Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over administratieve lasten, te weten:

- de motie-Aptroot/Van As over statistische verplichtingen voor ondernemers (29515, nr. 111);

- de motie-Aptroot c.s. over kwartaalaangifte voor ondernemers met een klein aantal werknemers (29515, nr. 112);

- de motie-Aptroot c.s. over preventiemedewerkers (29515, nr. 113);

- de motie-Koopmans/Van As over 2 mld. voor het ontwikkelen van extra voorstellen (29515, nr. 114);

- de motie-Van As c.s. over één loket per bestuurslaag (29515, nr. 116);

- de motie-Van As over de kosten voor ondernemers als gevolg van aanpassingen in wet- en regelgeving met betrekking tot de brandveiligheid (29515, nr. 118);

- de motie-Smeets c.s. over een objectieve meting van reducties over de jaren 2002 tot en met 2005 (29515, nr. 119);

- de motie-Smeets/Van As over een plafond voor eenmalige investeringslasten van vernieuwde informatieverplichtingen (29515, nr. 120).

(Zie vergadering van 17 januari 2006.)

De voorzitter:

De motie-Aptroot/Van As (29515, nr. 111) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de statistische verplichtingen voor ondernemers hun grootste ergernis is en een zware administratieve last voor met name de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf;

overwegende dat het invullen van de vragenformulieren slecht of niet wordt gedaan;

overwegende dat de door de Europese Unie verplichte gegevensaanlevering kan worden gedaan vanuit de al verplichte gegevensaanlevering, zoals omzet- en exportgegevens vanuit de btw-aangifte, die zo nodig daarvoor wordt aangepast;

voorts overwegende dat het openbaar ministerie incidenteel een ondernemer vervolgt die weigert de enquêteformulieren in te vullen en in te zenden, maar dat vervolgens wordt geseponeerd indien de ondernemer blijft weigeren;

spreekt als haar mening uit dat de verplichte deelname aan statistieken voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf dient te vervallen en verzoekt de regering, rekening houdende met Europese verplichtingen en eventueel noodzakelijke aanpassingen van bestaande aangifteformulieren, dit op de kortst mogelijke termijn, doch uiterlijk per 1 juli 2006 te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (29515).

De motie-Aptroot c.s. (29515, nr. 112) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alle ondernemers vanaf 1 januari 2006 verplicht zijn maandelijks aangifte loonbelasting, sociale verzekeringen en btw te doen;

overwegende dat deze verplichting onnodig kostenverhogend is, vooral voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, waarvan velen deze aangiften door derden laten uitvoeren;

spreekt als haar mening uit dat per 1 april 2006 voor ondernemers zonder personeel kwartaalaangifte mogelijk moet zijn;

verzoekt de regering, dit te regelen en niet aan de inspecties over te laten;

verzoekt voorts de regering, een voorstel te doen dat nog in 2006 kan worden gerealiseerd, waarbij kwartaalaangifte mogelijk wordt voor ondernemers met een klein aantal werknemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (29515).

De motie-Aptroot c.s. (29515, nr. 113) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds 2005 alle ondernemingen verplicht zijn een preventiemedewerker aan te wijzen, ook kleine ondernemingen zonder bijzondere of grote risico's;

voorts constaterende dat deze verplichting het gevolg is van doorgeschoten Europese regelgeving en dat in Europa recent de noodzaak van vermindering van regelgeving is doorgedrongen;

overwegende dat deze verplichting leidt tot onzekerheid en wordt misbruikt door aanbieders van opleidingen voor preventiemedewerkers;

voorts overwegende dat ondernemingen tot 15 medewerkers de ondernemer kunnen aanwijzen als preventiemedewerker;

spreekt als haar mening uit dat de verplichting voor het aanwijzen van een preventiemedewerker voor het overgrote deel van de bedrijven dient te vervallen;

verzoekt de regering, zich in te zetten voor het laten vervallen van deze overbodige Europese regel;

verzoekt de regering, de mogelijkheid de ondernemer aan te wijzen als preventiemedewerker te verruimen tot ondernemingen met 25 medewerkers;

verzoekt voorts de regering, ondernemingen te informeren over het feit dat aan deze verplichting kan worden voldaan door de ondernemer zelf als preventiemedewerker aan te wijzen en dat opleidingen of cursussen hiervoor niet verplicht zijn,

en gaat over tot de orde van de dag,

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (29515).

De motie-Koopmans/Van As (29515, nr. 114) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet op weg is om 25% (4 mld.) minder administratieve last per jaar te halen;

constaterende dat het bedrijfsleven dit nog onvoldoende merkt;

overwegende dat een nog verdere vermindering van administratieve last en bureaucratie goed is voor de economische groei;

verzoekt de regering, aanvullend aan de resultaatsverplichting van 25% in 2007 zich in te spannen om in deze kabinetsperiode voor 2 mld. extra voorstellen te ontwikkelen ter voorbereiding van de verdere vermindering van de administratieve last in de volgende kabinetsperiode en de Kamer hierover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 128 (29515).

Ik constateer dat wij meteen over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Aptroot/Van As (29515, nr. 125).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Aptroot c.s. (29515, nr. 126).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Aptroot c.s. (29515, nr. 127).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Koopmans/Van As (29515, nr. 128).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van As c.s. (29515, nr. 116).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Wilders, de VVD, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van As (29515, nr. 118).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Smeets c.s. (29515, nr. 119).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Smeets/Van As (29515, nr. 120).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Wilders, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven