Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 36, pagina 2492-2495 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 36, pagina 2492-2495 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Gerkens.
Mevrouw Gerkens (SP):
Voorzitter. Over tien minuten begint het algemeen overleg over het National High Tech Crime Centre. Ik sluit niet uit dat ik na dat overleg wil verzoeken om het verslag hiervan op de plenaire agenda te zetten. Omdat er geen regeling van werkzaamheden meer is later vandaag, doe ik dat nu onder voorbehoud.
De voorzitter:
Ik stel voor om hier rekening mee te houden op de agenda.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Koopmans.
De heer Koopmans (CDA):
Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg van 8 december over administratieve lasten voor burgers na het reces op de agenda te zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor om dit in de week na het reces op de agenda te zetten.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Atsma.
De heer Atsma (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie heeft zich de afgelopen twee uur opnieuw beraden over de vraag of behoefte bestaat aan een spoeddebat over de toekomst van de publieke omroep. Wij hebben geen enkele behoefte om daarover vandaag een spoeddebat te houden. De argumenten daarvoor heb ik vanmorgen gegeven. De CDA-fractie stelt daarom voor om het spoeddebat in ieder geval niet vandaag op de agenda te zetten, maar in de eerste week na het reces. Naar onze inschatting zal er dan veel meer inhoudelijke informatie beschikbaar zijn op basis waarvan wij een debat zullen kunnen houden.
Mevrouw Örgü (VVD):
Ik steun het voorstel van de heer Atsma.
De heer Bakker (D66):
In het algemeen ben ik niet iemand die spoeddebatten wil tegenhouden. Als een belangrijk deel van de Kamer een spoeddebat wenst, moet dat kunnen. Maar in dit geval is de argumentatie zo dun. Er is geen enkele reden om nu een spoeddebat te houden. Het probleem is hier onderkend. Twee weken geleden hebben wij het uitgebreid over de publieke omroep gehad. Wij kunnen elke week wel een spoeddebat houden, maar dan is het geen spoeddebat meer. Ik steun de suggestie van de heer Atsma om het debat na het reces te houden.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb eerder op de dag uitgebreid aangevoerd waarom wel een spoeddebat zou moeten plaatsvinden. Het belangrijkste argument is dat de Raad van Bestuur in euro's heeft aangegeven wat de programmatische consequenties van de bezuinigingen zullen zijn. Dat lijkt mij genoeg reden. U hebt eerder besloten om het spoeddebat vandaag te laten plaatsvinden. In artikel 54a van het Reglement van Orde staat dat de voorzitter het tijdstip van het spoeddebat bepaalt. Ik neem aan dat u bij uw beslissing blijft en dat wij vandaag het spoeddebat zullen kunnen houden.
De heer Van Dam (PvdA):
Voorzitter. Ik blijf het verzoek van mevrouw Halsema om vandaag een spoeddebat te houden, steunen. Ik ga dus niet mee met de heer Atsma. Ik heb daarvoor nog een aanvullend argument. De staatssecretaris heeft in een brief heel helder gemaakt dat zij de Kamer geen nieuwe informatie zal verstrekken maar alleen de bestaande informatie op een andere manier zal presenteren. Dat hebben wij helemaal niet nodig om een debat te kunnen houden. De enige informatie die nog moest komen, is wat de Raad van Bestuur zou gaan doen. Dat is nu bekend. Meer informatie komt er niet. Wij hebben meer dan genoeg om het debat te kunnen houden.
De heer Van As (LPF):
Ik veronderstel dat wij met de bestaande omroepen de kerstdagen wel doorkomen. Ik steun het verzoek van de heer Atsma.
De heer Atsma (CDA):
In reactie op hetgeen de heer Van Dam heeft gezegd, komt wel degelijk nog nieuwe informatie naar de Kamer. Die komt wellicht niet alleen van de publieke omroepen, maar zeker nog van de afzonderlijke omroepen. Sterker nog, die hebben nog niet eens met de publieke omroep over hun eigen brief gesproken. Hoezo geen nieuwe informatie?
De voorzitter:
Nog éénmaal de heer Van Dam.
De heer Van Dam (PvdA):
Dankzij een wetswijziging die deze coalitie heeft doorgevoerd, is de Raad van Bestuur de enige die erover gaat. Wij waren daar niet voor. Wat de omroepverenigingen ons toesturen moeten zij allemaal zelf weten, maar zij hebben er geen zeggenschap meer over.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik wil nog één opmerking maken.
De voorzitter:
Een afsluitende opmerking dan.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Het is voor de informatie van de heer Atsma wellicht goed te melden dat ik heb gebeld met de Raad van Bestuur. Er wordt inderdaad nog met de omroepen gepraat. Dat gaat over het al of niet invoeren van het programmeringsmodel. Of dat al of niet wordt ingevoerd, heeft geen consequenties voor de bezuinigingen. In het ene geval zullen die iets hoger uitvallen, in het andere geval iets lager. De Raad van Bestuur stelt dat in beide gevallen op de programma's zal moeten worden ingegrepen. Daarover gaat het debat. De Raad van Bestuur heeft aangekondigd dat op de programma's zal moeten worden ingegrepen. D66 en CDA zijn op dit moment gewoon een beetje bang om duidelijkheid te bieden.
De heer Bakker (D66):
Daarop moet ik toch echt reageren. Het programmeringsmodel is bedoeld om de negatieve trend te keren. De Kamer heeft een aantal weken geleden in meerderheid uitgesproken dat men in Hilversum eerst zijn huiswerk moet maken. Als men in Hilversum niet zijn huiswerk maakt, maar het probleem per kerende brief weer bij de Kamer neerlegt, kunnen wij debatteren tot wij een ons wegen. Op dit moment is dat echter niet meer dan werkverschaffing.
De voorzitter:
Vanmorgen is besloten om vanavond een spoeddebat te houden met spreektijden van twee minuten. Ik stel voor om dat besluit te handhaven. Artikel 54a stelt inderdaad dat de voorzitter bepaalt wanneer het spoeddebat wordt gehouden.
De heer Atsma (CDA):
Voorzitter, onze fractie zou dan – en naar ik meen te weten, ook namens enkele andere fracties – willen voorstellen om over het tijdstip van het spoeddebat te stemmen, conform de handelwijze van enkele weken geleden, mede op initiatief van mevrouw Hamer.
De voorzitter:
Ik stel voor om hier niet over te stemmen, want het Reglement van Orde voorziet erin dat de voorzitter hierover besluit. Ik stel dan ook nogmaals voor, vanavond het gevraagde spoeddebat te houden.
De heer Atsma (CDA):
Dan zou ik u willen herinneren aan de gang van zaken van enkele weken geleden; toen hebben wij gestemd over het tijdstip waarop een spoeddebat zou worden gehouden. Het enige wat onze fractie samen met een aantal andere fracties vraagt, is het debat niet vandaag te houden, maar zo snel mogelijk op een reguliere vergaderdag na vandaag, dus na het reces. Wij hebben een paar weken geleden over het tijdstip van een spoeddebat gestemd; u had toen ook als fungerend voorzitter kunnen zeggen dat u dat niet wilde, maar de voorzitter heeft toen ja gezegd. Er kan geen sprake zijn van volstrekte willekeur; de CDA-fractie staat erop dat er nu wordt gestemd over het tijdstip van het spoeddebat.
De voorzitter:
Er is geen sprake van willekeur; het Reglement van Orde voorziet erin dat de voorzitter hierover besluit. De vorige keer heeft de voorzitter dit opengelaten en bovendien verzette niemand zich ertegen. Nu is er wel verzet en derhalve neemt de voorzitter hierover een besluit. Ik stel dan ook voor om zo te handelen.
De heer Atsma (CDA):
Ter correctie, er is de vorige keer wel degelijk bezwaar aangetekend door een groot deel van de Kamer, dus wat dit betreft is de vergelijking niet correct. Overigens zou de Kamer ook kunnen besluiten om vandaag helemaal niet te stemmen, dus ik handhaaf mijn voorstel om te stemmen over het tijdstip van het spoeddebat.
De voorzitter:
U zou gelijk hebben als de Kamer unaniem wilde afwijken van het Reglement van Orde, maar artikel 54 – ik verzoek u om dit artikel eens na te lezen – geeft de voorzitter het recht, een besluit te nemen over het tijdstip van een spoeddebat. Ik herhaal dan ook mijn voorstel om het spoeddebat vanavond te houden, met een spreektijd van twee minuten per fractie.
Mevrouw Örgü (VVD):
De vorige keer hebben wij over het besluit van de voorzitter mogen stemmen. Onze fractie verzoekt u dan ook, te stemmen over uw voorstel voor het tijdstip van dit spoeddebat.
De voorzitter:
Niet alleen mevrouw Halsema, maar ook anderen maken bezwaar tegen afwijking van het Reglement van Orde op dit punt. Als de Kamer unaniem wil dat het Reglement nu terzijde wordt geschoven, dan doen wij dit. Er is nu echter geen unanimiteit, derhalve handhaaf ik mijn voorstel om vanavond het spoeddebat te houden.
De heer Atsma (CDA):
Dan stel ik voor om over het voorstel van de voorzitter te stemmen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Ik zou de heer Atsma nog even willen herinneren aan een ander artikel van het Reglement van Orde, namelijk artikel 54. Daarin staat dat er alleen van een besluit van de voorzitter overeenkomstig het Reglement van Orde kan worden afgeweken als de Kamer daar unaniem toe besluit. Het lijkt mij voor hem goed om te weten dat mijn fractie zich tegen stemming over het besluit van de voorzitter verzet.
De voorzitter:
Dat had ik reeds geconstateerd. Ik stel dus voor om het spoeddebat vanavond te houden.
De heer Atsma (CDA):
De CDA-fractie stelt voor om over uw voorstel te stemmen.
De voorzitter:
Ik stel niets voor.
De heer Atsma (CDA):
U heeft een voorstel gedaan en onze fractie wil daar graag over stemmen. Dat lijkt mij ook volstrekt logisch. Als de meerderheid van de Kamer het niet met u eens blijkt te zijn, dan is dat helder.
Mevrouw Örgü (VVD):
Hier sluit ik mij bij aan, voorzitter.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Misschien is het goed om op te merken dat u geen voorstel heeft gedaan, maar een besluit heeft genomen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van der Staaij, die toch min of meer "ons geweten" is.
De heer Van der Staaij (SGP):
Het is één van de twee, voorzitter. U stelt iets voor óf u zegt dat u de bevoegdheid hebt om hierover een besluit te nemen en dan is het basta. Maar als u een voorstel doet, moet u niet raar opkijken als de meerderheid van de Kamer u op andere gedachten wil brengen.
De voorzitter:
Ik ben blij dat ik u het woord gegeven heb, want blijkbaar is mijn woordkeuze niet goed geweest. Ik begin dus met een excuus hiervoor, maar vervolgens besluit ik om het spoeddebat vanavond te laten plaatsvinden, met spreektijden van twee minuten per fractie.
Mevrouw Verburg (CDA):
Nee. Wij mogen niet alleen van deze voorzitter, maar van de voorzitter in het algemeen enige consistentie verlangen. De vorige keer heeft de voorzitter gezegd: het Reglement van Orde voorziet hier niet in en de Kamer kan gebruikmaken van haar rechten. Dit zijn ongeveer de woorden die hij toen gebruikte. Vervolgens hebben wij gezegd: wij willen stemmen. Van de andere zijde is daarop gezegd: wij willen stemmen over het moment waarop dit debat wordt gehouden. Ik begrijp dat deze mogelijkheid bestudeerd is. Nu doet de voorzitter een voorstel. Gesteund door een aantal andere fracties zegt de CDA-fractie: over dat voorstel willen wij stemmen. Wij persisteren daarin. Wij willen graag stemmen over uw voorstel om vanavond het spoeddebat te houden.
De voorzitter:
Ik heb u zojuist gezegd dat ik heb voorgesteld om vanavond een spoeddebat te houden. Vervolgens heb ik van dat voorstel een besluit gemaakt. Derhalve is mijn besluit om vanavond een spoeddebat te houden met spreektijden van twee minuten.
Mevrouw Verburg (CDA):
Dan willen wij graag een tegenvoorstel doen. Wij stellen voor om dit spoeddebat te houden op de eerste dag na het reces. Dat voorstel willen wij in stemming brengen.
De voorzitter:
In artikel 54 van het Reglement van Orde staat dat de voorzitter een beslissing neemt. Wij kunnen nog wel een aantal keren herhalen wat wij gezegd hebben, maar ik besluit om vanavond het spoeddebat te houden met spreektijden van twee minuten.
Mevrouw Verburg (CDA):
U hebt een voorstel gedaan en wij hebben een tegenvoorstel gedaan, namelijk om het spoeddebat te houden op de eerste dag na het reces. Dat voorstel willen wij graag in stemming brengen.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Voorzitter. Mag ik even bezwaar maken tegen de beschrijving van de gang van zaken de vorige keer? Toen heeft de voorzitter nadrukkelijk geconcludeerd dat hij gebruik had kunnen maken van de bevoegdheid waarvan de waarnemend voorzitter thans gebruikmaakt. Die voorzitter heeft echter zelf besloten om daarvan geen gebruik te maken. Vervolgens hebben wij een beslissing genomen en gestemd. Dat is een groot verschil met deze situatie. Overigens is in het Presidium gezegd dat het de vorige keer anders had kunnen gaan. Dat is misschien achteraf praten, maar het was een besluit van de voorzitter op dat moment.
De heer Atsma (CDA):
Voorzitter. Van dat laatste heeft de Kamer geen kennisgenomen. Ik herhaal dat wij hebben aangegeven dat wij het met uw voorstel niet eens zijn. Collega Verburg heeft het tegenvoorstel gedaan om op de eerste dag na het reces een debat te houden. Dat voorstel willen wij graag in stemming brengen.
De voorzitter:
Ik stel voor dat wij vanavond het spoeddebat houden met spreektijden van twee minuten. Verder stel ik voor om de discussie hierover te sluiten, omdat de voorzitter beslist.
Mevrouw Verburg (CDA):
De CDA-fractie kan zich in beide voorstellen niet vinden. Zij wil het voorstel in stemming brengen om dit spoeddebat te houden op de eerste vergaderdag na het reces.
De voorzitter:
Dat voorstel is niet door de voorzitter gedaan en derhalve kan ik het ook niet in stemming brengen.
Mevrouw Verburg (CDA):
Maar tijdens de regeling van werkzaamheden kan de Kamer voorstellen doen en ik verzoek u mijn voorstel in stemming te brengen. Niet alleen de voorzitter van de Kamer kan voorstellen doen. Bij de regeling kunnen ook leden dat namens hun fractie doen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Het lijkt mij goed om nu te beslissen. Volgens mij is een besluit van de voorzitter een besluit van de voorzitter. Ik begrijp echter niet meer waarover de CDA-fractie zich zo druk maakt. Als zij de publieke omroep niet belangrijk vindt, dan doet zij vanavond gewoon niet mee aan het spoeddebat. Zij hoeft niet mee te doen.
De heer Atsma (CDA):
Voorzitter. Wat collega Halsema nu naar voren brengt, is volstrekte nonsens. Zij weet net zo goed als wij dat wij dit type debatten buitengewoon serieus nemen, maar die moeten dan wel zorgvuldig gehouden worden en op basis van feiten. Die kunnen niet gehouden worden op basis van een toevallig passerend briefje van enkele dagen geleden, wetende dat de omroepen nog niet eens met de Raad van Bestuur hebben gesproken over hun eigen voorstellen. Dat weet mevrouw Halsema ook en dan moet zij niet doen alsof wij daar geen oog voor hebben. Nee, juist wij pleiten voor zorgvuldigheid en het is haar te verwijten dat zij die niet verkiest.
De voorzitter:
De opmerkingen die door de leden zijn gemaakt staan in de Handelingen. Ik besluit conform mijn vorige besluit.
Het woord is aan mevrouw Van der Laan.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Afgelopen week heeft het Europees Parlement een besluit genomen over de dataretentie. Dat is gebeurd in een vrij uitzonderlijke procedure, omdat er één lezing is gehouden. Ik heb begrepen dat de tekst nog zes weken bij de juriste linguiste ligt, om eind januari naar de JBZ-Raad te gaan. Als dat zo is, kunnen wij daar in de Tweede Kamer nog over spreken. Toen ik dit echter besprak met de top van het ministerie van Justitie, was daar nogal wat onduidelijkheid over. Ik wil laten weten dat wij er in de Kamer aan hechten om er nog inhoudelijk over te spreken. Het is dus niet de bedoeling dat in welke raad dan ook alvast een besluit wordt genomen alvorens wij in de Tweede Kamer nog inhoudelijk over het voorstel hebben kunnen spreken.
De heer De Wit (SP):
Ik steun het voorstel van mevrouw Van der Laan van harte.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voor mij geldt hetzelfde.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van der Ham.
De heer Van der Ham (D66):
Ik wil een VAO aanvragen over het AO Verpakkingen.
De voorzitter:
Nog vóór het reces?
De heer Van der Ham (D66):
Uiteraard, voorzitter.
De voorzitter:
Dan houden wij daarmee rekening voor de agenda van vandaag.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-2492-2495.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.