13 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen) (32357),

en over:

  • - de motie-Paulus Jansen c.s. over handhaving van duurzaamheidscriteria (32357, nr. 15);

  • - de motie-Leegte/Haverkamp over verhoging van het bijmengpercentage (32357, nr. 16);

  • - de motie-Van den Berge c.s. over duurzaamheidscriteria (32357, nr. 17);

  • - de motie-Van den Berge c.s. over aanschaf van voertuigen met energielabel A of B (32357, nr. 18);

  • - de motie-Van Veldhoven c.s. over indeling in eerste, tweede en verdere generaties biobrandstoffen (32357, nr. 19);

  • - de motie-Van Vliet/De Mos over importeren van biomassa (32357, nr. 20).

(Zie vergadering van 26 januari 2011.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van den Berge stel ik voor, zijn motie (32357, nr. 17) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Leegte/Haverkamp (32357, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat eerder de bijmengpercentages van biobrandstoffen bewust zijn verlaagd vanwege twijfels over de duurzaamheid;

overwegende dat een geleidelijke opschaling van het huidige bijmengpercentage van 4 naar 10 in 2020 grote voordelen heeft ten opzichte van een abrupte opschaling aan het eind van de termijn;

overwegende dat het aanbod van advanced biofuels/tweede generatie biobrandstoffen snel aan het groeien is;

verzoekt de regering om in overleg te treden met de sector en de commissie-Corbey of een eerdere, geleidelijke opschaling van het bijmengpercentage biobrandstoffen in lijn met het grotere aanbod hoogwaardige biobrandstoffen mogelijk is, alsmede een verbreding van de doelstelling naar andere sectoren zoals de binnenvaart en de luchtvaart, en de Kamer uiterlijk op 1 september 2011 op de hoogte te brengen van dit overleg,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Leegte, Haverkamp en Paulus Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 22 (32357).

De motie-Van Vliet/De Mos (32357, nr. 20) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel oerbos moet wijken voor het verbouwen van grondstoffen voor biobrandstof en biomassa;

overwegende dat het behoud van oerbossen veel belangrijker is dan het vervaardigen van biobrandstof en biomassa;

overwegende dat de Nederlandse overheid een voorbeeld kan stellen door ervoor te zorgen dat er geen biomassa wordt ingekocht die ten koste is gegaan van oerbossen;

verzoekt de regering om alleen import van biomassa toe te staan als redelijkerwijs vaststaat dat deze biobrandstof en biomassa niet ten koste zijn gegaan van oerbossen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 24 (32357).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

De motie-Van Veldhoven c.s. (32357, nr. 19) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland conform de EU-richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen een doelstelling heeft om per 2020 10% van zijn energie in het vervoer te behalen uit hernieuwbare bronnen;

overwegende dat zowel de commissie Duurzaamheidsvraagstukken als het Planbureau voor de Leefomgeving vraagtekens heeft geplaatst bij de duurzaamheid van veel van de eerste generatie biobrandstoffen;

van mening dat het van groot belang is om alternatieven voor de eerste generatie biobrandstoffen te stimuleren zoals elektrisch rijden, groen gas en biobrandstoffen op basis van reststromen;

verzoekt de regering, voor de zomer in overleg met de commissie-Corbey te komen met een indeling van beschikbare technologieën in eerste, tweede en verdere generaties biobrandstoffen, een oordeel te geven over de duurzaamheid en het potentieel van deze biobrandstoffen en andere alternatieve vormen van hernieuwbare energie in het vervoer om duidelijkheid te scheppen voor de markt;

verzoekt de regering voorts, in haar beleid ernaar te streven om de verplichting voor hernieuwbare energie in het vervoer in 2020 zo veel mogelijk te voorzien uit bovengenoemde alternatieven en de beter presterende biobrandstoffen van de eerste generatie, en ernaar te streven dat in dat jaar minimaal de helft van de verplichting uit dergelijke alternatieven wordt ingevuld;

verzoekt de regering tevens, in de jaren tussen nu en 2020 de Kamer te informeren over het aandeel dat deze alternatieven elk jaar vertegenwoordigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 23 (32357).

Op verzoek van mevrouw Van Veldhoven stel ik voor, haar gewijzigde motie (32357, nr. 23) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Haverkamp/Leegte (stuk nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit nader gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Samsom c.s. (stuk nr. 14) tot het invoegen van de onderdelen C en D.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Haverkamp/Leegte (stuk nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Paulus Jansen c.s. (32357, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Leegte c.s. (32357, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de VVD, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berge c.s. (32357, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Vliet/De Mos (32357, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven