4 Visserij

Aan de orde is het VAO Visserij (AO d.d. 20/06).

De voorzitter:

Er hebben zich twee sprekers gemeld. Als eerste krijgt mevrouw Ouwehand het woord en vervolgens de heer Graus.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Wij hebben een algemeen overleg gehad over onder andere de grote fraude die lijkt plaats te vinden op zee bij de pelagische visserij. Het gaat om highgrading. Als je een beter verkoopbare soort tegenkomt, gooi je overboord wat je in je vriezer hebt liggen en vang je de beter verkoopbare vis. Dat mag niet. De staatssecretaris zegt dat zij wil optreden, maar zij heeft volgens mij onvoldoende zicht op de precieze omvang van het probleem. Ik wil graag geloven dat zij gaat optreden, maar dan is er wel iets extra's nodig.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op de pelagische visserij beperkte inspectie plaatsvindt, waardoor het niet bekend is op welke schaal er sprake is van highgrading;

overwegende dat er ten behoeve van het toekomstige handhavingsbeleid onderzoek nodig is om vast te kunnen stellen of highgrading op de Nederlandse pelagische vloot incidenteel voorkomt, of dat er sprake is van een structureel probleem;

verzoekt de regering, de omvang van highgrading op de Nederlandse pelagische vloot te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 153 (29675).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik geef de staatssecretaris mee dat het gaat om schepen met een Nederlandse vlag, een Nederlandse eigenaar, een Nederlands moederbedrijf of een Nederlandse bemanning. Wij kennen immers die trucjes om onder een goede inspectie uit te komen.

De staatssecretaris heeft gezegd dat zij vissenwelzijn belangrijk vindt. Ik heb haar daarnaar gevraagd en ik ben blij dat zij onderschrijft dat dit een belangrijk probleem is in de visserij. Zij wil de Kamer echter niet vertellen wat zij gaat doen. Dat vind ik wat vreemd. Ik dien daarover de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het alweer tien jaar geleden is dat de nota Vissenwelzijn in beeld verscheen, in opdracht van het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

constaterende dat de staatssecretaris van Economische Zaken duidelijk heeft gemaakt vissenwelzijn belangrijk te vinden,

verzoekt de regering om de vissenwelzijnsnota uit 2003 te actualiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 154 (29675).

Dan zijn wij bij de laatste spreker, de heer Graus van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, door de NVWA opgelegde strafpunten op naam van de schipper te zetten en niet op naam van het schip,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 155 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de verantwoordelijkheid voor de visserijgerelateerde onderdelen van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie neer te leggen bij het ministerie van Economische Zaken en te voorkomen dat de Kaderrichtlijn Mariene Strategie het visserijbeleid op ongewenste wijze gaat dicteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 156 (29675).

De heer Graus (PVV):

Ook de volgende motie is medeondertekend door de visserman en vriend van de SGP.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Duitse vissers wel op de wolhandkrab mogen vissen, deze vervolgens in ons land verhandelen en dat andere Europese landen soepeler omgaan met de zeedagenregelingen;

verzoekt de regering, nationale koppen die een ongelijk speelveld veroorzaken voor onze visserijsector ongedaan te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157 (29675).

De heer Graus (PVV):

Ook de volgende motie is medeondertekend door Fisherman's Friend Dijkgraaf van de SGP.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de visserijsector mede door de EU opgelegde regels en richtlijnen een stijging van 6% extra kosten per ton productie verwacht;

constaterende dat men dit niet kan ophoesten, allerminst ten tijde van een crisis;

constaterende dat het "uitfaseren" van vis op een schip veel aanpassingen vereist en vaak praktisch onuitvoerbaar is;

verzoekt de regering, samen met de visserijsector tot een financieel haalbare en inpasbare oplossing te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 158 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, in samenwerking met de visserijsector te bepalen welke regels in de praktijk onuitvoerbaar zijn met als doel deze per omgaande op te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 159 (29675).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. In de motie-Ouwehand op stuk nr. 153 wordt de regering verzocht om de omvang van highgrading te onderzoeken. Ik zeg zo'n onderzoek toe, onder de voorwaarde dat het gaat om schepen die onder Nederlandse vlag varen. Ik kan geen onderzoek met de NVWA doen naar niet-Nederlandse schepen. Dat is echt onmogelijk. Mevrouw Ouwehand heeft het niet letterlijk in de motie gezet, maar ze zei het wel in haar toelichting. Als ze de motie zo breed uitlegt als ze in de toelichting deed, moet ik de motie ontraden. Anders zeg ik het onderzoek toe.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank. Dan vraag ik de staatssecretaris om zo breed mogelijk te kijken naar de definitie van "Nederlandse schepen". Een Nederlands moederbedrijf kan er misschien nog bij. Verder ga ik akkoord met de duiding van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Dijksma:

Het gaat gewoon om schepen onder Nederlandse vlag. Het is simpel. Zo gaan we het doen.

Ik zou mevrouw Ouwehand willen vragen om haar tweede motie op stuk nr. 154 aan te houden. Ik kom na het reces met een brief over vissenwelzijn. Of het nodig is om de hele nota te actualiseren, moet zij op basis van de brief maar beoordelen. Ik adviseer om de motie aan te houden, anders moet ik haar ontraden.

De voorzitter:

Zeg het maar, mevrouw Ouwehand, of u de motie aanhoudt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik weet het nog niet.

Staatssecretaris Dijksma:

Ze heeft nog tot morgen de tijd.

In de motie-Graus/Dijkgraaf op stuk nr. 155 wordt gevraagd om de strafpunten op naam van de schipper te zetten en niet op naam van het schip. Voor deze vraag had ik even tijd nodig. Uit EU-regelgeving volgt dat zowel de vergunninghouder als de schipper de strafpunten krijgt. Daar kunnen we niet zelfstandig in gaan grasduinen. Vooralsnog moet ik de motie ontraden. Het vergt nog nader onderzoek, dus de heer Graus kan de motie ook aanhouden.

De heer Graus (PVV):

Ik heb pas een gesprek gehad met de heren Dijkgraaf, Geurts en Bosman, en de visserijsector. Vanuit de sector liet men ons weten dat op sommige schepen strafpunten staan. Een schipper koopt niet-wetend zo'n schip en moet vervolgens drie maanden in de haven blijven liggen, omdat er nog strafpunten op het schip staan. Dat heeft de visserijsector ons zelf gemeld.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat bestrijd ik ook niet, maar wat de heer Graus vraagt, is iets wat misschien niet zomaar kan. Daar gaat het om. Hij vraagt mij om de strafpunten voortaan alleen op naam van de schipper te zetten. Ik geef net aan dat ik vermoed dat de vergunninghouder de strafpunten soms krijgt vanuit EU-regelgeving. De vergunninghouder kan een ander zijn dan de schipper. Daardoor komen dit soort situaties voor.

De heer Graus (PVV):

Dan stel ik voor dat de staatssecretaris op onderzoek uitgaat, zodat we het klip-en-klaar krijgen. Gaat zij zich inzetten om dit ongedaan te maken?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik schrijf u heel snel een brief. Wellicht vandaag nog, maar in ieder geval deze week. Daar komt het in naar voren. Ik kan wel op onderzoek uitgaan, maar soms heb je gewoon te maken met regelgeving. En dat is niet altijd alleen maar door mij bepaalde regelgeving.

De voorzitter:

De vraag aan de heer Graus is of hij de motie wil aanhouden, totdat de staatssecretaris met een brief komt.

Staatssecretaris Dijksma:

Zeker, anders zal ik de motie zeker ontraden.

De voorzitter:

Mijnheer Dijkgraaf, heel kort, want u bent niet de eerste ondertekenaar.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De heer Graus gaat de motie niet aanhouden. Ik roep de staatssecretaris op om zich in Brussel in te zetten om de regelgeving te veranderen. Dit leidt immers tot heel gekke situaties. De staatssecretaris kan de motie natuurlijk ook op deze manier interpreteren: dat zij alles doet binnen haar mogelijkheden om dit de goede kant op te krijgen.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat staat niet in de motie. Ik kan interpreteren wat ik wil, maar ik kijk ook naar wat mij via de motie wordt gevraagd en dat is echt iets anders. Ik ontraad de motie.

Dat geldt ook voor de motie-Graus/Dijkgraaf op stuk nr. 156. Uiteraard werken we nauw samen met de minister van I en M, maar ik denk dat het beter is dat we de verantwoordelijkheden laten zoals ze zijn. In het debat heb ik overigens al toegezegd dat we hier goed op blijven letten. Die toezegging heeft de heer Dijkgraaf al gehad.

De overwegingen in de motie-Graus/Dijkgraaf op stuk nr. 157 kloppen niet. Bovendien zijn er geen nationale koppen. Er is wel een gevaar voor de volksgezondheid en dat nemen we serieus. De motie ontraad ik.

De heer Graus (PVV):

Er staan geen overwegingen in deze motie, maar wel enkele constateringen. Die kloppen wel degelijk. De staatssecretaris haalt een mogelijk probleem aan dat die nationale kop veroorzaakt. Andere deskundigen zeggen echter dat dat niet waar is. Er wordt alleen wit vlees gegeten. Er is geen gevaar voor de volksgezondheid bij het eten van wit vlees.

Staatssecretaris Dijksma:

Nogmaals, volgens mij hebben we het debat over de wolhandkrab al uitentreuren gevoerd. Ik blijf bij mijn standpunt en ik weet zeker dat dat ook voor minister Schippers geldt. Ik blijf de motie dus ontraden.

De motie op stuk nr. 158 krijgt van hetzelfde laken een pak. Daarin verzoekt de heer Graus de regering mede namens de heer Dijkgraaf om de aanlandplicht ter discussie te stellen. Dat gaan we niet doen. We hebben daar een lang debat over gevoerd. Het is een sluitstuk en er moet heel veel gebeuren. Ik ga met de sector samenwerken om er op een goede manier voor te zorgen dat men daar zijn weg in vindt. Deze motie moet ik ontraden.

De heer Graus (PVV):

De staatssecretaris is op dit moment al een hele tijd in dienst. Wij horen van de vissermannen dat zij niet de aandacht krijgen die zij verdienen. De minister moet eens wat trotser zijn op het harde vechten van onze vissermannen. We hebben nooit last van ze. Ze dragen heel sterk bij aan onze economie. Niemand heeft last van die mensen. Ze moeten ondersteund worden waar mogelijk.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik zou mijn twee Fisherman's Friends in de Kamer graag op dit punt tegemoet willen komen. "Sterk spul", zou ik erbij willen zeggen. Wat mij betreft krijgt men de aandacht die men vraagt. Dat is echter iets anders dan wat de heer Graus nu in de motie vraagt. De motie moet ik helaas ontraden. Voor het overige wil ik graag goede contacten met de sector hebben en houden.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 159. Daarin wordt de regering verzocht om in overleg met de sector te bepalen welke regels niet meer gelden. Als we daaraan gaan beginnen, is het einde zoek. Dat weet de geachte afgevaardigde natuurlijk ook heel goed. Die motie moet ik helaas ontraden. We gaan met de kalkoen ook niet discussiëren over het menu voor het kerstdiner.

De heer Graus (PVV):

De vissers moeten straks vis gaan uitfaseren op het schip. Dat is gewoon niet uitvoerbaar. Dat zegt iedere visserman die ik gesproken heb. Wat heeft het dan voor zin om die regels op te leggen? Dat is wat ik vraag. Kijk nou eerst of een regel wel uitvoerbaar is. Zo niet, hef die regel dan op. Zo'n regel heeft namelijk geen zin als hij niet uitvoerbaar is. Het is dan een wassen neus.

Staatssecretaris Dijksma:

De heer Graus maakt nu echt een karikatuur van de werkelijkheid. Juist waar het gaat om de aanlandplicht, die politiek en maatschappelijk ingewikkeld in elkaar zit, heb ik de Kamer al toegezegd dat ik ook met de sector in overleg ga om te kijken op welke wijze we die gaan uitvoeren. Dat heb ik met nadruk ook aan de heer Bosman toegezegd. Het is niet zo dat we een soort à la carte menu kunnen voorleggen en dat we vragen welke regels men liever niet gehad zou willen hebben. Dat staat nog los van het feit dat die regels voor een deel helemaal niet door Nederland gemaakt worden. Wat de heer Graus vraagt, kunnen we niet doen. De laatste motie is daarmee alweer achter de rug.

De voorzitter:

Ja, we hebben ze allemaal gehad.

Staatssecretaris Dijksma:

Dan gaat het toch weer sneller dan ik dacht.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Tot zover dit VAO.

Naar boven