31 089 Urgentieprogramma Randstad

Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Hierbij wordt u aangeboden de tweede Voortgangsrapportage van het Groot Project RRAAM (Rijk-Regioprogramma Amsterdam–Almere–Markermeer)1. De Voortgangsrapportage wordt u aangeboden mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De Voortgangsrapportage bestrijkt de periode van 1 juli t/m 31 december 2011.

Tevens zend ik u hierbij als bijlage bij de voortgangsrapportage de uw Kamer toegezegde informatie aangaande het Kruisstation Diemen1 en informeer ik u middels deze brief over een aantal actuele zaken binnen RRAAM.

Kruisstation Diemen

Tijdens het Algemeen Overleg (AO) RRAAM op 21 december 2011 (Kamerstuk 31 089, nr. 91) heb ik uw Kamer naar aanleiding van vragen van het Kamerlid Wiegman- van Meppelen Scheppink toegezegd om:

  • één of meerdere kaartbeelden te doen toekomen inzake de aansluiting van een OV-verbinding vanuit Almere op het Amsterdamse net door middel van een kruisstation ter hoogte van Diemen.

  • daarbij informatie op te nemen over de vervoerswaarden.

In de bijlage bij de voortgangsrapportage licht ik de inhoud van het niet als kansrijk beoordeelde plan voor het kruisstation Diemen toe, evenals de resultaten van de beoordeling van het plan.

Marktuitvraag natuur

Tijdens het AO RRAAM op 21 december jongstleden heeft uw Kamer mij gevraagd om te kijken naar de mogelijkheden van een marktuitvraag natuur. Inmiddels is de marktuitvraag in gang gezet.

Marktpartijen wordt gevraagd met nieuwe creatieve ideeën en visies te komen met betrekking tot de te nemen ecologische maatregelen, mogelijke uitvoeringsstrategieën en mogelijke financieringsconstructies. Dit moet resulteren in aangescherpte plannen voor de realisatie van een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem voor het Natura 2000-gebied Markermeer-IJmeer.

De verwachte nieuwe voorstellen uit de markt worden gelegd naast de eerder gedane voorstellen van de Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer (WMIJ). Het doel is dat nieuwe ideeën tot goedkopere maatregelen kunnen leiden.

Op 7 maart is het aanbestedingsdocument gepubliceerd. Volgens planning zullen de geselecteerde partijen medio april starten met de opdracht. De resultaten van de marktuitvraag zijn onderdeel van de consultatie en worden meegenomen in de besluitvorming in het kader van de concept-Rijksstructuurvisie eind dit jaar.

Alternatief Stichting Almere Bereikbaar

In december 2011 heb ik u geïnformeerd dat een alternatief tracé voor de IJmeerverbinding was ingebracht door de Stichting Almere Bereikbaar. Het gaat daarbij om een meer zuidelijk gelegen brug over het IJmeer. Ik heb u toen laten weten dat dit alternatief verder zou worden meegenomen als het gelijkwaardig of beter zou scoren op vervoerswaarde en kosten dan het IJmeer-alternatief via IJburg, dan wel het Hollandse Brug-alternatief.

De afgelopen maanden is het alternatief geoptimaliseerd met behulp van maatschappelijke organisaties, experts en betrokken overheden. Dit geoptimaliseerde alternatief is onderzocht op kosten en vervoerswaarde. De kosten blijken vergelijkbaar met de IJmeerverbinding die via IJburg loopt. De vervoerswaarde is echter lager. Met de regio heb ik geconcludeerd dat het zuidelijke alternatief daardoor minder kansrijk is.

Ik neem echter het advies van de Stuurgroep RRAAM, om het SAB-alternatief op hoofdlijnen (geen verdere optimalisaties) mee te nemen in een plan-MER (milieueffecten) en een MKBA (Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse ) over omdat:

  • Vergelijking op hoofdlijnen mogelijk is;

  • Het Maatschappelijk proces graag ziet dat het verder wordt meegenomen;

  • De vervoerswaarde niet zo slecht is dat aan bovenstaande voorbij kan worden gegaan.

De consequentie van het meenemen van dit extra alternatief is dat er een beperkte vertraging kan optreden (een paar weken) van het uitbrengen van de concept rijksstructuurvisie.

Het alternatief van Almere Bereikbaar is met dit besluit een aanvulling op de selectie van alternatieven en varianten zoals gepubliceerd in de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen RRAAM van december 2011.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven