Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 15 april 2008 over de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is de periode dat ministers bij de minister van Financiën claims op tafel leggen voor de Voorjaarsnota, of het nu voor de AWBZ, de kinderbijslag of iets anders is. Dit is natuurlijk ook de periode dat de Kamer duidelijk kan maken welke claims zij gerealiseerd zou willen zien bij eventuele meevallers in de Voorjaarsnota. Mijn fractie vraagt met klem om wat extra middelen voor de zo succesvolle stimulering van zonne-energie ter beschikking te stellen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de 2,8 mln. subsidie die binnen de SDE-regeling in 2008 beschikbaar is voor kleinschalige zon-pv-installaties al op is;

overwegende dat de aanvullende 1,5 mln. die de Kamer middels de motie-Samsom/Atsma heeft gevraagd, een dezer dagen ook op zal zijn of al op is;

overwegende dat het onwenselijk is dat zo kort na openstelling de subsidie voor zon-pv uitgeput is en veel aanvragers teleurgesteld zullen worden;

overwegende dat de regering – als gevolg van de hoge olieprijs – naar verwachting bij Voorjaarsnota een meevaller zal constateren bij de aardgasbaten, die voor 41,5% ten goede komt aan het FES;

verzoekt de regering, bij Voorjaarsnota 15 mln. van deze meevaller in het FES bij voorrang te bestemmen voor de SDE-regeling voor zon-pv in 2008, en tevens voor dit bedrag een structurele dekking aan te geven tot 2015,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 29(31239).

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Naar het oordeel van mijn fractie kent de SDE-regeling te weinig innovatie. Daarom wil ik de volgende motie indienen.

De Kamer,Neppérus

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie zich voornamelijk richt op subsidies voor bestaande technieken;

overwegende dat dergelijke gebruikssubsidies over het algemeen remmend werken op de (door)ontwikkeling van innovatieve vormen van energieopwekking en dus vooral ten goede komen aan kortetermijndoelstellingen;

overwegende dat voor de langere termijn gewenst is dat vooral de innovatie van duurzame energievormen wordt gestimuleerd;

constaterende dat het voornemen bestaat om bovenop de reeds begrote middelen nog eens 2,2 mld. aan vrijvallende MEP-gelden en 120 mln. naar aanleiding van de motie-Samsom/Atsma (31239, nr. 16) in de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie te steken en daarmee ook dit bedrag voornamelijk in te zetten voor gebruikssubsidies voor bijvoorbeeld windenergie op land, en niet voor innovatiestimulering;

verzoekt de regering, zich niet langer te richten op gebruikssubsidies en kortetermijndoelstellingen en daarom de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie alsnog dusdanig te wijzigen dat de (door)ontwikkeling van innovatieve vormen van energieopwekking wordt gestimuleerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 30(31239).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste zijn dat de Kamer spreekt over stimulering van duurzame energie. De Kamer heeft nog niet zo lang geleden niet voor niets de motie aangenomen die het kabinet oproept om 120 mln. ter beschikking te stellen. Daaraan werken wij op dit moment en het ziet ernaar uit dat de Kamer daarvan over niet al te lange tijd de uitslag krijgt.

Ik kan mij heel goed voorstellen dat de heer Duyvendak zegt dat er nog wat extra geld bij zou moeten, want dat past bij zijn filosofie en ook bij die van zijn fractie. Toch ontraad ik de Kamer om die motie aan te nemen. De Kamer weet ook dat er FES-regels zijn. Daarbij gaat het erom dat er projecten worden ingediend. Op basis daarvan wordt het FES-geld toegekend. Ik zeg nogmaals dat ik begrijp dat de heer Duyvendak dat doet. Ik kan mij ook voorstellen dat hij dat zal blijven doen maar zoals ik al zei, ontraad ik de Kamer om die motie aan te nemen.

Ik kom op de motie-Neppérus. Ik weet dat zij graag meer innovatie wil. Dat is niets nieuws. Ik ben het met haar eens dat wij veel aan innovatie moeten doen. Wij hebben ook andere regelingen die juist daarvoor gebruikt worden. Maar op het moment dat er innovaties zijn – ik noem biogas als voorbeeld – moet daarvan gebruik worden gemaakt. De SDE-regeling is er juist op gericht dat die innovaties daadwerkelijk worden toegepast. Daarom is op dat punt gekozen voor stimulering van de toepassing waarbij de onrendabele top wordt gestimuleerd. Innovaties zijn prima, maar uiteindelijk gaat het erom tot meer megawatt te komen. Dat wil mevrouw Neppérus ook. Om die reden moet ik de Kamer helaas ook aanneming van deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen morgen over de ingediende moties stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven