Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 april 2008 over de evaluatie van de Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg over de VAR is gesproken over de voortdurende onzekerheid voor zelfstandigen in de thuiszorg. De staatssecretaris maakt zich met de VVD-fractie zorgen over de mogelijkheid tot fraude op dit gebied, maar mijn fractie is van mening dat het heel goed mogelijk is om zowel fraude te bestrijden als een eind te maken aan de onzekerheid van de zelfstandigen in de thuiszorg en hun cliënten. Ik dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer sinds juni 2007 de regering om duidelijkheid heeft gevraagd over de positie van zzp'ers in de thuiszorg;

constaterende dat sindsdien gesproken wordt over een convenant tussen de overheid en de betrokken partijen, maar dat dit convenant nog steeds niet is gerealiseerd;

constaterende dat het kabinet onderzoek doet naar malafide constructies met zzp'ers in de zorg en de rol van bemiddelingsbureaus;

overwegende dat sinds 1 januari 2008 grote aantallen bevoegde zorgverleners die in 2007 nog over een VAR beschikten, wel aan de slag willen blijven als zelfstandigen in de zorg, maar dit niet durven zolang er geen duidelijkheid is over hun VAR;

overwegende dat hierdoor de hulpverlening aan grote aantallen cliënten in de thuiszorg onder druk staat;

constaterende dat het kabinet een meldpunt heeft ingericht voor zzp'ers in de zorg om klachten te melden;

verzoekt de regering, aan zelfstandigen in de thuiszorg die over 2007 over een VAR-wuo of een VAR-dga beschikten, en hun klachten over het uitblijven van de VAR-wuo of de VAR-dga bij het meldpunt hebben gemeld of nog zullen melden zolang er geen nieuw convenant is, deze VAR te verlengen voor het jaar 2008,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Blok en Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2(31348).

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben tijdens het AO van vorige week aandacht gevraagd voor alle ICT'ers die op dit moment werken voor de overheid en vaak worden ingehuurd door bemiddelingsbureaus of via grote bedrijven en dan weer via bemiddelingsbureaus. Dat is onwenselijk, ook gezien de intentie van het kabinet om zzp'ers meer kans te geven bij aanbestedingen en gelet op het feit dat die strijkstokken nogal wat kosten. Ik dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zzp'ers nog weinig kans hebben om bij aanbestedingsprocedures van de overheid opdrachten te verwerven;

constaterende dat grote ICT-bedrijven voor projecten, waaronder bij de overheid, steeds vaker zzp'ers inhuren via bemiddelingsbureaus;

constaterende dat door tussenkomst van bemiddelingsbureaus en ICT-bedrijven zowel de zzp'ers als de opdrachtgevers een marge moeten betalen aan de bemiddelende bedrijven;

constaterende dat het kabinet zzp'ers meer kansen wil geven om bij aanbestedingen opdrachten te verwerven;

verzoekt de regering, in kaart te brengen hoe vaak en op welke wijze zzp'ers via bemiddelingsbureaus voor ICT-opdrachten worden ingehuurd;

verzoekt de regering, de zzp'ers die via bemiddelingsbureaus worden ingehuurd welwillend tegemoet te treden als zij een directe opdrachtrelatie met de overheid wensen aan te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vos en Blanksma-van den Heuvel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3(31348).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris De Jager:

Voorzitter. Met betrekking tot de motie van de heer Blok verwijs ik voor mijn argumentatie naar het uitgebreide algemeen overleg dat de Kamer met de minister van SZW en mij heeft gevoerd. Op dit moment worden er in de betrokken sector VAR's afgegeven, ook over afgelopen jaar. Het zijn niet altijd de gewenste VAR's voor iedereen afzonderlijk, maar in een sector waar op een dusdanige schaal misbruik is geconstateerd, kunnen wij niet een generaal pardon afkondigen om te "witten" wat eigenlijk niet mag, namelijk het legaliseren van schijnzelfstandigheid. Ook de VVD moet dat niet willen. De sector wenst een nog uitgebreidere werking van bepaalde VAR's, zoals de VAR-wuo en de VAR-dga. Die duidelijkheid kan in juni in ruimere mate worden gegeven. Wij zullen echt tot dan moeten wachten, want wij weten niet wat wij allemaal in huis halen als die duidelijkheid er niet komt. Daarom ontraad ik de aanneming van de motie van de heer Blok.

Dan kom ik nu op de motie van mevrouw Vos. Alhoewel deze motie niet geheel op mijn terrein ligt, kan ik mij niet voorstellen dat het kabinet welwillend tegenover de motie zou kunnen staan. Gelet op het feit dat ik officieel, volgens de normen van het kabinet, hierover geen oordeel kan geven, laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer. De overweging om zzp'ers ook bij aanbestedingsopdrachten meer kansen te geven bij de overheid spreekt mij aan, maar volledigheidshalve moet ik doorverwijzen naar de minister van EZ of de minister van BZK.

De voorzitter:

Willen de leden wel een oordeel van het kabinet hebben over de motie van mevrouw Vos, voordat de stemmingen plaatsvinden? Ik constateer dat dit niet hoeft.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen morgen stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt van 15.15 uur tot 15.30 uur geschorst.

Naar boven