Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Wilders aan de minister-president over de wenselijkheid van het stopzetten van de Nederlandse (en Europese) financiële (ontwikkelings)hulp aan de Palestijnen na de recente verkiezingen in de Palestijnse gebieden, waar de terroristische Hamas de absolute meerderheid heeft gehaald.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Verleden week woensdag won de terroristische organisatie Hamas een absolute meerderheid bij de verkiezingen in de Palestijnse gebieden. Een gitzwarte dag voor het Midden-Oosten! Hamas is een terroristische organisatie die in haar bestaan al met meer dan honderd brute moorden vijfhonderd onschuldige Israëlische burgers heeft vermoord. Niet voor niets heeft ook de Europese Unie Hamas dan ook als een terroristische organisatie benoemd. Het is een organisatie die de staat Israël niet erkent en ook niet van plan is te gaan erkennen. Vanaf volgende week woensdag hebben wij, als het gaat om de Palestijnse gebieden, te maken met een terroristische entiteit. Dat Hamas democratisch is gekozen, doet daar niets aan af. Zolang Hamas het geweld niet heeft afgezworen en de staat Israël niet erkent maar juist wil vernietigen, zijn voor mij de Palestijnse gebieden slechts een terroristisch gebied waar terroristen de meerderheid vormen en ook zullen gaan regeren.

Met een terroristische entiteit doe je als beschaafd land geen zaken en geef je al helemaal geen geld, al was het maar vanwege het feit dat met dit geld opnieuw aanslagen op onschuldige Israëlische burgers kunnen worden gefinancierd als Hamas aan de macht is. Het zou zeer gepast zijn als Nederland en de internationale gemeenschap treffende maatregelen zouden nemen. Wij zouden alle ontwikkelingshulp voor de Palestijnse gebieden dan ook moeten stopzetten, zowel de Nederlandse ontwikkelingshulp als de honderden miljoenen euro's die Europa jaarlijks aan de Palestijnen geeft. Stoppen daarmee en wel onmiddellijk! Pas als Hamas Israël erkent, zich geheel ontwapent en het geweld helemaal afzweert, pas dan en geen seconde eerder gaan wij weer nadenken over het hervatten van de financiële hulp.

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken en het zogenaamde kwartet van de Verenigde Staten, Europa, de Verenigde Naties en Rusland hebben gisteren voor een andere benadering gekozen. De hulp wordt vooralsnog voortgezet, op voorwaarde dat Hamas de komende maanden onder meer het geweld afzweert en Israël erkent. Maar wat is de werkelijkheid? Per kerende post heeft Hamas deze handreiking van de internationale gemeenschap, deze handreiking van het kwartet naar de prullenbak verwezen. Hamas heeft gisterenavond meteen aangegeven, als reactie op die handreiking van het kwartet, dat Israël nooit zal worden erkend en dat ook het geweld niet zal worden afgewezen, sterker nog, dat het zal worden voortgezet.

Met de botte afwijzing van Hamas heeft deze organisatie aangetoond dat zij lak heeft aan de internationale gemeenschap. Ik vraag de minister-president dan ook of hij het met mij eens is, nu Hamas meteen nee heeft gezegd tegen de oproep van het kwartet om het geweld af te zweren en Israël te erkennen, dat het geen enkele zin heeft om nu nog drie maanden te wachten. Is hij het met mij eens dat wij dus nu moeten stoppen met het sturen van geld naar de Palestijnse gebieden en als internationale gemeenschap en als Nederland het signaal moeten geven dat terrorisme niet loont en dat wij dat zeker financieel nooit zullen belonen.

Minister Balkenende:

Mijnheer de voorzitter. Ik dank de heer Wilders voor de gestelde vragen. Door de verkiezingsuitslag in de Palestijnse gebieden is een geheel nieuwe en onverwachte situatie ontstaan. Hamas heeft de democratische verkiezingen gewonnen en daarmee bestaat de mogelijkheid dat Hamas daadwerkelijk regeringsverantwoordelijkheid gaat nemen. Zover is het nog niet, want er is nu sprake van de vorming van een nieuwe regering. Dat betekent dat gedurende de overgangsperiode de hulp niet direct hoeft te worden stopgezet, zoals de Razeb gisteren heeft duidelijk gemaakt. Wij moeten eerst zien wat de volgende stappen zullen zijn.

Tegelijkertijd is de boodschap van de regering, van de EU en van het kwartet glashelder: geen financiële steun aan een door Hamas gedomineerde Palestijnse autoriteit. Financiële steun is pas mogelijk als die organisatie geweld afzweert, Israël erkent en als zij ontwapent. Verder is essentieel dat de nieuw te vormen Palestijnse regering zich houdt aan de bestaande overeenkomsten en verplichtingen, waaronder die van de road map, en dat zij zich committeert aan een vreedzame oplossing van het conflict met Israël.

In alle duidelijkheid: ik doe geen zaken met een regering die de vernietiging van de staat Israël nastreeft. Op dat punt mag geen verschil van opvatting bestaan.

Gisteren heb ik met Kofi Annan gesproken over de huidige situatie en daarbij heb ik het uiteraard gehad over de grote zorgen van de Nederlandse regering en mijzelf ten aanzien van de ontwikkelingen. Kofi Annan heeft duidelijk aangegeven dat Hamas het mogelijk zal moeten maken dat de internationale steun kan worden voortgezet. Gedurende de vorming van een regering zal dit signaal door Hamas begrepen moeten worden. In de loop van de tijd zullen wij bezien hoe Hamas hierop inspeelt.

Ik gaf het standpunt van de Razeb weer. Ik meen dat de internationale gemeenschap heel helder is geweest. Kofi Annan, Angela Merkel en ik hebben wat dat betreft een en dezelfde mening: vernietiging van de staat Israël kan nooit deel uitmaken van een internationaal debat. Het geweld zal moeten worden afgezworen. Alleen, laten wij gedurende de vorming van een regering in de Palestijnse gebieden ze nog de tijd geven om de steun mogelijk te maken. Dat is wat de leden van de Razeb gisteren hebben afgesproken en dat lijkt mij een begaanbare weg.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. Ik wil de minister-president danken voor zijn antwoord. Ik ben blij dat hij hier glashelder aangeeft dat wat hem betreft geen zaken worden gedaan met een Hamasregering voorzover die terroristisch is. Vandaag de dag is zij dat. Hamas moet verder het geweld afzweren en Israël erkennen. Ik ben verheugd dat de minister-president deze voorwaarden stelt. Het siert hem dat hij dit zegt.

Ik ben echter minder blij met het feit dat de minister-president tijdens de overgangsperiode hulp wil blijven geven. Nadat hij gisteren met de heer Annan had gesproken, is er wat gebeurd. Na de vergadering van de Razeb zijn ook de leden van het kwartet bij elkaar gekomen, zoals wij allen hebben kunnen zien. Nadat het kwartet dezelfde handreiking deed die de minister-president aangaf, is er per kerende post van Hamas het antwoord gekomen: nee, dat doen wij niet, wij blijven doorgaan met geweld en wij willen de staat Israël niet erkennen. Dat zei die organisatie dus nadat de minister-president met de heer Annan had gesproken. Welnu, welk incentive voor Hamas zou beter zijn om te bereiken dat die organisatie Israël erkent en het geweld afzweert dan dat wij nu zeggen: wij stoppen met alle hulp en op de dag waarop u doet wat wij willen, namelijk het geweld afzweren en Israël erkennen, hervatten wij de hulp meteen? Het stellen van die eis zou het voeren van het verstandigste beleid zijn en ik had graag dat de minister-president hierop nog reageerde. De internationale gemeenschap heeft een handreiking aan Hamas gedaan, maar die organisatie gooit die de prullenbak in. Als wij dan zeggen: jammer, wij kijken alles nog drie maanden aan, lijkt mij dat niet de goede weg.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Ik begrijp de vraag van de heer Wilders. Wij hebben nu te maken met de vorming van een regering. Ik heb in mijn functie ook te maken met iemand als president Abbas. Hij heeft gezegd: laat de financiële stroom niet ophouden, want dat zou grote gevolgen hebben. Ook dat is een signaal. Tijdens de Euromedtop in Barcelona heb ik goed geluisterd naar de heer Olmert, waarnemend premier van Israël. Hij sprak in zeer waarderende zin over president Abbas. Ik vind dat nu de internationale gemeenschap heel helder moet zijn met het afgeven van een signaal. Op korte termijn moet geen chaos ontstaan; ook dat moet duidelijk zijn. Wat er is gezegd, betreur ik met de heer Wilders, maar laat de internationale gemeenschap tijdens de vorming van een regering het signaal aan Hamas geven dat die organisatie niet kan en niet mag handelen zoals zij heeft aangegeven. Als zij dat wel doet, zal dat gevolgen hebben. Alleen, op dit moment, luisterende naar president Abbas, luisterend naar Kofi Annan en luisterend ook naar de minister van Buitenlandse Zaken, lijkt mij de meest begaanbare weg: aangeven welke onze criteria zijn, hoe wij de zaak beoordelen en nu niet ineens stoppen met hulp. Als wij de hulp wel zouden stopzetten, zou dat ongewenste gevolgen hebben. De heer Wilders en ik hebben evenwel dezelfde opvatting over hetgeen gedaan moet worden.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Vindt de minister-president net als ik dat de Europese Unie niet geloofwaardig optreedt als zij aan de ene kant de verkiezingen in Palestijns gebied steunt, zelfs waarnemers stuurt en Israël onder druk zet om de verkiezingen mogelijk te maken, en aan de andere kant, als de uitslag er is, constateert dat de uitslag niet bevalt om daarna de steun aan de Palestijnse regering op te zeggen? Vindt de minister-president het belangrijk om deze kans aan te grijpen om Hamas te betrekken bij het vredesproces dat helaas al een paar jaar dood is? Dat zou de uitkomst van de onderhandelingen met Hamas moeten zijn. Daarbij past het niet om direct alle deuren te sluiten, waardoor de Palestijnse bevolking de rekening zal moeten betalen.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Er zijn onder de Palestijnen inderdaad democratische verkiezingen gehouden en er zijn geen onregelmatigheden gesignaleerd, dus in die zin hebben wij te respecteren wat de bevolking uiteindelijk kiest. Maar dat gezegd hebbend, ontstaat er spanning. Want de uitkomst is niet een kwestie van niet bevallen. Het gaat over veel fundamentelere zaken, namelijk over het willen vernietigen van de staat Israël. Daar kunnen wij ons nooit bij neerleggen, daar zal ik mij nooit bij neerleggen. Wij hebben vorig jaar de Tweede Wereldoorlog, de holocaust en Auschwitz herdacht. Ook dat speelt mee als wij het hebben over de vernietiging van de staat Israël. Ik vind dat de internationale gemeenschap op dit punt een volstrekt duidelijk geluid moet laten horen. Kortom, wij respecteren de uitslag, maar dat ontslaat ons niet van de verplichting om een halt toe te roepen aan iets wat moreel niet verantwoord is. Dat is ook gebeurd in de vergadering van de Razeb. Ik heb dat zojuist in het antwoord op de vragen van de heer Wilders nog eens duidelijk aangegeven.

Ik ben het eens met mevrouw Karimi dat wij ernaar moeten streven dat Hamas wordt ingeschakeld in het proces van het zoeken naar vrede. Maar als wij dat constateren, ligt het op de weg van Hamas om dat mogelijk te maken. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties zei het glashelder: Hamas moet het mogelijk maken dat de internationale gemeenschap de nieuwe regering zal steunen. Als men ondanks de druk van de internationale gemeenschap de visie die men heeft op de staat Israël niet opgeeft, en zich niets gelegen laat liggen aan het pleidooi om af te zien van geweld, dan ligt een en ander aan Hamas zelf. Daarom willen wij niet nu de geldkraan dichtdraaien en kiezen wij voor een overgangsperiode. Maar er zullen wel conclusies getrokken moeten worden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP is uitermate bezorgd over de klinkende verkiezingsoverwinning van Hamas. Dat heeft ons begrip voor de houding van Israël alleen maar doen toenemen. Israël is tot het uiterste op zoek naar veiligheidsmaatregelen en is niet makkelijk bereid tot het doen van concessies. Dat is begrijpelijk als je merkt dat er kennelijk zo'n groot draagvlak is voor de opvatting dat Israël van de landkaart moet worden geveegd.

Is het toch niet een houding van "wij moeten het maar weer eens even aanzien" die de Europese Unie nu inneemt? Is er bereidheid bij de EU om daadwerkelijk door te pakken? Juist omdat wij eerder geconfronteerd zijn met een besluit van de EU om te respecteren dat Hamas deelneemt aan de verkiezingen, is er dit najaar een motie van mij aangenomen waarin de regering opgeroepen wordt er niet in te berusten dat dergelijke groeperingen kunnen deelnemen aan de verkiezingen en alle mogelijkheden te benutten om druk uit te oefenen om daarin verandering te brengen. Heeft die motie effect gehad? Wat is daarmee gebeurd? Gaat Hamas echt iets merken van een Europa dat het niet kan accepteren dat men dit soort doelstellingen en praktijken heeft?

Minister Balkenende:

Voorzitter. De heer Van der Staaij stelt zeer terecht deze vraag. De conclusie van de Razeb gisteren was duidelijk. Er werd gezegd dat geweld en terreur niet verenigbaar zijn met het democratisch proces. Ik vind die stelling glashelder en niet slap. Verder wordt Hamas opgeroepen om te stoppen met geweld, om het recht op het bestaan van de staat Israël te erkennen en om te ontwapenen. Het is een heel duidelijk signaal van de Europese Unie. Dat moet ook, omdat er veel op het spel staat. Het is nu aan Hamas om te reageren op de druk van de internationale gemeenschap. De signalen tot nu toe zijn heel duidelijk. De internationale gemeenschap legt zich niet neer bij een regering die uit is op de vernietiging van de staat Israël. Zij zal zich niet neerleggen bij geweld. Dat is de boodschap. Het is nu aan de te vormen regering om dat internationale signaal op te pakken. Als men dat weigert te doen, hebben wij met elkaar een groot probleem.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Ook de CDA-fractie is van mening dat een terroristische organisatie die uit is op geweld en op de vernietiging van de staat Israël absoluut niet kan worden gesteund. In zoverre is er geen onduidelijkheid. De Razeb heeft besloten om drie maanden te wachten. Dat gaat mij te ver. Het enige wat de minister-president gezegd heeft, is het volgende: zolang er nog geen nieuwe regering is waar Hamas deel van uitmaakt, zullen wij bekijken in hoeverre wij de zaak kunnen blijven steunen. Dat moet de grens zijn. Het moment dat er een regering is waar Hamas deel van uitmaakt, is het signaal om de hulpverlening stop te zetten. Hamas heeft het zelf in de hand. Als de organisatie het geweld afzweert en de staat Israël erkent, ontstaat er een andere situatie. Dan kan er verder worden gesproken. Als de noodzaak bestaat tot het stopzetten van de hulp – ik hoop eerder dat Hamas het geweld afzweert en de staat Israël erkent– zou via kleinere hulporganisaties moeten worden bekeken, of en zo ja hoe wij het Palestijnse volk op een andere wijze kunnen steunen, financieel dan wel anderszins.

Minister Balkenende:

Wij moeten ons inderdaad niet blind staren op de periode van drie maanden, het gaat om de periode waarin een nieuwe regering kan worden gevormd. Als die regering eerder kan worden gevormd, spreken wij niet over drie, maar over twee of nog minder maanden. Het gaat om de vraag, wat er in die periode moet gebeuren.

De tweede opmerking van de heer De Nerée tot Babberich gaat over de vraag, wanneer je contacten kunt hebben via regeringsautoriteiten, en wanneer via niet-gouvernementele weg. In de huidige financiële stromen naar de Palestijnse gebieden gaat een deel van het geld niet via de regering, maar via andere kanalen. Dat onderscheid wordt gemaakt in financiële stromen is een goed punt, maar die discussie hoeft nu nog niet te worden gevoerd.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Ook D66 steunt de lijn van de Europese Unie, want het zal duidelijk zijn dat wij geen financiële hulp kunnen geven aan de nieuwe regering van Palestina, zolang deze de staat Israël niet erkent en het geweld niet afzweert. Als de nieuwe regering in haar houding volhardt, vindt de minister-president dat wij daarnaar moeten gaan kijken. Maar is het niet mogelijk om nu al te gaan kijken hoe wij toch kunnen zorgen dat ziekenhuizen en scholen kunnen blijven doordraaien, zonder het risico dat de middelenstroom via de nieuwe Hamasregering gaat lopen? Het lijkt mij verstandig dat wij nu gaan kijken hoe dat kan zodat, als het moment daar is, wij de geldkraan meteen kunnen dichtdraaien. Anders is het signaal dat wij misschien doorgaan, terwijl wij dat duidelijke signaal precies op het moment van de regeringsverklaring moeten afgeven. Dat kan eerder gebeuren dan wij denken.

Minister Balkenende:

Ik heb duidelijk aangegeven wat de positie van de Nederlandse regering is. Ik vind het minder raadzaam om nu al te gaan speculeren over wat er zal gebeuren als het niet lukt. De internationale gemeenschap moet druk uitoefenen en duidelijk aangeven wat nodig is om te kunnen komen tot goede betrekkingen. Je kunt nadenken over de vraag wat er dan moet gebeuren, maar dat is niet het beste signaal aan het adres van de nieuw te vormen regering. Onze houding zal er een zijn van: wij willen dat u het mogelijk maakt dat wij goede contacten hebben. Daaraan is een aantal voorwaarden verbonden, waarvan wij hopen dat u die nakomt. Wat er daarna gebeurt, moeten wij dan beoordelen. Ik heb daar opvattingen over, maar ik denk dat het beter is om nu eerst de nieuwe regering in wording kleur te laten bekennen. Natuurlijk heb ik kennis genomen van wat gisteren is gezegd, wat mij niet hoopvol stemt. Maar laten wij nu eerst een aantal weken wachten op de signalen, om te zien of er bereidheid is om de internationale signalen op te pakken. Daarna komt de vraag aan de orde hoe wij daar precies mee omgaan. Ik wil niet dat wij nu al het signaal afgeven dat wij het niet zien zitten en alvast de volgende stap gaan zetten. Dat lijkt mij niet de beste weg, maar ik begrijp uw vraag wel.

De heer Szabó (VVD):

Allereerst dank voor de antwoorden die de minister-president heeft gegeven. Wat dat betreft zit hij precies op de lijn van de VVD. Wel hebben wij nog een additionele vraag. Er zijn twee financiële stromingen naar de Palestijnse autoriteiten: rechtstreeks naar de regering, en indirect via de UN. Welke afspraken zijn er gemaakt met Kofi Annan om die tweede financiële stroom terug te draaien als Hamas in de regering komt?

Minister Balkenende:

Ik heb gisteren niet over dit technische punt met Kofi Annan gesproken. Er zijn inderdaad twee financiële stromen. De eerste via de directe contacten met de Palestijnse Autoriteit, het government-to-governmentkanaal, en de tweede via het spoor van de VN. Tegen de heer De Nerée heb ik gezegd dat, ook al zou één spoor onmogelijk zijn, er altijd kan worden gekeken naar het andere spoor. Maar het is nu te vroeg om die discussie al te gaan voeren. Laat alsjeblieft vanuit de internationale gemeenschap een heel duidelijk geluid naar de nieuw te vormen regering klinken. Wat de consequenties daarvan kunnen zijn, beoordelen wij later. Dat antwoord heb ik al gegeven aan mevrouw Van der Laan.

De heer Koenders (PvdA):

Dank voor de beantwoording. Als oppositiepartij zijn wij het met die lijn eens. Het lijkt mij juist dat enerzijds respect wordt getoond voor de uitslag van de verkiezingen, maar duidelijk afstand wordt genomen van Hamas in termen van de acceptatie van Israël en het gebruik van geweld. Er moet een forse lijn zijn, maar ook een zekere ruimte qua tijd. Gelet op het gebrek aan leiderschap in de kring van de Hamas en de discussies die nu in Israël worden gevoerd, is het risico groot dat langzaam maar zeker een neerwaartse spiraal ontstaat ondanks de terechte eisen van de Europese Unie en het kwartet. Is gisteren in het kwartet iets afgesproken over de relatie enerzijds met Israël en anderzijds met de president van de Palestijnse autoriteit, zodat in contacten een positieve strategie wordt geformuleerd om de uitkomst die wij allemaal willen, tot stand te brengen? Of zijn de eisen gesteld en wordt vervolgens afgewacht? Uiteraard moet dit voldoende dynamiek brengen om Hamas tot inkeer te brengen.

Minister Balkenende:

Welke afspraken op dit punt precies zijn gemaakt, kan ik op dit ogenblik niet vertellen, maar de heer Koenders maakt wel een heel belangrijke opmerking: er wordt dynamiek in het proces getoond. Een aantal stappen is te zien. Ik noem de heldere signalen van de internationale gemeenschap. Uiteraard moeten met de Arabische wereld contacten worden onderhouden – dat zullen wij zelf ook doen – om een oplossing te vinden. Het is verder noodzakelijk om te werken aan vrede. Ik meen dat iedereen het belang hiervan onderstreept. Daarvoor heb je partijen van goede wil nodig. Ik moet er niet aan denken dat de situatie in dat gebied escaleert. De consequenties daarvan zijn namelijk niet regionaal, maar mondiaal. Juist vanwege de grote risico's die in zo'n gebied worden gelopen, moet worden aangedrongen op een proces van vrede en moeten partijen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid daarvoor. Je moet bekijken wat daarvoor nodig is. Ik heb begrepen dat dit element in het kwartet in ieder geval duidelijk naar voren komt: geef enige tijd, geef duidelijke signalen, respecteer de road map. Als dat niet mogelijk is, ontstaan grote problemen en wij moeten alles op alles te zetten om dat te voorkomen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Mijn fractie is blij met dit standpunt. Wij denken dat het onmogelijk is om zaken te doen of vredesbesprekingen te voeren met een regering die de vernietiging van de staat Israël in haar vaandel heeft. Ik begrijp dat de minister zegt dat langs diplomatieke weg allerhande druk moet worden uitgeoefend en dat Hamas de mogelijkheid moet worden gegeven om het standpunt te wijzigen. Daar is tijd voor nodig; dat begrijp ik. Mijn fractie dringt er bij de minister wel op aan om onverlet alle ruimte en alle tijd die genomen moet worden, een duidelijk eindpunt te formuleren. Een nieuwe regering van de Hamas krijgt geen steun, tenzij geweld wordt afgezworen en tenzij de vernietiging van Israël niet langer het streven is. Dat moet een duidelijk eindpunt zijn. Wij moeten niet een diplomatieke weg op getrokken worden waarbij wij maar steeds blijven wachten.

Minister Balkenende:

Mevrouw Huizinga heeft mij heel goed begrepen. Ik heb niet voor niets in eerste termijn aangegeven dat ik geen zaken doe met een regering die het bestaan van de staat Israël niet erkent en uit is op de vernietiging van de staat Israël. Duidelijker kan ik het niet zeggen. De balans zal worden opgemaakt op het moment dat er een nieuwe regering is. Dat heb ik ook aangegeven tegenover de heer De Nerée tot Babberich. Dan weten wij precies wat er aan de orde is.

De heer Nawijn (Groep Nawijn):

Ik dank de minister-president voor zijn duidelijke stelling.

De Hamas is nog steeds uit op de vernietiging van de staat Israël. Hamas is ook een terreurorganisatie die nog in het vrij recente verleden aanslagen pleegde op bussen, vrouwen, kinderen enzovoorts. Wij zijn altijd heel streng geweest voor organisaties die terreur ondersteunen. Betrekt de minister dat de komende tijd bij zijn standpunt over het al of niet erkennen van een Hamasregering?

Minister Balkenende:

Je moet altijd kijken wat er is gebeurd. De heer Nawijn heeft gelijk om mij te waarschuwen. Misschien hebben wij in het verleden te weinig oog gehad voor de zaken die de Hamas feitelijk voor ogen had. Tegelijkertijd hebben wij ook bewegingen gezien die haar leven hebben veranderd. De Fatahbeweging was vroeger ook een terroristische beweging. Zij heeft getoond dat zaken met het nemen van verantwoordelijkheid kunnen veranderen. Wij moeten het duidelijke signaal geven dat kiezen voor de weg van geweld nooit tot een oplossing zal leiden. Daar kunnen wij ons nooit bij neerleggen. Je kunt het verleden niet vergeten. Ik vind de waarschuwing van de heer Nawijn zeer terecht. Laat het een aansporing voor ons allemaal zijn om te werken aan vrede en aan de realisatie van de road map en definitief afstand te nemen van datgene wat alleen maar zal leiden tot een doodlopend spoor.

De heer Van Bommel (SP):

De minister-president noemt Fatah, de partij van de overleden leider Arafat. Ik denk dat dit terecht is. Je zou ook kunnen kijken naar Zuid-Afrika, waar het ANC ook eerst een terroristische organisatie was, of naar de situatie in Ierland. Ik denk, en dat proef ik een beetje in de woorden van de minister-president, dat er veel aan gelegen moet zijn om Hamas te betrekken bij en medeverantwoordelijk te maken voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Ik constateer een belangrijk onderscheid met de vragensteller, de heer Wilders, die vroeg om geen enkele steun te geven aan de Palestijnse gebieden. De minister-president en andere Europese leiders zeggen dat wij geen steun moeten geven aan de Palestijnse Autoriteit. Dat is belangrijk, want dat is een enorm verschil.

Er gaat per jaar 500 mln. van de Europese Unie naar de Palestijnse gebieden. 70 mln. daarvan gaat rechtstreeks naar de Palestijnse Autoriteit. Het merendeel van dat geld, 85%, gaat via organen van de Verenigde Naties, bijvoorbeeld voor dagelijkse voedselhulp, om te voorkomen dat miljoenen Palestijnen, die in feite geen onderdeel willen zijn van dit conflict, domweg omkomen door honger.

Als het gaat om dreigen of zeggen dat wij willen helpen als zij het goed doen, maar straffen als zij het verkeerd doen, denk ik dat de minister-president het niet heeft over de voedselhulp die dagelijks nodig is voor die miljoenen Palestijnen die eigenlijk niets met dit conflict te maken willen hebben.

Wanneer er gesprekken komen tussen de Europese Unie en een volgende regering, en die zullen er komen, denk ik dat er ook met de regering van Israël gesproken moet worden. In dat vredesproces zijn opheffing van de bezetting, uitvoering van VN-resoluties en het stoppen van het bouwen van die muur even belangrijk als al die andere zaken.

Minister Balkenende:

Over de rol van Israël zijn gisteren conclusies getrokken bij de Razeb. Het is heel logisch dat beide partijen hun steentje zullen moeten bijdragen aan het vredesproces, hoe moeilijk dat ook is.

Het is ook zo dat er bij de steun aan de Palestijnse gebieden een onderscheid is tussen de regering en wat de mensen nodig hebben. Maar laat de partij die nu in aanmerking komt om straks een regering te vormen, zich alsjeblieft bewust zijn van de noodzaak om samen te werken met de internationale gemeenschap en te kiezen voor humaniteit en niet voor het verderf.

Ik ben blij met het signaal van deze Kamer dat wij ons als collectief nooit meer zullen neerleggen bij een situatie waarin het bestaan van de staat Israël wordt ontkend of dat men zelfs uit is op de vernietiging van deze staat. Dat is iets wat nooit kan. Ik ben erg blij dat deze opvatting Kamerbreed bestaat.

Naar boven