de besteding van middelen;

verzoekt de regering, hiertoe een voorstel aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 156 (31288).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Zijlstra:

Voorzitter. De motie van de heer Jasper van Dijk en mevrouw Jadnanansing op stuk nr. 153 betreft het opsplitsen van Hogeschool Inholland. Ik heb daarover in het algemeen overleg al aangegeven dat ik naar de omvang van scholen puur kijk vanuit de optiek of een college van bestuur in staat is om de betreffende instelling op een goede wijze te runnen. Als de omvang daarbij een probleem is, zal ik daarnaar kijken met het oog op het kwalitatieve aspect. Het per definitie opsplitsen van een hogeschool vind ik echter geen taak van de overheid. Dat is de bevoegdheid van een college van bestuur. Het college van bestuur kan bekijken of het dit verstandig vindt. Ik ontraad de motie dus omdat deze naar mijn mening niet in die lijn past.

De motie van de heer Jasper van Dijk en mevrouw Jadnanansing op stuk nr. 154 betreft het openbaar maken van declaraties. Zoals ik in het algemeen overleg al heb aangegeven, is het kabinet van mening dat publiek gefinancierde instellingen zo transparant mogelijk moeten zijn. Laat ik echter helder het volgende vaststellen; dit is misschien ook alvast een antwoord op de motie van de heer Van der Ham. Voor het ministerie van OCW moeten alle instellingen, zowel de bijzondere als de openbare, aan dezelfde vereisten voldoen wat betreft het aanleveren van informatie. Als aan de hand van het onderzoek naar Inholland blijkt dat aanvullende informatie nodig is, zal ik niet schromen, zoals ik de Kamer al heb toegezegd. Ik vind namelijk – dat wil ik in deze zaal herhalen – dat de vrijheid van onderwijs niet kan worden gebruikt om informatie niet ter beschikking te stellen. Bij declaraties gaat het echter om iets heel anders. Bij declaraties gaat het om de Wet openbaarheid bestuur. Die wet zorgt ervoor dat openbare lichamen – ook openbare scholen zijn dat – declaraties en andere gegevens in sommige gevallen openbaar moeten maken, met inachtneming van privacy etc. Bijzondere instellingen zijn geen echter openbare instellingen. Hiermee kom je dus wel degelijk aan artikel 23. Ik vind het te kort door de bocht om dit nu via een motie even snel te regelen. Dat kan ik ook niet waarmaken. Wel heb ik toegezegd dat wij naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek zullen bekijken of hiervoor acties nodig zijn.

Hiermee heb ik tevens de motie op stuk nr. 156 van de heer Van der Ham ontraden.

Ik kom bij de motie van de heer Jasper van Dijk op stuk nr. 155 over de vertrekpremies. Eerlijk snap ik het dictum niet helemaal: "verzoekt de regering, alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat het geld voor deze vertrekpremies in het onderwijs wordt geïnvesteerd". Er is een arbeidsrechtelijke overeenkomst gesloten met de betreffende bestuurders. Daarin zit een vertrekpremie. Als er sprake is van overschrijding van de normen die ik daarop heb gesteld, zal ik dat bedrag terugvorderen. Dat geld gaat zeker het onderwijs weer in. Ik kan echter moeilijk treden in juridisch goed afgesloten privaatrechtelijke arbeidsovereenkomsten. Dat wil ik in dit geval niet doen. Ik kan mij voorstellen dat de heer Van Dijk dat ook niet zou willen als het gaat om een postbode bij TNT. Ik ontraad dus ook deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor zijn beknopte wijze van beantwoorden. Stemming over de moties vindt plaats bij de eindstemming.

Naar boven