3 Vragenuur

Vragen van het lid Ormel aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht van voortdurende aanvallen, waaronder het vernietigen van mausolea, in Timboektoe.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. De aanval op eeuwenoude religieuze heiligdommen in Timboektoe staan helaas niet op zichzelf. Nu zijn het mausolea die vernietigd worden in Timboektoe, maar morgen worden er mensen afgeslacht vanwege hun godsdienst. Kijk naar de aanval op de Boeddhabeelden in Afghanistan door de taliban destijds en zie wat daarop gevolgd is. Kijk naar de aanvallen op de koptische kerken in Egypte door salafistische moslims. Kijk naar de aanvallen op christelijke kerken in Kenia door Al-Shabaab en kijk naar de aanvallen op kerken in Nigeria door Boko Haram. En dan nu, volgend op deze reeks, het vernietigen van mausolea van de soefi in Timboektoe door Ansar Dine. Ook gematigde moslims worden het slachtoffer van radicale fundamentalistische moslims. Nu lijkt het zo dat Ansar Dine hier verantwoordelijk voor is, een beweging die streeft naar een volledige islamisering van Mali.

Ik heb de volgende vragen aan de minister. Wat wordt er ten eerste gedaan door de internationale gemeenschap om het conflict te isoleren? Wordt wel voldoende voorkomen dat wapens vanuit Libië naar Mali komen? Kan de minister ten tweede nader ingaan op de rol van de Saudi-Arabië in deze hele reeks die ik net heb genoemd? Het zijn telkens wahabistische moslims en wij weten dat de Koning van Saudi-Arabië ook de religieuze leider van de wahabistische moslims is. Ten derde vragen wij de minister om te bevorderen, in Europees verband, dat er een resolutie wordt ingediend in de VN-Veiligheidsraad zodat degenen die verantwoordelijk zijn voor deze vernietigingen kunnen worden opgepakt en naar Den Haag kunnen worden gebracht.

Minister Rosenthal:

Voorzitter. Laat ik om te beginnen zeggen – dat steek ik niet of stoelen of banken – dat het zonder meer verschrikkelijk is wat er in Mali gebeurt. Niet alleen wat er gebeurt met mensen – het geweld daar eist vele slachtoffers – maar ook de verwoesting van de soefi mausolea tart alle beschrijving. Het doet denken aan hetgeen wij in Afghanistan hebben meegemaakt met de boeddhabeelden in Bamyan. Het gaat hier om verwoesting door strijders van de Ansar Dine, die in nauw contact staat met AQIM, de Al Qaida in de Magreb. Dat geeft meteen aan dat wij te maken hebben met terroristische groeperingen die dingen doen die wij verafschuwen.

Dat brengt mij bij de tweede vraag van de heer Ormel, die over Saudi-Arabië. Het is mij niet bekend dat Saudi-Arabië hier de hand in zou hebben. Ik kan mij dat simpelweg niet voorstellen. Het gaat hier om verwoesting door toedoen van puur terroristische clubs. De rebellenorganisatie Ansar Dine, de verdedigers van het geloof, doet alles wat bij terrorisme behoort, net als AQIM.

Nu kom ik bij de eerste vraag van de heer Ormel, namelijk wat de internationale gemeenschap doet om het conflict in Mali te isoleren. Er wordt een veelheid aan activiteiten ontplooid. De Afrikaanse Unie en de ECOWAS, de West-Afrikaanse alliantie, hebben zich medio juni tot de Veiligheidsraad van de VN gewend met een verzoek om een mandaat voor een Afrikaanse strijdmacht onder het bekende hoofdstuk 7. De Veiligheidsraad heeft zich kritisch uitgelaten over nut en noodzaak van het zenden van troepen vanuit de West-Afrikaanse alliantie naar het noorden van Mali. De Veiligheidsraad heeft benadrukt dat Mali een Afrikaanse strijdmacht op zijn grondgebied moet uitnodigen. Het is allemaal "part and parcel" van een staat die geleidelijk aan sterke trekken krijgt van fragiliteit en "failed state".

De heer Ormel had ook nog een vraag over de Europese Unie en de Veiligheidsraad van de VN. Daar tegenaan zit natuurlijk het Internationaal Strafhof. Het Internationaal Strafhof doet nu al een vooronderzoek naar hetgeen zich voordoet in Timboektoe. Het gaat om daad die wel eens als oorlogsmisdaad kan worden beschouwd conform artikel 8 van het Verdrag van Rome, namelijk vernietiging van cultureel erfgoed en civiele gebouwen. In de contreien van de Verenigde Naties, het Internationaal Strafhof en de EU wordt er dus al hard aan gewerkt.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Ik zeg niet dat Saudi-Arabië daar heiligdommen aan het vernietigen is. Zo langzamerhand strekt zich echter van Somalië in het oosten tot Mauretanië in het westen zich een gordel van moslimfundamentalistische terreur uit over Afrika. Dat is een groot gevaar voor Europa. De ideologie waar al deze verschillende groepen zich op beroepen komt wel van de wahabistische islam. Het zou dus helpen als Saudi-Arabië een krachtige veroordeling zou uitspreken van wat er nu gebeurt in Mali.

Ik heb nog een vraag over de resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Het zou het ICC helpen als er een resolutie komt waarin wordt uitgesproken dat bevorderd moet worden dat er een aanklacht wordt ingediend door het ICC tegen degenen die zich aan deze cultuurbarbarij schuldig maken.

Minister Rosenthal:

Voorzitter. Het religieus geïnspireerd terrorisme in het gebied dat door de heer Ormel wordt genoemd baart inderdaad grote zorgen. De heer Ormel heeft het al genoemd: Kenia en Nigeria met Boko Haram. Ook in andere landen zien we dit. We kunnen niet verhelen – ik zeg dit er met nadruk bij – dat het zich veelal richt op christelijke minderheden in die verschillende landen. De Nederlandse regering is, waarachtig, frontrunner in het agenderen van die zaken en het noemen van het beestje bij de naam. Het gaat heel vaak om agressie en geweld tegen christenen en christelijke locaties, zoals in Kenia. Kortom: de heer Ormel is wat dit betreft bij mij aan het goede adres. Ik zal scherp zijn op de situatie in Saudi-Arabië. Ik zal letten op wat Saudi-Arabië in de internationale arena op dit vlak doet c.q. zou nalaten. Voor wat betreft de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad moeten we het vooral zoeken in het clusteren van de Europese Unie, het ICC en dan de VN Veiligheidsraad. Ik ben ervan overtuigd dat het Internationaal Strafhof zeker geen aansporing nodig heeft om deze zaak zeer ter harte te nemen. Dat blijkt ook wel uit het feit dat het vooronderzoek zich in een voor het ICC erg vroeg stadium al heeft gemanifesteerd.

Naar boven