7 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Wolbert, en tot haar ondervoorzitter het lid Tellegen.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden moties-Bashir (32707, nrs. 19 en 20 en 33400-XII, nr. 24) en de aangehouden motie-Voordewind (29344, nr. 94).

Op verzoek van de PvdD stel ik voor, de moties 32372, nr. 78 en 28973, nr. 78 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33000-VI, nr. 84; 21501-20, nr. 622; 21501-32, nr. 578; 26643, nr. 234 en 33410, nr. 8.

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda het VAO Klimaat naar aanleiding van het AO gehouden op 29 november, met als eerste spreker het lid Van Gerven van de SP.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Helder van de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet over het bericht maar naar aanleiding van het bericht "Honderden tbs'ers kunnen vrijkomen". Ik zeg met nadruk "naar aanleiding van" omdat de kern van het debat zou moeten zijn de rol van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in ons nationale rechtssysteem.

De voorzitter:

U verzoekt dus om het houden van een debat. Wie geeft er steun aan dat verzoek?

De heer De Wit (SP):

Steun van de SP-fractie voor dit verzoek.

De heer Van der Steur (VVD):

De VVD-fractie aarzelt een beetje, want over dit onderwerp krijgen we nog een brief, waarin ook de rol van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens duidelijk naar voren komt, naar wij verwachten. Op zichzelf zijn wij er overigens best in geïnteresseerd om een debat te voeren over de rol van dat Europees Hof maar dan niet in dit kader. Dus ik zou zeggen: in dit kader geen steun maar in de toekomst in een ander kader dat gewoon losstaat van dit onderwerp, wel.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek.

De heer Schouw (D66):

Geen steun. Wij praten maandelijks in de JBZ-Raad over het Europees Hof. Dus ik kan mij voorstellen dat de PVV daar haar vragen adresseert, elke maand.

De heer Marcouch (PvdA):

Wat ons betreft ook geen steun voor een debat.

De voorzitter:

U hebt geen steun voor een debat, mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Dan wil ik het graag omzetten in een dertigledendebat, met dank overigens voor de steun van de SP. Naar aanleiding van wat de heer Van der Steur zo-even zei: zo draai je het precies om, je moet een voorbeeld hebben wil je een debat aanvragen.

De voorzitter:

We zullen het dertigledendebat aan de lange lijst toevoegen en het zal te zijner tijd worden geagendeerd. Bij dat debat geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Bontes van de PVV.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Nederland is een walhalla voor criminelen, daarmee kopte de media afgelopen weekend. De pakkans voor misdrijven is nihil. Het aantal misdaden dat daadwerkelijk wordt opgelost en waarbij de daders worden veroordeeld is slechts 1,8%. Dat zijn de conclusies uit de studie De economie van misdaad en straf. Omdat het een nieuwe studie is, wil ik hierover graag een debat aanvragen met de minister van Veiligheid en Justitie met daaraan gekoppeld de sterkteverdeling van de nationale politie.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het is altijd interessant om het te hebben over de vraag of er wel of niet voldoende capaciteit is bij de politie. Dus steun vanuit de SP-fractie voor dit verzoek.

De heer Dijkhoff (VVD):

Het was een gedegen studie die een nieuw element introduceert, namelijk het strafrisico. Dus ik zou graag eerst een brief krijgen met de reactie van de minister om zijn weging te vernemen over hoe we dit moeten zien in het licht van de eerdere feiten over de pakkans die ons al ter beschikking staan. Dan kunnen we daarna zien of een debat nodig is.

De voorzitter:

Dus nu geen steun voor een debat, maar u vraagt wel om een brief.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ja.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Hoewel wij qua toon en taal verschillen van de PVV wil ik toch dit verzoek om een debat ondersteunen, omdat dit maar weer aantoont dat de aanpak van de strafrechtketen echt aan het falen is op alle fronten. Dit is dus wel een debat waardig.

De heer Oskam (CDA):

Ook steun voor het verzoek om een debat.

De heer Marcouch (PvdA):

We hebben net de begrotingsbehandeling gehad. Dus ik vind een brief prima als reactie op die bevindingen. Dan kunnen we daarna eventueel beslissen of er een debat moet komen.

De voorzitter:

Het lijkt erop dat een meerderheid van de Kamer het verzoek om een brief steunt en dat zij van die brief haar steun voor een verzoek om een debat wil laten afhangen. U hebt op dit moment in ieder geval geen steun van een meerderheid van de Kamer voor een debat.

De heer Bontes (PVV):

Maar wel voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Ja. U zou ook kunnen wachten op de brief en dan alsnog een debat kunnen aanvragen.

De heer Bontes (PVV):

Ja, maar dan komt het nog verder op de lijst te staan. Ik zou graag toch een brief en een dertigledendebat hebben. Ik vind het een urgente kwestie. De sterkteverdeling van de politie is nu aan de orde. Dus ik wil het toch graag aan elkaar gekoppeld hebben.

De voorzitter:

Ja, dat snap ik. We zullen dit dertigledendebat toevoegen aan de lange lijst op de agenda. De spreektijd bij dat debat zal zijn drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Op 23 oktober hebben we een algemeen overleg gevoerd over winterweer op het spoor. Het begint al een beetje te sneeuwen, dus ik verzoek om het VAO nog deze week te agenderen, zodat wij wijzigingen voor de dienstregelingen kunnen meegeven, want anders wordt ons straks verteld dat we te laat zijn, omdat het dan alweer lente is.

De voorzitter:

Wilt u dan ook deze week stemmingen?

De heer Bashir (SP):

Nee, dat hoeft niet. De stemmingen kunnen gerust dinsdag worden gedaan.

De voorzitter:

Oké, we zullen ons best doen.

Wij gaan zometeen over tot de wekelijkse dinsdagse stemming. Er hebben zich drie leden gemeld die iets willen zeggen voordat wij beginnen met de stemmingen, allereerst de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Wij hebben vanmorgen een brief gekregen van de staatssecretaris over de motie-Van der Staaij c.s.( 33400-VI, nr. 66) over de DEMO-instellingen. De staatssecretaris geeft in die brief aan dat hij soepelheid wil betrachten en met de instellingen in overleg wil gaan. Daarom wil ik met de mede-indieners deze motie aanhouden. Wij gaan er daarbij vanuit dat de staatssecretaris, zoals hij heeft toegezegd, voor 1 april de Kamer hierover nader zal berichten.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Staaij stel ik voor, zijn motie (33400-VI, nr. 66) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Er is een kleine wijziging aangebracht in de motie-Oskam/Kooiman (33400-VI, nr. 36) over de sluiting van gevangenissen. In de eerste zin is gezet: volgens de regering. Dat hebben wij gedaan omdat de staatssecretaris na het indienen van de motie heeft gezegd dat ook het CDA verantwoordelijk is voor het Lenteakkoord. Daarin heeft hij gelijk, maar de bezuinigingen zijn van 34 naar 100 miljoen gegaan en daar willen wij graag afstand van nemen. Als de Kamer akkoord kan gaan met de wijziging "volgens de regering" in de eerste zin, willen wij graag dat de motie op de volgende stemmingslijst komt.

De voorzitter:

De motie staat op de stemmingslijst voor vandaag. We kunnen er dus straks gewoon over stemmen, mijnheer Oskam.

De motie-Oskam/Kooiman (33400-VI, nr. 36) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Dienst Justitiële Inrichtingen zich volgens de regering ziet geplaatst voor een bezuiniging van ruim 100 miljoen euro structureel op het gevangeniswezen;

constaterende dat hierover onrust is ontstaan;

constaterende dat de staatssecretaris heeft laten weten dat het onvermijdelijk is dat er penitentiaire inrichtingen worden gesloten;

overwegende dat het sluiten van inrichtingen grote gevolgen heeft voor de werkgelegenheid;

van mening dat het onwenselijk zou zijn als juist in gebieden met een hoge werkloosheid penitentiaire inrichtingen zouden worden gesloten;

overwegende dat de regering in de motie-Heijnen/De Pater-van der Meer (32123-VII, nr. 35) is verzocht om reorganisaties van de rijksoverheid zo veel mogelijk te laten bijdragen aan versterking van de economische structuur en werkgelegenheid in krimpgebieden;

verzoekt de regering, bij de uitwerking van de plannen af te zien van concentratie in de Randstad, en als uitgangspunt te nemen dat in iedere provincie een of meerdere penitentiaire inrichtingen gehandhaafd blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 73, was nr. 36 (33400-VI).

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil twee moties aanhouden. De eerste is de motie op stuk nr. 195 (31322). De tweede is de motie op stuk nr. 80 (26407).

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn motie (31322, nr. 195) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, wij hebben het nummer van de tweede motie die u noemde, niet genoteerd. Zojuist waren wij heel snel, maar dat had ik natuurlijk niet moeten zeggen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat ligt volledig aan mij, voorzitter. De tweede motie die ik noemde is de motie op stuk nr. 80 (26407).

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn motie (26407, nr. 80) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Aangezien het winterweer goed van start is gegaan en asielzoekers, althans in Den Haag, voor een deel nog steeds buiten moeten slapen, vraag ik een hoofdelijke stemming aan over de motie op stuk 33400-VI, nr. 57 over de opvang van Somaliërs.

De voorzitter:

Dat is genoteerd. Jammer dat wij dit vandaag nog niet elektronisch kunnen doen. Wij zullen hoofdelijk stemmen.

Naar boven