9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg (32433) en de daarover in het wetgevingsoverleg ingediende moties.

Tevens stel ik voor, bij het debat over de Europese Top de spreektijden vast te stellen op 12 minuten voor de VVD en de PvdA, 10 minuten voor de PVV en het CDA, 7 minuten voor de SP, D66 en GroenLinks en 5 minuten voor de ChristenUnie, de SGP en de PvdD.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de leden Dijkstra, Dijkgraaf en Wolbert stel ik voor, de moties op de stukken 32500-XVI, nr. 80, 32500-XIII, nr. 63, en 32500-XVI, nr. 34, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

  • - in de contactgroep Duitsland het lid Houwers tot lid;

  • - in de contactgroep Verenigd Koninkrijk de leden Ten Broeke, Dijkhoff, Hennis-Plasschaert, De Liefde, Van Miltenburg, Taverne en Schaart tot lid;

  • - in de contactgroep België de leden Ten Broeke en Leegte tot lid;

  • - in de contactgroep Frankrijk de leden Elias en Van der Steur tot lid.

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in het Strategisch overleg informatievoorziening het lid Hachchi tot lid.

Het woord is aan de heer Kortenoeven.

De heer Kortenoeven (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag namens de Partij voor de Vrijheid nog deze week een spoeddebat voeren met de minister van Buitenlandse Zaken over de nasleep van de executie van mevrouw Bahrami in Iran.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Collega Kortenoeven heeft zojuist aan de minister van Buitenlandse Zaken over hetzelfde onderwerp mondelinge vragen gesteld. Gezien de gebeurtenissen heeft de CDA-fractie eerder behoefte aan een besloten overleg dan aan een spoeddebat. Wij willen toch een aantal zaken op een rijtje zetten. Daarvoor achten wij het nodig om met de minister een besloten overleg te houden. Het gaat immers deels over persoonlijke contacten in het diplomatieke verkeer.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorafgaand aan dit spoeddebat of besloten overleg wil de ChristenUnie graag een brief met het feitenrelaas. Ik begrijp dat D66 daar ook in schriftelijke vragen om heeft gevraagd. Ik kan mij indenken dat wij dit zo veel mogelijk publiekelijk moeten doen. Ik kan mij ook indenken dat de minister een deel van de informatie alleen met de Kamer op vertrouwelijke basis wil delen. Wij zouden het dus in tweeën moeten knippen. Ik wil namelijk wel alle feiten boven tafel krijgen voordat ik een eindoordeel vel over de inzet van het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de PVV om een spoeddebat. Ik wil de vragen over het feitenrelaas voor het spoeddebat beantwoord zien. Wat mij betreft gaat het, natuurlijk openbare, spoeddebat vooraf aan de eventuele mogelijkheid om vertrouwelijk zaken te bespreken. Ik dring erop aan dat het spoeddebat deze week plaatsvindt. Als de minister zijn reis toch nog iets uitstelt, kan het wat mij betreft aansluitend plaatsvinden en anders direct bij terugkomst.

De heer Van Bommel (SP):

Ook ik steun het verzoek om een spoeddebat. Wij zijn in het verleden per brief vertrouwelijk geïnformeerd over een aantal gevallen die Iran aangaan. Ik kan mij voorstellen dat de minister opnieuw vertrouwelijk informatie met ons wil delen. Dat moet dan voorafgaand aan het debat gebeuren. Dat debat moet nog deze week plaatsvinden.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Ook van de kant van GroenLinks steun voor het spoeddebat. Graag van tevoren de antwoorden op de vragen en het feitenrelaas.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ook ik kan steun voor het spoeddebat uitspreken. Ik stel vast dat er zo veel steun voor is dat wij er ook een gewoon debat van kunnen maken. Dat maakt de wijze van communicatie tussen Kamer en kabinet prettiger, denk ik. Het gaat hier om een precieze zaak. Een en ander gaat zeker op als de Kamer van tevoren een brief krijgt van de minister met een feitenrelaas. Ook dat verzoek steun ik.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie steunt het verzoek om een brief van het kabinet, een debat daarover en de mogelijkheid om in beslotenheid vragen te stellen over het diplomatieke verkeer rond deze zaak.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter. Graag een brief en graag de mogelijkheid van een besloten overleg. Wat mij betreft, besluiten wij daarna wat de beste wijze is: een spoeddebat, een gewoon debat of een spoed-AO.

De voorzitter:

Mijnheer Kortenoeven, u hebt ruim steun voor het organiseren van een spoeddebat. Ik tel snel en stel vast dat het ook een gewoon debat kan worden. De vragen om schriftelijke informatie, het stenogram, ga ik allemaal doorgeleiden. Een aantal woordvoerders zegt: eerst besloten en dan openbaar overleggen. Een aantal andere woordvoerders draait het om: eerst openbaar en dan besloten overleggen. Volgens mij is er een meerderheid voor het laatste voorstel. Dat voorkomt ook dat mensen in het openbare deel iets kunnen zeggen wat zij in het besloten deel hebben gehoord en waarnaar zij dus niet mogen verwijzen. In die zin is dat dus veiliger, zeg ik vanuit mijn rol als voorzitter.

Mijn probleem zit 'm in de agenda. Ik heb deze week absoluut geen tijd voor een plenair debat. Wie de agenda bekijkt, ziet dat ook. Dat betekent dat u in overleg met uw collega's treedt om te bekijken wat er af zou kunnen of dat u kiest voor een algemeen overleg.

De heer Kortenoeven (PVV):

De urgentie zit hem onder andere in het feit dat er volgens de pers nog vier mensen "on death row" zitten in Iran. Wij willen voorkomen dat mogelijke maatregelen die hiertegen in stelling gebracht kunnen worden, te laat komen.

De voorzitter:

Ik zeg ook niet dat er niet over gesproken kan worden. Ik zeg dat het plannen van een algemeen overleg ook een mogelijkheid is om snel, nog deze week, te kunnen overleggen. Dat hoor ik dan van u. Ik kan deze week geen plenair debat plannen, tenzij u met een voorstel komt om iets van de agenda af te halen en er iets anders op te zetten. Dat voorstel kan echter niet hier gedaan worden. Dat doen wij immers niet plenair.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan zouden wij er een spoed-AO van kunnen maken. Dan kunnen wij rustig met elkaar overleggen.

De voorzitter:

Daar gaat de commissie over. Dat weet u.

De heer Timmermans (PvdA):

Ik kan een suggestie doen, helaas zonder dat ik daarover met mijn collega's heb overlegd. Het geplande debat over de Europese Top zouden wij in een AO kunnen afdoen.

De voorzitter:

Nu gaat u precies dat doen wat niet kan.

De heer Timmermans (PvdA):

O, dat kan niet? Ik dacht dat u zei dat er suggesties gedaan kunnen worden.

De voorzitter:

Ja, maar niet op deze manier.

De heer Timmermans (PvdA):

Mijn fractie heeft een sterke voorkeur voor een debat. Als het echt niet anders kan, moet er deze week een AO worden georganiseerd. Ik zou het heel erg vinden als het insisteren op een plenair debat ertoe leidt dat het op de lange baan wordt geschoven. Dat kunnen wij ons in deze gevallen niet permitteren.

De voorzitter:

Helemaal helder. Er is notitie gemaakt van het debat. Ik laat het aan uw wijsheid over om het samen met collega's of in de commissie op te lossen en met een voorstel te komen. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik heb dertien weken geleden schriftelijke vragen gesteld over dossiers bij de jeugdzorg waar een valse melding van kindermishandeling is gedaan. Morgen voeren wij een debat over de herziening van de maatregelen voor kinderbescherming. Ik wil de antwoorden graag voor morgenmiddag ontvangen. Na dertien weken lijkt mij dat toch mogelijk.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de SP en de Partij van de Arbeid verzoek ik u, een debat te agenderen over het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de dood van een zwangere vrouw in Leersum. Wij willen spreken over de maatregelen die op korte termijn kunnen worden genomen om de medische zorg aan asielzoekers te verbeteren.

Mevrouw Arib (PvdA):

Dit debat wordt inderdaad mede namens mijn fractie aangevraagd. Ik voeg hier nog aan toe dat wij graag een brief van de minister ontvangen met een reactie van het kabinet op dit rapport.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat, maar dit onderwerp kan naar onze mening ook prima in een algemeen overleg worden besproken. Ik wijs er verder op dat wij – mede naar aanleiding van een inbreng van de heer Dibi – hebben afgesproken dat wij niet meer over individuele gevallen spreken. Ik zou het overleg dan ook graag willen verbreden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat heb ik ook gezegd.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik sluit mij grotendeels aan bij mevrouw Van Nieuwenhuizen. Ik wil over het rapport kunnen beschikken, maar ook over een kabinetsreactie daarop. Dit onderwerp kan wat mijn fractie betreft ook heel goed in een algemeen overleg worden besproken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De kabinetsreactie staat in de brief bij het rapport.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ook mijn fractie pleit ervoor om het breder te trekken. Ik heb begrepen dat er nog een rapport komt van de IGZ over een onderzoek naar de zorg aan asielzoekers. Naar mijn mening moeten wij een en ander daarbij betrekken.

De heer Rik Janssen (SP):

Ik reageer op de opmerking over het individuele geval. Het gaat hier om een exponent van een situatie waarin het in een individueel geval is misgegaan. Het probleem is breder. Als de collega's daarin toestemmen, heb ik er geen probleem mee om dit in een algemeen overleg te bespreken.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u hebt voor een gewoon debat een meerderheid nodig. Die is er niet, maar u hebt wel ruime steun voor een algemeen overleg.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik zal direct na de regeling van werkzaamheden een algemeen overleg aanvragen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid stel ik de Kamer voor, een debat te voeren met de minister-president over de noodzakelijkheid van transparantie van de zakelijke belangen van bewindslieden en de wijze waarop deze op afstand zijn geplaatst. Ik heb hierover al een aantal keren vragen gesteld, maar de antwoorden daarop waren onbevredigend. De heer Van Gerven heeft met name vragen gesteld over de zakelijke belangen van de staatssecretaris, die vandaag in het nieuws waren. Daarom ons voorstel aan de Kamer om daarover een goed debat te voeren.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u dit verzoek mede namens de Partij van de Arbeid doet?

De heer Schouw (D66):

Ja.

De heer Van Gerven (SP):

Misschien wist de heer Schouw het nog niet, maar dit verzoek wordt ook mede namens de SP ingediend. Wij hebben het er zojuist over gehad en het is hem wellicht ontschoten.

Ik wijs er nog op dat wij tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ook hebben afgesproken dat er een brief moet komen van de staatssecretaris van ELI over zijn privébelangen en over wat er in het verleden is gebeurd. Dat moet volstrekt helder zijn. Die brief moet de Kamer voor het debat hebben bereikt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Ik wijs erop dat er ook nog onbeantwoorde Kamervragen aan staatssecretaris Bleker liggen over de natuursubsidies. Ik zou graag zien dat die vragen voorafgaand aan het debat worden beantwoord.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de heer Schouw. Mede gezien de verbreding die hij erin heeft aangebracht, achten wij dit van groot belang.

De heer Van Beek (VVD):

Wij steunen met name het feit dat de vraagstelling is verbreed. Het lijkt mij van belang dat het kabinet eerst een brief aan de Kamer stuurt. Wij kunnen dan beoordelen of het noodzakelijk is dat wij hierover een debat voeren.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de opmerkingen van de VVD.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Eerlijk gezegd heb ik ook die neiging, omdat ik het gevoelen heb dat er twee zaken door elkaar lopen. Ik kan mij goed voorstellen dat het debat gaat over het meer algemene belang van transparantie en het op afstand plaatsen. Dat raakt ook aan de verantwoordelijkheid van de minister-president tijdens de kabinetsformatie. Nu is er vermenging met de individuele casus die vandaag de media beheerst. Ik zou duidelijkheid willen over wat het debat behelst en in ieder geval over dat eerste punt een brief van de minister-president willen krijgen. Wat mij betreft kan daarin worden meegenomen of destijds dit belang is gemeld aan de minister-president.

De voorzitter:

De aanvraag van de heer Schouw betreft een breed debat, in algemene zin.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. "Een breed debat, in algemene zin" spreekt ons nog niet zo aan, dat vinden wij wat onbepaald. Wij zouden liever eerst een brief zien en dan bekijken of er aanleiding is voor een verder debat.

De voorzitter:

Dan zullen wij het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Schouw (D66):

Ik dank de collega's voor hun steun. Degenen die verzoeken om een brief, verwijs ik in de eerste plaats naar de beantwoording van een drietal sets van vragen die ik heb gesteld. Daarin doet de regering namelijk een eerste poging tot een antwoord. Vorige week heb ik nieuwe vragen gesteld. Ik wil voorstellen om de beantwoording van de nieuwe set vragen die ik heb gesteld, af te wachten, omdat we tegen die tijd weten wat er gaat gebeuren en dit plenair in de behandeling kunnen meenemen.

De voorzitter:

Dat betekent dat wij nu besluiten om het stenogram door te geleiden en de antwoorden af te wachten. Daarna zie ik u terug.

De heer Schouw (D66):

Ja.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Als voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil ik u vragen om het VAO Toezichtverslag PBO SER 2009, dat voor morgen voor de plenaire vergadering staat geagendeerd, te verzetten. Wij willen namelijk graag nog een vervolg-AO voeren, maar daarna willen wij wel zo spoedig mogelijk alsnog een VAO houden.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO van de agenda afvoeren.

Mevrouw Jacobi wil ook nog een verzoek doen. Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Vanwege het debat dat net is geweest over het Waddenfonds en de onbevredigende antwoorden die zijn gegeven, wil ik mede namens mevrouw Van Tongeren van de GroenLinks-fractie, de heer De Rouwe van de CDA-fractie en mevrouw Van Veldhoven van de D66-fractie een spoeddebat aanvragen over de financiering van het Waddenfonds.

De voorzitter:

U hebt zo'n ruime steun, dat ik denk dat we dit wel kunnen doorzetten.

Mevrouw Lucas (VVD):

Voorzitter. Ik zie dat er een meerderheid is voor dit spoeddebat ...

De voorzitter:

Hiervoor zijn 30 leden voldoende, er is geen meerderheid nodig.

Mevrouw Lucas (VVD):

Ik wil wel graag eerst een brief van het kabinet over hoe het de regionalisering van het Waddenfonds ziet.

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. Volgens mij hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Wij willen ook graag een brief, met daarin aandacht voor de vraag hoe snel wij kunnen decentraliseren. Voor het CDA kan het Waddenfonds niet snel genoeg naar de regio.

De voorzitter:

Wij zullen dit debat agenderen, met drie minuten spreektijd per fractie. Eerst wordt het stenogram doorgeleid naar het kabinet, want dan kan er een brief komen. Deze week kan ik het toch niet agenderen. Als de brief er voor volgende week dinsdag is, hebben wij ruim de tijd.

Er hebben zich geen anderen meer gemeld voor de regeling van werkzaamheden, dus we gaan stemmen.

Naar boven