Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 63, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 63, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid De Roon aan de minister van Veiligheid en Justitie over de strafrechtelijke behandeling van bemanning en beveiligers die zich met geweld verweren tegen piraten.
Devoorzitter:
U hebt al begrepen dat wij nu met een iets aangepaste versie van het experiment gaan werken. Wie daar vragen over heeft, is van harte welkom bij de Griffier en bij de heer Van Dijk. Ik vraag ook nog even de aandacht van de bewindslieden opdat zij weten dat er ook van hen verwacht wordt dat zij nog iets compacter antwoorden.
Het woord is aan de heer De Roon.
De heerDe Roon (PVV):
Voorzitter. "Steeds meer piraten, maar reders staan met lege handen." Die kop in Trouw van zaterdag is een treffende samenvatting van de moeilijke situatie waarin Nederlandse reders en hun bemanning nu verkeren. Het aantal scheepskapingen neemt hand over hand toe. Op dit moment hebben piraten 28 zeeschepen en 620 zeevarenden in hun macht. Piraten worden ook steeds gewelddadiger tegenover weerloze bemanningen. Er vinden mishandelingen en martelingen plaats en er vallen dodelijke slachtoffers. De zogeheten citadel of saferoom waarin de bemanning zich kan terugtrekken, biedt slechts korte – en soms te korte – tijd bescherming.
Het voornemen van de regering om aan boord van langzaam varende schepen een detachement mariniers te plaatsen, biedt absoluut onvoldoende soelaas. De meeste zeeschepen behoren namelijk niet tot de categorie van langzaam varende vaartuigen.
Nederlandse reders, bemanningen en hun familie voelen zich in de steek gelaten. De Nederlandse regering staat op dit moment in wezen een doeltreffende bescherming tegen piraten in de weg. Daarom wordt het tijd dat ook Nederland gewapende particuliere beveiliging aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen gaat toestaan. Ik vraag de minister om dat met spoed ter hand te nemen.
Maar een wettelijke regeling gaat tijd kosten. Kostbare tijd, waarin opvarenden van Nederlandse schepen groot gevaar lopen. Op dit moment geldt er een aanwijzing van de staatssecretaris aan het OM dat wie zich in zijn woning of bedrijf verweert tegen een overval niet moet worden gearresteerd door de politie. Ik vraag de minister om een dergelijke regeling ook van toepassing te verklaren op bemanning en particuliere beveiligers die zich aan boord van Nederlandse zeeschepen met geweld verweren tegen piraten.
MinisterOpstelten:
Voorzitter. Dank aan de heer De Roon voor zijn vraag. Het kabinet staat natuurlijk ook voor een doeltreffende aanpak van piraterij in het Somalische bassin en de Indische Oceaan, laat daarover geen misverstand bestaan. Mijn collega van Defensie heeft daarover ook een brief geschreven en er is ook een AO over gehouden. Voor 1 april zullen wij antwoord geven op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, ook op het punt van de inzet van private security companies. Ik kan de heer De Roon op zijn vraag zeggen dat op een Nederlands schip het Nederlands recht van toepassing is. Als zich daar situaties voordoen waarbij gewapende particuliere beveiligers of anderen in het geding komen, is noodweer van groot belang en zal die worden afgewogen. In de reactie die de Nederlandse regering zal geven per 1 april, zal daadwerkelijk antwoord gegeven worden op de heel concrete vraag die de heer De Roon gesteld heeft. Natuurlijk zal het slachtofferschap nadrukkelijk in de noodweersituatie moeten meewegen en prioriteit krijgen.
Devoorzitter:
Mijnheer De Roon, u hebt nu twee minuten voor uw vervolgvraag.
De heerDe Roon (PVV):
Ik krijg geen antwoord op mijn vraag. Ik vind dat het zaak is dat Nederland nu snel handelt. Andere landen, ook Europese staten als Spanje, Portugal en Cyprus hebben plaatsing van gewapende private beveiligingsfirma's op hun koopvaardijschepen wettelijk geregeld. Frankrijk en Engeland staan het oogluikend toe. De kans dat niet-beschermde Nederlandse schepen worden gekaapt, wordt hierdoor steeds groter. De verleiding voor Nederlandse reders om hun schepen onder buitenlandse vlag te brengen, wordt hiermee ook steeds groter. Ik neem toch aan dat de regering dat niet wil? Ik vraag de minister dan ook uitdrukkelijk om snel de regel in te voeren van niet-arrestatie van bemanning en particuliere beveiligers van zeeschepen die zich verweren tegen piraten. Dat kan ook makkelijk, omdat de huidige aanwijzing eveneens van toepassing is op het verweer tegen overvallers in bedrijfsruimten. Een zeeschip is toch ook een bedrijfsruimte? Is de minister dat met mij eens? Wil hij uitdrukkelijk toezeggen dat de aanwijzing van het OM op die manier moet worden uitgelegd? Dan zijn wij al een heel stuk verder.
MinisterOpstelten:
Ik kan op het eerste punt zeggen dat de regering zo snel mogelijk, uiterlijk 1 april, antwoord zal geven op de vraag over de inzet van Nederland ten aanzien van de piraterij behalve wat wij nu al doen, gelet op de brief van de minister van Defensie. Op het tweede punt kan ik in heel concrete zin toezeggen dat ik ervoor zal zorgen dat de aanwijzing aangepast wordt. Het is immers eigenlijk voor de hand liggend dat ook in die situatie op een Nederlandse zeebodem het Nederlands recht geldt. Dit moet dus worden aangepast.
De heerDe Roon (PVV):
Dan zijn wij nu een heel stuk verder. Dat lijkt mij een hele geruststelling voor de reders en de bemanningen.
Ik heb nog een laatste vraag aan de minister. Stel dat bemanningen of beveiligers zich met wapens hebben moeten verdedigen tegen piraten en dit in een situatie van noodweer op een gepaste manier hebben gedaan. Wil de minister toezeggen dat er dan ook geen vervolging ter zake van overtreding van de wapenwetgeving zal plaatsvinden totdat de wettelijke regeling – daar is het ons allen uiteindelijk om te doen – een feit is?
MinisterOpstelten:
Zoals de heer De Roon als geen ander weet, kan ik zeggen dat dit voor de hand ligt. Als minister kan ik echter niet in de plaats treden van het Openbaar Ministerie. Dat zou de heer De Roon ook niet willen. Het OM is dan immers aan zet om al dan niet tot vervolging over te gaan. Het signaal is echter helder, ook voor het OM.
De heerDe Roon (PVV):
Ik hoop dat de minister dan ook een aanwijzing van die strekking aan het OM wil geven. Ik vraag hem uitdrukkelijk om dat toe te zeggen.
MinisterOpstelten:
Het antwoord is ja.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-63-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.