Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over terrorismebestrijding, te weten:

- de motie-Wilders over het verbieden van het openbaar gebruik van de burka (29754, nr. 41).

(Zie vergadering van 1 november 2005.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. Wij gaan zo meteen stemmen over de aangehouden motie-Wilders. Minister Verdonk heeft op 10 oktober tijdens het notaoverleg een onderzoek toegezegd naar de praktische uitvoerbaarheid van deze motie. De uitkomsten van dit onderzoek worden in januari 2006 verwacht. De CDA-fractie hecht grote waarde aan vrijheidsrechten, waaronder de godsdienstvrijheid en de uiterlijke godsdienstige symbolen die daarmee samenhangen, ook in de publieke ruimte. Uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid kunnen deze vrijheidsrechten echter bij wet worden beperkt. Dat kan in de ogen van de CDA-fractie met de dragers van de burka het geval zijn. Met een burka schermt een persoon zichzelf volledig af van de samenleving. Dat raakt onze veiligheid. Daarom was onze fractie ook eerder voorstander van de mogelijkheid om in het onderwijs de burka te verbieden. In afwachting van het onderzoeksresultaat zal de CDA-fractie voor deze motie stemmen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben eenzelfde afweging gemaakt, maar met een andere uitkomst. In onze fractie is hier lang over gesproken. Een verbod op het publiek dragen van kledij die onherkenbaar maakt, heeft tal van aspecten waar goed over moet worden nagedacht. In beginsel vindt de fractie van de ChristenUnie het publiek van dragen kledij die mensen onherkenbaar maakt niet goed verenigbaar met het intermenselijke verkeer in de publieke ruimte. Hierbij valt onder meer te denken aan aspecten van communicatie en openbare orde. Er is een onderzoek toegezegd en een bezinning. Wij willen de bezinning en het onderzoek afwachten en ook het debat hierover zorgvuldig voeren. Daarom stemmen wij op dit moment niet voor deze motie, die er één aspect uitlicht. Wij willen het debat te zijner tijd zorgvuldig voeren met elkaar.

In stemming komt de motie-Wilders (29754, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de Groep Wilders, het CDA, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven