Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van der Vlies aan de minister van Economische Zaken over de stroomstoring in de Bommeler- en Tielerwaard.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Door de stroomstoring in de Bommeler- en Tielerwaard is duidelijk geworden hoe afhankelijk we zijn van onze stroomvoorziening. De geleden schade bedraagt ten minste 50 mln. tot 70 mln. voor bedrijven, om maar niet te spreken over de financiële schade en ergernis van particulieren in deze donkere en koude dagen voor kerst. De SGP-fractie begrijpt dat hard is gewerkt aan het verhelpen van de stroomstoring, maar wil de minister toch vragen naar lessen voor de toekomst.

Naar aanleiding van een stroomstoring in de Tweede Kamer kregen alle Tweedekamerbewoners enkele weken terug een knijpkat met de tekst: stel het gebeurt weer. Dezelfde vraag willen wij de minister stellen. Stel het gebeurt weer, mevrouw de minister, op welke manier gaat u, samen met uw collega's van BZK en Defensie neem ik aan, deze calamiteit evalueren en welke lessen trekt het kabinet uit deze calamiteit voor de toekomst? Hoe zit het met de risicoafschatting? Klaarblijkelijk zijn er cruciale risicopunten bij de energievoorziening van gebieden waarbij er geen terugvaloptie, dus geen reserveoplossing is. Er mag toch geen tekort blijken te zijn aan noodaggregaten? Is het niet verstandig om daar iets aan te doen?

Er bestaat ook nog veel onduidelijkheid over de schadeclaims. Die kunnen weliswaar worden ingediend bij de gemeenten, maar het is nog niet duidelijk waar ze naar toe moeten. Kan de minister daar zo spoedig mogelijk duidelijkheid over (doen) verschaffen?

Wij hebben vernomen dat de informatievoorziening sterk te wensen overliet. Het crisisopvangcomité, waarin leverancier Nuon participeert, liet bijvoorbeeld via Radio Gelderland weten dat de stroomstoring nog tot na het weekeinde zou duren, terwijl de NOS via datzelfde Nuon wist te vertellen dat de storing over enkele uren zou zijn opgelost. Hoe verklaart de minister deze tegenstrijdige berichtgeving en hoe kan die in het vervolg worden voorkomen?

Ook waren de zendmasten voor mobiele telefoons uitgevallen, zodat zelfs de coördinerende burgemeesters hun telefoon niet meer konden gebruiken. Gaat de minister in het kader van rampenbestrijding daarom noodaggregaten plaatsen bij zendmasten?

Waarom is er overigens geen gebruik gemaakt van de energie van tuinders, waarvan er juist in dat gebied veel zijn, terwijl dat wel mogelijk zou zijn geweest via de omschakeling?

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw de voorzitter. Inderdaad, je bent ongelooflijk afhankelijk van de stroomvoorziening. Als die uitvalt, moet je dan ook proberen om die zo snel mogelijk te herstellen. Daarom is er ook niet voor gekozen om de energie van tuinders te gebruiken. Als je dat wil, moet je daar energie en werkkracht in steken, maar onze keuze ging het snelst. Bij tuinders gaat het om decentrale opwekking van energie en dat heeft weer te maken met de stabiliteit van het net. De keuze was dus om allereerst de stroomstoring op te lossen.

De minister van BZK heeft als coördinerend minister van dit soort zaken de regie over de evaluatie. Uiteraard zal daar zowel de minister van Defensie als die van Economische zaken vanuit haar verantwoordelijkheid voor de energievoorziening bij betrokken zijn. De lessen die wij dus trekken, moeten dan ook volgen uit die evaluatie. Wij komen er graag bij u op terug als die is afgerond.

Het hele gebied is N-1 aangesloten. Dat wil zeggen dat het aan de wettelijke norm voldoet. Als een mast omver wordt gegooid – in dit geval omver gevlogen – dan houdt het natuurlijk wel op. Het is een uitloper en dat speelt ook een rol bij de gevolgen van het ongeval. Omdat er geen stroom van de andere kant kon worden aangeleverd, bleef het een lange tijd donker in dat gebied. Ongeveer 20% van alle aansluitingen in Nederland zit op een uitloper van het net en dat is nogal wat. Dat zijn gebieden waar het elektriciteitsnet geen ringstructuur kent. Dat betekent dat ze niet van een andere kant van stroom kunnen worden voorzien op het moment dat er een storing optreedt.

Dat moeten wij oplossen. Dat kunnen wij onder andere doen met de uitwerking van de Wet onafhankelijk netbeheer. Wij hebben de infrastructuur in handen van de overheid gesteld. Dat betekent dat investeringen daardoor ook niet meer uitsluitend zijn gebaseerd op commerciële afwegingen. Een andere gunstige ontwikkeling zie ik in de overdracht van de 110 en 150 kV-netten van de regionale netbeheerders aan TenneT. Deze netten komen in handen van één partij en dan kun je uitlopers met elkaar verbinden.

Dan de vragen over de onduidelijkheid met betrekking tot de schadeclaims. Laat ik daar heel simpel over zijn. Ik kan geen uitspraak doen over de vergoeding van de schade. Dat is een zaak tussen de afnemers, consumenten, de netbeheerder en het ministerie van Defensie. Er is vanuit de Elektriciteitswet een compensatieregeling opgesteld die ervoor zorgt dat afnemers bij ernstige stroomstoringen een vergoeding kunnen krijgen. Of die regeling van toepassing is, moet nog uitgezocht worden. Mensen moeten echter niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Die mensen hebben een relatie met het bedrijf Continuon en Defensie is in overleg met Continuon hoe met deze schade moet worden omgegaan. Dat betekent dat de formulieren voor de claims op dit moment afgehaald kunnen worden bij de gemeenten. De indiening van de claims moet uiteraard bij Continuon gebeuren, want daar hebben de mensen in het gebied een relatie mee.

De volgende vraag ging over de informatievoorziening. Ik kan de verschillende geluiden vanuit Nuon niet verklaren. Ik wist het niet en ik weet ook nog niet op basis waarvan het ene en het andere signaal is uitgegeven. Ik vind het echter niet juist, omdat je de mensen op die manier in onzekerheid brengt.

Over de zendmasten van de mobiele telefoons wil ik twee dingen zeggen. Het kan natuurlijk altijd dat een zendmast die gekoppeld is aan een hoogspanningsmast, uitvalt. Dat klopt, maar daar is het ook bij gebleven. Wat de coördinerend burgemeesters betreft het volgende. De Kamer en ik weten heel goed dat er een noodnet is en dat alle burgemeesters daarop zijn aangesloten. Hoe daar een misverstand heeft kunnen ontstaan, weet ik niet.

De heer Van der Vlies heeft ook nog gevraagd naar de noodaggregaten. De inzet van noodaggregaten brengt bepaalde consequenties met zich mee. Daarover heb ik mei een brief aan de Kamer gestuurd. Die noodaggregaten zouden moeten worden ingezet bij storingen waarbij meer dan 50 megawatt langer dan 48 uur is afgeschakeld. Dat is hier het geval geweest. Dat klopt. Ik ga er in ieder geval voor zorgen dat de risico's van de inzet van noodaggregaten worden bekeken. Daarover ga ik met de betrokken partijen spreken, namelijk de netbeheerders en de DTe. De inzet van noodaggregaten mag niet ten koste van de reparatietijd gaan, want het is het allerbelangrijkste dat mensen zo snel mogelijk hun stroomvoorziening op orde hebben.

De Van der Vlies (SGP):

Ik zeg de minister dank voor haar beantwoording. Zij erkent de problematiek. Natuurlijk valt ijzer niet met handen te breken. Als zich een calamiteit van deze orde voordoet, heb je reparatietijd nodig. In mijn beleving duurde die tijd hier echter wel behoorlijk lang. Dat leidt toch tot de beleidsvraag of wij met elkaar in deze moderne tijd genoegen kunnen nemen met de constatering dat er uitloopgebieden op ons hoogspanningsnet zitten zonder ringstructuur. Die gebieden zijn dus heel erg kwetsbaar en het kan maar zo weer gebeuren. Laten wij overigens hopen van niet. Dat lijkt mij een beleidsvraag waar wat ons betreft toch eens over nagedacht zou moeten worden. Ik wil daar graag een reactie op.

Uiteraard wachten wij de evaluatie af. Sommige open vragen of althans vragen die niet van een voldoende antwoord konden worden voorzien, zullen naar ik aanneem terugkomen in de evaluatie. Ik heb uiteraard niet gesuggereerd dat deze minister gaat over de schadeclaims. Dat begrijp ik heel goed. Maar het kan niet zo zijn dat mensen die zo getroffen werden door deze calamiteit, in het onzekere blijven over de ontvankelijkheid van hun schadeclaim. Dit nog los van de vraag of deze claims voor 100% of voor een deel worden gehonoreerd. Daar gaan wij niet over, maar die onduidelijkheid moet worden opgeheven.

Minister Van der Hoeven:

Om met het laatste te beginnen: daarin hebt u natuurlijk gelijk. De schadeclaims lopen via Continuon, want daar zit de relatie tussen de afnemers, de mensen in het gebied en het bedrijf. Dit is uiteraard ook onderwerp van gesprek in het kabinet. Stel dat het niet goed zou lopen, dan mogen de mensen daarvan niet de dupe worden. Wat betreft uw vraag over de uitloopgebieden: dit is een probleem. Door de overdracht van de 110 kV-netten en de 150 kV-netten komt alles inéén hand, waardoor je uitlopers met elkaar kunt verbinden. Zonder alle investeringen te moeten plegen om tot de ringstructuur te komen, kun je zo een oplossing bieden in een aantal gevallen. De regionale netbeheerders hebben er op dit moment geen belang bij om de uitlopers met elkaar te verbinden. Als alle netten in één hand zijn, kun je dat wel degelijk oplossen. Een alternatief zou ook kunnen zijn het ondergronds aanleggen van alle netten, maar dat breng eigen problemen met zich. Het is duur, het duurt lang, er is graafschade en als er toch iets mis gaat, duurt het nog langer voordat je het hebt opgelost. Ik ben het echter met u eens dat wij moeten blijven bezien hoe wij dit kunnen oplossen.

De reparatie duurde inderdaad lang. Van één mast waren de twee armen kapot. Van de noordelijke mast was één arm kapot. De kabels lagen op de bodem van de rivier. Een van de kabels was door aanraking met de schroef van een schip behoorlijk beschadigd. Het duurde erg lang voordat de kabels op de pontons waren getild. Pas toen konden zij verder omhoog worden getild. Het heeft dus lang geduurd, maar er waren helaas omstandigheden die dit veroorzaakt hebben.

De heer Hessels (CDA):

Je zult maar bij het invallen van de winter drie dagen lang je huis of bedrijf niet kunnen verwarmen. Dan zit je er mooi bij! Juist met die mogelijkheid in gedachten heeft de Kamer in de laatste week voor het zomerreces het amendement-Hessels/Crone aangenomen, dat gaat over N-1. Dit amendement legde N-1 als volgt uit: de hoogspanningsnetten moeten zodanig zijn ontworpen dat het transport van elektriciteit, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet, verzekerd is. Dat amendement had ook betrekking op de situatie als er een mast zou omvallen en ging ook over het aanleggen van de ringnetten. Wanneer wordt gestart met de uitvoering en met de handhaving van de wet? De mensen mogen niet in de kou of in het donker blijven zitten omdat wij de wet niet fatsoenlijk uitvoeren.

Minister Van der Hoeven:

Wij hebben daarover inderdaad gesproken en ik heb toen een aantal gegevens op tafel gelegd. Ik heb ook aangegeven wat de kosten zijn. Als wij overal ringstructuren willen aanleggen, dan komt dat op ongeveer 900 mln. aan investeringen, plus de jaarlijks terugkerende kosten van zo'n 90 mln. Dat weegt echt niet op tegen de baten. Ik ben het zeer met u eens dat betrouwbaarheid boven alles gaat. Wij moeten bezien welke investeringen wij in het middenspanningsnet kunnen doen. Verder moeten wij bezien op welke manier wij de uitlopers met elkaar kunnen verbinden. Waar het uiteindelijk op aankomt is dat de leveringszekerheid en de toegang tot stroom gewaarborgd blijven, op welke manier dan ook.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Wij zijn het er allemaal met elkaar over eens dat de schadeclaims goed moeten worden afgewikkeld. Ik neem aan dat de minister daarvoor gaat zorgen, of in elk geval erop toeziet dat zij worden afgerond. Hoe gaan wij dit nu voorkomen? Er is een Apache tegen een hoogspanningsmast gevlogen, en niet duidelijk is of dit aan technisch falen ligt. Ik heb begrepen dat er in het gebied geen laagvliegoefeningen meer zullen plaatsvinden, maar is de minister bereid om, totdat duidelijk is waarom deze Apache tegen die mast is gevlogen, laagvliegoefeningen boven heel Nederland stil te laten leggen?

Minister Van der Hoeven:

De afhandeling van schadeclaims is een zaak tussen afnemers en Continuon. In de tweede fase zit het Ministerie van Defensie daarbij. Dat overleg loopt op dit moment. U merkt wel aan de manier waarop ik dit zeg dat ik er zeer gemotiveerd voor ben om een bijdrage te leveren aan het hele proces. Als het om de financiën gaat, moeten wij echter wel de verantwoordelijkheid laten waar die ligt. Dat komt op een later moment aan de orde.

Er loopt een onderzoek van Defensie naar de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik stel u voor, dat onderzoek af te wachten. Ik heb begrepen van mijn collega van Defensie dat dit jaar boven dit gebied geen laagvliegoefeningen meer plaatsvinden.

De heer Samsom (PvdA):

U zegt over de schadeclaim dat het een zaak tussen Continuon en de afnemer is. Dat is deels waar, maar naar aanleiding van de vorige grote stroomstoring in Haaksbergen, die u zich vast wel herinnert, is de schadeclaim wettelijk zo aangepast dat elke afnemer in dat gebied op dit moment ongeveer € 250 van Continuon kan krijgen. Ik reken even snel, dus ik hoop dat u met mij meerekent. Deze wettelijke code hebben wij in ieder geval afgesproken. Wilt u bevestigen dat die ook van toepassing is op de mensen in de Bommelerwaard en omgeving, die onlangs drie dagen zonder stroom hebben gezeten?

Minister Van der Hoeven:

Ik begrijp dat u dit vraagt. Ik heb het opgezocht, omdat ik precies wilde weten hoe ik daar een uitspraak over kon doen. In de wet ligt een aantal dingen vast, maar in de wet ligt ook vast dat er in een aantal gevallen geen compensatieregeling van toepassing is. U weet dat net zo goed als ik. Ik kan dus niet met zekerheid zeggen hoe dat precies loopt. Ik vind wel dat er linksom of rechtsom voor moet worden gezorgd dat die mensen schadeloosgesteld worden, hoe het ook loopt.

De heer Zijlstra (VVD):

In aansluiting op de woorden van de heer Hessels hoort de VVD-fractie graag van u wanneer wij voorstellen kunnen krijgen om de N-1-situatie te verbeteren.

Afgelopen zaterdag zat ik naar het programma Kassa te kijken. U was daar op bezoek.

Minister Van der Hoeven:

Labels.

De heer Zijlstra (VVD):

Labels, u hebt gelijk. Het ging over energielabels voor koelkasten enzovoorts. U deed toen ook een uitspraak over helikopters die tegen hoogspanningskabels aanvlogen. U zei klip en klaar dat er wat u betreft geen laagvliegoefeningen meer in dit gebied plaatsvonden, maar afgesproken is dat er tot het einde van de maand geen laagvliegoefeningen meer zouden plaatsvinden, dus eigenlijk gedurende nog maar twee weken. U zat daar als minister, maar het kabinet spreekt met een mond. Mogen wij uit uw uitspraken van afgelopen zaterdag afleiden dat het kabinet heeft besloten om tot nader orde geen laagvliegoefeningen in de Bommelerwaard uit te voeren? Zou u ook nog willen ingaan op laagvliegoefeningen in eventuele andere gebieden waar een ringlijn ontbreekt?

Minister Van der Hoeven:

Ik heb niets over laagvliegoefeningen te zeggen. U citeert ook wel heel selectief uit het interview in het programma Kassa, moet ik u eerlijk zeggen. Ik heb gezegd: even niet. Dat heeft de minister van Defensie, die daar wel wat over te zeggen heeft, ook precies gezegd.

Het ging in dit geval om een N-1-situatie. Dat betekent dat er op een andere manier een oplossing moet worden gezocht. Ik heb net gezegd hoe ik dat doe. Dit staat eigenlijk een beetje los van de aanneming van de motie, want die ging echt over enkelvoudige aansluitingen. Die waren hier niet aan de orde; zij hingen alleen aan dezelfde mast.

Naar boven