26 399 Jaarrapportage procedureregeling Grote Projecten

Nr. 13 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Den Haag, 15 mei 2013

Hierbij biedt de commissie voor de Rijksuitgaven u de jaarlijkse rapportage aan over de werking en toepassing van de Regeling Grote Projecten in 2012. De commissie heeft de jaarrapportage in haar procedurevergadering van 18 april 2013 vastgesteld.

In artikel 21 van de Regeling Grote Projecten (zoals vastgesteld in de vergadering van 22 juni 2006, Handelingen II 2005/06, nr. 94, blz. 5751) is vastgelegd dat de commissie voor de Rijksuitgaven jaarlijks op de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag) een rapport uitbrengt over de werking en toepassing van de regeling.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen

Jaarrapportage 2012 Regeling Grote Projecten

Inleiding en samenvatting

Sinds 2004 brengt de commissie voor de Rijksuitgaven ieder jaar een rapportage uit over de werking en toepassing van de Regeling Grote Projecten. De kernpunten uit de jaarrapportage over het jaar 2012 zijn:

• In 2012 waren negen grote projecten in uitvoering. In 2012 heeft de Tweede Kamer geen grote projecten aangewezen of beëindigd.

• De Tweede Kamer heeft in 2012 14 voortgangsrapportages ontvangen; dat zijn er twee meer dan vorig jaar.

• In 2012 zijn aanzienlijk meer voortgangsrapportages (57%) binnen de afgesproken termijn aan de Tweede Kamer verzonden dan in 2011 (25%). De tijdigheid is dus verbeterd.

• Ook de bijbehorende accountantsrapportages werden in 2012 iets vaker binnen de afgesproken termijn naar de Kamer gestuurd. Drie van de acht accountantsrapportages werden in 2012 na de afgesproken termijn, en soms ook na de feitelijke vragenronde over de voortgangsrapportages, ontvangen.

• De Tweede Kamer heeft in 2012 alle voortgangsrapportages inhoudelijk behandeld. Over 13 van de 14 rapportages zijn feitelijke vragen gesteld; twaalf rapportages zijn betrokken bij overleggen, met name bij algemene overleggen.

• Bij twee grote projecten (EHS en RRAAM) is een rapporteur benoemd namens de betreffende commissie.

Opzet en achtergrond jaarrapportage 2012

De Tweede Kamer heeft op 22 juni 2006 de Regeling Grote Projecten vastgesteld. Artikel 21 van de Regeling luidt:

«De commissie voor de Rijksuitgaven brengt jaarlijks op de derde woensdag in mei een verslag uit aan de Tweede Kamer over de werking en toepassing van deze regeling in het voorafgaande kalenderjaar»

In deze jaarrapportage geeft de commissie voor de Rijksuitgaven, conform artikel 21, een overzicht van de werking en toepassing van de regeling in het kalenderjaar 2012.

Deze rapportage is de twaalfde rapportage die de commissie voor de Rijksuitgaven uitbrengt. Tot 2004 werd gerapporteerd over grotere tijdvakken dan een kalenderjaar.¹ In 2005 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven besloten de jaarrapportages ook daadwerkelijk jaarlijks op te stellen en om de jaarrapportage tegelijk met de departementale jaarverslagen uit te brengen op de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag). Na de jaarrapportages over de kalenderjaren 2004 tot en met 2011 (Kamerstuk 26 399, nrs. 5 t/m 12) is deze rapportage over het jaar 2012 de negende jaarrapportage die op Verantwoordingsdag aan de Kamer wordt aangeboden. De opzet en indeling van de jaarrapportages is voor de herkenbaarheid en onderlinge vergelijkbaarheid ieder jaar in grote lijnen hetzelfde.

Grote projecten in 2012

De geschetste ontwikkelingen rond grote projecten in 2012 zijn gebaseerd op het overzicht grote projecten 2012 (bijlage 1).

Aantal grote projecten en financiële omvang

In 2012 bevonden zich negen grote projecten in de uitvoeringsfase. De Tweede Kamer heeft in 2012 geen nieuwe grote projecten aangewezen of grote projecten beëindigd. Tabel 1 laat de ontwikkeling van het aantal grote projecten sinds 2004 zien.

Tabel 1. Ontwikkeling aantal grote projecten

Jaar	Aantal grote projecten (per einde jaar)	Nieuwe grote projecten	Afgesloten grote projecten
2004	15	1	6
2005	15	1	1
2006	14	1	2
2007	13	1	2
2008	11	0	2
2009	9	0	2
2010	9	1	1
2011	9	1	1
2012	9	0	0

Tabel 2 biedt een overzicht van de budgetten van de grote projecten die zich in 2012 in de uitvoeringsfase bevonden.² Deze projectbudgetten lopen uiteen van € 547 miljoen (Zandmaas / Grensmaas) tot circa € 10,3 miljard (HSL-Zuid). Vrijwel alle grote projecten hebben een budget van meer dan € 1 miljard.

Tabel 2. Budgetten Grote Projecten

Commissie	Groot Project	Budget (x € mln.)	Peildatum
DEF	Vervanging F16	4.500	31-12-2011
DEF	Pantservoertuigen	2.019	31-12-2012
EZ	EHS	[1]
I&M	HSL-Zuid	10.264	30-06-2012
I&M	HWBP-2	3.151	31-12-2012
I&M	Zandmaas / Grensmaas	547	31-12-2012
I&M	Project Mainport Rotterdam	1.289	30-06-2012
I&M	RRAAM	[2]
I&M	Ruimte voor de Rivier	2.283	31-12-2012

1 De vijfde VGR voor het groot project EHS bevat geen informatie over het totale projectbudget.

2 Dit project bevindt zich in de verkenningsfase. In een later stadium wordt besloten over de verdeling van de financiële middelen.

Voortgangsrapportages in 2012

In 2012 zijn 14 voortgangsrapportages naar de Tweede Kamer gestuurd, twee meer dan vorig jaar (zie ook tabel 3). Deze toename is met name toe te schrijven aan het groot project Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), waarvoor in 2012 de eerste twee voortgangsrapportages verschenen.

Verder heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu voor het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) ingestemd met het voorstel van de minister om de rapportagefrequentie van de voortgangsrapportages met ingang van 2012 terug te brengen naar eens per jaar (i.c. jaarlijks uiterlijk voor 1 oktober te ontvangen).

Tabel 3. Ontvangst voortgangsrapportages door Tweede Kamer

Ontvangst VGR	2004	2005	2006	2007	2008	2009	2010	2011	2012
Binnen afgesproken termijn (standaard = 3 maanden[1])	4 (20%)	6 (30%)	4 (20%)	3 (17%)	8 (50%)	8 (53%)	7 (46%)	3 (25%)	8 (57%)
Binnen 1 maand na afgesproken termijn	12 (60%)	8 (40%)	8 (40%)	13 (72%)	7 (44%)	7 (47%)	8 (53%)	8 (67%)	5 (36%)
Meer dan 1 maand na afgesproken termijn	4 (20%)	6 (30%)	8 (40%)	2 (11%)	1 (6%)	0 (0%)	0 (0%)	1 (9%)	1 (7%)
Totaal	20	20	20	18	16	15	15	12	14

1 Afwijkende afspraken: jaarrapportage Ecologische Hoofdstructuur (EHS) uiterlijk voor Prinsjesdag (8,5 maand); jaarrapportage Vervanging F16: binnen 5 maanden.

In tabel 3 is de snelheid weergegeven waarmee de voortgangsrapportages na afloop van de rapportageperiode (peildatum) aan de Tweede Kamer werden aangeboden. Op grond van de Regeling Grote Projecten dienen commissie en bewindspersoon afspraken te maken over frequentie en verschijningstijdstip. In principe is hiervoor de norm afgesproken zoals die in de oude procedureregeling Grote Projecten was bepaald, namelijk maximaal drie maanden na de peildatum van de rapportages. In het geval van de voortgangsrapportages «Vervanging F-16» en «EHS» is afgesproken om een langere termijn te hanteren, respectievelijk 5 en 8,5 maanden.

In 2012 is meer dan de helft van de voortgangsrapportages binnen de afgesproken termijn naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat is een verbetering ten opzichte van 2011, toen dit gold voor ongeveer een kwart van de voortgangsrapportages. Net als in 2011 is één voortgangsrapportage later dan een maand na de afgesproken datum ontvangen. De Tweede Kamer ontving na enig aandringen de voortgangsrapportage over het groot project Ecologische Hoofdstructuur over het jaar 2011 uiteindelijk in januari 2013, vier maanden na de afgesproken datum en ruim een jaar na afloop van de verslagperiode.

Accountantsrapporten in 2012

In artikel 13, lid 1, van de Regeling grote projecten is bepaald:

«Bij voortgangsrapportages wordt periodiek, op basis van een nader te bepalen frequentie, doch ten minste één maal per jaar, een accountantsrapport gevoegd met een oordeel over de kwaliteit en volledigheid van de financiële en niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage en over de beheersing en het beheer van het project».

In lid 4 staat: «Het accountantsrapport wordt als afzonderlijk document aan de Tweede Kamer gezonden, uiterlijk twee weken na verschijning van de voortgangsrapportage waarop het accountantsrapport betrekking heeft».

Tabel 4. Ontvangst accountantsrapporten door de Tweede Kamer (in maanden na verslagperiode)

Ontvangst	2004	2005	2006	2007	2008	2009	2010	2011	2012
< 4 maanden	4	9	4	2	8	9	6	4	5
4 – 5 maanden	2	1	5	2	2	0	2	2	2
> 5 maanden	4	1	0	2	0	0	0	1	1[1]
Totaal	10	11	9	6	10	9	8	7	8

1 Evenals voor de jaarrapportages Vervanging F16 gelden voor de bijbehorende accountantsrapporten afwijkende afspraken. Dit accountantsrapport is binnen de afgesproken termijn ontvangen.

In 2012 heeft de Tweede Kamer bij acht grote projecten accountantsrapporten ontvangen. Alleen bij EHS worden geen accountantsrapporten opgeleverd, daar verwijst de minister naar de accountantsrapporten van de betrokken lagere overheden, die overigens niet aan de Kamer worden gestuurd. In vergelijking met 2011 is de tijdigheid van het opsturen van accountantsrapporten in 2012 iets toegenomen. Vijf van de acht accountantsrapporten zijn binnen de afgesproken termijn ontvangen. Drie van de acht accountantsrapportages werden in 2012 na de afgesproken termijn, en soms ook na de inbrengdatum voor de feitelijke vragen over de voortgangsrapportages, ontvangen.

Behandeling in commissies in 2012

De commissies hebben de mogelijkheid om voortgangsrapportages voor kennisgeving aan te nemen, dan wel ze te behandelen door feitelijke vragen te stellen en/of deze te agenderen voor een overleg (algemeen overleg, wetgevingsoverleg of nota overleg). In 2012 heeft de Tweede Kamer alle voortgangsrapportages behandeld. Over 13 van de 14 voortgangsrapportages zijn feitelijke vragen gesteld. Daarnaast zijn 12 van de 14 rapportages geagendeerd voor een overleg. Bij twee grote projecten (EHS en RRAAM) is namens de betreffende commissie een rapporteur benoemd.

De commissies hebben bij vijf voortgangsrapportages binnen een maand na ontvangst feitelijke vragen gesteld. Bij zeven voortgangsrapportages hebben de commissies tussen één en twee maanden na ontvangst feitelijke vragen gesteld. Bij één voortgangsrapportage heeft de Kamer tweeënhalve maand na ontvangst feitelijke vragen gesteld.³

Enkele commissies behandelen in het kader van een groot project naast de periodieke voortgangsrapportages ook andere, aanvullende informatie. De commissie Defensie behandelt bijvoorbeeld voor het groot project «Vervanging F-16» naast de jaarlijkse voortgangsrapportages een grote hoeveelheid stukken op en rond dit dossier. In 2012 zijn twee algemene overleggen gevoerd en enkele briefings georganiseerd rond het rapport uitstapkosten van de Algemene Rekenkamer, die de vervanging van de F-16 structureel monitort. Ook heeft de commissie specifieke verzoeken gedaan aan de minister inzake de (internationale) rapporten die rond dit dossier verschijnen.

Bijlage 1. Grote projecten 2012

Ministerie	Groot project	Document	Kamerstuk	Peildatum	Verschenen op	Actualiteit	Behandeld op[1]	Behandelwijze	Kamerstuk
DEF	Vervanging F16	10e VGR	26 488, nr. 294	31-12-2011	6-6-2012[1]	5,2[2]	14-6-2012 5-7-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	26 488, nr. 300 26 488, nr. 304
	Vervanging F16	Assurance rapport	26 488, nr. 294	idem	6-6-2012	5,2[2]	5-7-2012	idem	idem
	Pantservoertuigen	13e VGR	26 396, nr. 91	31-12-2011	30-3-2012	3	2-5-201214-6–2012	feitelijke vragen algemeen overleg	26 396, nr. 93 27 830, nr. 103
	Pantservoertuigen	Assurance rapport	26 396, nr. 91	31-12-2011	30-3-2012	3	Idem	idem	idem
EZ	Ecologische Hoofdstructuur	5e VGR	30 825, nr. 188	31-12-2011	17-1-2013	12,5[3]	in behandeling	algemeen overleg	nnb
I&M	HSL-Zuid	30e VGR	22 026, nr. 358	31-12-2011	29-3-2012	2,9	26-4-2012 11-10-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	22 026, nr. 364 22 026, nr. 369
	HSL-Zuid	31e VGR	22 026, nr. 366	30-6-2012	9-10-2012	3,3	15-11-2012 in behandeling	feitelijke vragen nota overleg	22 026, nr. 381
	HSL-Zuid	Accountantsrapport	22 026, nr. 370	30-6-2012	2-11-2012	4,1	15-11-2012	feitelijke vragen	22 026, nr. 381
	HWBP-2	1e VGR	32 698, nr. 3	31-12-2011	29-3-2012	2,9	24-5-2012 4-7-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	32 698, nr. 4 27 625, nr. 280
	HWBP-2	2e VGR	32 698, nr. 6	30-6-2012	1-10-2012	3	6-11-2012 10-12-2012	feitelijke vragen wetgevingsoverleg	32 689, nr. 7 33 400-J, nr. 16
	HWBP-2	Accountantsrapport	32 698, nr. 8	30-6-2012	29-11-2012	5	10-12-2012	wetgevingsoverleg	33 400-J, nr. 16
	Zandmaas / Grensmaas	21e VGR	18 106, nr. 211	31-12-2011	30-3-2012	3	24-5-2012 4-7-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	18 106, nr. 213 27 625, nr. 280
	Zandmaas / Grensmaas	Accountantsrapport	18 106, nr. 212	31-12-2011	18-4-2012	3,6	4-7-2012	algemeen overleg	27 625, nr. 280
	Zandmaas / Grensmaas	22e VGR	18 106, nr. 214	30-6-2012	11-10-2012	3,4	6-11-2012 10-12-2012	feitelijke vragen wetgevingsoverleg	18 106, nr. 215 33 400-J, nr. 16
	Project Mainport Rotterdam	11e VGR	24 691, nr. 115	30-6-2012	28-9-2012	2,9	8-11-2012	feitelijke vragen	24 691, nr. 117
	Project Mainport Rotterdam	Accountantsrapport	24 691, nr. 116	30-6-2011	12-10-2012	3,4	8-11-2012	feitelijke vragen	24 691, nr. 117
	RRAAM	2e VGR	31 089, nr. 92	31-12-2011	30-3-2012	3	15-6-2012 28-6-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	31 089, nr. 93 33 000-A, nr. 92
	RRAAM	3e VGR	31 089, nr. 95	30-6-2012	19-9-2012	2,6	8-11-2012 28-11-2012	feitelijke vragen techn. briefing	31 089, nr. 97 -
	RRAAM	Accountantsrapport	31 089, nr. 96	30-6-2012	29-10-2012	3,9	8-11-2012	feitelijke vragen	31 089, nr. 97
	Ruimte voor de Rivier	19e VGR	30 080, nr. 58	31-12-2011	2-4-2012	3,1	24-5-2012 4-7-2012	feitelijke vragen algemeen overleg	30 080, nr. 59 27 625, nr. 280
	Ruimte voor de Rivier	20e VGR	30 080, nr. 61	30-6-2012	4-10-2012	3,1	6-11-2012 10-12-2012	feitelijke vragen wetgevingsoverleg	30 080, nr. 63 33 400-J, nr. 16
	Ruimte voor de Rivier	Accountantsrapport	30 080, nr. 62	30-6-2011	23-10-2012	3,7	idem	idem	idem

1 Bij feitelijke vragen is de inbrengdatum opgenomen.

2 De afgesproken uiterste oplevertermijn voor de jaarrapportage Vervanging F16 is 5 maanden na afloop van de rapportageperiode (voor 1 juni).

3 De afgesproken uiterste opleverdatum voor de jaarrapportage EHS is Prinsjesdag. De 5^e VGR is dus 4 maanden na de afgesproken datum ontvangen.

---

1 1^e rapportage over de periode 1996–1997 (Kamerstuk 26 399 nr. 1); 2^e rapportage over de periode 1998- juli 2000 (Kamerstuk 26 399 nr. 2); 3^e rapportage: periode juli 2000-juli 2004 (Kamerstuk 26 399 nr. 3).

2 Voor meerdere projecten betreft het hier gezamenlijke uitgaven, waar zowel de rijksoverheid als lagere overheden aan bijdragen.

3 Zie vorige voetnoot.