Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over aangewezen sectoren/beroepsgroepen, te weten:

- de motie-Bussemaker/Dittrich over piekarbeid als tekortsector (29407, nr. 11);

- de motie-Bruls/Varela over de vrijstelling individuele arbeidsmarkttoets en de verplichte vacaturemelding (29407, nr. 12);

- e motie-De Wit over het voornemen tot vrijstelling voor de beroepen van OK-assistent, radiotherapeutisch laborant en radiodiagnostisch laborant (29407, nr. 13).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Bussemaker/Dittrich (29407, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66 en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bruls/Varela (29407, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Lazrak, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Wit (29407, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Visser (VVD):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft aanneming van motie nr. 12 ontraden omdat zij inconsistent zou zijn en tot verdringing op de arbeidsmarkt leidt. Ik krijg graag een schriftelijke reactie op het feit dat deze motie is aangenomen. Kan de staatssecretaris inzichtelijk maken welke financiële gevolgen dit heeft voor de sociale zekerheid?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit verzoek door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Geachte medeleden, voordat ik de vergadering sluit en u het land in gaat, wil ik kort vooruitkijken naar een gebeurtenis die aanstaande zaterdag zal plaatsvinden. Dat is uiteraard de toetreding van tien landen tot de Europese Unie, op 1 mei aanstaande. Overmorgen heten wij Polen, Hongarije, Letland, Estland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Malta en Cyprus welkom in de Europese Unie. Hoe speciaal dat voor veel inwoners van deze nieuwe lidstaten is, is voor ons wellicht maar moeilijk voor te stellen. Voor de meeste Nederlanders is het feit dat ons land deel uitmaakt van de Europese Unie immers heel gewoon. Het lijkt alsof dat altijd zo is geweest.

De komende week herdenken wij in Nederland het einde van de Tweede Wereldoorlog, nu 59 jaar geleden. Voor de landen uit Midden- en Oost-Europa die nu toetreden tot de Europese Unie zijn de politieke gevolgen van de Tweede Wereldoorlog eigenlijk pas op 1 mei aanstaande echt ten einde. Het boek van de communistische dictatuur en de Koude Oorlog kan dan echt worden gesloten. Ook binnen de Europese Unie zullen deze landen weer politieke en maatschappelijke problemen moeten oplossen, maar vanaf aanstaande zaterdag doen zij dat tezamen met ons.

In onze Kamer is stevig gedebatteerd over de vraag of, wanneer en hoe de Europese Unie moest worden uitgebreid. Dat illustreert dat wij de Unie belangrijk vinden. Dat de tien nieuwe lidstaten de Unie ook belangrijk vinden, blijkt onder meer uit het feit dat de toetreding in die landen overal groots wordt gevierd; in alle toetredende landen zullen zaterdag uitgebreide feestelijkheden plaatsvinden. Een aantal vertegenwoordigers van de tien toetredende landen is hier in de Kamer, in de loge achter ons, aanwezig. Via u wil ik, namens de Kamer, de toetredende landen een feestelijke dag en vooral een goede toekomst binnen de Europese Unie toewensen.

(Applaus)

Sluiting 15.38 uur

Naar boven