Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over huiselijk geweld, te weten:

- de motie-Wolfsen/Hirsi Ali over een algemeen onderzoek naar aanleiding van de dood van mevrouw Gül (28345, nr. 10);

- de gewijzigde motie Wolfsen/Hirsi Ali over een overzicht van de maatregelen die bijdragen aan de bestrijding van huiselijk geweld (28345, nr. 11);

- de motie-Vos over gemeentelijke plannen van aanpak huiselijk geweld (28345, nr. 12);

- de motie-Vos/Kraneveldt over een landelijke voorlichtingscampagne over huiselijk geweld (28345, nr. 13);

- de motie-De Pater-van der Meer/Hirsi Ali over een landelijk meldpuntensysteem voor bestrijding van huiselijk geweld (28345, nr. 14);

- de motie-De Pater-van der Meer over beschermingsmogelijkheden van slachtoffers van huiselijk geweld (28345, nr. 15);

- de motie-Kraneveldt over het vrijmaken van begrotingsmiddelen voor juridische vroeghulp (28345, nr. 16);

- de motie-Dittrich c.s. over registratie van etniciteit in geval van geweld achter de voordeur (28345, nr. 17);

- de gewijzigde motie-Hirsi Ali c.s. over nadere informatie inzake de bestrijding van straatgeweld en huiselijk geweld (28345, nr. 18).

(Zie vergadering van 7 april 2004.)

De voorzitter:

Ik deel mede dat mevrouw De Pater-van der Meer haar motie op stuk nr. 15 heeft ingetrokken.

De motie-Vos (28345, nr. 12) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gemeenten ervoor zorg dienen te dragen dat op lokaal of regionaal niveau een adequate aanpak van huiselijk geweld plaatsvindt;

overwegende dat het van belang is dat alle gemeenten daartoe zo snel mogelijk een plan van aanpak opstellen;

verzoekt de regering, te bevorderen dat alle gemeenten uiterlijk in 2005 een plan van aanpak hebben opgesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 20 (28345).

De motie-Kraneveldt (28345, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de experimenten Juridische Opvang aan Slachtoffers van seksueel geweld (JOS) in Alkmaar en Rotterdam, waarin slachtoffers de mogelijkheid wordt geboden om binnen tien werkdagen na aangifte kosteloos beroep te doen op een gespecialiseerde advocaat, succesvol zijn;

constaterende dat de minister van Justitie medio 2002 aan de raden voor rechtsbijstand, de raad van hoofdcommissarissen, het college van procureurs-generaal, het korpsbeheerdersberaad en de raad voor de rechtspraak advies heeft gevraagd ten aanzien van al dan niet landelijke implementatie en dat alle betrokken instanties de minister hebben laten weten voorstander te zijn van een landelijke implementatie;

verzoekt de regering, geld vrij te maken om lopende experimenten Juridische Opvang aan Slachtoffers van seksueel geweld (JOS) te continueren en JOS tevens in te voeren in de vijf arrondissementen waar al een goede, slachtoffervriendelijke infrastructuur bestaat (i.c. Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, Utrecht en Zutphen),

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Kraneveldt. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund

Zij krijgt nr. 21 (28345).

Ter vervanging van de gewijzigde motie-Wolfsen/Hirsi Ali (28345, nr. 11) en de gewijzigde motie-Hirsi Ali c.s. (28345, nr. 18), die hierbij zijn ingetrokken, wordt de volgende motie ingediend.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer onvoldoende zicht heeft op de verhouding tussen de uitgaven die zijn gemoeid met de bestrijding van huiselijk geweld (= achter de voordeur) en straatgeweld (= vóór de voordeur) zowel preventief als repressief;

van mening dat het grote aantal gevallen van huiselijk geweld een intensieve aanpak rechtvaardigt;

constaterende dat plegers van straatgeweld vaak zelf slachtoffers van huiselijk geweld zijn (geweest);

verzoekt de regering om vóór 1 juni 2004 een brief naar de Kamer te sturen met daarin een overzicht van de maatregelen die bijdragen aan de bestrijding van huiselijk geweld, alsmede de uitgaven die daarmee per maatregel zijn gemoeid en dat alles afgezet tegen de uitgaven die gemoeid zijn met de bestrijding van geweld vóór de voordeur,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Wolfsen en Hirsi Ali. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 22 (28345).

Op verzoek van het lid Kraneveldt stel ik voor, haar gewijzigde motie (28345, nr. 21) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil een stemverklaring afleggen bij de motie van de heer Dittrich c.s. die betrekking heeft op de registratie van etniciteit ingeval van huiselijk geweld. Het kabinet heeft toegezegd om in enkele politieregio's een pilotproject te starten waarbij juist bij huiselijk geweld de afkomst van de verdachte geregistreerd wordt. GroenLinks heeft er moeite mee dat zonder meer over zou worden gegaan tot een algehele registratie van etniciteit in alle gevallen waarin sprake is van huiselijk geweld. Wij willen eerst de resultaten van deze pilots afwachten en bezien of dit leidt tot een effectievere aanpak. Op dit moment vinden wij de motie voorbarig. Wij zullen ertegen stemmen.

In stemming komt de motie-Wolfsen/Hirsi Ali (28345, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de VVD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Wolfsen/Hirsi Ali (28345, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Vos (28345, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vos/Kraneveldt (28345, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Pater-van der Meer/Hirsi Ali (28345, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (28345, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven