26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 93 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 mei 2012

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 30 maart 2012 Dertiende jaarrapportage «Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR» (Kamerstuk 26 396, nr. 91).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 25 mei 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Beek

De griffier van de commissie, De Lange

1

Kunt u een inschatting maken in welke operationele hoedanigheid de infanteriegevechtsvoertuigen het komende decennium operationeel zullen worden ingezet (los van trainingsdoeleinden)?

De CV-90 kan worden ingezet in operaties in het gehele geweldsspectrum. Het kan gaan om inzet voor de bescherming van het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied of voor internationale interventie- en stabilisatieoperaties. Daarnaast is de CV-90 door de uitstekende terreinvaardigheid en de geavanceerde waarnemingsmiddelen geschikt voor militaire bijstand aan civiele autoriteiten bij rampen en crises.

2, 4, 6 en 9

Hoe kan het dat de CV-90 nog niet voldoet aan de inzetbaarheidseisen? Wat kan hieraan gedaan worden? Waarom verbetert de inzetbaarheid ook in 2011 niet?

Kunt u uiteenzetten welke gevolgen de beschikbaarheid van reserveonderdelen in 2012 heeft voor de inzetbaarheid van de CV-90 in de komende periode?

Kunt u een overzicht geven van de feitelijke inzetbaarheid van de CV-90 in 2010 en 2011? Wat is het gewenste niveau van inzetbaarheid van de CV-90?

Welke gemiddelde inzetbaarheid van de CV-90 verwacht u over het jaar 2012? Kunt u aangeven of dit hoger komt te liggen dan de gemiddelde inzetbaarheid van (lager dan) 50 procent in 2011?

De gewenste inzetbaarheid van de CV-90 is minimaal 70 procent. Het feitelijke inzetbaarheidspercentage in 2010 en 2011 was ongeveer 50. De lagere inzetbaarheid werd veroorzaakt door een ontoereikende voorraad reservedelen, de trage afhandeling van garantieclaims en schade aan een aantal voertuigen die is ontstaan tijdens het gebruik.

Eerder (Handelingen TK 2010–2011, aanhangsel nr. 3103, 9 augustus 2011) is de verwachting uitgesproken dat wanneer de beschikbaarheid van reservedelen zal verbeteren, de inzetbaarheid van de CV-90 weer boven de beoogde 70 procent komt. Door beperkte verwervingscapaciteit bij het bevoorradingsbedrijf is de verwerving van reservedelen echter later begonnen dan voorzien. De verwerving is inmiddels op gang gekomen maar de herbevoorrading blijft waarschijnlijk nog enige tijd achterlopen op het verbruik.

3, 19, 20, 21, 23 en 26

Zijn er kosten gemoeid met de vertraging van de Boxer? Zo ja, voor wiens rekening komen deze?

Kunt u toelichten op welke wijze is vastgelegd dat de leverancier de verantwoordelijkheid voor de gewichtsoverschrijding neemt?

Wat zijn de financiële consequenties van de nieuwe vertraging van de Boxer?

Wordt Nederland gecompenseerd door de leverancier voor de hierdoor ontstane vertraging als gevolg van overschrijding van het maximale voertuiggewicht en het zwaartepunt dat te ver naar achteren ligt? Zo ja, hoe en hoeveel? Zo nee, waarom niet en wat is dan de «schade»?

Wanneer is er meer duidelijkheid over de financiële en operationele consequenties van het «gewichtsprobleem» en de opschorting van de contractuele uitwerking van de package deal?

Zijn met de leverancier van de Boxer nadere afspraken gemaakt? Is met de leverancier van de Boxer een tegenprestatie afgesproken?

Op 4 april jl., na het versturen van de jaarrapportage, heeft de leverancier schriftelijk bevestigd dat de gewichtseisen een ander ontwerp van de missiemodules noodzakelijk maken en dat dit voor Nederland niet resulteert in extra kosten. Daarnaast heeft de leverancier bevestigd dat de contractueel vastgelegde aanpassing van het prijspeil blijft berusten op het leveringsschema dat al in de package deal was overeengekomen zodat extra prijsstijgingen als gevolg van de vertraging niet ten laste van Nederland komt. Tevens is bevestigd dat de afspraken van de package deal over de verdeling in voertuigtypen, de integratie van communicatie- en informatiesystemen alsmede het Nederlandse werkaandeel intact blijven.

In het in 2006 gesloten Boxer-contract is ook een boeteclausule opgenomen. Defensie zal de tot nog toe opgebouwde boete betrekken bij de onderhandelingen over de oplossing van het gewichtsprobleem en bij de contractuele vastlegging van de aangepaste package deal. De financiële gevolgen voor Defensie zijn daarmee beperkt tot de extra kosten die zijn gemoeid met langere dienstverlening door de Organisation conjointe de coopération en matière d’armement (OCCAR) en de instandhouding van de eigen projectorganisatie. Daarnaast zal Defensie mogelijk de oude YPR-voertuigen langer in dienst moeten houden. Ook daarmee zijn kosten gemoeid. De hoogte ervan hangt af van de uiteindelijke vertraging.

Defensie heeft inmiddels de eerste voorstellen van de industrie voor een oplossing van het gewichtsprobleem afgekeurd. Deze voorstellen zouden hebben geleid tot ongewenste operationele beperkingen van de Boxer. Over andere oplossingsrichtingen wordt nog overlegd. Defensie streeft ernaar om nog voor de zomer een besluit te nemen over een oplossing van het gewichtsprobleem en vervolgens het leveringsschema vast te stellen.

5

Met hoeveel overschrijden de exploitatiekosten van de CV-90 het budget per jaar? Kunt u een verklaring geven voor het feit dat de exploitatiekosten van materieelprojecten, zoals ook van de CV-90, vaak het toegekende budget overschrijden? Zo ja, welke?

In het verleden paste Defensie het exploitatie-budget van nieuw materieel pas aan als bij instroom bleek dat de exploitatie-uitgaven hoger bleken dan voorzien. In 2008 is Defensie ertoe overgegaan om deze uitgaven te begroten in de behoeftestellingsfase (A-fase). Daarmee wordt de kans op overschrijding van het exploitatiebudget verkleind. Bij materieelprojecten die, zoals de CV-90, vóór 2008 zijn begonnen, werd deze procedure echter nog niet gevolgd. Dekking voor de exploitatie moest in een laat stadium in de defensiebegroting worden gevonden. Bij de CV-90 is dat de eerste drie jaren onvoldoende gelukt. Het exploitatiebudget van de resterende YPR-voertuigen van € 4 miljoen per jaar bleef gehandhaafd terwijl het aantal CV-90’s geleidelijk toenam. Voor de exploitatie van alle CV-90’s is € 36 miljoen per jaar nodig. Vanaf 2012 is het exploitatiebudget voor de CV-90 in overeenstemming met de exploitatieraming.

7

Modificaties die aantoonbaar het gevolg zijn van structurele ontwerpfouten komen tot vijf jaar na levering van het laatste voertuig voor rekening van de leverancier. Zijn er al verschillen van mening voorgekomen tussen Defensie en de leverancier over de modificaties, die volgens Defensie het gevolg zijn van structurele ontwerpfouten en waarbij de leverancier dit ontkent? Zo ja, kunt u hier nader op ingaan?

Dergelijke verschillen van mening hebben zich niet voorgedaan.

8

Welke invloed heeft Defensie op het oplossen van de tekorten aan reservedelen bij de leverancier? In hoeverre kan Defensie de leverancier hiervoor (financieel) aansprakelijk houden?

In het afroepcontract voor reservedelen is een leveringstermijn overeengekomen. Defensie houdt de leverancier aan deze termijn. Zij schrijft de leverancier niet voor welke voorraadgrootte hij daartoe moet aanhouden.

10

Hoeveel wordt er bespaard door het onderhoud van de CV-90 in samenwerking te doen met de industrie?

De mogelijke besparingen bij het onderhoud bij samenwerking met de industrie worden nog onderzocht. Defensie heeft de instandhouding van enkele landsystemen waaronder de CV-90 op de sourcingagenda geplaatst. Met mijn brief van 27 april jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 10) heb ik u geïnformeerd over het traject naar een afgewogen sourcingbesluit. De instandhouding van de landsystemen bevindt zich nog in de initiatiefase van het sourcingtraject. Pas in de voorbereidingsfase van dit traject worden de financiële aspecten van eventuele samenwerking met de industrie duidelijk.

11

Kunt u toelichten welke kosten verbonden zijn aan de omwisseling van pantserpakketten en of dit ten laste komt van het projectbudget?

Defensie voert de omwisseling van de pantserpakketten zelf uit. Extra materiaal (conversion kits), dat is vereist voor de CV-90 na demontage van het zware pakket, alsmede materiaal voor de opslag van de pakketten kosten € 1,5 miljoen. Dit bedrag maakt deel uit van het projectbudget.

12

Is de leverancier alle contractuele afspraken rond levering van onderdelen en opleidingen nagekomen en wat zijn de verwachtingen op dit punt voor de toekomst?

De leverancier van de CV-90 komt de contractafspraken goed na. Slechts bij de documentatie was sprake van enige vertraging maar dat wordt opgelost. Defensie verwacht geen problemen en onderzoekt de mogelijkheden om de samenwerking tijdens de gebruiksfase verder te intensiveren.

13

Aan de ene kant wordt gesteld dat Defensie heeft kunnen voorkomen dat het projectbudget is verhoogd. Aan de andere kant stelt Defensie dat de kwalitatieve behoefte aan voertuigen is gewijzigd om de package deal mogelijk te maken binnen de financiële randvoorwaarden. Kunt u ingaan op onze constatering dat Defensie minder waar krijgt voor zijn geld en dus de onderhandelingen met de fabrikant niet met goed resultaat heeft afgesloten? Zo nee, waarom niet?

Na de package deal zal Defensie de beschikking krijgen over een goed voertuig. Het afzien van de vracht-commandopost variant gaat in geringe mate ten koste van de flexibiliteit bij inzet maar leidt er niet toe dat taken niet kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast zijn in de package deal ook afspraken gemaakt die gunstig zijn voor Defensie. Zo zijn enkele technische wijzigingen afgesproken waardoor het voertuig nog beter en langer past in het vereiste gebruiksprofiel. Daarnaast wordt de integratie van de communicatie- en informatiesystemen contractueel vastgelegd en is de rijlesvariant in de levering opgenomen. Deze afspraken resulteren niet in een verhoging van het projectbudget.

14

Wat betekent de wijziging van de kwalitatieve behoefte voor de inzet van de CV-90?

De wijziging van de kwalitatieve behoefte van de Boxer waarnaar in de vraag wordt verwezen, heeft geen gevolgen voor de inzet van de CV-90. De taken die oorspronkelijk waren toebedeeld aan de vervallen vracht-commandopost variant worden overgenomen door de overige Boxer-typen.

15 en 18

Kunt u uitvoeriger ingaan op de precieze oorzaak van de vertragingen die zijn ontstaan in het ontwikkel- en kwalificatietraject van de Boxer? Zijn in 2012 nieuwe vertragingen te verwachten?

Wat is de reden dat het maximale voertuiggewicht te hoog is en het zwaartepunt te ver naar achteren komt te liggen? Had men dit al niet eerder bij het ontwerp kunnen weten?

Een correcte en tijdige gewichtsanalyse door de fabrikant zou de nu ontstane problemen hebben voorkomen. Pas begin 2012 heeft de leverancier vastgesteld dat de gewichtsanalyse van het voertuig met de Nederlandse missiemodules onjuist was. Er is een fout gemaakt in het ontwikkelingsproces van de Nederlandse missiemodules. Als gevolg daarvan blijkt het gewicht groter dan verwacht waardoor het voertuig te weinig mogelijkheden biedt om in de toekomst extra uitrusting te plaatsen («groeipotentieel»). Bovendien komt het zwaartepunt van het voertuig te ver naar achteren te liggen. De oplossing wordt gevonden in een herontwerp van de modules waarbij lichtere materialen worden gebruikt en mogelijk onderdelen moeten worden verplaatst. Hierdoor zullen de ontwikkeling en de serieproductie langer duren. Bij het ontwerp en de kwalificatie van de missiemodules is geen ruimte voor verdere vertraging. Nieuwe tegenslag zou resulteren in een verdere vertraging van de levering van de voertuigen.

16

Kunt u aangeven op welke gronden gekozen is voor gelijkblijvende aantallen CV-90’s terwijl de tanks zijn wegbezuinigd?

De beide tankbataljons van de Koninklijke landmacht zijn opgeheven als gevolg van de maatregelen in de beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis (Kamerstuk 32 377, nr. 1 van 8 april 2011). Ik heb in die brief uiteengezet dat een aantal andere wapensystemen waaronder de CV-90 het verlies gedeeltelijk kan opvangen. Daarnaast had de beleidsbrief geen gevolgen voor de pantserinfanteriebataljons, waarbij de CV-90’s zijn ingedeeld. Een verandering van het aantal CV-90’s lag om deze redenen niet voor de hand.

17

Welke kosten zijn begroot voor het aanpassen van de Leopard 2 bergingstanks en uit welk budget wordt dit gefinancierd?

De aanpassingen van de Leopard-2 bergingstanks worden gefinancierd uit het budget dat was bestemd voor de verwerving van zestien IGV-bergingsvoertuigen. Het onderzoek naar de benodigde aanpassingen is nog niet voltooid. Wel is inmiddels duidelijk dat dit budget toereikend is. De aangepaste bergingstanks kunnen zowel de CV-90 als de Boxer, de PzH2000, de genietank en de brugleggende tank bergen. Daarmee wordt het budget voor zware bergingsmiddelen doelmatig gebruikt.

22

Wat is de contractueel verplichte prijsstijging van de CV-90 over 2011?

Defensie betaalt over 2011 geen prijsescalatie. De contractueel verplichte prijsescalatie wordt berekend op grond van het oorspronkelijke leveringsschema dat uitging van voltooiing in 2010.

24 en 25

Hoe gaat u bewerkstelligen dat Nederland tussen 2012 en 2016 betrouwbare Boxers geleverd krijgt?

Wat kunt en gaat u doen om verdere vertraging in het Boxer-programma te voorkomen?

Nederland houdt vast aan de kwaliteitseisen voor de Boxer en zal geen serieproductie toestaan voordat het kwalificatietraject met goed gevolg is voltooid, zelfs als dit zou resulteren in een nieuwe vertraging. De boeteclausule uit het contract en de afspraken over prijsescalatie vormen de prikkels voor de leverancier om tijdig te leveren.

De dagelijkse projectbeheersing is een taak van het agentschap OCCAR. Defensie zal echter de mogelijkheden benutten om de voortgang van het project te volgen en te bevorderen. Mede door intensieve contacten en samenwerking met de leverancier zullen nieuwe problemen in een vroeg stadium op het juiste niveau worden besproken, waardoor in voorkomend geval de negatieve gevolgen kunnen worden beperkt.

27, 28 en 30

Zijn er nog prijsstijgingen of dalingen te verwachten over de nog openstaande te betalen bedragen voor 2011 en later?

Welke prijswijzigingen zijn er per medio 2012 bekend met betrekking tot het project Boxer?

Welke risico’s zijn er met betrekking tot prijsmutaties aangezien het grootste deel van het projectbudget nog geboekt staat als «te betalen»?

Voor het projectbudget van de Boxer voorzie ik een verhoging van € 15,4 miljoen als gevolg van de contractueel vastgelegde prijsescalatie over 2012. Dit komt overeen met 1,8 procent van het projectbudget. Ongeveer 90 procent van het projectbudget is inmiddels contractueel verplicht. Afgezien van de contractueel vastgelegde prijsescalatie en eventuele wettelijke maatregelen zoals een verhoging van de Nederlandse BTW, is het risico met betrekking tot aanvullende prijsmutaties gering.

29

Kunt u de correctie op de prijsbijstelling van 2010 (€ 1 miljoen) nader toelichten?

Om budgettaire redenen besloot Defensie in 2010 in eerste instantie om de prijscompensatie ter waarde van € 1 miljoen over de lopende verplichtingen niet toe te kennen aan het Boxer-projectbudget. In januari 2011 is hiertoe alsnog overgegaan. Het bedrag is als «correctie op de prijsbijstelling van 2010» in de financiële verantwoording opgenomen.

31

Hoeveel compensatie voor het Nederlandse bedrijfsleven bij ontwikkeling en productie van de CV-90 is er eind 2011 daadwerkelijk contractueel vastgelegd en gerealiseerd?

Eind 2011 heeft fabrikant BAE Systems Hägglunds voor de ontwikkeling en de productie van de CV-90 compensatieopdrachten ter waarde van € 930 miljoen gerealiseerd bij het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is meer dan 100 procent van de initiële contractwaarde.

32

Wat is de realisatie van het afgesproken werkaandeel in productie van de Boxer voor het Nederlandse bedrijfsleven?

Het door het Nederlandse bedrijfsleven uit te voeren werkaandeel in de productie van de Boxer is voor 60 procent gecontracteerd.

33

Is het opschorten van betalingen aan het consortium, zoals aangekondigd werd in de vorige jaarrapportage, een contractueel vastgelegde optie of een door u voorgenomen maatregel?

De opschorting van betalingen in geval van vertragingen, zoals vermeld in de twaalfde jaarrapportage, is een maatregel waartoe ik kan over gaan indien de leverancier niet aan zijn verplichtingen voldoet. Bij de constatering van het gewichtsprobleem in februari jl. is met de leverancier afgesproken dat de betalingen per direct zouden worden gestopt. Met de opschorting van de contractuele uitwerking van de package deal is ook de vaststelling van een nieuw leveringsschema uitgesteld. Wanneer er meer duidelijkheid is over de oplossing van het gewichtsprobleem, kunnen een aangepast leveringsschema en een nieuw betalingsplan worden vastgesteld.

Naar boven