Vragen van het lid Ulenbelt aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over zijn vergelijking van de vaste arbeidsovereenkomst met een afdrijvende ijsschots.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Er is een paradijs in ons land. Minister Donner heeft dat ontdekt: het paradijs van de vaste arbeidsovereenkomst. En het is waar. Wie was niet blij, trots en gelukkig bij zijn eerste vaste arbeidsovereenkomst? Die bood zekerheid en haalde je uit de draaimolen van de tijdelijke contracten. De minister schrijft in de krant dat het paradijs van de vaste arbeidsovereenkomst echter voorbij is. Volgens hem is de vaste arbeidsovereenkomst een ijsschots die afdrijft en smelt, alsof het een natuurverschijnsel is. Niet dus, minister!

De ontslagplannen van het kabinet zijn mensenwerk en het ontslagrecht moet worden aangepast, omdat het niet anders kan, zo schrijft de minister. Werkenden moeten volgens hem inschikken. Wat is de reactie van de minister op de uitspraken van het PvdA-congres over het ontslagrecht? Is de uitspraak van dat congres voor hem wel of niet een reden om de plannen voor de aanpassing van het ontslagrecht nu van tafel te halen? PvdA-fractievoorzitter Jacques Tichelaar sprak tijdens het congres de ferme woorden: "Wij zullen de verslechtering van de ontslagbescherming van werknemers niet accepteren. Dat regelt de PvdA." Wat is de reactie van de minister hierop? Heeft de PvdA al iets met de minister geregeld en zo ja, wat dan? Minister, haal nu eindelijk de onzekerheid weg, trek dat ontslagplan in, maak van ons land geen smeltende ijsberg waar werknemers gaan verdrinken in onzekerheid!

Minister Donner:

Voorzitter. Ik begrijp dat de heer Ulenbelt zijn wekelijkse update wil over het ontslagrecht. Wij kunnen dat misschien ook beter schriftelijk doen, maar ik begrijp dat hij zich bezorgd maakt of er nog iets komt. Dat kan ik mij voorstellen, omdat wij inderdaad voorwaar met enige problemen te maken hebben, zoals ik geprobeerd heb duidelijk te maken. Zo moeten volgens het kabinetsbeleid 200.000 mensen extra naar de arbeidsmarkt worden gebracht. Dan is er, zoals de heer Ulenbelt ook zegt, door de cijfers heen een geleidelijke verschuiving te zien – als er niets gebeurt – van de vaste arbeidsovereenkomst naar de figuur van zelfstandigen zonder personeel en flexcontracten. De problematiek vormt een rem op de vernieuwing en de innovatie in de markt, zoals ook de Raad van Economisch Adviseurs van dit parlement heeft gezegd. Ik kan mij voorstellen dat de heer Ulenbelt zich zorgen maakt en zich afvraagt: komt er nog wat van? Ik kan hem toezeggen dat het kabinet op dit punt met een regeling komt, zoals ook in de troonrede is aangegeven.

De heer Ulenbelt (SP):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg de minister om een reactie op de uitspraken van de heer Tichelaar en op de uitspraken van het congres van de Partij van de Arbeid. Die waren duidelijk aan het kabinet gericht. Vervolgens heb ik een vraag voor de heer Tichelaar, of voor de woordvoerder van de PvdA, want de heer Tichelaar is nu niet in de zaal. Vindt de PvdA dit nu een fatsoenlijk antwoord op de oproep die haar congres in al zijn strijdvaardigheid aan deze minister en aan dit kabinet heeft gedaan? Ik hoor graag het antwoord van de minister en ik ben heel benieuwd naar de reactie van de collega's van de PvdA.

Minister Donner:

Ik sta hier niet om reacties te geven op een aantal feiten zoals die buiten dit parlement plaatsvinden. Ik heb aangegeven wat de lijn van het kabinet is. Ik zie niet ten principale dat dit haaks staat op wat tijdens het PvdA-congres is gezegd, want ik begrijp dat het daar vooral ging om de problematiek van de rechtsbescherming. Daarover heb ik geen verschil van mening met de PvdA, en de heer Ulenbelt weet – ik heb het herhaalde malen in deze Kamer gezegd – dat het kabinet zich buigt over de problematiek zoals die uit de meningen van de Stichting van de Arbeid naar voren komt. De voorstellen van het kabinet zullen te zijner tijd bij de Kamer komen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Volgens mij is de uitspraak van het congres van de Partij van de Arbeid conform datgene wat ik steeds in de Kamer, overigens ook vaak op verzoek van de heer Ulenbelt, heb gezegd. In die zin is het congres heel consistent aangesloten bij de fractie van de PvdA. Wij hebben gereageerd op de adviesaanvraag die naar de Stichting van de Arbeid is gegaan. Het voorstel is nog niet naar de Kamer gekomen. Ik heb steeds gezegd dat het mij verstandig lijkt om in dit stadium helder te maken waar de Partij van de Arbeid staat. Dat is de stand der dingen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij krijgen inderdaad een bijna wekelijkse update. Wij moeten wekelijks vaststellen dat de SP de PvdA een beetje in de greep houdt. Er is een congres en dat vind ik interessant, want GroenLinks is ook niet voor de plannen van Donner die er nu liggen. Ik zou wel eens een voorstel van de minister willen zien in plaats van loden deuren en ijsschotsen. Het enige wat hier gebeurt, is dat door de wrijving binnen de coalitie het ijs misschien gaat smelten. De minister heeft het over tweehonderdduizend mensen. Wanneer komt hij met voorstellen om die mensen aan de slag te helpen? Of vindt hij het gewoon gezellig om hier wekelijks juridisch zijn mening te geven, terwijl er vervolgens niets gebeurt? Dat kan zo niet langer. Ik vraag minister Donner om die wekelijkse update te voorkomen door snel met voorstellen te komen. Het plan dat hij had, moet van tafel, zou ik zeggen. Hij moet met een beter plan komen en wel een beetje opschieten. Wanneer kunnen wij dat verwachten?

Minister Donner:

Ik heb aangegeven dat het kabinet zich op dit moment buigt over de standpunten in de Stichting van de Arbeid. Ik heb al eerder aangegeven dat wij deze kwestie niet eindeloos voor ons uit kunnen schuiven, vanwege die tweehonderdduizend mensen waar u op doelt. Ik kan niet voorkomen dat ik hier wekelijks moet komen. Het is aan de Kamer om daarover te beslissen. Misschien gaat het sneller, als zij mij daarvan ontslaat.

De heer Nicolaï (VVD):

Het is duidelijk dat de heer Donner de steun van de PvdA-fractie bij voorbaat al kwijt is. Het is misschien verheugend voor hem dat de steun van de VVD-fractie alleen maar groeit naarmate de verhoudingen zich verharden voor de heer Donner. Mijn vraag gaat over steun. Als ik spreek over het plan-Donner tot versoepeling van het ontslagrecht, zegt hij standaard dat het een breed kabinetsplan is, maar wij horen niet of nauwelijks iets van de andere bewindspersonen. Ik heb vicepremier Bos hier alleen terughoudend over horen spreken. Als wij wat horen van andere bewindspersonen, is het in de trant van de opmerking van staatssecretaris Frans Timmermans, die de heer Donner inflexibiliteit voor de voeten wierp. Ik ben benieuwd hoe het zit met de steun van de PvdA-bewindslieden, zoals de heer Aboutaleb, de eigen staatssecretaris, en vicepremier Bos.

Minister Donner:

De laatste keer dat hierover is gesproken, was tijdens de algemene politieke beschouwingen. De minister-president heeft toen namens het hele kabinet aangegeven dat er een voorstel komt en wat de strekking daarvan zal zijn. Als het alleen ging om plannen-Donner, was het vrij eenvoudig. Het gaat ook niet om een plan, maar om een probleem dat niet alleen ik heb gedefinieerd, maar dat in het coalitieakkoord en in het beleidsprogramma van het kabinet is neergezet. Er moet een antwoord worden gevonden op de vraag hoe wij de arbeidsparticipatie structureel hoger krijgen. Daar zijn alle coalitiepartijen op aangesproken.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. D66 staat wat de modernisering betreft aan de kant van de minister. Wij zullen echter nog spreken over de invulling daarvan. Ik weet niet of wij dan ook gelijk optrekken met de minister. De minister gaf net aan dat er geen verschil van mening bestaat met de fractie van de PvdA over de rechtsbescherming van de werknemer. Is de bedoeling dat de werknemer achteraf naar de rechter gaat, als er sprake is van ontslag, of dat de werkgever die ontslag wil, eerst naar de rechter gaat?

Minister Donner:

Mevrouw Koşer Kaya, u weet dat er in het Nederlandse rechtssysteem regels zijn over de rechtsbescherming. Die regels zullen hier ook van toepassing zijn.

Naar boven