5 Vragenuur

Vragen van het lid Klaver aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij afwezigheid van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, over het bericht dat de bezuinigingen op het passend onderwijs in 2012 twee keer zo hoog uitvallen.

De heerKlaver (GroenLinks):

Voorzitter. Papier is geduldig en cijfers zijn anoniem. Vanaf papier het land regeren is dan ook gemakkelijk. De minister van Onderwijs heeft zich inmiddels meer dan bewezen als papieren bestuurder, als politiek manager. Het lukte haar om op papier vrij eenvoudig 300 mln. te bezuinigen op onze meest kwetsbare kinderen, zonder inzicht te hebben in de gevolgen voor kinderen en ouders. Uit berekeningen van de Algemene Onderwijsbond van gisteren blijkt bovendien dat in 2012 meer dan de afgesproken 50 mln. wordt bezuinigd. Er wordt niet 60 mln. en ook niet 70 mln., maar 100 mln. bezuinigd; een verdubbeling van het bedrag waarmee rekening werd gehouden. De voltallige oppositie wilde deze bezuiniging van tafel. Velen in deze Kamer maakten zich vooral ook zorgen over de snelheid waarmee de bezuinigingen zouden worden uitgevoerd.

Nu gaat de minister nog sneller. Dit kabinet gaat niet alleen 130 rijden op de Afsluitdijk, maar ook als het gaat over de bezuinigingen in het passend onderwijs. Op drie plaatsen vinden wij zelfs het bedrag van die 50 mln. terug: in de begroting, in het regeerakkoord en ook in de brief over het passend onderwijs van 31 januari jongstleden, waarover wij een uitgebreid overleg met elkaar hebben gehad.

Kan de staatssecretaris mij bevestigen dat de berekeningen van de AOb kloppen? Zo ja, waarom heeft de Kamer dan in de eerdergenoemde documenten de verkeerde getallen gekregen?

Kan de staatssecretaris mij vertellen wat de gevolgen zijn voor het passend onderwijs van deze snelheidsverhoging in de bezuinigingen?

Kan de staatssecretaris mij toezeggen dat niet meer dan het beloofde bedrag wordt bezuinigd in 2012?

Voorzitter. Hoeveel tijd heb ik nog?

Devoorzitter:

U hebt nog meer dan een minuut.

De heerKlaver (GroenLinks):

Echt waar? Ik dacht dat u al aanstalten maakte ...

Devoorzitter:

Ik kijk altijd hoopvol, maar u hebt echt nog tijd.

De heerKlaver (GroenLinks):

Dan ga ik heel rustig mijn slotzin maken.

De regering hamert voortdurend op "afspraak is afspraak". Op het moment dat ik vraag of er extra geld beschikbaar is voor studenten of voor kinderen in het passend onderwijs, wordt er hard "nee" gezegd. Ik hoop dat het kabinet nu ook voor "afspraak is afspraak" is en zich gewoon houdt aan de snelheid van de afgesproken bezuinigingen.

StaatssecretarisZijlstra:

Voorzitter. Laat ik snel gaan naar de daadwerkelijke vragen, aangezien de inhoudelijke discussie al ruimschoots heeft plaatsgevonden met de minister.

Kloppen de bedragen van de AOb, de 100 mln.? Die kloppen min of meer. Het is overigens geen nieuws. De bedragen worden veroorzaakt door het simpele feit dat een begrotingsjaar een kalenderjaar is en een onderwijsjaar loopt van september tot en met augustus en in het voortgezet onderwijs en het passend onderwijs zelfs van augustus tot en met juli. Als je een bezuiniging binnenhaalt in 2013, begint die al te lopen vanaf september en heb je ook een opbrengst vanaf september. Bij een bedrag van 300 mln. – rekent u even grofweg mee; ik zeg u graag toe dat u de precieze cijfers op papier toegestuurd krijgt – krijg je grofweg een derde van dat bedrag in het jaar daarvoor, in 2012, al naar je toegerekend. Dat is wat anders dan de 50 mln. in het regeerakkoord. Dat is het bedrag dat wordt bezuinigd en naar andere onderwerpen wordt omgebogen. Er wordt nu niet 100 mln. bezuinigd op het passend onderwijs. Nee, de bezuiniging op het passend onderwijs zal 50 mln. blijven bedragen. Er is wel vanwege de systematiek een bedrag over. De Kamer heeft daarvoor onder andere een motie van de leden Ferrier en Elias aangenomen. Het betekent ook dat in 2013 het bezuinigingsritme iets lager is dan de 300 mln. Het is een hele verrekening van bedragen, maar de kern is dat het te maken heeft met het niet gelijklopen van begrotingsjaar en schooljaar.

De heerKlaver (GroenLinks):

Voorzitter. De staatssecretaris doelt op een intensivering van 74 mln. in 2012 voor de samenwerkingsverbanden. De vraag is of die samenwerkingsverbanden op 1 augustus 2012 daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.

De staatssecretaris kan prachtig vertellen hoe het nu zit met kalenderjaren en begrotingsjaren, maar de vraag is wat de realiteit is in een klas en in die scholen. Doordat het tempo waarin wordt bezuinigd omhoog gaat en de bezuiniging niet 50 mln. maar straks 100 mln. is, zullen minder docenten voor de klas staan en meer begeleiders weggaan. Dat heeft niet alleen gevolgen voor deze mensen en hun arbeidsmarktpositie, maar ook voor alle kinderen in de klas, die goed onderwijs willen en aandacht nodig hebben. Dat is wat dit kabinet hun ontneemt.

StaatssecretarisZijlstra:

Het gaat hier niet om de intensivering van 74 mln., want die zit in de totaalberekening die aan de Kamer is voorgelegd. In de Kamer is tijdens het debat uitgebreid gesproken over de invoering van de bezuiniging van 300 mln. die per 2013 ingaat. Wil je in 2013 zo'n bezuiniging halen, dan is dit de systematiek die daarachter moet zitten. Nogmaals, het bedrag van 50 mln., dat ook in het regeerakkoord is genoemd, wordt daadwerkelijk bij het passend onderwijs vandaan gehaald. Als je minder kinderen opzadelt met een onterecht stempel op hun hoofd, is ook minder geld nodig. Dat is het beleid dat wordt gevoerd en dat levert 50 mln. op. Begrotingstechnisch is het 100 mln., maar dat bedrag verdwijnt niet uit het passend onderwijs.

De heerKlaver (GroenLinks):

Die 100 mln. verdwijnt misschien niet uit het passend onderwijs, maar dat is ook niet de stelling die ik hier poneer. Het gaat om de snelheid waarmee de bezuiniging wordt ingevoerd. De sector heeft gezegd al heel veel moeite te hebben met de snelheid die wordt betracht bij de 300 mln. en met de fasering die daarbij is aangegeven. Nu het bedrag in 2012 niet 50 mln. is, maar 100 mln., zal het voor de sector, voor de docenten, voor de begeleiders en voor de schoolbesturen veel moeilijker worden om de klap op te vangen en de juiste begeleiding te geven aan de kinderen.

De staatssecretaris zal de Kamer een brief sturen waarin hij de cijfers nog eens uiteenzet. Daar ben ik heel erg blij mee, maar kan hij daarin ook vermelden wat de consequenties zijn van deze verhoging van het bezuinigingstempo voor de docenten en kinderen in het passend onderwijs en voor de ouders van die kinderen?

StaatssecretarisZijlstra:

De brief zal in de loop van de volgende week naar de Kamer worden gestuurd; dan is de minister terug van de BES-eilanden. Ik kan nu alvast zeggen dat de invoeringssystematiek en de gevolgen daarvan niet anders zijn dan zoals is gewisseld in het debat met de Kamer. Tijdens het debat is precies ingegaan op de invoeringstermijn voor deze 300 mln. per 2013. De gevolgen zijn daarmee exact de gevolgen van hetgeen nu voorligt. Vanuit die optiek zijn er geen veranderingen en geen versnellingen en is er dus ook niets aan de hand van hetgeen de heer Klaver trachtte te schetsen.

De heerKlaver (GroenLinks):

Ik ben niet gerustgesteld door de staatssecretaris. Er verandert wellicht niks in de systematiek. Dat klopt, maar helaas wordt nog steeds 300 mln. bezuinigd en gaan wij over naar een andere bekostigingssystematiek in het passend onderwijs. Feit blijft dat het tempo waarin wordt bezuinigd, wordt versneld. Dat gaat ten koste van de meeste kwetsbare kinderen en dat vind ik een heel kwalijke zaak.

StaatssecretarisZijlstra:

Het tempo is het tempo dat ook is genoemd tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de invoering van het nieuwe stelsel voor het passend onderwijs en de daarbij horende ombuigingen. Dat verandert niet. Dat is destijds besproken en dat ritme zit nog steeds in dit plan. In die zin is er dus geen sprake van een versnelling van de bezuinigingen ten opzichte van de discussie die destijds heeft plaatsgevonden.

De heerVan der Ham (D66):

Er wordt 300 mln. bezuinigd op de meest kwetsbare kinderen. In het passend onderwijs kan het best iets anders. D66 is daar ook een voorstander van, maar het tempo en het grote bedrag dat daarmee is gemoeid, zijn echt onverantwoord. Je ziet nu al dat hoog opgeleide docenten die goed met dit soort kinderen kunnen omgaan en het beste uit die kinderen kunnen halen, worden ontslagen of weggaan.

Deze staatssecretaris vervangt nu even de minister, en dat is een mooi toeval. De staatssecretaris is een aantal jaren geleden lid geweest van de commissie-Dijsselbloem, net als ik. Deze commissie heeft gezegd dat veranderingen in het onderwijssysteem zorgvuldig en in het juiste tempo moeten plaatsvinden. Hoe zou de staatssecretaris als oud-lid van die commissie reageren op dit onverantwoorde tempo van bezuinigen?

Devoorzitter:

Uw tempo was niet hoog genoeg, mijnheer Van der Ham.

StaatssecretarisZijlstra:

In de discussie die in de Kamer met de minister heeft plaatsgevonden is helder gewisseld welke argumenten er zijn voor de invoering die nu plaatsvindt en daar blijf ik bij. Met de berichtgeving van de AOb is daar geen verandering in gekomen. Het bedrag klopt, maar dat was ten tijde van de discussie in de Kamer hetzelfde. In die zin is er dus geen nieuws onder de zon. Ik heb er dan ook geen behoefte aan om die discussie uitgebreid te herhalen.

MevrouwSmits (SP):

Op de website van het ministerie staat een mooi lijstje met de bedragen die alle scholen voor speciaal onderwijs aan bekostiging gaan verliezen. Ongeveer 40 scholen verliezen bijna de helft van hun bekostiging en 8 scholen verliezen zelfs meer dan de helft van hun bekostiging vanaf augustus 2012.

Devoorzitter:

Wat is uw vraag?

MevrouwSmits (SP):

De minister wil geen scholen sluiten en de Kamer heeft afgesproken dat er geen scholen dicht moeten. Kan de staatssecretaris mij vertellen hoe de scholen die meer dan de helft van het geld verliezen, ook op 2 augustus 2012 nog open kunnen zijn?

StaatssecretarisZijlstra:

Vergeef mij dat ik niet alle details van de discussie met de Kamer voor ogen heb, maar voor zover ik weet, zijn er moties aangenomen die een aantal zaken verlichten. Ik ben er, met de rest van het kabinet, dus nog steeds van overtuigd dat de invoering zoals die destijds in het Kamerdebat is besproken, zorgvuldig is. Ik snap dat u daar een andere politieke mening over hebt. Het kabinet vindt het belangrijker dat kinderen niet onterecht worden gestigmatiseerd met een stempel van een aandoening. Daarom wordt dit beleid ingezet. Daar hebt u een andere mening over; dat zij zo.

De heerVoordewind (ChristenUnie):

De minister heeft in het uitvoerige Kamerdebat over passend onderwijs gezegd dat zij zou kijken naar de twee epilepsiescholen. De Kamer heeft daar ook een motie over ingediend. Ik krijg nu geluiden dat onder andere de Waterlelie alsnog een kleine 30% zou moeten bezuinigen, waardoor ook die school weer onder druk zou komen te staan. Hoe verklaart de staatssecretaris dit?

StaatssecretarisZijlstra:

Ik heb daar geen verklaring voor, maar als de geachte afgevaardigde, de heer Voordewind de vraag hoe dit zit bij mij wil poneren, ben ik best bereid om ervoor te zorgen dat die vraag wordt meegenomen in de brief van volgende week.

De heerDijsselbloem (PvdA):

De gevolgen van deze onzorgvuldige en ingrijpende stelselwijzigingen worden per week duidelijker. Ik was gisteren bij RENN 4, een instelling voor speciaal onderwijs in het noorden van het land, die inmiddels de gevolgen van deze bezuinigingen bekend heeft gemaakt. Meer dan 300 van de 900 medewerkers van deze instelling voor speciaal onderwijs is ontslag aangezegd. Is de staatssecretaris bekend met de brief van de Onderwijsinspectie van 7 maart jongstleden aan alle instellingen in het speciaal onderwijs, waarin zij erop worden gewezen dat zij tot in augustus 2012 eraan gehouden zijn om alle wettelijke taken op het gebied van speciaal onderwijs kwalitatief en kwantitatief te blijven uitvoeren? En kan hij mij maar vooral de instellingen in het speciaal onderwijs uitleggen dat je enerzijds honderden mensen per instelling ontslag moet aanzeggen en anderzijds de Onderwijsinspectie in je nekt krijgt, die zegt dat je moet blijven indiceren, begeleiden et cetera?

Devoorzitter:

Mijnheer Dijsselbloem, uw tijd is om.

StaatssecretarisZijlstra:

Ik ken die brief niet persoonlijk, maar ik twijfel er niet aan dat die verstuurd is. Blijkbaar hebben de Onderwijsinspectie en het kabinet meer vertrouwen in de vakkundigheid en de professionaliteit van deze mensen en in het feit dat zij tot het laatste moment waarop zij hun beroep uitoefenen, dit degelijk en goed zullen doen, met oog voor de kinderen. Kennelijk denkt u dat zij, omdat zij misschien naar een andere functie zullen gaan, het laatste jaar van hun functie niet professioneel zullen invullen. Dat is de suggestie die u feitelijk wekt.

Devoorzitter:

Ik dank de staatssecretaris.

Naar boven