Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te weten:

- de motie-Slob c.s. over publieke verantwoordelijkheid voor de geïntegreerde en eenduidig aangestuurde meldkamer voor alle hulpverleningsdiensten (30300 VII, nr. 21).

(Zie vergadering van 1 december 2005.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. De motie-Slob is ingediend bij de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de motie wordt uitgesproken dat de gemeenten en provincies conform de huidige verantwoordelijkheidsverdeling verantwoordelijk dienen te blijven voor het ambulancevervoer. Met deze motie wordt de ontwerpwet ambulancezorg overbodig.

Mijn fractie is blij dat er na vijftien jaar discussie eindelijk een wetsvoorstel ligt. Wij zijn van mening dat hierover inhoudelijk moet worden gedebatteerd. De historische versnippering van de ambulancezorg en het feit dat een aantal kritische rapporten is verschenen over de kwaliteit en de bereikbaarheid van ambulances maken het noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over de verantwoordelijkheidsverdeling. Met de ambulancewet wordt getracht de problemen op te lossen die er al die jaren waren met de planning en financiering. Voor ons staat borging van de publieke belangen gemoeid met het ambulancevervoer voorop. Wie daarvoor het beste zorg kan dragen, beslissen wij bij de behandeling van het wetsvoorstel. De motie-Slob komt dus te vroeg en zal daarom niet door onze fractie worden gesteund.

In stemming komt de motie-Slob c.s. (30300-VII, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven