Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Eurlings aan de minister van Justitie, over de berichten over het USD-rapport over de XTC-handel.

De heer Eurlings (CDA):

Mevrouw de voorzitter! De berichten die ons naar aanleiding van de verschijning van het jaarverslag van de Unit synthetische drugs hebben bereikt over XTC in Nederland stemmen tot nadenken. Positief is het dat de USD het afgelopen jaar buitengewoon actief is geweest in de strijd tegen de XTC-productie en -handel en dat deze strijd resultaat heeft gehad. Maar er is een keerzijde. Toenemende lozingen van gif in het milieu en een blijvende positie van Nederland bovenaan de lijst van XTC-producerende en -exporterende landen baren het CDA zorgen. XTC blijft onverminderd een populaire harddrug, met name onder de kwetsbare groep van jongeren. Ik heb naar aanleiding van de berichtgeving de volgende vragen aan de minister.

1. Tot op heden heeft de Kamer het verslag van de USD nog niet ontvangen. Is de minister bereid dit op de kortst mogelijke termijn aan de Kamer te doen toekomen?

2. Moet uit de toename van het aantal illegale lozingen van chemisch afval worden afgeleid dat de totale productie van XTC in Nederland nog steeds toeneemt?

3. Wat veroorzaakt de blijvende populariteit van Nederland als centrum voor handel en productie van XTC in Europa, ondanks de toegenomen aandacht van politie en justitie?

4. Is de minister bereid gehoor te geven aan het verzoek van de USD om personele uitbreiding?

5. Overweegt de minister aanvullende maatregelen om de productie van en handel in XTC aan te pakken, zoals een, zo mogelijk Europese, registratie van apparaten waarmee pillen kunnen worden geslagen, waar de Kamer al in een eerder stadium om heeft verzocht?

Minister Korthals:

Voorzitter! Ik ben het ermee eens dat het jaarverslag van de USD stemt tot nadenken. Vastgesteld kan worden dat de USD veel van de XTC-productie heeft weten op te sporen. Niettemin blijft Nederland, vanwege het feit dat het een doorvoerland is en de beschikking over de benodigde chemicaliën heeft, een prominente plaats innemen in de productie van XTC. Om die reden is in 1997 de USD ingesteld met vier doelstellingen. Die doelstellingen lijken gerealiseerd te zijn. Er komt een evaluatie die waarschijnlijk aan het eind van het jaar aan de Kamer zal worden toegezonden. In dat kader zal ook gesproken worden over een eventuele personele uitbreiding. Uiteraard ben ik bereid om het verslag van de USD aan de Kamer toe te zenden. Ik heb het zelf nog niet via de post ontvangen, maar inmiddels heb ik het wel via de fax gekregen. Dat geeft aan dat het nog zeer nieuw is. Zodra ik het in mijn bezit heb, zal ik het aan de Kamer doen toekomen.

Voorzitter! Uit het feit dat er illegaal geloosd wordt, mag niet worden afgeleid dat er sprake is van een toename van de productie van drugs. Dat kan namelijk ook het gevolg zijn van de opsporingen. Dat neemt niet weg dat Nederland de naam van productieland heeft. Het woord "wereldleider" wordt daarbij genoemd. Om die reden levert de regering een enorme inspanning, ook door de instelling van de USD, om ervoor te zorgen dat Nederland die naam kwijtraakt. Het is dan ook goed, vast te stellen dat de internationale narcotica board heeft gezegd dat de USD geweldig goed werk heeft verricht. Ook door de relaties met de Verenigde Staten en Italië kan er meer worden opgespoord.

Nagegaan wordt of het mogelijk is de apparatuur op Europees niveau te registreren. Ik kan nu nog niet overzien in welk stadium dit verkeert. Zodra wij daar enige kennis van hebben, zal ik de Kamer dat doen weten.

De heer Eurlings (CDA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor zijn reactie. Hij stelt dat de toppositie van Nederland in de wereld op het gebied van XTC misschien te maken heeft met het feit dat Nederland nu eenmaal een doorvoerland is en de chemicaliën voorhanden heeft. Die constatering hebben wij als waarheid te accepteren, maar niet dat de uitwerking daarvan is dat wij wereldleider zijn en blijven. Wij moeten ons inzetten om van deze positie af te komen. Ik dank de minister voor zijn toezegging de Kamer in het najaar een brief te sturen. Kan daarin een overzicht worden gegeven van de effectiviteit van de bestrijding, niet alleen door de Nederlandse USD, maar ook in Europa, met een vergelijking ten opzichte van de aanpak in andere Europese landen? Kan daarin worden geanalyseerd of de toename van illegale lozingen een signaal is dat er sprake is van groei van productie van en handel in XTC in plaats van een afname? Kan in de brief ook de gezamenlijke Europese aanpak duidelijk worden aangegeven, bijvoorbeeld op het vlak van de registratie van apparaten waarmee de pillen worden geslagen?

Minister Korthals:

Voorzitter! Ten aanzien van de stelling dat Nederland wereldleider is, kan ik niet ontkennen dat ons land op dit gebied een bijzonder slechte naam heeft. Wij zullen er alles aan doen om die positie kwijt te raken. Er zijn vele en goede contacten met andere landen.

In de evaluatie zal een overzicht worden opgenomen van de activiteiten van andere landen. Er zal een analyse worden gemaakt van de toename van illegale lozingen. Nagegaan zal worden of er sprake is van een verhoogde productie, of dat de toename het gevolg is van een intensievere opsporing.

Over de gehele linie proberen wij in Europees verband het drugsbeleid aan te scherpen en op te pakken. De oproep van de heer Eurlings beschouw ik dan ook als een steun in de rug.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ziet de minister kans om het MIOT – het Milieu inlichtingen- en opsporingsteam – in te schakelen voor het verkrijgen van inzicht in de grondstoffen voor de chemicaliën? Het spul moet tenslotte ergens vandaan komen, uit laboratoria of uit chemische bedrijven. De stroom van chemicaliën die uiteindelijk tot de pilletjes leidt, moet toch te achterhalen zijn.

Minister Korthals:

Voorzitter! De Wet voorkoming misbruik chemicaliën wordt uitgevoerd en gecontroleerd door de ECD. Het MIOT heeft daarin geen taak. In genoemde wet zijn 22 grondstoffen opgenomen waarbij sprake kan zijn van het nastreven van illegale doeleinden. Vandaar dat er een intensieve controle op de naleving moet plaatsvinden. Dat gebeurt door de ECD.

De heer Poppe (SP):

Dat is fijn, maar desondanks gaat een en ander door en komt het afval in het milieu terecht. Vandaar dat ik aan het MIOT denk om scherper toe te kunnen zien op de toename van handel in of productie van de 22 chemicaliën. Nagegaan moet kunnen worden of er sprake is van toe- of van afname. U zegt dat er controle plaatsvindt, maar hoe is het dan mogelijk dat die pillen toch worden aangemaakt?

Minister Korthals:

Er zijn allemaal illegale lozingen die wij opsporen. De toename daarvan spreekt ons aan, want dat is een verkeerde zaak. Het feit dat zij opgespoord worden, betekent dat wij ze op termijn tegen kunnen gaan. Dat is de weg die wij op het ogenblik bewandelen.

De heer Poppe (SP):

Wordt bij het vaststellen van illegale lozingen het spoor terug gevolgd tot de bron waar de chemicaliën vandaan komen?

Minister Korthals:

Dat is een van de mogelijkheden, maar er zijn ook contacten met buitenlanders of rechtshulpverzoeken die erop wijzen dat op bepaalde plaatsen productie plaatsvindt. Er zijn allerlei middelen om dit tegen te gaan. Het is allereerst van belang dat wij vanaf 1997 de opsporingsinspanningen hebben opgehoogd. Het resultaat is indrukwekkend, zou ik bijna zeggen, maar het nadeel van opsporing die zo goed is, is dat iedereen schrikt van het feit dat er zoveel XTC-tabletten in Nederland en ook elders worden opgespoord, en zich daar weer zorgen over maakt. Door die opsporing krijgen wij een tijdelijke verhoging van de resultaten, maar zij leidt op den duur tot een afname van de productie.

De heer Poppe (SP):

Is de minister bereid om de deskundigheid die in het MIOT is verzameld, extra in te zetten om met meer kracht door te zetten dan tot nu toe gebeurt, gezien de resultaten?

Minister Korthals:

De resultaten van de USD zijn juist indrukwekkend. Om die reden zijn deze vragen gesteld. Het is inderdaad noodzakelijk dat er contacten zijn tussen de verschillende opsporingsdiensten. Voor die communicatie wordt zorggedragen.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Met deze vragen wordt vooruitgelopen op het jaarverslag 1999 van de Unit synthetische drugs. Kan de minister zorgen dat bij het jaarverslag een brief komt met een reactie van het kabinet op de opmerkelijkste bevindingen van de Unit synthetische drugs, eventueel na afstemming met een aantal collega's?

Mijn tweede vraag is of aanvullende maatregelen worden overwogen om de strijd tegen de producenten van XTC-pillen zo effectief mogelijk te voeren. Wij zijn met de vaste commissie voor Justitie anderhalf jaar geleden op bezoek geweest bij deze unit. Een van de zaken die mij zijn bijgebleven, is het enorm hoge tempo waarmee de zogenaamde tabletteermachines in staat zijn deze pillen te produceren. Dat gaat om tienduizenden pillen per minuut. Is nu goed geregeld dat in beslag genomen machines niet meer via de Dienst domeinen op de vrije markt te koop worden aangeboden? Ik kreeg de indruk dat dit wel eens gebeurde. Is de minister bereid te overwegen om het in eigendom hebben van een dergelijke machine vergunningplichtig te maken, zodat ook het louter in bezit hebben van zo'n apparaat kan worden aangepakt?

Minister Korthals:

De heer Van Heemst vraagt om een brief met maatregelen bij de toezending van het jaarverslag van de USD. Ik wil het jaarverslag van de USD onmiddellijk nadat ik het heb ontvangen naar de Tweede Kamer zenden. Daarna zal ik komen met een reactie op de meest opmerkelijke conclusies en aanbevelingen. Ik denk dat de vragen over de gebruikte machines het beste in dat kader kunnen worden beantwoord.

De heer Dittrich (D66):

Mevrouw de voorzitter! De fractie van D66 vindt dat de productie van XTC hard en goed aangepakt moet worden. Dat lijkt ook te gebeuren. Tijdens het productieproces van XTC verdwijnen ontzettend veel chemicaliën op illegale wijze in het milieu. Ik denk aan zwavelzuur, mierenzuur of zelfs zoutzuur. Nu zeggen gespecialiseerde officieren van justitie dat zij daarmee rekening willen houden bij de strafeis tegen die producenten. Is de minister bereid om te overwegen dat er een soort richtlijn komt voor de strafeis die tegen producenten van XTC ingesteld kan worden, waarbij niet alleen de Opiumwet centraal staat, maar ook de milieuovertredingen, zodat er wellicht een hogere straf geëist kan worden?

Minister Korthals:

Voorzitter! Ik zal eerst nagaan hoe dat precies in de praktijk gaat. Volgens mij is het zo dat bij het in beslag nemen van XTC, dan wel die machines, zowel overtreding van de Opiumwet ten laste wordt gelegd als – wanneer er inderdaad sprake is van illegale lozingen – een strafbepaling uit de milieuwetgeving. Als dat niet zo is, dan zal ik overwegen om te kijken of wij de strafeis moeten verhogen omdat er illegale lozingen plaatsvinden. Ik vind het nu te vroeg om daar een definitieve uitspraak over te doen. Dat zal ik ook bij die evaluatie meenemen.

De heer Dittrich (D66):

Mag ik de minister erop wijzen dat de officier van justitie Pieters op 9 juni jl., dus vrij kort geleden, heeft verklaard dat hij ook vindt – dus vanuit het openbaar ministerie zelf – dat die milieudelicten in de strafeis meegenomen moeten worden? Ik hoop daarover iets te kunnen lezen in die brief van de minister aan de Kamer.

Minister Korthals:

Dat zal zeker gebeuren. De heer Dittrich weet dat de officier van justitie Pieters ook het hoofd is van de USD, dus direct belanghebbende.

De heer Dittrich (D66):

Daarom vind ik het zo'n belangrijk signaal dat hij heeft afgegeven.

Minister Korthals:

Daar zijn wij het dan over eens.

Naar boven