Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag en als hamerstukken te behandelen de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven, 30865, nrs. 45 tot en met 59.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de ervaringsfase met langere en zwaardere vrachtwagencombinaties van 4 oktober jongstleden op de agenda te plaatsen. Ik wil graag dat dit VAO op een later tijdstip volgende week plaatsvindt, omdat de beantwoording van de minister eraan zit te komen. Dan is die tijdig binnen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De heer Roemer (SP):

Het verslag van het algemeen overleg over de taximarkt en taxitarieven van 4 oktober jongstleden zie ik eveneens graag op de agenda geplaatst en wel zo spoedig mogelijk, omdat 1 november aanstaande de deadline voor de tarieven is.

De voorzitter:

Ik denk dat wij daar deze week geen tijd voor hebben. Daarom stel ik voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. De heer Roemer doet een goed voorstel, want wij hebben begrepen dat staatssecretaris Huizinga-Heringa deze week niet in het land is. Het zou goed zijn als het laatstgenoemde VAO bijvoorbeeld aan de agenda van dinsdag toegevoegd wordt.

De voorzitter:

Wij allen hebben u gehoord.

Het woord is aan het lid Anker.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Op de agenda van deze week staat de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) (28867), een uitermate complex wetsvoorstel. Mijn fractie heeft behoefte aan nader beraad over eventuele amendering en vraagt om het van de agenda voor deze week af te halen.

De heer De Wit (SP):

De SP-fractie steunt dit verzoek van harte.

De heer De Roon (PVV):

De PVV-fractie steunt dit verzoek ook.

Mevrouw Bouchibti (PvdA):

Ook de fractie van de PvdA steunt dit verzoek.

De voorzitter:

Ik stel vast dat wij een meerderheid hebben.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Namens de CDA-fractie betuig ik mijn spijt dat de behandeling van dit wetsvoorstel deze week niet door kan gaan. Ik zou het op prijs stellen als dit zo spoedig mogelijk wel gebeurt, want het staat al zo lang op de agenda.

De voorzitter:

Ik deel uw spijt. Er staan een heleboel wetsvoorstellen van Justitie op het programma. Ik vind dat wij daarmee voortgang moeten maken, maar als een meerderheid voor uitstel van de behandeling is, zullen wij dat vanzelfsprekend doen. Ik stel dan ook voor, de behandeling van het wetsvoorstel Aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen (28867) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen donderdag is de brief van minister Hirsch Ballin verschenen over stopzetting van de beveiliging van mevrouw Hirsi Ali. Zoals ik al heb aangekondigd, verzoek ik u om hierover een kort spoeddebat te houden met deze minister. Ik doe dit verzoek mede namens de PvdA-fractie.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Vanochtend werd ik verrast door vertrouwelijke stukken die aan de Kamer zijn gezonden door de advocaat van mevrouw Hirsi Ali. Ik vraag mij af wat ik daarmee moet. Ik verzoek u, ervoor te zorgen dat wij voor het debat meer te weten komen over de status van deze stukken, opdat duidelijk is of ik deze al dan niet bij het debat kan betrekken. Vooralsnog vind ik het bizar dat die stukken zomaar naar de Kamer zijn gestuurd.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik steun het verzoek om een spoeddebat niet. Ik spreek ook mijn gevoelens uit van opperste verbazing en afkeuring over de mailberichten die ik vanochtend heb ontvangen, waarbij vertrouwelijke stukken aan ons werden gezonden. Ik hoor graag van mevrouw Halsema of zij afkomstig zijn van de advocate van mevrouw Hirsi Ali, van een lid van GroenLinks of van een senator van GroenLinks.

De voorzitter:

Dat is nu niet aan de orde.

De heer Wilders (PVV):

Het zijn wel goede vragen van mevrouw Verdonk.

Ik heb geen behoefte aan een spoeddebat over dit onderwerp. Als het debat niettemin doorgaat, verzoek ik u, de spreektijd vast te stellen op een halve minuut tot één minuut.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik vind de brief van de minister helder en heb geen behoefte aan een debat. Ik sluit mij aan bij diegenen die hebben gezegd dat wij niet zomaar uit vertrouwelijke stukken moeten citeren. Ook ik vind de gang van zaken merkwaardig.

De voorzitter:

Ik stel vast dat 30 leden het verzoek van mevrouw Halsema om een spoeddebat steunen. Ik heb de minister informeel gevraagd om de Kamer voorafgaand aan het debat helderheid te verschaffen over de status en de vertrouwelijkheid van de stukken. Het is mogelijk dat hij die helderheid verschaft in de vorm van een verklaring. Wij zullen dat afwachten. Ik ben voornemens om dit debat al vanmiddag te laten plaatsvinden, omdat vanmiddag de behandeling van een wetsvoorstel met de minister van Justitie is vervallen. De minister is dus beschikbaar. Ik stel voor, de spreektijd vast te stellen op twee minuten per fractie.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter, zou daar één minuut bij mogen?

De voorzitter:

Dan stel ik voor, het spoeddebat hedenmiddag om 16.00 uur te houden en de spreektijd vast te stellen op drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik wil nog even opmerken dat ik mij de vraag van de heer Van Haersma Buma goed kan voorstellen. Ik stel het op prijs als wij bijtijds duidelijkheid hebben over de status, de relevantie en de vertrouwelijkheid van de stukken, zodat wij weten waar wij aan toe zijn.

De voorzitter:

Ik verwacht dat wij dit binnen een halfuur kunnen weten.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Ik steun het verzoek aan de minister van Justitie om opheldering over de status van de stukken. Ook de VVD-fractie is verbijsterd. Ik wil ook graag weten wat de interne procedure bij de Tweede Kamer is, aangezien de stukken intern zijn verspreid. Hoe is dit proces precies verlopen en is dit de gebruikelijke manier?

De voorzitter:

Voor die informatie zal ik zorgen.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over belemmering duurzame innovatieve veehouderij van 4 oktober jongstleden op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Sinds het Verantwoordingsdebat probeert de Partij voor de Dieren al antwoord te krijgen op haar vragen over de financiële stromen van de Staat naar het Koninklijk Jachtdepartement. Wij worden van het kastje naar de muur gestuurd. Binnen de Tweede Kamer is ook onduidelijk welk departement hiervoor verantwoordelijk is.

Nu hebben wij hierover aanvullende vragen gesteld en ook de SP-fractie heeft dit gedaan. Wij willen nog vóór het begrotingsdebat dat wij morgen met de minister-president zullen houden, antwoord op onze vragen van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de minister van Algemene Zaken.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb inderdaad ook vragen over dit onderwerp gesteld en ik sluit mij graag aan bij het verzoek van mevrouw Thieme om beantwoording daarvan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Verleden week heb ik bij de regeling van werkzaamheden gevraagd of wij het rapport van de WRR over Europa zouden kunnen bespreken. Veel collega's vonden het toen te vroeg, omdat de reactie van de regering op dat rapport nog niet binnen was. Die was er vier uur later wel. Het was een wat zuinige reactie, wat voor mij des te meer reden vormt om er een goed debat aan te wijden.

De heer Ormel (CDA):

Hoe meer er over Europa gedebatteerd wordt, hoe liever het ons is. Het is alleen wel zaak om de volgtijdelijkheid van de komende debatten in de gaten te houden. Er komt binnenkort een debat over de Europese Top die deze maand zal plaatsvinden en er volgt nog een debat over de Staat van de Unie. Ik stel voor om het debat dat de heer Pechtold wenst, na die twee debatten te houden.

De voorzitter:

Het debat over de Staat van de Unie zal op 19 december worden gehouden.

De heer Ten Broeke (VVD):

Dat is het punt waarop wij hadden willen wijzen. Omdat dat debat in december wordt gehouden, zou het debat dat de heer Pechtold aanvraagt wat ons betreft gehouden kunnen worden tussen het debat over de Top en het debat over de Staat van de Unie.

De voorzitter:

Het debat over de Europese Top is gepland op 30 oktober. Is dat ook voor de heer Ormel haalbaar?

De heer Ormel (CDA):

Ik wist niet dat het debat over de Staat van de Unie in december was gepland, dus het lijkt mij uitstekend.

De voorzitter:

Wij zullen het debat plannen tussen de twee genoemde data. De spreektijden zullen nog worden vastgesteld.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik heb verleden week al een spoeddebat aangevraagd over de vertraging bij de openstelling van de A73, op basis van een brief van minister Eurlings. Die brief hebben wij afgelopen vrijdag ontvangen. Wij denken dat er nog vragen genoeg overgebleven zijn, ook naar aanleiding van de opmerkingen die de minister gisteren publiekelijk heeft gemaakt. Wij vinden het nodig om nog deze week een spoeddebat te houden.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik steun dit verzoek van harte. Ik zou bijna zeggen dat het van mij ook wel een gewoon debat mag worden, want het aantal vragen neemt alleen maar toe.

De heer Madlener (PVV):

De PVV-fractie steunt dit verzoek ook.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Dat geldt ook voor onze fractie.

De heer Roemer (SP):

Voor de onze ook, voorzitter.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik sluit mij hierbij aan.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voor onze fractie geldt hetzelfde.

De voorzitter:

Ik stel voor, hierover deze week een spoeddebat te houden, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Op 28 juni jongstleden heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de woningbouwproductie. Ik heb hierover in de eerste week van september gerappelleerd. Vervolgens is mij 12 september in een brief medegedeeld dat de vragen binnen twee weken beantwoord zouden zijn. Er zijn inmiddels vier weken verstreken en ik heb nog steeds geen antwoord gehad. Ik wil dit graag morgen vóór 12.00 uur hebben, anders wil ik hierover een debat, conform wat in dit huis gebruikelijk is. Ik heb begrepen dat er over de trage beantwoording van vragen gesproken is. Ik vind het nu genoeg.

De voorzitter:

Het is gebruikelijk om schriftelijke vragen om te zetten in mondelinge, als de antwoorden niet tijdig binnen zijn. Dat is de afspraak.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het is een puinhoop bij het vervoer van gehandicapten, ouderen en chronisch zieken. Hier moet een eind aan komen en daarom wil ik hierover een spoeddebat.

Mevrouw Van Dijken (PvdA):

Het is een prachtig instrument dat de Kamer heeft: 30 leden en er komt een spoeddebat. Er valt inderdaad veel over te zeggen, maar of het zo erg is als u zegt... Wij hebben vrijdagmiddag de informatie van de staatssecretaris ontvangen. In december wordt er opnieuw over de kilometers gesproken. Doet de Kamer zichzelf niet meer recht door daar een ordentelijk debat aan te wijden? Dan kunnen wij vroegtijdig, voordat er een besluit wordt genomen over de kilometers, spreken over eventuele verbeteringen.

De voorzitter:

Het is de bedoeling dat u alleen aangeeft of u het verzoek steunt of niet steunt. Niet te veel inhoud als het kan.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

In de brief van de staatssecretaris staat niets. Het is een grote puinhoop in het gehandicaptenvervoer. Daarom steunt de SP-fractie het verzoek van mevrouw Agema.

Mevrouw Willemse-van der Ploeg (CDA):

De CDA-fractie sluit zich aan bij mevrouw Van Dijken.

De voorzitter:

Ik constateer dat 30 leden voor het houden van een spoeddebat zijn. Ik stel voor, dat debat later deze week te houden, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil een verzoek doen voor een spoeddebat met de bewindslieden van VWS en van Financiën over de bestaande regeling voor chronisch zieken en gehandicapten, de fiscale regeling buitengewone uitgaven, de bezuiniging daarop en de vraag hoe het in de toekomst verder moet. Al 200 dagen vraag ik het kabinet om opheldering en die krijg ik maar niet. Er is onlangs weer 250 mln. extra bezuinigd. Hoe dat verwerkt wordt, weten wij niet. Ik ben het een beetje zat, want...

De voorzitter:

Ik heb net uitgelegd: alleen vorm, geen inhoud. U begreep best wat ik bedoelde.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het is niet alleen inhoud; ik probeer het verzoek kort te motiveren voor mijn collega's. Het wordt tijd voor antwoorden, maar die krijgen wij niet. Vandaar een spoeddebat.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De D66-fractie steunt het verzoek van de heer Vendrik.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Datzelfde geldt voor de SP-fractie.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben net een brief van de staatssecretaris van Financiën gehad. Hij geeft aan dat er op 1 november nadere informatie komt. Wij verwachten dan meer informatie te krijgen. Het gaat om een reparatie die niet per 1 januari 2008, maar per 1 januari 2009 ingaat. Daarbij is zorgvuldigheid gewenst. De CDA-fractie ziet graag een goed voorstel van het kabinet en wil daarna het debat aangaan.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Tang (PvdA):

De PvdA-fractie vindt zo'n debat op dit moment voorbarig en wacht liever op de reactie van het kabinet.

De heer Blok (VVD):

Deze maatregelen zorgen voor veel onrust, daarom steunt de VVD het verzoek van GroenLinks.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Een korte reactie in de richting van de coalitie: zo direct zullen wij wellicht stemmen over het wetsvoorstel van de minister van VWS over het eigen risico. Daarin zit een regeling besloten voor compensatie van chronisch zieken en gehandicapten.

De voorzitter:

Mijnheer Vendrik, dit is niet de bedoeling. U hebt steun voor een spoeddebat, dus u krijgt een spoeddebat. Ik dacht dat u wilde reageren op de brief en het mogelijke uitstel waarover de heer Omtzigt sprak.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb geen behoefte aan uitstel; het stadium van een brief is al geweest. Het wordt tijd voor helderheid.

De voorzitter:

Dan stel ik voor, later deze week een spoeddebat te houden, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb een tweede verzoek. Ik stel voor, de stemmingen over het wetsvoorstel over de no-claim en het eigen risico uit te stellen tot na dat debat, want het heeft allemaal met elkaar te maken.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie is buitengewoon tegen dit verzoek gekant en wenst daarbij dat u in overweging neemt dat de GroenLinks-fractie niet heeft meegedaan aan de schriftelijke inbreng. Zij heeft dus zelf de eerste ronde niet gebruikt om over dit wetsvoorstel te debatteren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voor een zorgvuldige invoering van deze wet lijkt het mij belangrijk dat er vandaag over wordt gestemd. Dat is van belang met het oog op 1 januari 2008.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik ben het eens met de vorige sprekers.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De heer Vendrik heeft tijdens het debat hierover een punt gemaakt en heeft daarop niet voldoende antwoord gekregen. Daarom steun ik zijn verzoek.

Mevrouw Kant (SP):

Voor de zorgvuldigheid is het juist om eerst dat debat te houden. Zorgvuldigheid bij het wetsvoorstel over het eigen risico is sowieso heel ver te zoeken.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen steun is voor het uitstellen van de stemmingen. De stemmingen zijn hedenmiddag.

Het woord is aan de heer Tang.

De heer Tang (PvdA):

Voorzitter. Op 27 september was de plenaire behandeling van het wetsvoorstel inzake regionale luchthavens en militaire luchthavens (30452). In reactie op een amendement van de Partij van de Arbeid zei de minister dat het amendement onmogelijk was. Navraag leert ons dat het wel mogelijk is. Daarom verzoeken het CDA en de PvdA om een heropening van het debat, met name waar het gaat om het amendement op stuk nr. 19.

De voorzitter:

Ik stel voor, een korte heropening toe te staan.

De heer Haverkamp (CDA):

Ik wil ook graag een schriftelijke reactie van de minister van VROM op de motie van de heer Tang over externe veiligheid.

De heer Tang (PvdA):

Goed idee!

De voorzitter:

Dat wordt ondersteund.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Bij het amendement op stuk nr. 22 speelde een soortgelijk iets.

De voorzitter:

U wilt daar ook een schriftelijke reactie op?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Wij hebben een reactie van het ministerie, maar ik wil dat amendement ook graag bij de heropening kunnen betrekken. Aangezien de heer Tang zijn verzoek alleen op het amendement op stuk nr. 19 heeft gericht, voeg ik dit toe.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Er komt dus een brief en dan een heropening. Dat betekent dat de brief er snel moet zijn. De heropening is deze week en de stemmingen donderdag aanstaande.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb opnieuw een verzoek over het beantwoorden van Kamervragen. Ik heb hier vier series vragen, een aan AZ, Justitie en Defensie en de rest aan LNV, waarvan de beantwoording ruim over tijd is. Ik zal de vragen zo meteen aan u overhandigen, zodat ik ze niet allemaal hoef op te sommen.

Ik wil u dan ook nog wat vragen, voorzitter. U ging toch een gesprek aan met de ministeries? Mag ik uit mijn lijstje, en vast ook uit het lijstje van vele anderen, concluderen dat u of nog niet bent geweest of nog geen resultaten hebt geboekt?

De voorzitter:

Er is al een contact geweest, maar nog niet tussen mij en de minister-president. In het Presidium hebben wij afgesproken dat wij, als een antwoord lang uitblijft zonder aankondiging, u in de gelegenheid zullen stellen om de vragen om te zetten in mondelinge vragen. Wij zullen dan een gelegenheid inruimen om voortgang te maken in de afwikkeling van schriftelijke vragen. Als het goed is, hebt u dat allen van uw eigen secretaris gehoord.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Dan vrees ik dat wij binnenkort een hele dag mondelinge vragen moeten gaan houden. De vier series vragen die openstaan zal ik aan u overhandigen. Ik hoop dat zij voor dinsdag aanstaande beantwoord zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven