18 106 Voortgang rivierdijkversterkingen

Nr. 213 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 14 juni 2012

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu over de brief van 30 maart 2012 inzake de 21e Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas (Kamerstuk 18 106, nr. 211).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 juni 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Snijder-Hazelhoff

De griffier van de commissie, Sneep

Vragen en antwoorden

1

Kunt u aangeven waarom het budget voor het project Zandmaas doorloopt tot 2017 en verder, terwijl de maatregelen in 2015 dienen te zijn gerealiseerd?

Het grootste deel van de maatregelen die vallen onder «Sluitstukkaden» zitten in de scope van het project Zandmaas en worden gerealiseerd in de jaren 2015 tot en met 2020. Daarnaast is er voor de periode 2015–2020 geld gereserveerd voor mogelijke schadeloosstellingen bij de peilopzetten en voor eventueel optredende risico’s.

2a

Kunt u specificeren op welke jaren, maatregelen en activiteiten het uit te geven bedrag van € 113 miljoen voor «2017 en verder» betrekking heeft?

Voor het deelproject Zandmaas gaat het om een bedrag van € 87 mln. Dit bedrag is bedoeld voor de aanleg van sluitstukkaden, eventuele schadeloosstellingen, diverse uitbestedingen en bevat ook een reservering voor onverhoopt optredende risico’s. Voor het deelproject Grensmaas gaat het om € 26 mln. Dit bedrag is bedoeld voor de aanleg van sluitstukkaden, grondaankopen voor stroomgeulverbreding, diverse uitbestedingen (bijv. onderzoek naar en het ruimen van explosieven) en bevat ook een reservering voor onverhoopt optredende risico’s.

2b

Hoe verhouden de relatief hoge voorziene uitgaven voor de jaren 2017 en verder zich tot het realiseren van de waterveiligheidsdoelstelling in 2015?

Voor het deelproject Zandmaas geldt dat de realisatie van de maatregelen zoals vastgelegd in het Tracébesluit Zandmaas/Maasroute en maatregelen in het POL-aanvulling Zandmaas, eind 2015 gereed is. De uitvoering van de maatregelen in het kader van het aanleggen van sluitstukkaden moet gereed zijn in 2020. In de jaren na 2017 horen daar de betreffende uitgaven bij. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 1.

3

Waaruit bestaan de verschillende scenario's voor het behalen van de doelen bij de Maaswerken?

Deze scenario’s betreffen de natuurdoelen. Zoals ik in de aanbiedingsbrief bij de 21e voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas heb aangeven, wordt u nog dit jaar geïnformeerd over de invulling van de natuurdoelen bij de Zandmaas en de Grensmaas.

4

Hoe verhouden zich de extra maatregelen die worden genomen in het kader van de Bestuursovereenkomst waterveiligheid Maas (gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum en resterende sluitstukkaden) zich tot de oorspronkelijke doelstellingen van de projecten Zandmaas en Grensmaas?

Zoals eerder gemeld zijn er drie sporen die met elkaar moeten leiden tot een complete waterveiligheid in Limburg (vergaderjaar 2009–2010, 30 080, nummer 45). Het betreft de Maaswerken, de landelijke veiligheidstoetsing met verbeterprogramma en het Deltaprogramma voor de langere termijn. Dit is eerder de «drietrapsraket» genoemd. Gezien het verschillende karakter, de verschillende stadia van ontwikkeling en vanuit het oogpunt van beheersbaarheid wil ik deze drie sporen gescheiden houden.

Het programma Maaswerken heeft als insteek rivierverruiming (grondstoffenwinning, natuurontwikkeling en waterveiligheid) gecombineerd met een beperkt pakket prioritaire kademaatregelen als sluitstuk. Daarmee is thans 70% (voornamelijk stedelijk gebied) van de bewoners van Limburg reeds beschermd tegen hoogwater en dat neemt nog toe met het in voorbereiding zijnde pakket prioritaire kademaatregelen. Hierover wordt de Kamer geïnformeerd via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages. Het is een begrensd en uitvoerbaar pakket maatregelen met een duidelijke scope qua werk, tijd en geld met als mijlpalen 2015 voor Zandmaas, 2017 voor Grensmaas en 2020 voor de prioritaire kademaatregelen.

Daarnaast geeft de uitgevoerde landelijke toetsing in combinatie met de nog lopende verlengde derde toetsing een zo compleet mogelijk beeld van de waterstaatkundige staat van alle primaire keringen (dijken en kunstwerken).

De omvang van de benodigde werkzaamheden is nog onbekend en wordt in 2014 duidelijk. Tot slot is er nog de langere termijn veiligheidsontwikkeling van de Maas, waar bij de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum sprake is van een combinatie van de korte en lange termijn.

5

Waarom zijn de extra maatregelen in het kader van de Bestuursovereenkomst waterveiligheid Maas (Ooijen Wanssum en sluitkaden) niet toegevoegd aan de lopende projecten als zijnde scopewijzigingen?

Zie antwoord op vraag 4.

6

Is er al meer duidelijkheid over de planning van het initiatief voor Maaspark Well (opwaardering recreatiegebied Leukermeer in combinatie met de aanleg van de hoogwatergeul)? Zo nee, wanneer is hier wel meer over duidelijk?

Op 13 december 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Bergen de structuurvisie Maaspark Well vastgesteld. Ter onderbouwing van deze structuurvisie heeft de gemeente Bergen in samenwerking met de zelfrealisator ook een planMER opgesteld. Op basis van deze vaststelling is de zelfrealisator doende met het opstellen van de projectMER Maaspark Well (deel rivierverruiming). Deze MER is ter onderbouwing van de procedures ten behoeve van het bestemmingsplan Maaspark Well (deel rivierverruiming) en de vergunningaanvragen. Momenteel zijn de MER, het opstellen van het bestemmingsplan en de vergunningsaanvragen in een afrondende fase.

Het voornemen is deze voor de zomer 2012 in procedure te brengen. Volgens de planning van de opdrachtnemer kunnen de ontwerpbesluiten in september ter inzage liggen en in december de definitieve besluiten.

7

Kunnen de opgelopen vertragingen in graafwerkzaamheden op tijd ingehaald worden? Zijn de hoogwaterveiligheidsdoelstellingen volgens u nog steeds haalbaar? Of is voor bepaalde deelprojecten een aangepaste planning noodzakelijk?

De hoogwaterveiligheid voor het deelproject Grensmaas wordt conform planning in 2017 gerealiseerd en is derhalve niet vertraagd.

Wel is de uitvoeringsplanning van Consortium Grensmaas zodanig geoptimaliseerd dat de voor het behalen van die doelstelling primair benodigde deellocaties van het project met voorrang worden ontgraven. Deze planningoptimalisatie brengt met zich mee dat waar nodig tijdelijke kaden worden verhoogd om de periode totdat het overige graafwerk zal zijn verricht te overbruggen.

8

Waarom zijn de gevolgen van de mogelijke vertraging vanwege bezwaar- en beroepsperiodes niet geconcretiseerd? Wat is het karakter en wat is de omvang van het eventuele uitstel van de oplevering van de mijlpalen 2017, 2018 en 2022 door Consortium Grensmaas?

Vanwege bezwaar- en beroepsprocedures zou de te doorlopen vergunningprocedure een vertraging kunnen oplopen van maximaal een half jaar tot een jaar. Dit heeft vooralsnog geen effect op het behalen van de hoogwaterdoelstelling in 2017. Wel is de mijlpaal «einde werkzaamheden» in de afspraken van eind 2011, verschoven van 2022 naar 2024. Deze mijlpaal betreft resterende werkzaamheden die niet nodig zijn om de hoogwaterdoelstelling te realiseren.

9

Wanneer zal het beschermingsniveau van 1/250 jaar voor het Maasdal door de extra maatregelen zijn gerealiseerd?

Met het pakket prioritaire sluitstukkaden richt de doelstelling Zandmaas en Grensmaas zich op het jaar 2020. Daarmee is het grootste deel van de waterveiligheid in Limburg gerealiseerd. Over de omvang en doorlooptijd van de extra maatregelen volgend uit de derde toetsing en verlengde derde toetsing, wordt u geïnformeerd in het kader van het nieuw hoogwaterbeschermingsprogramma.

10

Kunt u aangeven of de vermindering van de monitoringsverplichtingen extra risico's voor milieu en natuur oplevert? Zo ja, om welke risico's gaat het?

De monitoring van de dekgrondbergingen had betrekking op de effecten van de dekgrondberging. Het in 2007 in werking getreden Besluit bodemkwaliteit kent niet langer een dergelijke monitoringsverplichting.

Het monitoringsprogramma gericht op het in beeld brengen van de effecten van de realisatie van het Grensmaasproject op de grondwaterstand in Vlaanderen, blijft overigens onverkort van kracht en zal, door de planningswijzigingen die zijn overeengekomen in het integrale pakket, zelfs langer doorlopen dan eerder voorzien.

11

Hoeveel hectare grond is er op dit moment aangekocht voor natuurontwikkeling in de projecten Grensmaas en Zandmaas?

Voor het project Zandmaas is 438 hectare grond aangekocht. Voor het project Grensmaas is dat 867 hectare.

12

Wanneer verwacht u de Kamer nader te kunnen informeren over het realiseren van de natuurdoelen? Wanneer kunt u duidelijkheid geven over de gevolgen voor het halen van de natuurdoelen van de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur, de wijzigingen van het subsidie-instrumentarium en de beperkte beschikbaarheid van financiële middelen voor grondverwerving ten behoeve van natuurontwikkeling

Zie het antwoord op vraag 3.

13

Is met de leningovereenkomst tussen het ministerie van I&M en het Consortium Grensmaas ook het risico dat de natuurdoelen niet gehaald worden kleiner geworden? Of heeft de lening alleen effect op het risico dat de hoogwaterveiligheidsdoelstelling niet wordt gehaald? Kunt u een inschatting geven van het effect van de verslechterde marktsituatie op het halen van de natuurdoelen?

De leningovereenkomst is een onderdeel van het integrale pakket aan afspraken tussen Overheid en Consortium Grensmaas. De leningovereenkomst vormt een extra waarborg voor de continuering van het project als geheel. De afspraken uit 2005 over natuur zijn door de leningovereenkomst onveranderd gebleven.

Het herijken van het natuurbeleid en de eventuele gevolgen voor de natuurdoelen vloeien voort uit de bezuinigingen en staan los van de verslechterde marktsituatie.

14

Kunt u bevestigen dat de oorspronkelijke natuurdoelen van de projecten Grensmaas en Zandmaas recht overeind staan en dat het beleid erop gericht is die doelen te halen? Bent u voornemens een tijdspad aan de Kamer toe te zenden, waarin uiteengezet wordt hoe en wanneer (delen van) de natuurdoelen gerealiseerd zullen zijn?

Momenteel wordt tussen de Convenantpartners overlegd over de wijze waarop met de beperkte financiële middelen voor het natuurbeleid wordt omgegaan en de gevolgen die dat heeft voor de in 2005 afgesproken natuurdoelstelling. Zoals ik in de aanbiedingsbrief bij de 21e voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas heb aangeven wordt u nog dit jaar geïnformeerd over de invulling van de natuurdoelen bij de Zandmaas en de Grensmaas. Een onderdeel daarvan betreft de wijze waarop en wanneer (delen van) de natuurdoelen gerealiseerd zullen zijn.

15

Kunt u bevestigen dat toekomstig beleid erop gericht zal zijn om het «groen-voor-grind-beginsel» na te komen?

Bij het in kaart brengen van de gevolgen van de herijking op de natuurdoelen van het deelproject Grensmaas wordt zoveel mogelijk recht gedaan aan het «groen-voor-grind» beginsel.

16

Bent u voornemens om de nadere analyse van scenario’s voor het behalen van de natuurdoelen van de projectorganisatie Maaswerken aan de Kamer toe te zenden wanneer deze gereed is?

De scenario’s die momenteel in beeld worden gebracht brengen de gevolgen van verschillende opties in beeld. De analyse van de scenario’s dient het interne afwegings- en besluitvormingsproces dat plaatsvindt tussen de Convenantpartners. De Tweede Kamer zal nog dit jaar worden geïnformeerd over de uitkomsten daarvan. De inzet is er op gericht om met de resterende financiële middelen zoveel als mogelijk van de natuurdoelen te realiseren.

17

Wordt voor de verwerving van gronden voor natuurontwikkeling nog steeds gestreefd naar een onteigeningstitel op basis van een provinciaal inpassingsplan? Zo ja, wanneer komt deze onteigeningstitel beschikbaar? Zo nee, naar welke onteigeningstitel wordt gestreefd? Wat zijn de gevolgen voor de natuurdoelstelling? Waarom wordt in deze voortgangsrapportage niet meer gesproken over een onteigeningstitel op basis van een provinciaal inpassingsplan?

Momenteel wordt tussen de Convenantpartners overlegd over de wijze waarop met de beperkte financiële middelen voor het natuurbeleid wordt omgegaan en de gevolgen die dat heeft voor de in 2005 afgesproken natuurdoelstelling. Dit heeft geleid tot vertraging in de verwerving van gronden. Dit laat onverlet dat in het realiseren van het doel een onteigeningstitel op basis van een provinciaal inpassingsplan nog steeds een optie is.

18

Wanneer is de nadere analyse van de consequenties van het realiseren van de doelen van de beleidsbijstellingen bij het ministerie van EL&I als onderdeel van de stelselwijziging Natuur en landschap gereed?

Zie het antwoord op vraag 3.

19

Hoe ziet de overeenstemming met de opdrachtnemer in stuwpand Grave over de meerkosten ten gevolge van het aantreffen van niet gesprongen explosieven eruit en zitten hier financiële consequenties aan vast?

Met de opdrachtnemer van het werk aan stuwpand Grave is overeengekomen dat de werkzaamheden onder beveiligde condities worden uitgevoerd. De productiesnelheid van het beveiligde materieel is lager waardoor de einddatum is verschoven naar mei 2013. De financiële consequenties die hieraan verbonden zijn komen ten laste van het deelproject Zandmaas, aangezien het hier een afwijking van de oorspronkelijke contractuele afspraken met de aannemer betreft.

Hiervoor was een risicoreservering opgenomen.

20

Wanneer komt de aanvoer van specie uit de zomerbedverdieping Grave, die niet is uitgevoerd vanwege de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven, op gang, en heeft dit financiële consequenties

Sinds eind 2011 voert de opdrachtnemer werkzaamheden uit onder beveiligde condities. De vrijkomende vermarktbare specie wordt naar Moerdijk afgevoerd om te worden verwerkt tot zand en grind. De afvoer van niet-vermarktbare grond naar Lomm is vooralsnog niet voorzien. Er is voor gekozen om de niet-vermarktbare specie niet te ontgraven. De financiële consequenties van dit minderwerk zijn afgehandeld als onderdeel van de overeenstemming met de opdrachtnemer.

21

Hoe dragen u en andere autoriteiten er zorg voor dat de communicatie met inwoners van het werkgebied goed en zorgvuldig verloopt? Worden inwoners betrokken bij de ontwikkeling van natuur- en rampenplannen in het Grens- en Zandmaasgebied? Hoe vaak worden er inspraakmomenten georganiseerd en wat doen de betrokken overheden met de suggesties van inwoners?

De communicatie is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat Maaswerken, de opdrachtnemers en de bevoegde gezagen. Hierbij worden verschillende middelen ingezet om inwoners te informeren zoals informatieavonden, nieuwsbrieven en internet. Daar waar sprake is van plannen en/of vergunningen gelden de gebruikelijke inspraakmogelijkheden.

22

Kunt u al meer informatie geven over de uitkomsten van de Vlaamse haalbaarheidstudie over de «resterende flessenhalzen» in de Maas en van de Nederlandse studie naar gevolgen van de optimalisaties? Wat betekenen de uitkomsten van deze studies concreet voor de Grensmaas- en Zandmaasprojecten?

De voorlopige uitkomsten van de Vlaamse haalbaarheidstudie over de «resterende flessenhalzen» in de Maas doen verwachten dat er enkele locaties zijn waar op relatief korte termijn maatregelen genomen kunnen worden ter verhoging van de Vlaamse en Nederlandse veiligheid. Eveneens zijn er voorlopige uitkomsten van de Nederlandse studie naar de gevolgen van de optimalisaties (Consortium Grensmaas). Met name de locatie Urmond vraagt om verdere ontwerpoptimalisaties. Dit laatste gebeurt uiteraard in afstemming met Vlaanderen ten einde het Vlaamse voorbehoud ten aanzien van de door Nederland goedgekeurde wijzigingen op het Grensmaasplan van het Consortium Grensmaas weg te nemen. De eindresultaten van beide onderzoeken en het afstemmen op welke locaties ingezet wordt, worden in september/oktober 2012 verwacht.

23

Wanneer zijn de gevolgen in kaart gebracht die mogelijk optreden bij de door het Consortium Grensmaas gewenste optimalisaties bij de Vlaamse Boertienlocaties?

Het gaat om de gevolgen die de optimalisaties hebben voor het Vlaamse deel van de Gemeenschappelijke Maas. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 22.

24

Om welke afzonderlijke aanpassingen van het programma van eisen gaat het precies bij de verplichtingen van € 34,2 miljoen die uit de Uitvoeringsovereenkomst met Consortium Grensmaas voortvloeien? Welke afzonderlijke bedragen zijn hiermee gemoeid? Wanneer zijn deze aanpassingen in het Programma van Eisen, waarvoor de staat € 34,2 miljoen moet betalen, duidelijk geworden en waarom zijn deze niet eerder als tegenvaller gemeld?

Het gaat hier bijvoorbeeld om de aanpassingen van het ontwerp van de locatie Itteren (€ 12,5 mln.), het aanleggen van kades t.b.v de realisatie van de hoogwaterdoelstelling in 2017 (€ 10 mln.), de gevolgen van de aanleg van drempels en drainage (€ 3 mln.)

Vanaf de 16e Voortgangsrapportage heb ik aan u gemeld dat er op basis van artikel 15.3 uit de Uitvoeringsovereenkomst uit 2005, het Consortium Grensmaas notificaties in het project heeft gemeld. De Convenantpartners zijn vervolgens in overleg gegaan over de ontvankelijkheid van deze tegenvallers en hebben gekeken naar de oorzaken van de genoemde notificaties.

Aanvankelijk sloten partijen niet uit dat de door het Consortium Grensmaas gemelde tegenvallers zich gaandeweg de uitvoering van het project (deels) zouden kunnen oplossen. In de loop van 2011 werd echter duidelijk dat dit helaas niet het geval was en is de problematiek afgewikkeld en meegenomen in de afspraken die eind 2011 met het Consortium Grensmaas zijn gemaakt.

25

Hoe verhouden de verplichtingen van de Staat aan Consortium Grensmaas zich tot het tot nu toe gehanteerde algemene uitgangspunt dat het CG het project voor eigen rekening en risico realiseert en dat financiële compensatie niet aan de orde is omdat het uitgangsprincipe «zelfrealisatie» is?

Er is niet afgeweken van het principe van zelfrealisatie omdat de verplichtingen van de Staat richting het Consortium Grensmaas direct voortvloeien uit de in juli 2005 gesloten overeenkomst. De uit de overeenkomst van december 2011 voortvloeiende betalingsverplichting betreft een compensatie voor onvolkomenheden in het programma van eisen bij de overeenkomst van juli 2005. Dat programma van eisen is door de Overheid opgesteld. In de overeenkomst van juli 2005 is ook uitdrukkelijk bepaald dat de Overheid verantwoordelijk is voor het programma van eisen. De overheid is daarmee verantwoordelijk voor de nadelige gevolgen die voortvloeien uit onvolkomenheden in het programma van eisen. Compensatie daarvoor tast het beginsel van zelfrealisatie niet aan.

26

Waarom hebt u deze forse en niet meer te vermijden tegenvaller niet opgenomen in het financiële overzicht van de Grensmaas ultimo 2011, bijvoorbeeld in tabel 13 over risico's en impact?

De wijzigingen bij het deelproject Grensmaas als gevolg van de in 2011 gesloten overeenkomsten met Consortium Grensmaas worden in 2012 in de Rijksbegroting verwerkt. Dit vindt plaats nadat deze verplichting een juridisch bindend karakter heeft gekregen door het tekenen van de overeenkomsten door alle partijen.

In de volgende voortgangsrapportage wordt de mutatie zichtbaar in de overzichten van budgetten, prognose eindstand, kasritme, uitgaven en verplichtingen.

27

Waarom merkt de accountantsdienst het niet opnemen van deze tegenvaller van € 34,2 miljoen niet aan als een onvolledigheid in de financiële verslaglegging?

De departementale Auditdienst (sinds 1 mei 2012 Auditdienst Rijk) heeft vastgesteld dat de nadere overeenkomst met het Consortium Grensmaas, waarin de € 34,2 miljoen is geregeld, eerst in januari 2012 door alle partijen is ondertekend. De verplichting van € 34,2 miljoen is daarom niet in 2011 in de financiële administratie en de financiële verantwoording opgenomen maar zal in 2012 daarin worden verwerkt. De peildatum van de 21e voortgangsrapportage is 31 december 2011. Bovendien heeft de departementale Auditdienst vastgesteld dat in paragraaf 2 onderdeel «Zand- en Grindmarkt» van de 21e voortgangsrapportage het bedrag van € 34,2 miljoen is vermeld en dat in paragraaf 5.4 van de voortgangsrapportage het volgende is vermeld: «De wijzigingen bij Grensmaas als gevolg van de gesloten overeenkomsten met Consortium Grensmaas, worden in 2012 in de Rijksbegroting verwerkt. Dit zal in de volgende voortgangsrapportage zichtbaar zijn in de overzichten van budgetten, prognose eindstand, kasritme, uitgaven en verplichtingen.» De Auditdienst is op grond van vorengenoemde feiten van oordeel dat er geen sprake is van een onvolledigheid in de financiële verslaglegging.

28

Hoe wordt deze tegenvaller van € 34,2 miljoen voor het Consortium Grensmaas gedekt?

Deze verplichting is gedekt binnen de begroting van I&M.

29

Waarom biedt u het Consortium Grensmaas de mogelijkheid om € 40 miljoen te lenen van de Staat? Tegen welk onderpand? In hoeverre gaat hier precedentwerking van uit?

Met de leningovereenkomst is een mogelijkheid voor het Consortium Grensmaas gecreëerd om in de toekomst, indien het nodig mocht blijken, te lenen bij de Staat. Het is thans nog niet gezegd dat Consortium Grensmaas ook daadwerkelijk gebruik zal maken van de mogelijkheid om geld te lenen.

Mocht het Consortium Grensmaas gebruik maken van deze faciliteit dan gebeurt dat onder marktconforme voorwaarden en op voorwaarde dat de bezittingen van Consortium Grensmaas aan de Staat worden verhypothekeerd danwel in onderpand worden gegeven. Gezien het unieke karakter van dit omvangrijke Grensmaasproject is het risico van precedentwerking afwezig dan wel uiterst beperkt.

Naar boven