6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33400-XVI-42; 33400-VIII-113; 32043-156; 32824-17; 33566-2; 33566-8; 28844-72; 29477-232; 33054-13; 21501-20-768; 21501-20-774.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid van Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen. Het gaat om de volgende moties: de motie-Keijzer/Voordewind (31839, nr. 277) en de motie-Keijzer (31015, nr. 88).

Ook stel ik voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de aangehouden motie-Van Gerven (31389, nr. 121) en de aangehouden motie-Schouw (33293, nr. 12).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO grondstoffen en afval, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 29 mei, met als eerste spreker mevrouw Agnes Mulder van het CDA;

  • - het VAO preventiebeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 mei, met als eerste spreker mevrouw Pia Dijkstra van D66.

Op verzoek van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu stel ik voor, de behandeling van de wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter uitvoering van een verordening betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (33490) van de agenda af te voeren.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. We hebben de brief gelezen en stemmen met gezonde tegenzin in met het afvoeren van de lijst. Wel willen we benadrukken dat die wet voor 1 september in werking moet treden. Wij zullen tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken een voorstel doen om een notaoverleg in te plannen.

Wij moeten ervan uit kunnen gaan en wij mogen dat ook van het kabinet verwachten dat, als de schriftelijke behandeling van een wetsvoorstel is afgerond, de plenaire afronding hier kan plaatsvinden. Wij vinden het jammer dat dat nu niet het geval is.

De voorzitter:

Dank voor deze opmerkingen. Ik kan u al aangeven dat het waarschijnlijk lukt om het volgende week plenair in te plannen.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ook wij stemmen met enige spijt in met het afvoeren van de lijst. Ik kijk uit naar de behandeling volgende week.

De heer Graus (PVV):

Er is al een meerderheid, maar ook namens het CDA en de PVV stemmen wij in met het afvoeren.

De voorzitter:

We voeren het niet af. Het gaat nu van de agenda af …

De heer Graus (PVV):

Dat bedoel ik.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil voor de Handelingen nog opgemerkt hebben dat ik het een vreemde gang van zaken vind dat het gisteren via u aan ons werd voorgelegd. We hebben nu een brief gekregen. De staatssecretaris vraagt aan de Kamer of zij het goed vindt dat het wordt afgevoerd. Nou ja, op zichzelf: vooruit dan maar. Maar we zullen hierover nog wel een hartig woordje met elkaar spreken.

De heer Smaling (SP):

De SP is welwillend geweest, maar dit moet niet te vaak voorkomen. Het dreigt ook mijn maidenspeech te blokkeren.

De voorzitter:

Dat is toch geen dreigement? Daar gaan we volgende week met veel enthousiasme naar luisteren.

De heer Smaling (SP):

Ik had vanmorgen net de laatste zin af, en toen kwam dit bericht door. Ik hoop dat het er nog van komt.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over het bericht over 2.000 onnodige ziekenhuisdoden van de agenda van hedenavond af te voeren, maar ook van de lijst van dertigledendebatten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan Tony van Dijck van de PVV.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Gisteren kregen we uit Brussel de landenspecifieke aanbevelingen, waaruit bleek dat we voor volgend jaar maar liefst 6 miljard extra moeten bezuinigen. Ook werden er aanbevelingen gedaan die strijdig zijn met de gesloten akkoorden, zoals het woonakkoord en het sociaal akkoord. Zo werd bijvoorbeeld voorgesteld om de hypotheekrenteaftrek versneld af te schaffen, om de huren te verhogen en om het ontslagrecht versneld te versoberen. Wat betekent dit? De PVV wil snel een debat over deze aanbevelingen en over wat dit betekent voor de begroting en voor de voorgenomen maatregelen. Dit mag wat ons betreft niet boven de markt blijven hangen.

De voorzitter:

Een debat met de minister-president en met de minister van Financiën, of alleen met de minister-president?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, en met de minister van Financiën.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor een debat met de minister-president en de minister van Financiën over de aanbevelingen van de Europese Commissie. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Vanuit de SP-fractie steun voor dit verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. U herinnert zich vast dat wij dinsdag nog geprobeerd hebben om naar aanleiding van verwachtingen van de minister van Financiën een debat aan te vragen. Wij steunen ook dit verzoek.

De heer Koolmees (D66):

Ook D66 steunt het verzoek van de heer Van Dijck.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Zeker steun voor dit verzoek!

Mevrouw Hamer (PvdA):

Geen steun voor dit verzoek. Ik heb begrepen dat een algemeen overleg is gepland en dat al een EU-debat is gepland, waarin ook een kabinetsreactie zal worden gegeven. Het lijkt ons volstrekt overbodig.

De heer Harbers (VVD):

Het is belangrijk om over dit onderwerp te spreken, maar niet in de vorm van het door de heer Van Dijck aangevraagde debat. Het is goed gebruik dat we kijken wat het kabinet hiermee doet. Er komen ook nog CPB-cijfers aan en er zijn ten minste drie gelegenheden al ingepland, waarop wij hierover spreken. Dat zijn het debat over de Voorjaarsnota, het debat over de komende Eurotop en uiteindelijk de debatten naar aanleiding van Prinsjesdag. We komen er dus uitvoerig op terug, maar geen steun voor het verzoek van de heer Van Dijck.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek. Er was gisteren in het voorstel vanuit Brussel aanleiding voor verschillende leden van het kabinet om ook publiekelijk te reageren. Het lijkt me dus heel zinvol om hier ook publiekelijk over specifiek deze kwestie een debat te voeren.

De heer Bisschop (SGP):

Natuurlijk zijn allerlei debatten reeds gepland en hebben wij nog allerlei debatten over Europa in het vooruitzicht, maar dit zijn toch ontwikkelingen die om een debat op heel korte termijn vragen. We kunnen ons er niet achter verschuilen dat in de toekomst nog wat debatten gepland staan. Van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik vind het onbegrijpelijk. Het is al voor de zoveelste keer dat de coalitiepartijen de snor drukken en proberen weg te vluchten, maar dit gaat over een boodschap van Brussel aan Nederland om voor volgend jaar meer dan 6 miljard te bezuinigen. Een schrikreactie daarover gaat door de hele samenleving, onzekerheid troef, consumentenvertrouwen is er niet meer en de hele economie ligt plat door dit soort onzekerheden. En de coalitiepartijen zeggen gewoon dat het geen prioriteit heeft en dat er nog een AO'tje aankomt, aldus mevrouw Hamer. Een grotere beslissing dan 6 miljard en meer bezuinigen in 2014 bestaat niet. Ik vind het onbestaanbaar dat de coalitiepartijen proberen te vluchten voor deze werkelijkheid, daarmee de hele samenleving in onzekerheid achterlatend.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik deel die grote verbazing, temeer omdat de regering tot op de dag van vandaag in het midden laat of de bezuinigingen die wellicht nodig zouden zijn van tafel zijn. Ook is niet duidelijk wat de consequenties van deze uitspraak van de Europese Commissie zijn, ook voor afspraken met de samenleving, zoals het sociaal akkoord. Nu is afgelopen dinsdag afgesproken dat er een brief naar de Kamer zou komen naar aanleiding van de uitlatingen van de minister van Financiën. Kan in die brief ook de vraag worden meegenomen of deze aanbeveling consequenties zal hebben voor de begroting 2014, de eerder ingenomen stellingname dat bezuinigingen van tafel zijn en voor de akkoorden die gesloten zijn?

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben de minister van Financiën afstand zien doen van de 2,8% die door de heer Rehn is voorgesteld. Minister Asscher van Sociale Zaken zegt dat het sociaal akkoord staat als een huis. Ik vind het dan ook geëigend om daarover in de Kamer te spreken. Dat hebben we in het verleden ook snel over de sociale akkoorden gedaan. Dat moet gewoon. Ik vraag aan u, voorzitter, om te kijken of u dit debat dat helaas geen meerderheidsdebat zal zijn, wel wat sneller kunt plannen.

De heer Koolmees (D66):

Het gebeurt niet vaak, maar ik ben het volmondig met de heer Van Dijck eens. Ik sluit me ook aan bij het verzoek van de heer Van Hijum over de aanvullende brief. Ik had er graag snel over gedebatteerd, maar wij zullen het waarschijnlijk opnieuw wegen als de brief er is.

De heer Bisschop (SGP):

Ik doe toch nog een klemmend beroep op beide regeringsfracties. Naar aanleiding van het sociaal akkoord is er gezegd dat we in het najaar bekijken of de bezuinigingen die we toen verwachtten werkelijk geëffectueerd moeten worden. Wij konden dat toen billijken. In de tussentijd heeft zich van alles en nog wat voorgedaan, met als bom de claim om in Nederland 6 miljard meer te bezuinigen. Op dit moment is daarmee het fundament om de discussie vooruit te schuiven en het argument om die pas in het najaar te houden, eronderuit gevallen. Het kan toch niet zo zijn dat wij als Tweede Kamer hier niet over debatteren? De omstandigheden zijn zodanig dat wij wel moeten! Dus nogmaals een klemmend beroep op de regeringsfracties: please, gun de Kamer dit debat zodat de Kamer richtinggevende uitspraken kan doen voor de bezuinigingen en de mate waarin bezuinigd moet worden!

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Aan deze woorden heb ik niet heel veel meer toe te voegen, behalve nog een vraag die in het verlengde van de vraag van mevrouw Leijten ligt: kan in de brief die dan wel komt, aangegeven worden of het kabinet inzet op de 2,8% zoals geëist door Brussel, of op de 3% waar de minister van Financiën op hintte? Daar moet wel duidelijkheid over zijn. Kan die vraag in de brief beantwoord worden?

De voorzitter:

U moet mij even helpen. Ik dacht dat die brief voor dinsdag twaalf uur was gevraagd, maar dat weet ik niet zeker. U ook niet, merk ik.

De heer Van Hijum (CDA):

In alle eerlijkheid: ik ook niet. Ik vind het wel een gezond uitgangspunt.

De voorzitter:

Ik heb een smeekbede van de heer Bisschop gehoord: hij zei "please!". Dat hoort volgens mij niet in het Nederlands parlement. Is er behoefte bij de coalitiepartijen om daarop te reageren? Die is er niet.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nogmaals, ik blijf het schandalig vinden dat de coalitiepartijen hier niet over willen spreken. Iets belangrijkers dan dit hebben we nog niet bij de hand gehad. Ik zag net op RTL dat minister Dijsselbloem de oppositiepartijen oproept om te gaan overleggen over bezuinigingen, maar hij wil daar blijkbaar in dit huis niet eerst over debatteren. Dat is voor ons onbestaanbaar. Ik vraag dan ook om volgende week een dertigledendebat in te plannen en om voor twaalf uur een brief te krijgen. Dan doen we het maar met een minuutje minder. Maar dat hier snel over gesproken moet worden, is zelfs de voorzitter met mij eens, zie ik.

De voorzitter:

U meent dat in mij te zien. Ik probeer neutraal te zijn en er ook neutraal uit te zien. Ik heb wel een dringend beroep gehoord. Het gedeelte van het stenogram over de brief zal ik met de aanvullingen daarop doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal mijn uiterste best doen om het dertigledendebat zo snel mogelijk in te plannen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Voor het debat geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Klever.

Mevrouw Klever (PVV):

De burger maakt zich grote zorgen over zijn energierekening naar aanleiding van de uitgelekte plannen van het SER-akkoord. Naast bezuinigingen en miljarden aan belastingverhogingen van dit kabinet krijgt de burger nu ook nog de rekening gepresenteerd van een miljardenverslindende vergroeningsoperatie. Wij moesten vanochtend in De Telegraaf lezen dat burgers jaarlijks honderden euro's moeten ophoesten om deze gekte te betalen! Geld dat de burger in veel gevallen dankzij dit afbraakbeleid niet eens meer heeft. Ik wil dat het uitgelekte conceptrapport vandaag nog naar de Kamer wordt gestuurd en ik wil hierover graag op korte termijn een debat met de minister van Economische Zaken.

De voorzitter:

Verzoek voor steun om een debat te houden en een rapport naar de Kamer te sturen. Mevrouw Klever, niemand meldt zich bij de microfoon.

De heer Smaling (SP):

Wij willen het verzoek voor dit debat wel steunen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het lijkt mij goed dat het uitgelekte rapport naar de Kamer komt. Wij willen over dat akkoord zeker met het kabinet spreken, maar vanuit een andere invalshoek dan die van de PVV. Wij hebben ook onze kritiek. Maar of dat in een debat moet of dat het sneller in een AO te realiseren is, weet ik niet. Ik steun zeker het verzoek om de stukken naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ook wij zouden graag eerst het rapport willen zien. Ik denk echter dat het goed zou zijn om dat rapport in een algemeen overleg te bespreken, omdat we dan wat meer spreektijd hebben. Gelet op de agenda, lijkt me dat raadzaam.

De heer Leegte (VVD):

Het rapport is van de SER en niet van de regering, dus dat kunnen wij moeilijk vragen. Bovendien hebben wij vanochtend een algemeen overleg gehad waarin de regering heeft gezegd dat er zo snel als mogelijk een reactie op het rapport komt. Deze vraag lijkt mij dan ook voorbarig en daarom geef ik geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Koolmees (D66):

Ik heb ook van collega Van Veldhoven begrepen dat hierover vanmorgen is gesproken, zoals de heer Leegte al aangaf, en dat er over twee weken weer een algemeen overleg gepland staat over de Energiewende waarbij dit betrokken zou kunnen worden. Daarom geen steun voor een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat geldt, naar ik vrees, ook voor de GroenLinks-fractie. We willen heel graag straks met het kabinet debatteren over de reactie van het kabinet op het SER-rapport. We willen dat afwachten.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

De PvdA-fractie sluit zich aan bij de sprekers van de fracties van D66 en de VVD en geeft geen steun aan het verzoek om een debat nu. We wachten op de reactie van de regering.

De heer Klein (50PLUS):

We hebben hierover vanmorgen in het algemeen overleg al uitgebreid gesproken. We wachten het dus even af en sluiten ons aan bij de laatste sprekers: geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Ik constateer dat mevrouw Klever voldoende steun heeft voor het houden van een dertigledendebat.

Mevrouw Klever (PVV):

Dan zet ik mijn verzoek voor een debat om in een verzoek voor een dertigledendebat. Het is jammer dat de coalitiepartijen er nu niet over willen praten, want elke krant bericht erover en de burger maakt zich grote zorgen over de honderden euro's die hij extra moet gaan betalen.

De voorzitter:

Ik wil met alle liefde het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet, maar volgens mij is het geen rapport van het kabinet. Ik ga het wel doorgeleiden, maar ik verwacht een kort briefje terug. Er gelden drie minuten spreektijd bij het debat.

Ik geef het woord aan de heer Segers van de fractie van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Vanochtend is in Nieuwspoort een rapport gepresenteerd over kinderhandel in Nederland. Het is een rapport van UNICEF, Defence for Children en ECPAT. Het betreft een langdurig onderzoek en de resultaten zijn schokkend. Het gaat over de stijging van het aantal slachtoffers, onvoldoende zicht op de omvang van het probleem, slechte opvang, geen bescherming van minderjarigen, zeker niet in de asielprocedure, en er zou meer moeten worden gedaan aan preventie en bestrijding van kinderhandel. Ik krijg graag een reactie van zowel de minister als de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, omdat het ook de asielprocedure betreft. Ook hoor ik graag op welke manier zij de aanbevelingen van het rapport gaan opvolgen. Tot slot wil ik ook hierover graag een debat voeren.

De voorzitter:

Het gaat dus om twee verzoeken: het verzoek om een reactie op het rapport en een verzoek om steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik steun in ieder geval het verzoek om een brief van harte. Ook steun ik het verzoek om een debat, maar ik vrees dat de realiteit gebiedt dat dit debat dan niet meer voor het zomerreces zal plaatsvinden. Wij hebben op 13 juni een algemeen overleg mensenhandel waaraan dit onderwerp mooi gekoppeld zou kunnen worden. We kunnen daarvoor dan misschien wat meer tijd uittrekken, maar dat doen we dan wel via de procedurevergadering. Ik denk dat we er dan sneller over kunnen praten. Ik heb hierover eerder schriftelijke vragen gesteld. Ik wil de minister vragen om deze voor 13 juni te beantwoorden.

De voorzitter:

Ik hoor dat mevrouw Berndsen wel steun geeft aan het debat, maar dat zij wil proberen dit onderwerp op een andere manier eerder te bespreken.

Mevrouw Kooiman (SP):

Wij steunen het verzoek om een brief. Ik zou dit willen bespreken tijdens het algemeen overleg mensenhandel, dus het verzoek om een debat steun ik niet. Wel steun ik het verzoek van mevrouw Berndsen om te kijken of de spreektijden verruimd kunnen worden aangezien dit een heel belangrijk onderwerp is.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De CDA-fractie sluit zich daarbij aan. Wij zien graag bespreking in het algemeen overleg, met een brief en met ruime spreektijden. Dat doen we dan in de commissievergadering.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Het gaat hier zeker niet alleen om mensenhandel. De GroenLinks-fractie steunt het verzoek van de ChristenUnie om een apart debat.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

De PvdA-fractie sluit zich aan bij de fracties van D66 en de SP. We ontvangen eerst graag een brief en vervolgens, vanwege het onderwerp en de snelheid, agendering bij het algemeen overleg van 13 juni.

De heer Bisschop (SGP):

Ik steun het verzoek om een brief en ook het verzoek om een debat. Als het AO echter eerder kan plaatsvinden en het kan gecombineerd worden, dan hebben we daar op zich geen bezwaar tegen.

De voorzitter:

Maar vooralsnog steunt u dus het verzoek om een debat?

De heer Bisschop (SGP):

Ja.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik heb de reactie van de minister gezien toen hij het rapport in ontvangst nam. Er komt een bericht naar de Kamer en hij gaat hier wat aan doen. Ik steun om die reden het verzoek om de brief. Het verzoek om een debat steun ik niet, maar in de procedurevergadering zullen we het verzoek om een AO steunen. Dat is namelijk de meest efficiënte manier om dit zo snel mogelijk te behandelen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor de brief en het debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor beide.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het is helder dat er in ieder geval steun is voor de brief en voor het verzoek om hierover te spreken. Dat zou wellicht tijdens het AO kunnen, maar dan moet ook staatssecretaris Teeven zich daarbij aansluiten. Hij staat nog niet op de uitnodigingslijst. We moeten het dus echt verbreden. Ook hebben we meer tijd nodig. Dit is namelijk geen rapport dat we tussen de bedrijven door wel even kunnen behandelen. Hier moeten we voldoende aandacht aan schenken. Dat is wat mij betreft echt een voorwaarde om het op 13 juni te kunnen bespreken.

De voorzitter:

Ik zie veel mensen die net bij de microfoon stonden instemmend knikken. Dit is iets wat u verder via de procedurevergadering kunt regelen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet voor een reactie op de brief. Ik begrijp dat u niet om een dertigledendebat vraagt.

De heer Segers (ChristenUnie):

Nee. 13 juni is waarschijnlijk eerder dan het dertigledendebat dat u op de agenda kunt plaatsen.

De voorzitter:

Waarschijnlijk wel, ja. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Toorenburg van het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij doen dit verzoek mede namens de SP, de PVV, de ChristenUnie, GroenLinks en D66. Het is het verzoek om een brief te mogen ontvangen over een vanochtend verschenen rapport. Dat is de second opinion bij het Masterplan DJI, het "disasterplan" over het gevangeniswezen. De second opinion is opgesteld op verzoek van acht betrokken burgemeesters. Wij zouden daar graag een nadere duiding en een reactie op ontvangen. Ons verzoek daarbij is om deze reactie te kunnen ontvangen voordat wij het debat over het Masterplan Gevangeniswezen voeren, liefst een dag van tevoren.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik weet dat dit verzoek mede namens de SP is gedaan. Ik heb echter een aanvullend verzoek. We krijgen namelijk keer op keer kritiek, van rechters, de Raad voor Strafrechttoepassing, het personeel zelf en nu ook weer van de gemeenten. Ik heb behoefte aan meer spreektijd. Ik wil daarom voorstellen om in het debat tien minuten spreektijd toe te kennen. Dit is weliswaar geen wetsvoorstel, maar het heeft wel dezelfde impact. Ik vind dat we hier grondig over moeten spreken. Er is ontzettend veel kritiek en de impact is behoorlijk. Vandaar dit aanvullende verzoek.

De heer Schouw (D66):

Ik ben het eens met beide collega's. Daarop heb ik nog een aanvullend verzoek, namelijk om dat debat niet volgende week te plannen maar op zijn vroegst in de week daarna.

De heer Van der Steur (VVD):

Het is voor mij niet helemaal helder waar ik nu allemaal op moet reageren, maar ik begin bij het verzoek van mevrouw Van Toorenburg. Ik steun het verzoek om de brief. Het is goed om die reactie te hebben. Als dat agendatechnisch mogelijk is, zou het ook voor ons goed zijn dat de spreektijd iets verruimd wordt. Ik weet niet of die tien minuten zou moeten bedragen, maar in ieder geval vraag ik om wat ruimere spreektijden. Het is namelijk een belangrijk onderwerp, dat zo snel mogelijk in deze Kamer behandeld moet worden.

De heer Marcouch (PvdA):

Ook wij steunen de brief en ook wij ontvangen die graag voorafgaand aan het debat. Ook steunen wij de verruiming van de spreektijden indien mogelijk.

De voorzitter:

Het is geen kleine verruiming van de spreektijden. Nu staan er zes minuten en u gaat naar tien minuten. Ik geef het u maar even mee, zodat het tot u kan doordringen.

De heer Bisschop (SGP):

Wij doen ons best om dat volledig tot ons te laten doordringen. Wij voegen ons bij de opmerking van de heer Marcouch.

De heer Segers (ChristenUnie):

Graag zien wij ruimere spreektijden en meer tijd voor de voorbereiding. Het debat voeren wij liever niet volgende week, maar in de week daarna.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u hebt ruime steun voor de brief waarom u gevraagd hebt. We zijn nu aan het kijken wanneer we het debat zullen plannen. Ik laat u zo snel mogelijk weten hoe we dit gaan doen. Die planning is ook van belang voor de brief. Ik ga mijn best doen om een spreektijd van tien minuten in te plannen, maar u realiseert zich allemaal dat tijdens een debat geen ander debat kan plaatsvinden en dat we richting het zomerreces gaan. Ik heb echter gehoord dat er een brede behoefte is om hierover te praten. Ik realiseer mij ook dat dit een ingrijpend voorstel is. Ik ga dus mijn uiterste best doen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik zou u graag nog een punt in overweging willen geven. Wij hebben begrepen dat het hele veld volgende week, waarschijnlijk woensdag, met een alternatief voor dit plan komt. Wij zouden het heel belangrijk vinden als we dat alternatieve plan zouden kunnen meenemen. Het is dus heel belangrijk om dat nog even mee te geven.

De heer Van der Steur (VVD):

Toen ik dat hoorde van mevrouw Van Toorenburg, heb ik snel gebeld. De indruk bestaat dat dat plan er maandag is. Dat zou op zich dus geen beletsel zijn voor een behandeling volgende week. Het is wel kort dag voor de voorbereiding, maar dat lijkt mij op zich geen probleem voor ons. Ik doe overigens nog een suggestie: er staat nu een spreektijd van zes minuten; als tien minuten te veel is, kunnen we misschien op acht minuten uitkomen.

De heer Schouw (D66):

Nu trekt de heer Van der Steur weer een conclusie die hij volgens mij niet kan trekken op basis van de inbreng van een meerderheid. De meerderheid heeft volgens mij gezegd dat het debat niet volgende week moet plaatsvinden, ook gelet op het logistieke feit dat de staatssecretaris er volgens mij woensdag en donderdag niet is. Dat betekent dat we het debat ten minste de week daarna moeten voeren.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ja, en bovendien heeft mevrouw Van Toorenburg wel degelijk gelijk, want het veld kan helemaal niet de garantie geven dat het maandag hiermee zal komen. Het veld zegt: dinsdag, hooguit woensdag. Ik wil het veld daar de gelegenheid voor geven en ik wil daar ook goed naar kunnen kijken en het goed kunnen bestuderen. Uitstel lijkt mij dus wenselijk.

De heer Marcouch (PvdA):

Er worden inderdaad allerlei conclusies getrokken. Om allerlei misverstanden te voorkomen: onze steun betrof in ieder geval de brief voor het debat en de verruiming van de spreektijd.

De voorzitter:

En dus niet voor het verplaatsen van het debat.

De heer Marcouch (PvdA):

Daar is nog niet over gesproken. Dat verzoek is ook niet gedaan en daar hebben we ook geen steun aan verleend.

De voorzitter:

Dat klopt. Mijn conclusie op basis van wat ik hier gehoord heb, is dat ik mijn uiterste best zal doen om met iedereen rekening te houden en dat er aan het eind van vandaag een voorstel naar de Kamer komt. Ik zal dit gedeelte van het stenogram natuurlijk doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Schouten.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. De examens zijn bijna afgerond. Zelfs de vwo-scholieren met Frans zijn daar nu mee bezig. Dat is nog een klein beetje goed gekomen. Scholieren moeten nu keuzes gaan maken die heel bepalend zijn voor hun toekomst. De plannen voor het sociaal leenstelsel spelen daarbij een zeer grote rol. Er verschijnen berichten in de media dat in de kabinetsplannen die nu bij de Raad van State voorliggen ter advisering, mogelijk sprake is van uitstel van het sociaal leenstelsel met een jaar en dat voorlopig alleen gekeken gaat worden naar invoering van het sociaal leenstelsel in de masterfase. Dat heeft nogal wat consequenties voor de keuzes en de afwegingen die deze scholieren straks moeten maken. Laat duidelijk zijn: wat ons betreft, moeten de plannen voor het sociaal leenstelsel helemaal niet doorgaan, maar wij vinden het nog belangrijker dat de scholieren er recht op hebben om te weten waar zij straks aan toe zijn. Die keuzes moeten zij nu heel snel gaan maken. Als het wetsvoorstel er ligt, is het mogelijk te laat. Daarom wil ik graag een brief van de minister met de bevestiging of er nu inderdaad gekeken wordt naar een jaar uitstel en alleen invoering in de masterfase. Daar wil ik een debat aan koppelen. Dit verzoek doe ik mede namens mijn collega van de SP.

De voorzitter:

Twee verzoeken: een verzoek om een brief en een verzoek om een debat.

De heer Beertema (PVV):

Mevrouw Schouten verwoordt heel treffend de onrust die ontstaat en zal ontstaan; dus steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

Steun voor beide verzoeken.

De heer Mohandis (PvdA):

Geen steun voor het debat. Er is toegezegd dat er heel snel – in ieder geval deze maand – een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau zal verschijnen over de effecten van het leenstelsel. Ik stel voor om in de begeleidende brief iets meer te vertellen over het proces. We hebben nu geen behoefte aan een debat.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat, wel steun voor de brief.

De heer Bisschop (SGP):

Ik steun het verzoek om een brief. Ik wil die brief los zien van het toegezegde rapport omdat er veel onrust is over de wijze waarop de procedure verder loopt. Een brief met een helder overzicht van de stand van zaken op dit ogenblik kan helpen. Afhankelijk daarvan kan al dan niet een debat worden ingepland.

De voorzitter:

Steun voor de brief, geen steun voor het debat op dit moment.

De heer Klein (50PLUS):

Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de heer Bisschop.

De voorzitter:

Ook u steunt dus het verzoek om een brief, maar u steunt niet het verzoek voor een debat op dit moment.

De heer Rog (CDA):

Wij spraken er gisteren al over dat dat leenstelsel als een zwaard van Damocles boven de toekomstige generatie studenten hangt. Op dit moment stromen in schakelklassen geen scholieren in die nu in de eindexamenklassen zitten. Het is van groot belang dat er snel helderheid komt. De CDA-fractie steunt dit verzoek daarom van harte.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het lijkt mij goed dat de minister in een brief snel opheldering geeft. Ik steun daarom beide verzoeken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek om een brief. Ik krijg graag duidelijkheid, niet alleen over alles wat in het Nederlands Dagblad maar ook over wat bijvoorbeeld in het AD heeft gestaan. Een debat over het leenstelsel in de komende maand lijkt mij heel belangrijk. Ik voer dat debat wel graag na ommekomst van de rapporten die ons zijn toegezegd in een eerder overleg. Ik steun dus het verzoek om een debat, maar wel nadat het rapport van het SCP binnen is.

De heer Koolmees (D66):

De fractie van D66 steunt het verzoek om een brief. Als de rapporten van het SCP binnen zijn, dan volgt daarover ongetwijfeld een debat. Ik geef daarom geen steun voor een debat op dit moment.

De heer Duisenberg (VVD):

Mijn fractie geeft geen steun aan een debat, maar wel aan een procesbrief zoals de heren Mohandis en Bisschop hebben uiteengezet.

De voorzitter:

Mevrouw Schouten, u krijgt brede steun voor uw verzoek om een brief.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik vind het ongelooflijk dat studenten nog steeds de speelbal zijn van allerlei discussies in het parlement. Het is goed dat er een brief komt. Ik wil expliciet duidelijkheid hebben over welk plan er nu bij de Raad van State ligt. Ik wil die brief ook heel snel hebben, graag uiterlijk aanstaande dinsdag. Als de rapporten van het SCP komen, wil ik graag een breder debat voeren over het sociaal leenstelsel. In elk geval wil ik nu snel een brief ontvangen waarin het kabinet klip-en-klaar aangeeft welk plan bij de Raad van State ligt.

De voorzitter:

Wilt u die brief voor de regeling van werkzaamheden van aanstaande dinsdag ontvangen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ja, die wil ik zeker voor de regeling ontvangen.

De voorzitter:

Dan zal ik dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven